CITROEN C-ELYSÉE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 141 of 257

139
9
Praktische informatie




















Zekering vervangen

De tang voor het ver wijderen van zekeringen
is bevestigd aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast in het dashboard. )trek het deksel eerst rechtsboven en danlinksboven los, )ver wijder het deksel en keer het om,

To egang tot het gereedschap
)
neem de tang eruit.

Page 142 of 257

140
Praktische informatie
Vervangen van een zekering
GoedDefect CITROËN is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires die niet door CITROËN aanbevolen en geleverd
worden, en niet volgens haar voorschriften zijn gemonteerd. Dit geldt met name als het totale stroomverbruik van alle extra accessoires meer dan 10 milliampère bedraagt.


Montage van elektrischeaccessoires

Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekeninggehouden met de montage van zowel destandaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voordatu andere elektrische voorzieningen of accessoires in de auto monteert of laat monteren.
Voordat u een zekering ver vangt, dient u:
)de oorzaak van de storing te achterhalen
om deze te verhelpen,)alle stroomverbruikers uit te schakelen,)de auto stil te zetten met het contact uit, )de defecte zekering te achterhalen met behulp van de zekeringtabel en de
schema's op de volgende bladzijden.
Voor in
grepen aan een zekering geldt:)gebruik een speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en controleer of het smeltdraadje van dezekering intact is,)ver vang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfdekleur); een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken (brand).
Tang
Het vervangen van een zekering door een andere dan in de volgende tabellengenoemd, kan tot ernstige storingenleiden. Raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Mocht de storing kor t na het ver vangenvan de zekering terugkeren, laat dande elektrische uitrusting controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 143 of 257

141
9
Praktische informatie

Zekeringen dashboard

De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
)
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F02
5 A Hoogteverstelling koplampen, diagnoseaansluiting,bedieningspaneel airconditioning.
F09
5 A Alarm, alarm (montage achteraf).
F1
15 A Extra ver warming.
F1
35 A Parkeerhulp, parkeerhulp (montage achteraf).
F1410 A Bedieningspaneel airconditioning.
F1
615 A
Aansteker, 12V-aansluiting.
F17 15 A
Autoradio, autoradio
(montage achteraf).
F1
820 A Autoradio / Bluetooth, autoradio (montage achteraf).
F1
95 A Monochroom display C.
F2
35 A Plafonniers, kaartleeslampen.
F2
615 A Claxon.
F27 15 A
Ruitens
proeierpomp.
F2
85 A Stuurslot.
Overzicht zekeringen

Page 144 of 257

142
Praktische informatie
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F2
925 A Achterruitverwarming.
F3
010 A Verwarming buitenspiegels.
F3
1- Niet gebruikt.
F32
- Niet gebruikt.
F33
30 A
Elektrische ruitbediening vóór.
F3
430 A Elektrische ruitbediening achter.
F3
530 A
Stoelverwarming vóór.
F3
6- Niet gebruikt.
F37 20
A Servicecentrale trekhaakaansluiting.

Page 145 of 257

143
9
Praktische informatie
ZekeringStroomsterkteFuncties
F1
415 A Ver war ming onderzijde voorruit.
F1
55 A Aircocompressor.
F1
615 A Mistlampen vóór.
F18 10 A
Grootlicht rechts.
F1
910 A
Grootlicht links.
F2
940 A Ruitenwissermotor vóór.
F3
080 A Gloeibougies (diesel).
Toegang tot de zekeringen
)Maak het deksel los. )Ver vang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).)Sluit na het vervangen van de zekeringzorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
Overzicht zekeringen
Zekeringkast in de
motorruimte

De zekeringkast bevindt zich onder demotorkap, naast de accu (links).

Page 146 of 257

144
Praktische informatie





12V- ac c u
)
Trek de vergrendelingshendel zo ver
mogelijk omhoog.

Weer aansluiten van de kabels
)Plaats de geopende accupoolklem 1
op depluspool (+) van de accu. )Druk ver ticaal op de accupoolklem 1omhem goed tegen de accu aan te drukken.)Zet de accupoolklem vast door de pasnok
opz
ij te bewegen en ver volgens de hendel2omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aangezien
de accupoolklem niet kan wordenvergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure. Procedure voor het opladen van de accu en het
gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
De accu bevindt zich in de motorruimte.Toegang tot de accu:)open de motorkap via hendel in hetinterieur en bedien gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde, )bevestig de motorkapsteun, )ver wijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool.
Toegang tot de accu

Page 147 of 257

145
9
Praktische informatie
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
)Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B.)Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B.
) Sluit het andere uiteinde van de groene of zwar te kabel aan op het massapunt C
van uw auto (motorsteun). )
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien. ) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Laden met behulp van een
acculader
) Maak de accupoolklemmen los.)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. )
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel. )
Controleer of de accupolen en de klemmenschoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een(witte of groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen en klemmen.

Page 148 of 257

146
Praktische informatie








Spaarfase

De spaar fase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.

Het is raadzaam de accu los tekoppelen als uw auto langer dan eenmaand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuil terechtkomen.

Lever lege batterijen en accu's in bij eenspeciaal afvalstoffendepot.
Bescherm u ogen en gezicht voordat u de accu hanteert.Verricht uitsluitend ingrepen aan de accu in een goed geventileerde ruimte,uit de buurt van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico vanbrand- of explosiegevaar uit te sluiten.Probeer niet een bevroren accu opte laden: de acci moet eerst worden ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten. Als deze bevroren is, laathem dan eerst controleren, voordatu hem laat opladen door het netwerk van CITROËN of een gekwalificeerdewerkplaats. Zij controleren voor u of de inwendige componenten somszijn beschadigd en of de behuizing scheuren vertoont, waardoor giftigeen corrosie-veroorzakende accuzurenzouden kunnen weglekken. Keer de polariteiten niet om en gebruik uitluitend een 12-volts accu.Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor. Laad de accu niet op zonder deaccupoolklemmen los te nemen.Was uw handen als u klaar bent metdeze ingreep.

Het aanduwen om de motor te star ten is bij een auto met een EGS-versnellingsbak of een automatische versnellingsbak niet toegestaan.

Page 149 of 257

147
9
Praktische informatie
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u eenaantal elektrische functies zoals het
audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.








Eco-mode
Inschakelen van de eco-mode

Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uwautoradio.

Uitschakelen van de eco-mode

De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt. ) Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze minstens5 minuten draaien.

Als de accu ontladen is, kan demotor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).

Page 150 of 257

148
Praktische informatie








Wisserbladen vervangen
demonteert
)
Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.)
Maak het wisserblad los en verwijder het.



Monteren
)Breng het nieuwe wisserblad aan en klikhet vast.
)Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.


Na het monteren van een
wisserblad vóó
r
)Zet het contact aan.)Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om deruitenwissers in de ruststand te zetten.

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 260 next >