display CITROEN C5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 4 of 340

INHOUDSOPGAVE
Monochroom display C 43
Kleurendisplay 16x9 MyWay 45
HD-kleurendisplay 16x9
NaviDrive 3D 47„


II - MULTIFUNCTIONELEDISPLAYS 43 Î 48
Ventilatie 49
Automatische airconditioning
met centrale regeling 51
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling 54
Programmeerbare
verwarming 58
Voorstoelen 62
Achterbank 66
Spiegels 67
Stuurwielverstelling 68„







III - COMFORT 49 Î 68
Sleutel met
afstandsbediening 69
Alarm 75
Ruitbediening 77
Portieren 79
Achterklep 81
Open dak (Sedan) 84
Glazen panoramadak (Tourer) 85
Brandstoftank 86
Vulpistoolrestrictie (diesel) 87„








IV - TOEGANG TOT DE AUTO 69 Î 87
Lichtschakelaar 88
Automatische verlichting 90
Koplampen verstellen 91
Bochtverlichting 92
Ruitenwisserschakelaar 94
Automatisch wissen 95
Plafonniers 96
Sfeerverlichting 98„







V - ZICHT 88 Î99
Comfort in de auto 100
Vloermatten 101
Armsteun voorin 101
Voorzieningen bagageruimte 103„



VI -VOORZIENINGEN 100Î106
Instrumentenpaneel 26
Boordcomputer 29
Verklikkerlampjes 32
Regelknoppen 42„



IN EEN OOGOPSLAG 4 Î 23
I - CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 26 Î 42
Kinderzitjes 107
ISOFIX-kinderzitjes 111
Kinderbeveiliging 115„


VII - VEILIG VERVOEREN VAN KINDEREN 107Î11 5 ECO-RIJDEN
24 Î 25

Page 11 of 340

9
IN EEN OOGOPSLAG
BESTUURDERSPLAATS


1.
Zonnesensor.

2.
Draaiknop zachte luchtverspreiding.

3.
Airbag passagierszijde.

4.
Ontwasemingsrooster.

5.
Sleutelschakelaar in dashboardkastje:


- inschakelen/uitschakelen passagiersairbag

6.
Ventilatieroosters passagier.

7.
Bediening alarmknipperlichten.

8.
Dashboardkastje:


- opbergen boorddocumentatie

- audio-/video-aansluitingen

9.
Bediening centrale vergrendeling/ontgrendeling.

10.
Bediening SPORT/SNEEUW-stand automatische
versnellingsbak.

11 .
Elektrische handrem.

12.
USB-aansluiting.

13.
Armsteun met bekerhouder.

14.
Bediening veersysteem:


- bediening wagenhoogte

- Sportstand

15.
Asbak met aansteker.

16.
Versnellingspook.

17.
Opbergvak.

18.
Audio-/datacommunicatiesysteem.

19.
Bediening airconditioning.

20.
Opbergvak.

21.
Multifunctioneel display.

22.
Bedieningen voor Urgence- of Asistance-oproep
.

Page 12 of 340

10
IN EEN OOGOPSLAG
BESTUURDERSPLAATS
Audio. Menu display
instrumentenpaneel. Menu multifunctioneel
display.
Telefoon. Snelheidsregelaar
en -begrenzer.

De toetsen “ SET +, PAUSE, VOL+,
MUTE
” zijn voor een praktischer ge-
bruik voorzien van een voelbare mar-
kering. Activeren van de
spraakbediening of herhaling
van de navigatie-instructie. MODE: kiezen van het
type informatie dat wordt
weergegeven op het
multifunctionele display.



150-151

Page 17 of 340

15
IN EEN OOGOPSLAG
INSTRUMENTARIUM


Instrumentenpaneel

De alarmknipperlichten wer-
ken ook als het contact is
afgezet.

A.
Brandstofmeter en waarschuwingslampje minimum-
brandstofniveau.

B.
Informatie snelheidsbegrenzer/-regelaar.

C.
Koelvloeistoftemperatuur.

D.
Snelheidsmeter.

E.
Display van het instrumentenpaneel.

F.
Kilometerteller.
G.
Knop voor het resetten van de dagteller.

H.
Toerenteller.

I.
Motorolietemperatuur.

J.
Schakelstand automatische versnellingsbak.



- Bij aangezet contact licht het oranje en rode lampje
op.

- Zodra de motor draait, moeten deze lampjes uit-
gaan.

- Zie het hoofdstuk "Controle", als de lampjes blijven
branden .





Inschakelen alarmknipperlichten




26




116

Page 18 of 340

16
IN EEN OOGOPSLAG
INSTRUMENTARIUM


Bandenspanningscontrole

De bandenspanningscontrole is een
hulpmiddel dat u informeert over de
staat van uw banden.
Desondanks moet de bestuurder zelf
opletten en zijn verantwoordelijkheid
nemen.

Energiespaarmodus

Nadat de motor is afgezet, worden
bepaalde functies zoals autoradio,
ruitenwissers, open dak, elektrische
stoelverstelling, telefoon, video, bin-
nenverlichting en elektrisch bedienbare
achterklep maximaal 1 uur gevoed, om
te voorkomen dat de accu leeg raakt.
Bij een lage accuspanning is deze
tijd aanzienlijk korter. Na het verstrijken van deze tijd ver-
schijnt er een melding op het display
van het instrumentenpaneel en wor-
den de actieve functies in een stand-by
stand geschakeld.
Deze functies worden automatisch op-
nieuw geactiveerd als de motor wordt
gestart.


117




200

Page 19 of 340

17
IN EEN OOGOPSLAG
VEILIGHEID INZITTENDEN

Uitschakelen passagiersairbag
vóór
Kinderbeveiliging

Autogordel en passagiersairbag
vóór
Als de autogordel niet is vastgemaakt,
zal het waarschuwingslampje van de
desbetreffende zitplaats gaan branden
of knipperen:


A.
Waarschuwingslampje autogordels
voor en/of achter.

B.
Waarschuwingslampje autogordel
linksvoor.

C.
Waarschuwingslampje autogordel
rechtsvoor.

D.
Waarschuwingslampje autogordel
rechtsachter.

E.
Waarschuwingslampje autogordel
middenachter.

F.
Waarschuwingslampje autogordel
linksachter.

G.
Controlelampje passagiersairbag
uitgeschakeld.

H.
Controlelampje passagiersairbag
ingeschakeld.



35, 37-38
Als u op de voorstoel een kinderzitje
met de rugleuning in de rijrichting wilt
gebruiken, moet u de passagiersairbag
voorin uitschakelen.
Dat gaat als volgt:


)
Zet het contact uit en steek de sleu-
tel in de schakelaar I
.

)
Draai de sleutel in de stand “ OFF
”:
de passagiersairbag is uitgescha-
keld.
Het controlelampje passagiersairbag
uitgeschakeld G
brandt als het contact
is aangezet.



125
Hiermee kan de ruitbediening en de be-
diening van het portierslot van de ach-
terportieren worden geblokkeerd. U kunt
deze elektrische beveiliging inschakelen
door de toets J
in te drukken.
Als deze functie wordt ingeschakeld,
verschijnt een melding op het display
van het instrumentenpaneel en gaat het
controlelampje op de toets J
branden.



115

Page 28 of 340

I
26
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE OF AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
Het instrumentenpaneel bevat de meters en de controle- en waarschuwingslampjes.


A.
Brandstofmeter

B.
Meter:



Koelvloeistoftemperatuur



Informatie snelheidsregelaar/-
begrenzer

C.
Snelheidsmeter

D.
Toerenteller
E.
Meter:



Motorolietemperatuur



Stand selectiehendel en weer-
gave ingeschakelde versnel-
ling (Automatische versnel-
lingsbak)


F.
Bediening:



Dimmer dashboardverlichting


Resetten dagteller en on-
derhoudsintervalindicator
G.
Display van het instrumentenpa-
neel waarop wordt weergegeven:



Afhankelijk van de met de
linker rolknop van het stuur-
wiel geselecteerde pagina:


- Digitale weergave van de
snelheid

- Boordcomputer

- Herhaling van de navigatie-
informatie

- Waarschuwingsmeldingen

- Controle van het motorolie-
peil

- Onderhoudsintervalindicator


Continu:


- Dagteller

- Kilometerteller

Page 29 of 340

I
27
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN

Menu "Taalinstelling"

Via dit menu kunt u de taal van het
display en de spraaksynthese kiezen.


Menu "Keuze eenheden"

Met dit menu kunt u het metrieke
of Angelsaksische meetstelsel in-
stellen. Met het hoofdmenu kunnen be-
paalde functies van de auto en het
display van het instrumentenpaneel
geprogrammeerd worden:


Hoofdmenu

Het display van het instrumenten-
paneel A
bevindt zich in het midden
van het instrumentenpaneel.


- Als de auto
stilstaat, kan het
hoofdmenu van het display van
het instrumentenpaneel worden
weergegeven door kort op de lin-
ker rolknop B
van het stuurwiel
te drukken.

- Wanneer tijdens het rijden om
het weergeven van het hoofd-
menu wordt verzocht, wordt de
melding " Actie niet mogelijk
tijdens het rijden
" op het dis-
play van het instrumentenpaneel
weergegeven.


Menu "Parameters auto"

Via dit menu hebt u toegang tot het
programmeren van de functies die
te maken hebben met:


- de verlichting van uw auto.

- het comfort van uw auto.

Page 32 of 340

I
30
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN






Enkele definities...


Actieradius
(km of miles)
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)

Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)

Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Afgelegde afstand
(km of miles)
De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden,
berekend op basis van het gemid-
delde verbruik over de laatste afge-
legde kilometers.
Deze waarde kan variëren door
een gewijzigde rijstijl of het rijden
op een helling, waardoor het mo-
mentele brandstofverbruik aan-
zienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan
30 km bedraagt, verschijnen streep-
jes op het display. Na het tanken van
minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan
100 km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats
als tijdens het rijden de streepjes
continu worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergege-
ven bij snelheden vanaf 30 km/h. Dit is het gemiddelde brandstofver-
bruik over de laatste seconden.
Dit is het gemiddelde verbruik sinds
de laatste nulstelling van de boord-
computer.
Dit is de gemiddelde snelheid sinds
de laatste nulstelling van de boord-
computer (contact aan). Deze afstand wordt berekend sinds
de laatste nulstelling van de boord-
computer.








Stop & Start-teller

(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop &
Start, registreert een teller hoelang
de STOP-stand tijdens een traject is
geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het
contact met de sleutel aanzet, weer
op nul gezet.

Page 33 of 340

I
31
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN

Terug naar de
standaardweergave
van het display van het
instrumentenpaneel
Door meerdere keren aan de linker
rolknop op het stuurwiel te draaien,
kunt u terugkeren naar de stan-
daardweergave van het display van
het instrumentenpaneel (weerga-
ve van de wagensnelheid). Hierbij
wordt eerst het scherm met de na-
vigatie-informatie weergegeven en
vervolgens het scherm met alleen
de kilometerteller en, in het onderste
gedeelte, de dagteller.


Weergave van
navigatie-informatie
op het display van het
instrumentenpaneel
U kunt ook kiezen voor weergave
van de navigatie-informatie op het
display van het instrumentenpaneel
door aan de linker rolknop op het
stuurwiel te draaien.


Functie Check

Met deze functie kan het waarschu-
wingenlogboek worden weergegeven.


)
Druk op de toets A
.
De volgende meldingen verschijnen
achtereenvolgens op het display van
het instrumentenpaneel:


- Bandenspanningscontrole.

- Onderhoudsintervalindicator.


- Eventuele waarschuwingsmeldingen.


- Motorolieniveau.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 120 next >