CITROEN C4 AIRCROSS 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 446

179
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Monteren van het wiel
Na het verwisselen van het
wiel
rijd als het noodreservewiel is
gemonteerd niet sneller dan 80
km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het CI
t

ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Procedure
F Plaats het wiel op de naaf.
F D raai de wielbouten met de hand vast.
F

D
raai de slotbout met de wielsleutel
1
en de dop 5 enigszins vast (volgens
uitvoering).
F

D
raai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 1 .
Montage van winterbanden
stalen velgen met winterbanden
moeten altijd worden gemonteerd
met speciale bouten die verkrijgbaar
zijn bij het CI
t

ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als bij uitvoeringen met
4-wielaandrijving het vervangen van
één of meer banden noodzakelijk is,
wordt geadviseerd alle 4
de banden
tegelijkertijd te vervangen. Gebruik
hiervoor vier identieke banden
(afmetingen, type en merk).
bi

j gebruik van banden waarbij de maat,
structuur of mogelijk slijtagepatroon
verschillend zijn, zouden onderdelen
van de aandrijving beschadigd kunnen
raken.
7
Praktische informatie

Page 182 of 446

180
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
F Laat de krik zakken.
F V ouw de krik 2 op en verwijder hem. F
D raai de slotbout vast met de wielsleutel
1 en de dop 5 (volgens uitvoering).
F

D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
b
e
rg het het gereedschap op (zie de
paragraaf "
to

egang tot het gereedschap").
Praktische informatie

Page 183 of 446

181
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats
.
sneeuwkettingen
onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de
auto.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
t
r
ek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F

M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
r
i
jd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F

Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
ui

tsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien. ee
n noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
ri

jd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken. Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen die
geschikt zijn voor de wielen van uw auto:
or

iginele
bandenmaat Maximale afmeting
van de schakel
215/ 70
r1

612


mm
225/55
r1

8
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
7
Praktische informatie

Page 184 of 446

182
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
een lamp vervangen
Zorg ervoor dat u lampen met
positienokken van het type H1,
H7 enzovoort correct plaatst zodat ze
optimaal licht geven.
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F

r

einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F

g

ebruik een spons met zeepwater,
F

w

anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.
F
r
a

ak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
bi

j het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
om d

e koplampen in goede staat te
houden mogen uitsluitend anti-
uV

-
lampen worden gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
Elektrocutiegevaar
Laat xenonlampen (D1s- 35W) altijd
door het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats vervangen.
Verlichting vóór
1. Richtingaanwijzers ( W Y21W-21W ).
2. G rootlicht (H1-55W).
3.
D

imlicht (H11-55W)


of x

enonlampen (D1S-35W).
4.
P

arkeerlicht (W5W-5W).
5.
V

erlichting overdag (P13W-13W).
6.
V

erlichting overdag/parkeerlicht (leds).
7.
Mi

stlampen vóór (H11-55W).
Praktische informatie

Page 185 of 446

183
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
om toegang te krijgen tot de beschermkappen
van de lampen, moet u eerst de volgende
handelingen uitvoeren:
F
V
erwijder de pennen A .
F

V
erwijder de beschermkap B .
Toegang tot de lampen Lamp van richtingaanwijzer
vervangen (1)
F Draai de fitting een kwart slag linksom en
verwijder deze.
F
t
r
ek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp. Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer (rechts of links) met
een hogere frequentie dan normaal
knippert, duidt dit op een defecte lamp
aan de desbetreffende zijde.
Verricht voor het monteren van de
lampen de genoemde handelingen in
de omgekeerde volgorde.
De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en specificaties.
7
Praktische informatie

Page 186 of 446

184
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Parkeerlicht
vervangen (4)
F Verwijder de plastic beschermkap.
F D raai de lamphouder linksom en ver wijder
deze.
F

V
er wijder de lamp en de fitting door op de
pal aan de onderkant te drukken.
F

V
ervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Lampen van het grootlicht (2)
vervangen
F Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom en verwijder deze.
F

V
erwijder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Dagrijverlichting/parkeerlicht
vervangen (leds) (6)
neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds contact op met het CIt roËn- netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Lampen dimlicht
vervangen (3)
raadpleeg voor het vervangen van lampen
het CIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
ra

adpleeg voor het vervangen van deze
lampen het CI
t

ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lampen van mistlampen
(7) / verlichting overdag (5)
vervangen
Praktische informatie

Page 187 of 446

185
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
F Druk het knipperlicht naar achteren om het los te maken.
F ne em de stekker van het zijknipperlicht los.
F

V
ervang de knipperlichtunit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
ee

n nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats
Vervangen van de zijknipperlichten
Instapverlichting in de buitenspiegels
Voor het vervangen van de LeD d ient u het CIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
te raadplegen.
7
Praktische informatie

Page 188 of 446

186
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
1. Derde remlicht (leds).
2. Kentekenplaatverlichting (W5W-5W).
3.
Mi

stachterlicht (W21W-21W).
4.
A

chteruitrijlicht (W16W-16W).
5.
R

ichtingaanwijzers (WY21W-21W).
6.
P

arkeerlicht/remlicht (W21-5W).
Achterlichten
De amberkleurige lampen, zoals de
richtingaanwijzers, moeten worden
vervangen door lampen met dezelfde
eigenschappen en kleur. Deze lampen kunnen van buitenaf worden
vervangen.
F
o
p
en de achterklep.
F
V
erwijder de twee bevestigingsschroeven.
F
M
aak de lampunit los en ver wijder deze
voorzichtig door de unit naar achteren te
trekken.
F D raai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom en verwijder deze.
F

V
er wijder de lamp en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Plaats de vergrendelingspallen van de lichtunit
goed tegenover de pallen op de carrosserie.
Lampen van parkeerlichten/
remlichten (6), richtingaanwijzers
(5) en mistachterlicht (3)
vervangen
F open de achterklep.
F
st eek een schroevendraaier in de opening
in de kap om de kap omhoog te bewegen
en te openen.
F

D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de lamp eruit en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CI
t

ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Lampen van de achteruitrijlichten (4)
vervangen
Praktische informatie

Page 189 of 446

187
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Vervangen van de
kentekenplaatverlichting (2)
F Duw het lampglas naar links en vervolgens omlaag.
F

D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom en verwijder hem
vervolgens.
F

V
erwijder de defecte gloeilamp en vervang
hem.
Voer om de gloeilamp te monteren de
handelingen in de omgekeerde volgorde uit
en druk vervolgens het lampglas vast in de
houder.
Derde remlicht (leds) (1)
raadpleeg het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor het vervangen
van dit type verlichting.
7
Praktische informatie

Page 190 of 446

188
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen vervangen
De speciale tang voor het ver wijderen van
zekeringen en de reservezekeringen bevinden
zich in de zekeringkast in de motorruimte.
to
egang:
F
o
p
en de motorkap (zie "Controles").
F

M
aak het deksel los en ver wijder dit.
F

H
aal de tang eruit.
F
s
l
uit het deksel zorgvuldig om ervoor te
zorgen dat de zekeringkast goed afgedicht
wordt.
Toegang tot het gereedschap
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F

C
ontroleer of het contact in de stand
" LOCK " staat of dat de stand van de auto
" OFF " is.
F
t
r
aceer de defecte zekering door de
geleidende draad te bekijken.
F

G
ebruik de speciale tang om de zekering
uit de houder te nemen.
F

V
ervang een zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte.
F

C
ontroleer of het getal op de zekeringkast
en de stroomsterkte op de zekering
overeenkomen met de waarden in de
onderstaande tabel.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
CI
t
ro
Ën
is niet verantwoordelijk
voor kosten die voortvloeien uit het
verhelpen van storingen veroorzaakt
door het monteren van extra
accessoires die niet door CI
t

ro
Ën

aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van de fabrikant zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een stroomverbruik van
meer dan 10


milliampère.bij het ontwerp van het elektrische circuit van
uw auto is reeds rekening gehouden met de
montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat installeren.
Het vervangen van een zekering die niet
in de tabellen hierna genoemd wordt, kan
tot een ernstige storing in uw auto leiden.
ra

adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 450 next >