air condition CITROEN C-ELYSÉE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 4 of 257

.
.
Inhoudsopgave
Instrumentenpaneel 22
Verklikkerlampjes 23
Onderhoudsindicator 32
Kilometertellers 34
Datum en tijd instellen 35
Boordcomputer 36
Monochroom display C(Autoradio / Bluetooth) 38
Controle tijdens het rijdenEerste kennismaking
Sleutel met afstandsbediening 42
Alarm 46
Portieren 48
Achterklep 49
Ruitbediening 51
Brandstoftank 52
Vulpistoolrestrictie (diesel) 53
Toegang tot de auto
Voor stoelen 55
Achterbank 57
Spiegels 58
Stuurwielverstelling 60
Ventilatie 61
Ver war ming 63
Handbediende airconditioning(zonder display) 63
Elektronische airconditioning (met display) 65
Ontwasemen - Ontdooien voorzijde 68
Achterruitverwarming 69
Comfort
Starten - afzetten van de motor 75
Handbediende parkeerrem 76
Handgeschakelde versnellingsbak 77
Elektronisch gestuurde versnellingsbak 78
Automatische versnellingsbak 82
Snelheidsbegrenzer 85
Snelheidsregelaar 87
Parkeerhulp achter 89
Rijden
Lichtschakelaar 91
Koplampen verstellen 96
Ruitenwisserschakelaar 97
Plafonniers 99
Zicht Eco-rijden
Indeling van het interieur 70
Voorzieningen bagageruimte 73
Voor zieningen

Page 9 of 257

.
7
Eerste kennismaking
Interieur

Elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem, dat is voorzien van een display,
biedt u het comfort van een optimale
temperatuur en luchtcirculatie in het interieur.

Snelheidsbegrenzer /
snelheidsregelaar
Met deze twee systemen kunt u de snelheidvan de auto gemakkelijk begrenzen en regelen. U kunt zelf de gewenste snelheid instellen.

Audio- en communicatiesystemen

Deze systemen zijn voorzien van de
nieuwste technologie: autoradio met MP3 -
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting,
Bluetooth handsfree set, AUX-aansluitingen, ...
6
5
85, 87
205 17
5
Autoradio
Autoradio / Bluetooth

Page 11 of 257

.
9
Eerste kennismaking
Cockpit
1.
Stuur- en contactslot. 2.Schakelaar ruitenwissers enruitensproeiers/boordcomputer.3.Knop centrale vergrendeling /
ontgrendeling. 4. Open opbergvak.
of
Monochroom display C(Autoradio / Bluetooth).
5. Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
6.Voor r uitont waseming.7. Passagiersairbag.8.Dashboardkastje
Uitschakeling passagiersairbag. 9. Schakelaar alarmknipperlichten. 10.Autoradio.11.
Bediening ver warming / airconditioning.12.
Asbak / bekerhouder.13.Bediening elektrische ruitbediening.
14.Ver snellingshendel. 15.Handrem.

Page 16 of 257

14
Eerste kennismaking
Gewenste werking
Verwarming of handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie/ Toevoer van buitenluchtTemperatuurHandbediendeairconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN











Vent ilat ie
Tips voor instellingen in het interieur

Page 22 of 257

20
Eerste kennismaking















































Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van
de versnellingsbak


Als uw auto is voorzien van eenhandgeschakelde versnellingsbak, rijd danrustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweedeversnelling in en schakel bij voorkeur relatief snelover naar een hogere versnelling.


Als uw auto is voorzien van een automatischeversnellingsbak of een elektronisch gestuurde versnellingsbak, laat de selectiehendel dan in de stand Drive "D"
of Auto "A"
(afhankelijk van het type versnellingsbak) staan en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Kies voor een soepele
rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.

Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).



Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen


Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, open dan alleruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen beperken(zonneschermen...).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt.
Schakel de achterruitver warming en deontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch wordenaangestuurd. Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.


Schakel de verlichting en het mistlicht uit als het zicht voldoende is.


Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op alsu rijdt.


Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD -speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het elektriciteitsverbruik, en dus hetbrandstofverbruik, te beperken. Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.

Page 63 of 257

61
3
Comfort








Vent ilat ie


Luchtgeleiding

De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:


- rechtstreekse toevoer naar het interieur (toevoer van buitenlucht),

- toevoer via het ver warmingscircuit,

- toevoer via het circuit van deairconditioning.


Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het bedieningspaneel Avan de middenconsole.
1.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten. 3. Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4.Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6. Uitstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling

Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in het interieur wordt gerecirculeerd.

Page 64 of 257

62
Comfort
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrijblijven. )Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aanom het systeem in per fecte staat te houden. )Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiekver vangen.)Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.)Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.












Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning


Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en de temperatuur in het interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat delucht in het interieur goed ververst wordt.

Het airconditioningssysteem is chloor vrijen is niet schadelijk voor de ozonlaag.


Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit iseen normaal verschijnsel.

Page 65 of 257

63
3
Comfort
1. Temperatuur regeling
) Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in testellen.

Dit systeem werkt alleen als de motor draait.


2. Luchtopbrengstregeling
)Draai de knop in één
van devier
standen om de gewenste rluchtopbrengst te verkrijgen.



Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling in de stand 0staat(uitschakeling van het systeem), wordt het thermische comfort niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel eenkleine luchtstroom gehandhaafd.

Handbediende airconditioning
(zonder display) Verwarming / ventilatie

Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.

Page 66 of 257

64
Comfort
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.

Voorruit, zijruiten en beenruimte.

Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters,
zijventilatieroosters en beenruimte.

De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een
mi
ddenstand te zetten of door de
v
entilatieroosters te sluiten.
)Verplaats de knop weer naar rechts in de stand "Toevoer van buitenlucht".
)
Verplaats de knop naar links inde stand "Luchtrecirculatie".



5. Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:


- de temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,

- in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.



Aan
)Druk op de toets 5: het desbetreffendelampje gaat branden.


Uit
)Druk nogmaals op de toets 5: het
desbetreffende lampje gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioningkan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten).
De airconditioning kan tijdens alle
seizoenen effectief gebruikt worden,
mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de aanjagerknop 2 in de stand "0"
staat .
Om de toevoer van koele lucht te versnellen kunt
u gedurende enkele ogenblikken de recirculatie
van de interieurlucht inschakelen. Schakel
daarna weer over op de toevoer van buitenlucht. Mi
ddelste ventilatieroosters enzijventilatieroosters.


4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer vanbuitenlucht weer in om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.

Page 67 of 257

65
3
Comfort
Elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.


1. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie

De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.

2. Temperatuurregeling
)



Druk op de toetsen "" (rood
voor warm) en "" (blauw voor koud) om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
Er verschijnen of verdwijnen
geleidelijk temperatuurbalkjes op het
displa
y van de airconditioning.
Schakel deze stand, zodra dit mo
gelijk is, weer uit om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan. )Druk op deze toets om de toevoer van buitenlucht uit te schakelen en de lucht
in het interieur te laten recirculeren.Het lampje op het display van de airconditioning gaat branden.
) Druk nogmaals op de toets omde toevoer van buitenlucht weer in te schakelen. Het lampje op
het display van de airconditioning gaat uit.



3. Ontdooiing - ontwaseming vóór

Zie de desbetreffende rubriek.

Page:   1-10 11-20 next >