CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 21 of 306
19
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
 SLEUTEL
  Met de sleutel kunt u de sloten van de 
auto vergrendelen en ontgrendelen, de 
tankdop openen en sluiten en de motor 
starten en afzetten. 
   
TOEGANG TOT DE AUTO  AFSTANDSBEDIENING
   
Centrale ontgrendeling 
   
Centrale vergrendeling 
 
Druk op deze knop om uw 
auto te vergrendelen. 
  Dit wordt bevestigd door het één keer 
knipperen van de richtingaanwijzers. 
  Als één van de portieren of deuren is 
geopend of niet goed is gesloten, werkt 
de centrale vergrendeling niet.  
 
 
Supervergrendeling 
 
Door binnen vijf seconden na het 
inschakelen van de vergrendeling 
  nogmaals  op het gesloten hangslot te 
drukken wordt de supervergrendeling 
ingeschakeld. 
  Dit wordt bevestigd door het 
gedurende ongeveer twee seconden 
branden van de richtingaanwijzers. 
  De supervergrendeling blokkeert 
het van binnenuit en van buitenaf 
openen van de portieren. Laat daarom 
niemand in de auto achter als de 
supervergrendeling is ingeschakeld. 
  Als de supervergrendeling van 
binnenuit is ingeschakeld met de 
afstandsbediening, wordt zodra 
de auto wordt gestart de normale 
vergrendeling weer ingeschakeld.     Druk op deze knop om uw 
auto te ontgrendelen. 
  Dit wordt bevestigd door het twee keer 
knipperen van de richtingaanwijzers.     
 
Toegang tot de auto  
  
Page 22 of 306
20
   
Gebruiksvoorschrift 
 
Houd de afstandsbediening vrij van 
vet, stof en vocht. 
  Een zwaar voorwerp dat aan de sleutel 
hangt terwijl deze in het contactslot 
zit (sleutelhanger, ...), kan storingen 
veroorzaken.  
 
AFSTANDSBEDIENING    
Synchroniseren van de 
afstandsbediening 
  Na het vervangen van de batterij of 
het losnemen van de accukabels kan 
het zijn dat de afstandsbediening 
gesynchroniseerd moet worden. 
  Wacht ten minste 1 minuut voordat u 
de afstandsbediening gebruikt. 
  Steek de sleutel in het contactslot 
met de knoppen (hangslot) van de 
afstandsbediening naar u toe. 
  Zet het contact aan. 
  Druk binnen 10 seconden op de 
vergrendelknop (gesloten hangslot) 
en houd deze ten minste 5 seconden 
ingedrukt. 
  Zet het contact af. 
  Wacht ten minste 1 minuut voordat u 
de afstandsbediening gebruikt. 
  De afstandsbediening werkt nu weer.     Gebruik uitsluitend batterijen van 
hetzelfde type als de oorspronkelijke 
batterijen of de door het CITROËN-
netwerk voorgeschreven batterijen. 
  Gooi de batterij van de 
afstandsbediening niet weg: de batterij 
bevat metalen die schadelijk zijn voor 
het milieu. 
  Lever de batterij in bij het CITROËN-
netwerk of een speciaal verzamelpunt.  
 
 
Uitklappen / inklappen van de sleutel 
 
 
Batterij vervangen 
 
Batterij: CR 1620 / 3 V 
  Als de batterij leeg is, verschijnt een 
melding op het display in combinatie 
met een geluidssignaal. 
  Wip dan het huis met een muntstuk bij 
het oog los om bij de batterij te komen. 
  Als de afstandsbediening na het 
vervangen van de batterij niet werkt, 
moet deze opnieuw gesynchroniseerd 
worden. 
  Als de batterij niet wordt vervangen 
door een batterij van hetzelfde type, 
kan de afstandsbediening defect 
raken.   Druk op deze knop om de 
sleutel uit te klappen. 
  Druk om de sleutel in te 
klappen op deze verchroomde 
knop en duw de sleutel in de 
houder. Wanneer u bij het inklappen 
niet op de knop drukt, kan het 
mechanisme beschadigd raken.   Toegang tot de auto 
Page 23 of 306
21
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
  Als u de auto verlaat, controleer dan of 
de verlichting uitgeschakeld is en laat 
geen waardevolle voorwerpen in het 
zicht achter. 
  Haal uit veiligheidsoverwegingen 
(kinderen in de auto) de sleutel uit het 
contactslot als u de auto verlaat, ook al 
is dit voor een korte tijd.  
 
 
Gebruiksvoorschrift 
 
Breng geen wijzigingen aan in de 
elektronische startblokkering. 
  Speel niet met de knop van de 
afstandsbediening, om te voorkomen 
dat de portieren per ongeluk 
ontgrendeld worden. 
  Als zich in de buurt van de 
afstandsbediening andere 
apparaten bevinden die in hetzelfde 
frequentiegebied werken (mobiele 
telefoons, alarmsystemen van 
gebouwen), kan de werking van de 
afstandsbediening tijdelijk verstoord 
worden. 
  De afstandsbediening werkt niet als de 
sleutel zich in het contact bevindt, ook 
al is het contact afgezet. 
  ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
  Alle sleutels zijn voorzien van een chip 
voor de elektronische startblokkering. 
  Dit systeem blokkeert het 
brandstofsysteem van de motor en wordt 
automatisch ingeschakeld zodra de 
sleutel uit het contact wordt verwijderd. 
  Bij het aanzetten van het contact 
moet de code van de sleutel worden 
herkend door de startblokkering. 
  De sleutelbaard moet volledig worden 
uitgeklapt om een goede communicatie 
van de startblokkering mogelijk te maken.  
   
Bij verlies van uw sleutels 
  Neem het kentekenbewijs van uw 
auto en een geldig identiteitsbewijs 
mee naar een servicepunt van het 
  CITROËN-netwerk . 
  Het  CITROËN-netwerk  kan de 
sleutel- en transpondercode 
achterhalen om nieuwe sleutels te 
bestellen.  
    
Let er bij het aanschaffen van een 
tweedehands auto op dat: 
 
   
 
-   uw sleutels door het CITROËN-
netwerk in het elektronische 
geheugen worden opgeslagen, 
zodat u er zeker van kunt zijn dat 
de in uw bezit zijnde sleutels de 
enige zijn waarmee de auto kan 
worden gestart.  Toegang tot de auto 
Page 24 of 306
22
  SCHUIFDEUREN 
   
Van buitenaf 
 
Trek de handgreep naar u toe en 
vervolgens naar achteren en schuif de 
schuifdeur tot voorbij het zware punt 
naar achteren om de deur open te 
houden. 
  Een mechanisch systeem voorkomt 
dat de linker schuifdeur kan worden 
geopend als de brandstofvulklep is 
geopend.  
VOORPORTIEREN
   
Van binnenuit 
 
Gebruik de portiergreep om het 
desbetreffende portier te ontgrendelen 
en te openen.  
 
 
Van buitenaf 
 
Gebruik de afstandsbediening om de 
auto te vergrendelen/ontgrendelen. 
  Steek de sleutelbaard in het slot 
van het bestuurdersportier als de 
afstandsbediening niet werkt.   Toegang tot de auto 
Page 25 of 306
23
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
   
Van binnenuit 
 
Ontgrendel de schuifdeur met deze 
handgreep en schuif de deur naar 
achteren open tot het zware punt. 
Open de schuifdeur tot voorbij het 
zware punt om hem open te houden.  
   
Sluit de schuifdeur met behulp van de 
handgreep om hem voorbij het zware 
punt te schuiven. Maak vervolgens 
gebruik van de uitsparing aan de 
bovenzijde van de portierstijl om de 
schuifdeur in de vergrendeling te 
trekken. 
  Beweeg de schuifdeur niet met behulp 
van het handvat.  
 
 
Gebruiksvoorschrift 
 
Controleer of de rail op de vloer vrij 
is van voorwerpen die het openen of 
sluiten van de schuifdeur in de weg 
kunnen staan. 
  Houd als de auto op een helling 
staat de schuifdeur vast bij het 
open- en dichtschuiven. Anders 
kan de schuifdeur sneller open- of 
dichtgaan dan de bedoeling is en letsel 
veroorzaken. 
  Ga om veiligheidsredenen en om 
storingen te voorkomen niet rijden met 
geopende schuifdeuren.  
 
 
 
 
 
 
 
Uit te voeren handeling bij een 
lege accu 
   
Voorportier passagierszijde en zijdeuren 
  Gebruik het slot om de portieren 
mechanisch te vergrendelen in geval 
van een storing in de accu of de centrale 
vergrendeling. 
   
 
 ) 
  Trek aan de portiergreep aan de 
binnenzijde om het portier te openen 
en uit te stappen. 
   
 ) 
  Steek, om het portier te 
vergrendelen, de sleutel in het 
slot in de zijkant van het portier 
en draai de sleutel  een achtste 
omwenteling 
.  
 
   
Bestuurdersportier 
   
 
 ) 
  Steek de sleutel in het slot en draai 
deze rechtsom om het portier te 
vergrendelen en linksom om het 
portier te ontgrendelen.  
 
  Toegang tot de auto 
Page 26 of 306
24
  ACHTERKLEP (volgens uitvoering) 
 
 
Van binnenuit 
   
Ruit van de achterklep 
 
De ruit van de achterklep kunt u 
openen, zodat u het achtercompartiment 
rechtstreeks kunt bereiken zonder dat u 
de klep hoeft te openen.     
Noodbediening 
  Hiermee kan bij een eventuele storing 
in de centrale vergrendeling de 
achterklep van binnenuit ontgrendeld 
worden. 
  Steek een kleine schroevendraaier in 
de opening tussen de achterklep en 
de vloer. Verplaats de nok naar links 
om het slot te ontgrendelen en duw de 
klep vervolgens open.  
 
 
 
Van buitenaf 
 
De achterklep kan worden 
vergrendeld en ontgrendeld met de 
afstandsbediening. 
  Druk om de achterklep te openen op 
de knop onder de sierlijst en trek de 
klep open. 
  U kunt gebruik maken van een lus om 
de geopende achterklep te sluiten. 
  Trek de achterklep omlaag tot aan het 
evenwichtspunt en duw de achterklep 
vervolgens volledig dicht.     
Openen 
  Druk nadat u de auto met de 
afstandsbediening of de sleutel hebt 
ontgrendeld op de knop en til de 
achterruit op om hem te openen.  
   
Sluiten 
  Sluit de achterruit door op het midden 
van de ruit te drukken totdat deze 
volledig gesloten is.  
   
De achterklep en de ruit van de 
klep kunnen niet gelijktijdig worden 
geopend. De ruit zou anders 
beschadigd kunnen raken.  
  Toegang tot de auto 
Page 27 of 306
25
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
  ACHTERDEUREN
   
Van buitenaf 
 
Trek om de achterdeuren te openen de 
handgreep naar u toe.   Trek aan de hendel om de rechterdeur 
te openen. 
  Sluit om de achterdeuren te sluiten 
eerst de rechterdeur en vervolgens de 
linkerdeur. 
  Bij uitvoeringen met achterklep is de 
achterbumper versterkt en kan deze 
als opstap worden gebruikt.  
 
 
Praktische informatie 
 
Bij het vervoer van lange voorwerpen 
kan met de rechter achterdeur 
geopend worden gereden. De linker 
achterdeur wordt gesloten gehouden 
door de duidelijk zichtbare gele 
vergrendeling in de deurstijl. Deze 
gesloten deur mag niet worden 
gebruikt om lading op zijn plaats te 
houden. 
  Rijd alleen met een geopende deur 
als het niet anders kan. Respecteer de 
wettelijke veiligheidsvoorschriften om 
medeweggebruikers op de uítstekende 
belading te attenderen.     De twee achterdeuren zijn 
asymmetrisch (2/3 - 1/3), met de kleine 
deur rechts. 
  Ze zijn voorzien van een centraal slot. Toegang tot de auto 
Page 28 of 306
26
   
Van binnenuit 
 
Trek de handgreep naar u toe om de 
linkerdeur te openen.  
 
 
Openen tot ongeveer 180° 
 
De deurvangers maken het mogelijk 
de achterdeuren met een hoek van 
ongeveer 90° tot 180° te openen. 
  Trek als de deur is geopend aan de 
gele hendel. 
  Bij het sluiten van de deur komt 
de deurvanger automatisch in zijn 
oorspronkelijke stand terug.   Bij het parkeren 
van de auto met de 
achterdeuren 90° 
geopend, bedekken 
de deuren de 
achterlichten. Gebruik 
een gevarendriehoek of 
een andere signalering 
die door de regelgeving 
en wetten van uw land 
voorgeschreven is om 
andere weggebruikers, 
die in dezelfde richting 
rijden en niet opmerken 
dat u stilstaat, te 
waarschuwen.   Toegang tot de auto 
Page 29 of 306
27
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
 DAKKLEP 
   
Steunstang 
 
U heeft de beschikking over een 
steunstang voor het vervoer van lange 
stukken na het openen van de girafon. 
  Klap de steunstang neer door de 
hendel omhoog te zetten. 
  Breng het uiteinde van de stang naar 
de achterdeursponning. 
  Houd de te vervoeren lange 
voorwerpen met één hand vast, til 
ze op en zet met de andere hand de 
steunstang terug.  
  Controleer of deze goed is vergrendeld 
door de handgreep naar beneden te 
duwen tot voorbij het zware punt en zet 
de lading stevig vast.   De achterbumpers zijn versterkt 
voor het gebruik als treeplank bij 
het instappen in de laadruimte. 
  Ga nooit rijden als de steunstang niet 
op zijn plaats zit. 
  De achterdeuren kunnen alleen 
worden vergrendeld als de 
steunstang is geplaatst. 
  Let bij het rijden met geopende 
girafon op wegen met een beperkte 
doorrijhoogte. 
  Laat geen belading tegen de 
achterdeuren rusten. 
  Respecteer de wettelijke voorschriften 
om medeweggebruikers op de 
uítstekende belading te attenderen.     De steunen opzij kunnen worden 
gebruikt als bevestigingspunten.     
-   laat het zwarte hendeltje zakken om 
de dakklep te vergrendelen.  
  Door de dakklep te vergrendelen, wordt 
deze goed op het rubber geplaatst 
waardoor een juiste afdichting, zonder 
bijgeluiden, is gegarandeerd.    Deze dakklep achter is alleen mogelijk 
bij uitvoeringen met achterdeuren. 
  Openen van de dakklep: 
   
 
-   til het zwarte hendeltje van de kap 
omhoog, 
   
-   duw de dakklep voorzichtig naar 
beneden en maak de haak los, 
   
-   trek de dakklep omhoog, 
   
-   open de dakklep tot voorbij het 
zware punt om hem te blokkeren 
met de steunen.  
  Sluiten van de dakklep: 
   
 
-   controleer of de steunstang goed is 
vergrendeld, 
   
-   laat de dakklep zakken, 
   
-   pak, terwijl u de dakklep naar 
beneden duwt, de twee ringen van 
de veer vast en zet de haak op zijn 
plaats, Toegang tot de auto 
Page 30 of 306
28
  CENTRALE VERGRENDELING
 
 
Druk één keer op de 
schakelaar om de complete 
auto te vergrendelen, als alle 
portieren zijn gesloten. 
  Druk nogmaals op de 
schakelaar om de complete auto te 
ontgrendelen. 
  De schakelaar werkt niet als de auto 
van buitenaf is vergrendeld met de 
afstandsbediening of met de sleutel in 
het portierslot. 
  De portieren kunnen altijd van 
binnenuit worden geopend.    
Verklikkerlampje geopende portieren 
    Het lampje van de schakelaar: 
   
 
-   knippert als de portieren zijn 
vergrendeld bij stilstaande auto en 
afgezette motor, 
   
-   gaat branden als de portieren zijn 
vergrendeld en als het contact 
wordt aangezet.  
 
 
 
Anti-overvalsysteem 
 
Controleer als dit lampje 
brandt of alle deuren van uw 
auto goed zijn gesloten.  
     
Vergrendeling tijdens het rijden 
  Dit systeem vergrendelt alle portieren 
zodra sneller wordt gereden dan 
ongeveer 10 km/h. U kunt dat horen 
aan het kenmerkende geluid van 
de centrale vergrendeling. Op het 
middenpaneel van het dashboard gaat 
het lampje van de schakelaar branden. 
  Als vervolgens een van de portieren 
wordt geopend, worden alle portieren 
weer ontgrendeld. 
  In het geval van een ernstige aanrijding 
worden de portieren automatisch 
ontgrendeld, zodat de hulpdiensten 
de portieren van de auto van buitenaf 
kunnen openen.  
   
Activeren/deactiveren van de functie 
  Houd bij aangezet contact 
deze knop lang ingedrukt om 
de functie te activeren of te 
deactiveren.  Toegang tot de auto