CITROEN C-ZERO 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 41 of 166

3
!
Comfort
39






Hoogteverstelling hoofdsteun
)Trek de hoofdsteun omhoog om dezehoger te zetten. )Duw de hoofdsteun omlaag en druk
tegelijkertijd de verstelknop in om dehoofdsteun lager te zetten. )Verwijder de hoofdsteun door deze in dehoogste stand te zetten en omhoog te
trekken ter wijl u de verstelknop indrukt. )Plaats de hoofdsteun terug door de pennen
in de opening van de rugleuning te stekenen de verstelknop in te drukken.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn ver wijderd. Dit is gevaarlijk, mede omdat losliggende hoofdsteunen bij een noodstop kunnen veranderenin gevaarlijke projectielen. Dehoofdsteunen moeten altijd zijngeplaatst en correct zijn afgesteld. Controleer na het verstellen van dehoofdsteun of de verstelknop goedvergrendeld is.De stand van de hoofdsteun is juist alsde bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Druk op de schakelaar op het dashboard om
de verwarmin
g van de bestuurdersstoel in teschakelen.
Het controlelampje van de schakelaar gaatbranden.
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
ver warming uit te schakelen.

Schakelaar stoelverwarming

Page 42 of 166

!!
Comfort
40










Achterbank De achterbank bestaat uit twee verstelbare en neerklapbare rugleuningen en een vaste zitting.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee standen, een hoge stand (comfor t en meer veiligheid) en een
lage stand (beter zicht naar achteren voor de
bestuurder).
De hoofdsteunen kunnen ook worden verwijderd.
Ver wijderen van een hoofdsteun:)trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag,)druk vervolgens de pal in.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijnver wijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en in de hoge standstaan.

Verstellen van de hoek van
de ru
gleuning
Verstellen van de rugleuning:) trek de hendel naar voren om derugleuning te ontgrendelen, )
zet de rugleuning in de gewenste stand en laat de hendel los.
De rugleuning kan in zeven verschillende
standen worden gezet.
Controleer altijd of de rugleuning goed
bevestigd is.

Page 43 of 166

3
!
Comfort
41
Te r ugplaatsen van de
rugleuning
) Zet de rugleuning rechtop en vergrendel
deze,
) zet de hoofdsteunen weer in de hoogste stand of plaats deze terug.
1.
Zet de hoofdsteunen in de laagste stand of
ver wijder deze indien nodig, 2.trek de hendel naar voren om de
rugleuning te ontgrendelen,3.kantel de rugleuning naar voren.



Neerklappen van de
rugleuning
Let erop dat bij het terugplaatsen vande rugleuningen de veiligheidsgordelsniet klem komen te zitten.

Page 44 of 166

!
Comfort
42




Buitenspiegels
De spiegels zijn te verstellen wanneer hetcontact in de stand "ON" of "ACC" staat.)Beweeg de bedieningsknop Anaar links
of rechts om de gewenste spiegel teselecteren. )Beweeg de bedieningsknop Bin de
4 richtingen om de spiegel af te stellen. Zet na het verstellen de bedieningsknop Aweer in de neutrale positie.
Verstellen


De buitenspiegels zijn tevens handmatig in te klappen.
De buitenspiegels mogen echter nooithandmatig worden uitgeklapt
om te voorkomen dat een spiegel onder hetrijden weer inklapt. Gebruik altijd de knop C
om de spiegelsuit te klappen.

)
Contact in de stand "ON" of "ACC": drukop de knop Com de buitenspiegels uit te klappen. )
Contact in de stand "LOCK": druk binnen 30 secondenop de knop Com debuitenspiegels in te klappen.







Elektrisch inklappen /
uitklappen

Page 45 of 166

3
Comfort
43




Binnenspiegel


Stel de binnenspiegel af door deze omhoog,
omlaag en/of naar links of naar rechts tebewegen.
De binnenspiegel heeft twee standen:


- dag (normaal),

- nacht (antiverblinding).
U kunt de stand wijzigen door het hendeltje aan
de onderzijde van de binnenspiegel naar voren of achteren te zetten.

Page 46 of 166

Comfort
44














Indeling
interieur
1.Dashboardkastje2.Wegklapbare bekerhoudersDruk op het deksel om de bekerhouder teopenen.3.12V- aansluiting (120 W)
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan uw apparatuur
te voorkomen.4.Open opbergvak5.USB-box6.Por tier vak

Page 47 of 166

3
!
Comfort
45




12 V-aansluiting
)
Ver wijder het afdekkapje en sluit eengeschikte adapter aan als u een
12V- ac c essoire wilt aansluiten (max. 120 W).









Vloermat
Om te voorkomen dat de pedalenblokkeren:


- maak uitsluitend gebruik van matten die op de reeds in de auto aanwezige bevestigingen passen. Het gebruik van deze bevestigingenis verplicht.

- leg nooit meerdere matten bovenop elkaar.

Om de vloermat aan de bestuurderszijde
te verwijderen: schuif de bestuurdersstoel
zo ver mogelijk naar achteren en neem de bevestigingen los.
Leg de vloermat weer terug op de pennen en
klem de bevestigingen vast. Controleer of de
vloermat goed bevestigd is. De zonnekleppen kunnen naar voren worden
geklapt, en naar de zijkant wanneer ze zijnlosgeklikt.
Ze zijn voorzien van een make-upspiegel en een opbergvakje voor tickets.




Zonnekleppen

Page 48 of 166

i
Comfort
46
worden opgeladen als deze op de USB-aansluiting is aangesloten.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting het hoofdstuk "Audio en Telematicasysteem".







USB-box
Deze USB-aansluiting bevindt zich op het onderste deel van de middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod ®of een USB-stick.Dankzij deze aansluiting kunt u deaudiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het bedienin
gspaneel van de autoradio.

Page 49 of 166

3
Comfort
47






Verwarming en ventilatie


Luchttoevoer

De lucht in het interieur wordt gefilterd en
wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd. De ventilatie zor
gt voor een optimaal comforten zicht in het interieur.
De verwarming en ventilatie kunnen worden gebruikt zodra het controlelampje "Ready" brandt.


Bedieningspaneel

De lucht kan afhankelijk van de instellingen via
verschillende circuits worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om hetgewenste comfor tniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt via de gewenste uitstroomopeningen verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
De bedieningsschakelaars bevinden zich op
het paneel A
van de middenconsole.
Luchtverdeling
1.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten. 3. Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4.Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.

Page 50 of 166

i
Comfort
48
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan,
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren door de ruiten te openen. Zet de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ver verst wordt. )Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.)Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.)Kies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langduriggebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruitenbeslaan.)Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in goede staat te houden.)Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiekver vangen (zie het hoofdstuk "Controles").)Laat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat tehouden.)Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning

De ver warming en ventilatie worden gevoed door de tractiebatterij; hetgebruik er van zorgt voor een hoger stroomverbruik van de auto en daarmee voor een kleinere actieradius.
Schakel de ver warming of de airconditioning uit als u dat noodzakelijk lijkt.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 170 next >