alarm CITROEN C-ELYSÉE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 4 of 260
2
.
.
Instrumentenpaneel 8
Verklikkerlampjes 9
Meters
19
Kilometerteller/dagteller
24
Datum en tijd instellen
2
4
Boordcomputer
26Afstandsbediening
29
Alarm
32
Portieren
33
Kofferdeksel
3
4
Ruitbediening
36
Voor stoelen 37
Achterbank 39
Stuurwiel (verstellen) 4
0
Spiegels
40
Verwarming
4
1
Handbediende airconditioning
(zonder display)
4
2
Automatische airconditioning (met display)
4
4
Ontwasemen – ontdooien voorzijde
4
5
Ontwasemen – ontdooien achterruit
4
6
Voorzieningen
48Lichtschakelaar
51
Richtingaanwijzers
53
Koplampen verstellen
5
4
Ruitenwisserschakelaar
54
Plafonniers
55
Algemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid
5
7
Alarmknipperlichten
58
Claxon 58
Noodoproep of pechhulpoproep 5 8
Elektronisch stabiliteitsprogramma
6
0
Veiligheidsgordels
6
2
Airbags
65
Kinderzitjes
68
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
70
ISOFIX-bevestigingen
75
Kinderslot
79
Overzicht
Instrumentenpaneel Toegang
Ergonomie en comfort Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Eco-rijden 6
Inhoudsopgave
Page 6 of 260
4
Cockpit5
Alarmknipperlichten
Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit
6
Datum/tijd instellen
7
Verwarming, ventilatie
Handbediende airconditioning (zonder
display)
Automatische airconditioning (met display)
Ontwasemen – ontdooien voorzijde
Ontwasemen – ontdooien achterruit
Voorruitverwarming
8
Handgeschakelde versnellingsbak
Automatische transmissie (EAT6)
Schakelindicator
9
USB-aansluiting
12V-aansluiting / aansteker
10
Parkeerrem
11
Elektrisch bedienbare ruiten, blokkering
1
Motorkap openen
2
Zekeringen dashboard
3
Audio- en telematicasysteem
4
Plafonniers
Binnenspiegel
Overzicht
Page 7 of 260
5
Cockpit (vervolg)
1
Koplampverstelling
2
Uitschakelen van het DSC/ASR-systeem
Stop & Start
Openen van het kofferdeksel
Alarm
3
Buitenspiegelverstelling
4
Stuurwielverstelling
5
Lichtschakelaar
Richtingaanwijzers
6
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes
Onderhoudsindicator
Schakelindicator
Kilometerteller en dagteller
7
Ruitenwisserschakelaar
Boordcomputer
8
Claxon
9
Snelheidsbegrenzer
Snelheidsregelaar
.
Overzicht
Page 34 of 260
32
Alarm
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het bestaat uit een omtrekbeveiligings-
en een zelfbeveiligingsfunctie.
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier,
het kofferdeksel of de motorkap probeert te
openen.Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de bedieningseenheid of de
kabels van de sirene uit te schakelen of te
beschadigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens u
wijzigingen aan het alarmsysteem aanbrengt.
Vergrendelen van de auto
met inschakelen van het
alarm
Inschakelen
F Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarm wordt geactiveerd:
een verklikkerlampje op het
schakelaarpaneel links van het stuurwiel
zal één keer per seconde knipperen.
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarm wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje gaat uit.
Afgaan van het alarm
F Zet het contact af en verlaat de auto.
De omtrekbeveiliging wordt 5
seconden nadat
de vergrendelknop van de afstandsbediening is
ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of het kofferdeksel niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld,
maar wordt het alarm wel ingeschakeld. Als het verklikkerlampje snel knippert
bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het
lampje stopt met knipperen als het
contact wordt aangezet.
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto met de sleutel.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F
O ntgrendel de auto met de sleutel.
F
O
pen het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan; het alarm stopt.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje blijft branden, duidt dit op een
storing in het systeem.
Laat uw auto controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Toegang tot de auto
Page 60 of 260
58
Alarmknipperlichten
F Wanneer u deze rode knop indrukt, knipperen alle vier de richtingaanwijzers
tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatische ontsteking
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra u weer gas geeft, gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door op de knop te drukken.
Claxon
Systeem om uw medeweggebruikers met een
geluidssignaal te waarschuwen voor direct
g eva a r.
Noodoproep of
pechhulpoproep
Urgence-noodoproep met
lokalisering
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de aanvraag
geannuleerd.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is
gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje
uit.
F
D
ruk op het middelste gedeelte van het
stuurwiel. Het knipperen van het groene ledlampje en het
gesproken bericht bevestigen dat de oproep
is verstuurd naar de alarmcentrale "Urgence-
noodoproep met lokalisering"*
Het groene ledlampje dooft.
Veiligheid
Page 61 of 260
59
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoorwaarden,
die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem.
** Afhankelijk van de geografische dekking
van "Urgence-noodoproep met lokalisering",
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering" en
van de officiële landstaal die door de eigenaar van
de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare telematicadiensten
kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken.
"Urgence-noodoproep met lokalisering"
lokaliseert onmiddellijk uw auto, spreekt u
toe in uw landstaal**en roept indien nodig
de hulp in van de bevoegde hulpdiensten. In
landen waar de alarmcentrale niet operationeel
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk
is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (112),
zonder lokalisatie.
Als een aanrijding wordt gedetecteerd door
de elektronische eenheid airbags, wordt
ongeacht of er airbags worden geactiveerd
automatisch een noodoproep verstuurd.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
Citroën Connect Box met SOS-pakket
en pechhulpser vice, beschikt u over
aanvullende diensten via uw persoonlijke
pagina op de internetsite voor uw land.Werking van het systeem
Het rode lampje blijft branden: er
is een storing in het systeem.
Het rode lampje knippert: de noodbatterij moet
worden vervangen.
In beide gevallen is het mogelijk dat de
noodoproep of pechhulpoproep niet meer
werkt.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
reparateur. Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Assistance-pechhulpoproep
met lokalisering
Druk langer dan 2 seconden op
d eze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**. Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de aanvraag
geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
**
A
fhankelijk van de geografische dekking
van "Urgence-noodoproep met lokalisering"
en "Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering" en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op www.citroen.nl bekijken.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen
door gelijktijdig op de toetsen "Urgence-
noodoproep met lokalisering" en "Assistance-
pechhulpoproep met lokalisering" te drukken
en ver volgens op "Oproep naar Assistance met
lokalisering" te drukken om te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen nogmaals
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-noodoproep
met lokalisering" en "Assistance-pechhulpoproep
met lokalisering" en vervolgens op "Assistance-
pechhulpoproep met lokalisering" om te bevestigen.
5
Veiligheid
Page 135 of 260
133
Zekeringnr.StroomsterkteFuncties
F02 5
A Koplamphoogteverstelling, diagnoseaansluiting, bedieningspaneel airconditioning.
F09 5
A Alarmsysteem (af fabriek of inbouw achteraf).
F11 5
A Extra verwarming.
F13 5
A Parkeerhulp (af fabriek of inbouw achteraf).
F14 10
A Bedieningspaneel airconditioning.
F16 15
A Aansteker, 12V-aansluiting.
F17 15
A Audiosysteem (af fabriek of inbouw achteraf).
F18 20
A Audiosysteem (af fabriek of inbouw achteraf) / Bluetooth.
F19 5
A Monochroom display C.
F23 5
A Plafonniers, kaartleeslampjes.
F26 15
A Claxon.
F27 15
A Ruitensproeierpomp.
F28 5
A Stuurslot.
8
Storingen verhelpen
Page 142 of 260
140
Slepen van een andere auto
Deze manier van slepen is strikt verboden
(kans op beschadiging van uw auto).
F
O
ntgrendel het stuurslot door de
contactsleutel één stand te verdraaien en
zet de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als de af te leggen afstand
beperkt.
Storingen verhelpen
Page 253 of 260
147
Aanhanger...................................... 10 8, 142-143
Aanhangergewichten .................................... 141
Aansluiten MirrorLink
...........................19, 12-14
Aansluiting 12V
............................................... 49
Aansteker
........................................................ 49
Accessoires ..................................................... 57
Accu
.......................... 11, 107, 116, 135 -136, 138
Accu laden
............................................. 137-13 8
Achterbank
...............................
.......................39
Achterruitverwarming
...............................40, 46
Achteruitrijcamera
........................................... 99
Achteruitrijlicht
.............................................. 13 0
Actieradius AdBlue
.................................... 21-22
AdBlue
® ...................................... 1 5, 21, 103 -104
Afmetingen .................................................... 14 4
Afstandsbediening
.................................... 2
9, 31
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........30
Afzonderlijk massapunt
................................ 113
Airbags
...............................
.................13, 65, 70
Airbags vóór
........................................ 6 5 - 6 7, 7 0
Airconditioning (handbediend)
..................47- 4 8
Airconditioning, automatische
...................47- 4 8
Alarmknipperlichten
........................................ 58
A
larmsysteem
................................................. 3
2
Algemeen menu
................................................ 3
Allesdragers
.................................................. 11 0
Antiblokkeersysteem (ABS)
................13, 6 0 - 61
Antispinregeling (ASR)
.......................14, 6 0 - 62
Apple
®-speler ............................................ 2 7, 11
Armleuning vóór .............................................. 49
Asbak (uitneembaar)
....................................... 48
ASR
........
......................................................... 14
Audio-aansluitingen
................................ 49, 7, 5
Audiokabel
................................................ 26, 10
Automatische airconditioning (met display)
........................................... 44-45
Automatische transmissie
... 8
4- 87, 89, 117, 136
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
...................................... 58
Automatisch inschakelen verlichting
..............53
AAutoradio, bedieningen aan stuurkolom ...3, 3, 2
AUX-aansluiting .................................... 26, 10, 7
AUX-aansluitingen
............................................ 5
AUX-ingang
..................................... 26-27, 10-11
Bagageruimte
............................................ 11, 3 4
Banden
................
.......................................... 145
Banden, noodreparatie
..........................11 8 -12 0
Bandenspanning
................................... 121, 14 5
Bandenspanningscontrole (met set)
...... 11
8 -12 0
Bandenreparatieset
...............................11 8 -12 0
Bandenspanning te laag (detectie)
...........13, 91
Batterij afstandsbediening
........................3 0 - 31
Bekerhouder
..............................
.....................48
Beladen
......................................................... 11 0
Benzinemotor
................................ 102, 113, 142
Bijvullen AdBlue
............................................ 10
5
Binnenspiegel
................................................. 41
BlueHDi
............................................. 16, 21, 103
Bluetooth (handsfree set)
..........28 -29, 15 -16, 9
Bluetooth (telefoon)
........................2 8 - 3 0, 15 -17
Bluetooth-verbinding
...........21-22, 28 -30, 15 -17
Boordcomputer
......................................... 26, 28
Brandstof
....................................................... 102
Brandstofniveaumeter
...................................10 0
Brandstofniveau
...................................... 12, 10 0
Brandstoftank
................................. 10 0 -101, 101
Brandstoftank (inhoud)
.................................10 0
Brandstof tanken
................................... 10 0 -102
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................11 8
Brandstofvuldop
............................................ 10
0
Brandstofvulklep
...................................... 10 0 -101
Buitenspiegels ........................................... 4 0 - 41
B
CarPlay-verbinding ................................... 18, 13
CD .................................................... 26 -27, 11, 5
CD MP3
........................................ 26 -27, 11, 5 - 6
CD-/MP3-speler
...............................
.......26, 5 - 6
Centrale vergrendeling
...................................29
CITROËN Connect Nav
....................................1
CITROËN Connect Radio
................................. 1
C
laxon
............................................................. 58
Contact
...................................................... 83, 31
Controles
......................................... 11
3 , 11 6 -117
Controlelampjes
................................................ 9C
DAB (Digital Audio
Broadcasting) – Digitale radio ..................25, 9
Dagrijverlichting
...............................
...............52
Dagteller
.......................................................... 24
Dagteller resetten
........................................... 24
Dashboardkastje
............................................. 48
Datum instellen
............................. 24-25, 36, 20
Derde remlicht
............................................... 13 0
Detectie te lage bandenspanning
...... 9
1- 92, 121
Dieselfilter
..................................................... 113
Dieselmotor
............................. 1
2, 102, 118, 143
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
.................................25, 9
Dimlicht
............................................. 18, 51, 128
Display instrumentenpaneel
...........................88D
.
Trefwoordenregister