stop start CITROEN C4 AIRCROSS 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 4 of 332
Inhoudsopgave
Instrumentenpaneel 24
Controlelampjes 25
Display instrumentenpaneel  31
Boordcomputer 43
Kilometerteller 43
Dagteller 43
Onderhoudsindicator 44
Instellen van de parameters van de auto 48
Display AUDIO/CD -systeem 54
Scherm van het AUDIO-TELEMATICA-systeem 56
Dimmer dashboardverlichting 59
Controle tijdens het rijdenEerste kennismaking
Sleutel met afstandsbediening 60
Systeem "Keyless entry and star t"  64
Portieren 70
Bagageruimte 71
Alarm 73
Ruitbediening 76
Panoramadak 78
Toegang tot de auto
Voorstoelen 79
Achterbank 83
Spiegels 85
Stuurwielverstelling 87
Ventilatie 88
Ver war ming/handbediende airconditioning 90
Automatische airconditioning 92
Achterruitverwarming 97
Indeling interieur 98
Inrichting van de bagageruimte 104
Comfort
Starten - afzetten van de motor met de sleutel  106
Starten - afzetten van de moteur met het
Keyless entry and star t-systeem 107
Parkeerrem 110
Handgeschakelde versnellingsbak 111
Opschakelindicator 112
"CVT" versnellingsbak 113
Hill Holder 118
Functie Stop & Star t (Auto Stop & Go) 119
Vierwielaandrijving 122
Snelheidsregelaar 124
Parkeerhul
p 127
Achteruitrijcamera 130
Rijden
Lichtschakelaars 131
Verlichting overdag 134
Automatische verlichting 134
Follow me home-verlichting 135
Instapverlichting 136
Koplampen verstellen 137
Ruitenwisserschakelaar 138
Automatisch wissen 140
Plafonniers 142
Verlichting bagageruimte 144
Verlichting panoramadak  144
Zicht Eco-rijden 
Page 6 of 332
4
Eerste kennismaking
Elektronische sleutel: Keyless
entry and start 
Met dit systeem kan de auto worden geopend, gesloten en gestar t wanneer u zich met de sleutel in de detectiezone bevindt, zonder dat
u de sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
6
4
   Instapverlichting 
 Deze extra buiten- en interieurverlichting, die met de afstandsbediening wordt ingeschakeld,
vergemakkelijkt op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen.
13
6
  Buitenzijde   
 
Stop & Start-systeem(Auto Stop & Go) 
 
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij een verkeerslicht,
opstoppingen enz.). De motor wordt 
automatisch gestart (STA R T- s t a n d) als u weer 
weg wilt rijden. Het Stop & Start-systeem 
zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een
aangename rust in het interieur tijdens het 
wachten.
119
   
De dorpelsierlijsten zijn niet bedoeld alsopstapje.   
Page 13 of 332
.
11
Eerste kennismaking
  Middenconsole 
A. 
 Handmatig verstelbare of automatischebinnenspiegel.B. 
 Plafonnier / Kaartleeslampjes. C. 
 Microfoon van het systeem Audio-CD en het systeem Audio-telematica. D. 
  Bediening van het zonnescherm van het 
panoramadak.
E
.   Licht-/regensensor.  
 
1.Verstelbare en afsluitbare middelsteventilatieroosters.2. 
 Scherm van het systeem Audio-CD of kleurenscherm van het systeem Audio-
telematica.3.   Schakelaar 
 
START/STOP-knop (met "Keyless entry 
and start"-systeem). 4.   Systeem Audio- CD of systeem Audio-
telematica.
5.   Schakelaars op centraal bedieningspaneel.6. 
 Temperatuursensor. 7.Bedieningspaneel verwarming/handbediende
of automatische airconditioning. 8.   Ver snellingshendel handgeschakelde
versnellingsbak of selectiehendel CVT.
9.   Aansteker/12V-aansluiting. 
10.Ver wijderbare asbak.11.Schakelaar vierwielaandrijving. 12 .Bekerhouders.
13.   Armleuning vóór.  
  
Page 20 of 332
18
Eerste kennismaking
  Controle tijdens het rijden 
 
 Handmatige koplampverstelling.  
Paneel met schakelaars 
buitenzijde 
137
1.Open het dashboardkastje. 
2.   Steek de sleutel in de schakelaar. 3. 
 Selecteer de stand:"OFF"(uitschakelen) wanneer een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is bevestigd, "ON" 
 (inschakelen) wanneer een passagier op de voorstoel zit of een kinderzitje "methet gezicht in de rijrichting" is bevestigd.4.Ver wijder de sleutel zonder de stand vande schakelaar te veranderen.
 
 
Airbag voorpassagier 
155
B.Uitschakelen van het ASC/ TCL-systeem.  
127 C
.Uitschakelen van de parkeerhulp.
148
  Veiligheid voor de 
inzittenden 
120
D.    Uitschakelen van de functie Stop & Start (Auto Stop & Go).
 
Starten 
 
 
 
-  Stand 1: LOCK
   
-  Stand 2: ACC 
 
-  Stand 3:  ON 
 
-  Stand 4:  STA R T
  Wanneer u zonder een pedaal in te trappen op 
de knop  START/STO
Pdrukt, wordt de stand
van het contact gewijzigd. 
   
 
-  Eén keer indrukken:  Stand ACC
 
 
-  Twee keer indrukken:  Stand ON 
 
-  Drie keer indrukken:  Stand OFF 10
6
107
   
Contactslot 
   
Kno
p START/STOP  
Page 22 of 332
20
Eerste kennismaking
  Onder het rijden 
Stop & Start-systeem 
(Auto Stop & Go) 
Activering van de STOP-stand 
119
 
Het controlelampje  "AS &G " 
 op het
instrumentenpaneel of op het display 
van het instrumentenpaneel gaat branden en de motor wordt na enkele 
seconden in de STOP-stand gezet: 
   
Activering van de
START-stand 
   
Uit-
/inschakelen 
 
U kunt deze functie op elk willekeurig momentuitschakelen door de schakelaar  "AS&G OFF"inte drukken; het overeenkomstige verklikkerlampje gaat branden op het instrumentenpaneel of ophet display van het instrumentenpaneel.
120
120
 Het systeem wordt automatisch weer geactiveerd zodra u het contactopnieuw aanzet met de sleutel of metde knop STA R T/STOP.  Het controlelamp
je "AS&G"gaat uit en de motor wordt automatisch gestart:
   
 
- 
 bij een handgeschakelde versnellingsbak;wanneer u het koppelingspedaal  helemaal 
 intrapt. -   bij een handgeschakelde
versnellingsbak:   bij stilstaande auto enmet het rempedaal ingetrapt, wanneer ude versnellingsbak in zijn vrij zet en het koppelingspedaal loslaat.   
Onder bepaalde omstandigheden kan 
de START-stand automatisch worden
ingeschakeld; het controlelampje "AS&G"knippert even en gaat daarna uit.Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het controlelampje"AS&G" 
 knippert even en gaat daarna uit. 
Page 31 of 332
1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Snelheidsregelaar   
permanent. Gaat branden als desnelheidsregelaar ingeschakeld 
wordt.   Druk op de toets "
ON/OFF" om de snelheidsregelaar 
in of uit te schakelen. 
Dynamische stabiliteitscontrole en antispinregeling(ASC/TCL)
  knippert. In werking zijn van de systemenASC/TCL.  Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor.
 Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
  permanent.
Storing in de systemen ASC/TCL.  Laat de systemen door het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats controleren. 
 
 
 
FunctieStop & Star t (Auto Stop & Go)
 
 
permanent. De functie Stop & Star t (AS&G) heeft 
de motor in de STOP-stand gezet(verkeerslicht, stopbord, opstopping,enz.).  Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatisch 
opnieuw gestart in de START-stand als u wilt 
wegrijden.
   
knippert enkele
seconden en gaat
ver volgens uit.  D
e STOP-stand is nu niet
beschikbaar. of 
De motor wordt automatisch in de STA R T- s t a n d  geschakeld.  Zie "Functie 
Stop & Start (AS&G)" voor de 
bi
jzonderheden van de STOP-stand en van deSTA R T-stand. 
Voorgloeien dieselmotor   
permanent.De motor is koud en: 
-  het contact staat in de stand  ON(Contact), of 
-  de startknop STA R T/STOP is 
in
gedrukt (Contact). 
Wacht bij auto's met een contactslot met star ten tot het controlelampje is gedoofd. 
 Bij auto's met het Keyless entry and start-systeem zalde motor star ten als het lampje is gedoofd. 
  De wachttijd is afhankelijk van de 
weersomstandigheden (tot ongeveer 30 seconden bij extreme weersomstandigheden). 
 Zet, als de motor niet start het contact opnieuw aan en
wacht tot het lampje weer dooft. Hierna kan de motor 
worden gestart.  
Page 32 of 332
30
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies 
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.  Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
ASC/TCLpermanent. De ASC/TCL-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde) is ingedrukt. 
Het A
SC/TCL is uitgeschakeld. 
  ASC: dynamische stabiliteitscontrole.
TCL: antispinregeling. Druk de ASC/ TCL-schakelaar op het dashboard 
nogmaals in om het ASC/TCL weer in te schakelen. 
Het ASC/ TCL- systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld bij het starten van de auto. 
Functie Stop & Star t(Auto Stop & Go)
constant. De toets voor het uitschakelen van 
de functie Stop & Star t (AS&G) aande onderzijde van het dashboard(bestuurderszijde) is ingedrukt. 
De functie Stop & Start (AS&G) is 
uitgeschakeld.Druk de toets no
gmaals in om de functieStop & Star t (AS&G) in te schakelen.  
Page 38 of 332
36
Controle tijdens het rijden
Display 1Display 2OorzaakOplossing - ActieOpmerkingen
      
Het remvloeistofniveau in het
remcircuit is onvoldoende. Laat remvloeistof met een 
onderdeelnummer van CITROËN
bijvullen.  Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
het probleem zich blijft voordoen.
      
Storin
g in het remsysteem. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil.  Laat het systeem controleren door 
het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
     
 
 
Storing in het antiblokkeersysteem (ABS).  Raadpleeg het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.   De remmen werken nog, zonder 
bekrachtiging, maar wij raden u aan
om te stoppen. 
     Een van de portieren is niet 
goedgesloten.  Sluit het portier of de achterklep.  Het desbetreffende carrosseriedeel
wordt aangegeven op het scherm. 
     
De motorkap is niet goed gesloten.  Sluit de motorkap.  
 
     Storin
g in de elektronische
startblokkering.   Zet het contact af en start de motor 
opnieuw.   Raadpleeg het CITROËN-netwerk
als het probleem zich blijft
voordoen.
     
Het bestuurdersportier is geopenden het contact is niet afgezet.   Zet het contact af alvorens de auto 
te verlaten.    
Page 75 of 332
73
2
Toegang tot de auto
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats alvorens uwijzigingen aan het alarmsysteem aanbrengt.
 
 
 
 
 
 
Alarm *   
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:  
 
 
 
 
- inbraakbeveiliging 
 
Dit systeem houdt de portieren, achterklep en motorkap van de auto in de gaten. 
  Het alarm gaat af als iemand een por tier, de
achterklep of de motorkap probeer t te openen.  
 
 
- interieurbeveiliging
 
Dit systeem houdt het interieur van de auto in 
de gaten.
  Het alarm gaat onder andere af als iemand een 
ruit inslaat, het interieur binnenkomt of als iets
of iemand in het interieur beweegt.
   
- wegsleepbeveiliging 
 
Dit systeem houdt de veranderingen in de
wagenhoogte in de gaten.
  Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, 
verplaatst of aangestoten.  
 
 
 
 
Zelfbeschermingsfunctie 
 Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te saboteren. 
  Het alarm gaat af als iemand probeer t de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.  
Vergrendelen van de auto met volledig
activeren van het alarmsysteem
Activeren
 ) 
  Zet het contact af (stand OFF als uw auto is
voorzien van het "Keyless entry and star t"-systeem).  )   Ver wijder de sleutel uit het contactslot alsuw auto niet is voorzien van het "Keylessentry and start"-systeem. ) 
 Stap uit de auto en zorg ervoor dat alle
portieren en de motorkap zijn gesloten.  )    Druk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening of op een van deknoppen van de portieren of de achterklep
als uw auto is voorzien van het "Keyless entry and start"-systeem.
   Uitschakelen
 Voer een van de volgende handelingen uit om het alarmsysteem uit te schakelen: ) 
 Druk op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening of op een van de 
knoppen van de portieren of de achterklep
als uw auto is voorzien van het "Keyless
entry and start"-systeem.  )    Zet het contact aan (stand ON als uw auto 
is voorzien van het "Keyless entry and start"-systeem). )   Open een por tier of de achterklep in deperiode dat het systeem wordt geactiveerd.
  Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het 
verklikkerlamp
je  A   gaat uit.  
    Het alarms
ysteem wordt geactiveerd:gedurende ongeveer 20 seconden knipper t het verklikkerlampje A 
 snel en klinkt met 
tussenpozen een geluidssignaal. 
  Na a
floop van deze periode van 20 secondenis het systeem actief 
. Het geluidssignaal stoptfen het verklikkerlampje van de toets knippert
langzaam.  
   
* 
 
 Volgens uitvoering. 
Page 109 of 332
107
4
Rijden
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Starten - afzetten van de moteur met het Keyless entry and 
start-systeem 
 Als de elektronische sleutel in de auto is, wordt elke keer dat u de "  START/STOP"-knop indrukt
zonder een pedaal ingetrapt te houden 
, de stand van het contact gewijzigd:  )Eerste keer indrukken (stand ACC): het 
verklikkerlampje van de knop brandt 
oranje.
 De accessoires (autoradio, 12V-aansluiting, ...) kunnen worden gebruikt. )Tweede keer indrukken (stand ON): het 
ver
klikkerlampje van de knop brandt groen.  
 Aanzetten van het contact.  )Derde keer indrukken (stand OFF): het
verklikkerlampje van de knop dooft.
   
Als u langdurig accessoires gebruikt met het contact in de stand  2 (ACC) , kan de accu ontladen raken. U kuntuw auto dan mogelijker wijs niet meer starten. Houd hier rekening mee.Raadpleeg de rubriek "Automatischeonderbreking van de voeding vanelektrische functies".
 
 
Stand van het contact
wi
jzigen
Neem snel contact op met hetCITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats als het verklikkerlampje van de knop oranje knippert.  
 )Druk op de "START/STOP"-knopen laat de knop los.
 )Tr a p,  t e r w ijl de elektronische sleutel zich
in het interieur van de auto bevindt, het
koppelingspedaal volledig in (auto's methandgeschakelde versnellingsbak) of trap hetrempedaal in (auto's met CVT-versnellingsbak).
   
Starten met de
elektronische sleutel
 Auto's met  handgeschakelde versnellingsbak 
: 
zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
 Auto's met  CVT-transmissie : zet de selectiehendel in de stand  P.P