air condition CITROEN BERLINGO FIRST 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 4 of 136

INHOUDSOPGAVE
2-
46 - 53  TOEGANG TOT DE AUTO, STARTEN
Sleutels 46
Alarmsysteem 48
Voorportieren en
schuifdeuren 49
Achterdeuren 51
Motorkap openen 53
Brandstof tanken 53
54 - 57  ZICHT
Verlichting 54
Ruitenwisserschakelaar 55
Elektrisch bedienbare ruiten 56
Zijruiten achter 56
Buitenspiegels 57
Binnenspiegel 57
4 - 16  IN EEN OOGOPSLAG
17 - 25 
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN, DISPLAYS
Instrumentenpaneel 18
Verklikkerlampjes 19
Temperatuurmeter 21
Display op het
instrumentenpaneel 22
Nulstelling dagteller 24
Dimmer dashboardverlichting 24
Klokje 24
Display A 25
26 - 31  COMFORT
Ventilatie 26
Verwarming 28
Airconditioning 30
32 - 45  STOELEN
Voorstoelen 32
Multifunctionele
passagiersstoel 34
Achterbank (5 zitplaatsen) 35
Achterbanken (7 zitplaatsen) 36
Kinderzitjes 38
Bevestigen van kinderzitjes
met de veiligheidsgordel 40
Isofi x-bevestigingen 41
Isofi x kinderzitje 42
Veiligheidsgordels 44

Page 7 of 136

5 IN EEN OOGOPSLAG
-
COCKPIT


12.
Voorruitontwaseming.

13.
Luidspreker (tweeter).

14.
Zijruitontwaseming.

15.
Verstelbaar zijventilatierooster
verwarming/ventilatie.

16.
Uitschakeling passagiersairbag.

17.
Bovenste dashboardkastje of
airbag passagierszijde.

18.
Onderste dashboardkastje.

19.
Autoradio.

20.
Bediening verwarming/
airconditioning.

21.
Opbergvak.

22.
Uitneembare asbak.

23.
Versnellingshendel.

24.
Aansteker.

25.
Handrem.
26.
Schakelaar stoelverwarming.

27.
Stuur-/contactslot.

28.
Stuurwielverstelling

29.
Hendel motorkapontgrendeling.

30.
Zekeringkast.

31.
Hoogteverstelling koplampen.

32.
Schakelaar elektrisch
bedienbare buitenspiegel
passagierszijde.

1.
Schakelaar snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar.

2.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.

3.
Airbag bestuurder.
Claxon.

4.
Instrumentenpaneel.

5.
Stuurkolomschakelaar autoradio.

6.
Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers.

7.
Middelste verstelbare rooster
verwarming/ventilatie.

8.
Schakelaar alarmknipperlichten.

9.
Multifunctioneel display of klokje.

10.
Schakelaar centrale
vergrendeling.

11 .
Schakelaars:


- Elektrisch bedienbare ruiten.

- Achterruitverwarming.

- Airconditioning.

Page 14 of 136

IN EEN OOGOPSLAG12 -


Nr.



Symbool



Functie




1





Regeling
luchtopbrengst.


2





Regeling
luchtopbrengst en
luchttoevoer.


3





Regeling
temperatuur.


4





Regeling
luchtverdeling.


Nr.



Symbool



Functie




1





Bediening
airconditioning.


2





Regeling
luchtopbrengst en
luchttoevoer.


3





Regeling
temperatuur.


4





Regeling
luchtverdeling.


28



30
VERWARMING
AIRCONDITIONING

Page 15 of 136

13 IN EEN OOGOPSLAG
-
TIPS VOOR INSTELLINGEN IN HET INTERIEUR


Gewenste
werking
...
Verwarming of handbediende airconditioning


Luchtverdeling



Luchtopbrengst


Luchtrecirculatie/
Toevoer van
buitenlucht
Temperatuur

Handbediende
airconditioning


WARM



KOUD



ONTWASEMEN

ONTDOOIEN

Page 29 of 136

27COMFORT-
VENTILATIE


1.
Uitstroomopeningen voorruitont-
waseming.

2.
Uitstroomopeningen zijruitontwa-
seming.

3.
Zijventilatieroosters.

4.
Middelste ventilatieroosters.

5.
Uitstroomopeningen voor been-
ruimte voor. Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor
de ozonlaag.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per
maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
Bij stilstand is het normaal dat er
onder de auto een plasje water ver-
schijnt, aangezien de airconditioning
het condenswater druppelsgewijs
afvoert via een daarvoor bestemde
afvoeropening.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door het CITROËN-net-
werk controleren.

Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk bij draaiende motor op de scha-
kelaar om de achterruitverwarming
en de verwarming van de buitenspie-
gels in te schakelen.
Na ongeveer 12 minuten worden
deze automatisch weer uitgescha-
keld.
Druk opnieuw op de schakelaar om
de systemen weer 12 minuten te la-
ten werken.
De verwarming kan ook eerder hand-
matig worden uitgeschakeld door op
de schakelaar te drukken.



Gebruiksadviezen

Stel de luchtverdeling naar wens en
afhankelijk van de weersomstandig-
heden in.
Wijzig de temperatuurinstelling ge-
leidelijk om het gewenste comfort te
bereiken.
Schuif de knop van de luchttoevoer-
regeling in de stand "Toevoer van
buitenlucht".
Let er voor een gelijkmatige verdeling
van de lucht naar het interieur op dat
het luchtinlaatrooster en de uitstroom-
openingen in de auto niet afgedekt
worden. Zorg ervoor dat het interieur-
fi lter in een goede staat verkeert.
Om bij koude motor een te grote toe-
voer van koude lucht te voorkomen,
bereikt de ventilatie geleidelijk het
optimale niveau.
Om de airconditioning (toets A/C
) ef-
fectief te kunnen gebruiken, moeten
de ruiten zijn gesloten.
Als de temperatuur in de auto nadat
deze een tijd in de zon heeft gestaan
erg hoog is opgelopen, is het raad-
zaam het interieur enige tijd te laten
doorluchten.

Page 32 of 136

COMFORT30 -
Druk de schakelaar in om de
airconditioning in te scha-
kelen. Het verklikkerlampje
gaat branden.
2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1
van de
4
standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
AIRCONDITIONING


De airconditioning werkt niet als
de knop voor de regeling van de
luchtopbrengst in de laagste stand
staat.


Opmerking:
Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de
ventilatieroosters openstaan.
1. Airconditioning
De airconditioning kan tijdens alle
seizoenen gebruikt worden. Het sy-
steem stelt u in staat de temperatuur
in het interieur `s zomers te verlagen
en zorgt in de winter bij temperaturen
boven 0°C voor een snelle ontwase-
ming van beslagen ruiten.

Page 33 of 136

31COMFORT-

Standkachel
Auto's uitgerust met een HDI diesel-
motor kunnen zijn voorzien van een
automatische standkachel voor uw
comfort.
Bij stationair toerental en stilstaande
auto kunnen een fl uittoon, rook en
een lichte walm worden waargeno-
men. Dit is een normaal verschijn-
sel.

Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middelste
ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolen on-
der warme weersomstandigheden. Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast
af te sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt terwijl
de airco is ingeschakeld, wordt de
capaciteit van de airco en de verwar-
ming vergroot.
Als deze stand wordt gebruikt zonder
de airconditioning, bestaat het risico
dat de ruiten beslaan.
Zet de knop, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand
toevoer buitenlucht.

3. Temperatuurregeling
Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge-
schakeld) tot rood (warm).
4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en
zijruiten (ontwasemen - ont-
dooien).
Ga voor het snel ontwasemen van
de voorruit en de zijruiten als volgt te
werk:


- Stel de temperatuur en de lucht-
opbrengst in op maximaal.

- Sluit de middelste ventilatieroos-
ters.

- Schuif de knop van de luchttoe-
voerregeling in de stand "Toevoer
van buitenlucht".

- Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar de been-
ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een koud klimaat. Luchtstroom naar voorruit,
portierruiten en beenruimte. Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.

Page 98 of 136

PRAKTISCHE INFORMATIE96 -
TREKKEN VAN EENAANHANGER, EEN
CARAVAN, EEN BOOT...
Wij raden u aan uitsluitend gebruik
te maken van een speciaal door
CITROËN geteste en goedgekeur-
de trekhaak inclusief bedrading, en
deze door het CITROËN te laten
monteren.
Ook als de montage niet door het
CITROËN-netwerk wordt uitgevoerd,
moet gebruik worden gemaakt van
de voorbereide elektrische aanslui-
tingen aan de achterzijde van de
auto en moeten de voorschriften van
de fabrikant worden opgevolgd.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld
voor het vervoer van personen en
bagage, maar is tevens geschikt voor
het trekken van een aanhanger.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Door een geringere luchtdichtheid
nemen de prestaties van de motor
af als men op grotere hoogte boven
de zeespiegel komt. Trek boven de
1000 m 10% van het maximum aan-
hangergewicht af en herhaal dit voor
elke volgende 1000 m.

Adviezen


Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhanger en
breng deze indien nodig op de juiste
waarde.

Remmen:
het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.

Verlichting:
controleer de verlichting
van de aanhanger.

Zijwind:
houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto
groter is.
Koeling:
het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt
een hogere koelvloeistoftempera-
tuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog moge-
lijke versnelling om het toerental te
beperken en pas uw snelheid aan.
Het maximum aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercen-
tage en de temperatuur van de bui-
tenlucht.
Let in elk geval goed op de aanwij-
zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter.
Bij zeer zware gebruiksomstandighe-
den (het trekken van het maximale
aanhangergewicht op een steile hel-
ling bij hoge temperatuur), kunnen
de prestaties van de motor worden
verhoogd door de airconditioning uit
te schakelen, waardoor het trekken
van de aanhanger minder moeite zal
kosten.
Als het verklikkerlampje van de koel-
vloeistoftemperatuur gaat branden,
stop dan zo snel mogelijk en zet de
motor af.
Gewichtsverdeling:
verdeel het ge-
wicht in de caravan/aanhanger gelijk-
matig en houd u aan de toegestane
kogeldruk.

Page 128 of 136

VISUEEL TREFWOORDENREGISTER126 -

COCKPIT

Opbergvak boven voorruit,
zonneklep, plafonnier ....14, 58-59
Binnenspiegel ............................. 57 Instrumentenpanelen, klokken,
tellers ........................................ 18
Verklikkerlampjes...................19-21
Meters, displays,
multifunctioneel display .......21-25
Klokje, dimmer
dashboardverlichting,
nulstelling dagteller .............23-24
Zekeringen interieur...............88-90
Handrem ............................... 64, 78 Indeling voor ..........................58-59 Ruitbediening.............................. 56
Alarmknipperlichten .................... 60

Autoradio ........................... 113-124
Inbouwen autoradio,
uidsprekers ............................... 93
Verwarming/airconditioning ...26-31


- ventilatieroosters, ontdooien,
ontwasemen,

- airconditioning A/C,

- luchtrecirculatie,

- ventilatie.
Motorkap openen.................. 16, 53