CITROEN C-ELYSÉE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 31 of 257

1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamischestabiliteitscon-
trole (ESP/ASR)

knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.

permanent. Storin
g in het ESP-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van de
toets brandt). Laat het s
ysteem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnosemotor permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het controlelampje moet doven als de motor wordtgestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een g
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.

knippert. Er is een storin
g in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS)

permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring
permanent oranje. Er is sprake van een kleine motorstoring. Neem snel contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

permanent rood.Er is sprake van een ernstige motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.

Page 32 of 257

30
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Motoroliedrukpermanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accupermanent.Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (ver vuilde of losgeraakteaccuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Een of meer portierengeopend / Elektrisch bedienbareachterklep
geopendpermanent,
bij een snelheid lager dan
10 km/h.Een
portier of de elektrisch
bedienbare achterklep is niet goed
gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in
combinatie met een geluidssignaal, bij eensnelheid hoger dan
10 km/h.
Laag brandstofniveaupermanent. Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 5 literrbrandstofinfde tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolan
g er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en hetinjectiesysteem beschadigd raken.

Page 33 of 257

1
31
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags

tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.

permanent. Er is een storin
g in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Stuurbekrachtiging permanent.Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordelbestuurder niet vastgemaakt of weerrlosgemaakt / Veiligheidsgordelvoorpassagier losgemaaktt

permanent of
knipperend in
combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal.De bestuurder heeft zi
jn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.

Page 34 of 257

32
Controle tijdens het rijden





Onderhoudsindicator


De afstand tot de eerstvolgendebeurt is meer dan 3000 km

Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display. De onderhoudsindicator
geeft aan hoeveelkilometer u nog ver wijderd bent van de eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het schema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatstenulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het aantal af
gelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatsteonderhoudscontrole.


De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km

Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot deeerstvolgende onderhoudscontrole aan.Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van hetcontact verdwijnt de sleutel; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van dedagteller aan.

De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld:de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.

Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enk
ele seconden na het aanzetten vanhet contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkor t
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.

Page 35 of 257

1
33
Controle tijdens het rijden
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de sleutel knipperen
om aante geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De factor tijd kan worden meegewogenbij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.

De sleutel kan ook gaan branden als hetinter val van twee jaar is overschreden.

Als u na deze handeling de accu wiltloskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zalanders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elkeonderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:) zet het contact af, )
druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt,)
zet het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,)
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.


Opnieuw weergeven van de onderhoudsinformatie

U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
) Druk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkeleseconden weergegeven en verdwijnt
ver volgens weer.
Enk
ele seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden.

Page 36 of 257

34
Controle tijdens het rijden
kilometerstand van de auto aan.De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ont
grendelen van de auto.
Kilometerteller
De dagteller geeft het aantal gereden kilometers weer nadat de bestuurder de teller
op 0 heeft gezet.) Druk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.



Dagteller












Kilometertellers

Page 37 of 257

1
35
Controle tijdens het rijden

















Datum en tijd instellen

Instrumentenpaneel
Voer de volgende handelingen met behulp
van de knop aan de linkerzijde van hetinstrumentenpaneel in onderstaande volgorde uit: )houd de knop langer dan twee secondeningedrukt: de minuten knipperen, )druk op de knop om de minuten te
verhogen,)houd de knop langer dan twee secondeningedrukt: de uren knipperen, )druk op de knop om de uren te verhogen,)houd de knop langer dan twee seconden
ingedrukt: 24 H of 12 H wordt weergegeven, )druk op de knop om 24 H of 12 H te selecteren,)houd de knop langer dan twee secondeningedrukt om de instellingen te bevestigen.
Als er ongeveer 30 seconden geenhandelingen worden uitgevoerd, verschijnt de huidige weergave.
Autoradio / Bluetooth
Voer de volgende handelingen met behulp van de
toetsen van de autoradio in onderstaande volgorde uit:
) druk op de toets "MENU",
)
selecteer met behulp van de pijlen het menu "Persoonlijke instellingen - Configuratie"en bevestig door op de
draaiknop te drukken,
) selecteer met behulp van de pijlen hetmenu "Configuratie display"
en bevestig,
)
selecteer met behulp van de pijlen hetmenu "Datum en tijd instellen"
en bevestig,
)
selecteer de parameter en bevestig,)
wijzig de parameter en bevestig opnieuw
om de wijziging op te slaan,
) stel de parameters één voor één in en bevestig iedere keer, )
selecteer de tab "OK"op het display enbevestig om het menu "Datum en tijdinstellen"
te verlaten.

Page 38 of 257

36
Controle tijdens het rijden

Op nul stellen
)Druk langer dan 2 seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde snelheid op nul te zetten.

De boordcomputer
geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).

Boordcomputer
Display van het instrumentenpaneel

Monochroom display C


Weergave van de informatie
)
Druk herhaaldelijk op de toets op hetuiteinde van de ruitenwisserschakelaarom de informatie van de verschillendefuncties van de boordcomputer weer te geven.
De boordcomputer kan de vol
gende
informatie weergeven:


- actieradius,

- huidi
g brandstofverbruik,

- afgelegde afstand,

- gemiddeld brandstofverbruik,

- gemiddelde snelheid.
)
Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de oorspronkelijke weergave.

Page 39 of 257

1
37
Controle tijdens het rijden

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats alstijdens het rijden de streepjes continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegevenbij snelheden vanaf 30 km/h.


Deze waarde kan variëren door eengewijzigde rijstijl of het rijden op eenhelling, waardoor het momentelebrandstofverbruik aanzienlijk kanwijzigen.
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km)
Aantal kilometers dat nog met de resterende hoeveelheidbrandstof kan worden gereden,
berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over delaatste afgelegde kilometers.

Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraa
gt.


Huidig verbruik
(l/100 km of km/l)
Berekend over de laatst verstreken seconden.


Gemiddeld verbruik
(l/100 km of km/l)
Berekend sinds de laatste nulstellingvan de trajectgegevens.


Gemiddelde snelheid
(km/h)
Berekend sinds de laatste nulstellingvan de trajectgegevens.


Afgelegde afstand
(km)
Berekend sinds delaatste nulstelling van de
trajectgegevens.

Page 40 of 257

38
Controle tijdens het rijden














Monochroom display C (Autoradio / Bluetooth)
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (de temperatuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep, ...),
- de parkeerhulp,
- audiofuncties
(radio, CD, USB-/Jack-aansluiting, ...),
- informatie van de boordcomputer (zie het hoofdstuk "Controle tijdens het rijden"). Het display kan tijdelijk
waarschuwin
gsmeldingen of informatie
weergeven. Deze kunnen worden gewist door
op de returntoets te drukken. Druk op het bedienin
gspaneel van uw
Autoradio / Bluetooth-systeem: ) op de toets "MENU"
voor toegang tot het
hoofdmenu,) op de toets "MODE"
om de informatie op "Volledig scherm" of in een "Venster" weer
te geven,
) op de toetsen " 
" of " " om te navigeren in
de lijst, ) op de centrale toets om te bevestigen
of ) op de returntoets om de uitgevoerde
handeling af te breken of een stap terug te gaan.
Weergave op het display

To e t s e n
)Druk op de toets "MENU"om het
hoofdmenu
weer te geven:
- "Multimedia",
- "Telefoon"
,
- "Boordcomputer",
-
"Bluetooth verbinding",
- "Persoonlijke instellingen - configuratie".)Druk op de toetsen " 
" of " " om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de centrale toets te drukken.

Hoofdmenu

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 260 next >