CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 330

119
Werking
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet
getankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
Vulpistoolrestrictie (diesel)*Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine
te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof,
voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop ver wijdert.
* Volgens land van bestemming.Het vullen van de brandstoftank met
behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Houd de tuit van de jerrycan recht,
druk deze niet tegen de klep van de
vulpistoolrestrictie en giet voorzichtig
om ervoor te zorgen dat de brandstof
netjes in de vulopening stroomt.
Reizen naar het buitenland
omdat de tankpistolen voor het tanken
van Diesel per land kunnen verschillen,
kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar
het buitenland afreist bij het
c
It
ro
Ën-
n

etwerk te informeren of uw auto
geschikt is om in het desbetreffende
land te kunnen tanken.
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet
de tank beslist worden afgetapt
voordat de motor kan worden
gestart.
Brandstofafsluiter
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter
onderbroken.
9
Praktische informatie

Page 122 of 330

120
Brandstof voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type e1 0 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
eu

ropese richtlijnen en 228 en en 15376.
br

andstoffen van het type e
8
5 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (
bi

oFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de
e
u
ropese richtlijn
e

n
15
293.
Brandstof voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige e
u
ropese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn
e

n 590 gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn
en 14214) en die aan de pomp
getankt kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0
tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof
b
3
0 is bij
bepaalde dieselmotoren mogelijk. Maar
als deze brandstof, ook al is het slechts
incidenteel, wordt gebruikt, moeten de
bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden nageleefd.
r
a
adpleeg het c
It
ro
Ën-
n

etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Praktische informatie

Page 123 of 330

121
bij auto's met HDi-motor is het in het geval van
een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten: raadpleeg de
afbeelding van de motorruimte in de rubriek
"Dieselmotor".
Als de tank van uw auto is voorzien van
een tankbeveiliging, raadpleeg dan de
desbetreffende rubriek.
brandstoftank leeg (diesel)
Als de motor niet direct aanslaat,
beëindig dan uw startpoging en herhaal
de procedure.F

V
ul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F o
p
en de motorkap.
F b
e
dien de handopvoerpomp totdat er
weerstand wordt gevoeld (de eerste keer
indrukken kan zwaar zijn).
F b
e
dien de startmotor tot de motor aanslaat
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht
dan ongeveer 15 seconden en start de
motor opnieuw).
F A ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en vervolgens de startmotor opnieuw.
F
s
l
uit de motorkap.
HDi 92-motor
9
Praktische informatie

Page 124 of 330

122
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte. De volledige set voor de reparatie van een
band bestaat uit een compressor en een flacon
met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band
tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde
garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
bandenreparatieset
Toegang tot de setOverzicht gereedschap
Al het gereedschap is specifiek bestemd
voor uw auto, gebruik het niet voor andere
doeleinden. Afhankelijk van de uitvoering is uw
auto voorzien van het volgende gereedschap.
1.


12V-compressor.
D

e compressor bevat een
afdichtingsproduct voor het tijdelijk
repareren van een band. Met de
compressor kunt u de band op de juiste
spanning brengen.
2.
A

fneembaar sleepoog.
ra

adpleeg voor meer informatie over het
afneembare sleepoog de rubriek "
sl

epen van
de auto". De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen
of om een klein opblaasartikel op te
blazen.
Praktische informatie

Page 125 of 330

123
A. schakelaar stand "reparatie" of "op
spanning brengen".
B.
A

an/uit schakelaar "I/O" .
C.


k
n
op voor leeg laten lopen.
D.
M

anometer (bar en psi).
E.


o
pb
ergvak met:
-

k
abel + adapter voor 12V-aansluiting,
-

d
iverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ...
Beschrijving van de set
F. Flacon met afdichtmiddel.
G. W itte slang met dop voor de reparatie.
H.
Z

warte slang voor het op spanning
brengen.
I.


s
t
icker met snelheidslimiet. De sticker met snelheidslimiet I moet
op het stuur wiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
ri

jd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller dan
80


km/h.
9
Praktische informatie

Page 126 of 330

124
Reparatiemethode
F Zet het contact af.F ro l de witte slang G volledig uit.
F D raai de dop van de witte slang los.
F
s
l
uit de witte slang aan op het ventiel van
de lekke band. F
sl uit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
F
s
t
art de motor en laat deze draaien.
Let op: dit product is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...) bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
1. Afdichting van het lek
F Zet de schakelaar A in de stand
"re paratie".
F
c
o
ntroleer of de schakelaar B in
de stand "O" staat.
Praktische informatie

Page 127 of 330

125
schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel
wordt anders buiten de band gespoten.
F

A

ctiveer de compressor door de
schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0

bar bedraagt.
H

et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten). F
V
er wijder de set en draai de dop van de
witte slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof
niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set. Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
9
Praktische informatie

Page 128 of 330

126
2. Op spanning brengen
F sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto.
F
s
t
art de motor opnieuw en laat de motor
draaien. F
br eng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "I" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
A

ls de bandenspanning sterk daalt, is
het lek niet goed gedicht; neem contact
op met het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
F

V
er wijder de set en berg deze op.
F
r
i
jd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200
km.
Ga zo snel mogelijk naar een
servicepunt van het
c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt gebruikt.
n
a n
adere
inspectie kan de technicus u vertellen
of de band gerepareerd kan worden of
moet worden vervangen.
F
Ze
t de schakelaar A in de stand
"ban
denspanning".
F
r
o

l de zwarte slang H volledig
uit.
F
s
l

uit de zwarte slang aan op het ventiel
van de gerepareerde band.
Praktische informatie

Page 129 of 330

127
Uitnemen van de flacon
F berg de zwarte slang op.
F ne em het gebogen aansluitstuk van de
witte slang los.
F

H
oud de compressor rechtop.
F

D
raai de flacon aan de onderzijde los.Let op dat er geen afdichtmiddel uit de
flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden en
moet daarna worden vervangen, ook
als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het
c
It
ro
Ën-
n

etwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het
c
It
ro
Ën-
n

etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.
Controle / aanpassen
bandenspanning
u kunt de compressor, zonder inspuiting van
h et afdichtmiddel, ook gebruiken om:
-

u
w bandenspanning te controleren of uw
banden op spanning te brengen,
-

a
ndere opblaasbare voor werpen op te
pompen (ballen, fietsbanden...).
F

D
raai de schakelaar A in de
stand "
op

spanning brengen".
F
r
o
l de zwarte slang H volledig
uit.
F
s
l
uit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band of van de accessoire.


b
r
eng indien nodig eerst een van de
meegeleverde verloopstukken aan. F
sl uit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
s
t
art de auto en laat de motor draaien.
F
b
r
eng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
F

V
er wijder de set en berg deze op.
9
Praktische informatie

Page 130 of 330

128
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F

t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F

h
aal de houder met het gereedschap er uit.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw
auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
1.


Wielsleutel.
H

iermee kan de wieldop worden ver wijderd
en kunnen de wielbouten worden
losgedraaid.
2.


k
r
ik met geïntegreerde slinger.
H

iermee kan de auto worden opgekrikt.
3.
G

ereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
H

iermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
4.


s
lee
poog.
Z

ie de paragraaf "
sl
epen van de auto".
Praktische informatie

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 330 next >