alarm CITROEN C5 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 4 of 344
.
.
c5_nl_ chap00a_sommaire_ed01-2014
Instrumentenpaneel  15
bo
ordcomputer
 1
 8
t
e l l e r s
 
 2 1
re
gelknoppen
 
 25
Verklikkerlampjes
 
26
Monochroom display 
c 
3
 4
kl
eurendisplay (eMyWay)
 37
overzicht
Voor stoelen  5 8
s
tuurwielverstelling
 
 62
s
piegels
 6
 3
Achterbank
 
65
Ventilatie
 
67
Automatische airconditioning met centrale 
regeling
 6
9
Automatische airconditioning met  
gescheiden regeling
 7
3
Programmeerbare verwarming
 7
7
Plafonniers
 
83
sf
eerverlichting
 8
 4
Voorzieningen in het interieur
 8
6
Vloermatten
 
87
Armsteun voorin
 
8
 8
Voorzieningen bagageruimte
 9
1
rija
 dviezen
 
 96
st
arten - afzetten van de motor  
9
 7
Mechanische handrem
 1
 00
el
ektrische handrem
 1
 01
Hill  s
t
 art Assist  
1
 08
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
 1
 09
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
 1
 10
el
ektronisch gestuurde 6-versnellingsbak
 1
 11
Automatische versnellingsbak
 1
 16
sc
hakelindicator
 1
 20
st
op &  s
t
 art  
1
 21
co
ntrolesysteem bandenspanning
 1
 24
s
tuurwiel met bedieningstoetsen  
op vaste naaf  
1
 26
sn
elheidsbegrenzer
 
 128
s
nelheidsregelaar
 1
 31
Lane Departure Warning  sy stem (LDWs) 1 34
Parkeerplaatsassistent
 
 135
Parkeerhulp
 
137
Achteruitrijcamera (
tou
rer)
 1
 39
el
ektronisch gestuurde  
vering Hydractive III +
 
 1
 40
Lichtschakelaar
 
142
Automatische verlichting
 1
46
ko
plampen verstellen
 1
 47
bo
chtverlichting
 
 148
ru
itenwisserschakelaar
 
 150
Automatisch wissen
 1
52
eco-rijden
co
ntrole tijdens het rijden
to
 egang tot de auto
er
gonomie en comfort
ri
 jden
Zicht
sleutel met afstandsbediening 3 9
Alarm
 
 44
ru
itbediening
 
 47
Portieren
 4
9
Achterklep
 
52
op
en dak (
se
 dan)  
5
 5
Glazen panoramadak (
to
urer)
 5
 6       
Inhoudsopgave  
Page 5 of 344
.
c5_nl_ chap00a_sommaire_ed01-2014
richtingaanwijzers  154
Alarmknipperlichten
 
 154
cl
a xon
 
 155
u
rgence-oproep of Assistance-oproep
 1
 55
Hulpsystemen bij het remmen
 
1
 56
st
abiliteitscontrolesystemen
 
 157
Autogordels
 
160
Airbags
 
163br andstoftank 1 83
Vulpistoolrestrictie (diesel) 1 84
bra
ndstofpech (Diesel)
 1
 87
no
odreparatieset voor banden
 1
 88
Wiel verwisselen
 1
92
sn
eeuwkettingen
 
 198
Lamp vervangen
 1
99
Zekeringen vervangen
 2
10
Accu
 
216
ec
o - modus
 
 219
sl
epen van uw auto  
2
 20
tr
ekken van een aanhanger  
2
 22
Dakdragers
 
224
be
scherming bij winterse  
omstandigheden
 
225
sne
euwscherm
 
 226
ond
erhoudstips
 
 227
Accessoires
 
228
Motor kap
 
231
ben
zinemotoren
 
 232
Dieselmotoren
 
233
niv
eaus controleren
 2
 35
co
ntroles
 
 239ben zinemotoren  242
Gewichten uitvoeringen  
met benzinemotor
 
2
 43
Dieselmotoren
 2
45
Gewichten uitvoeringen met dieselmotor
 2
47
Gewichten uitvoeringen  
n1
  met dieselmotor (
to
 urer)  
2
 51
Afmetingen
 
252
Identificatie	 256
u
rgence-oproep of Assistance-oproep
 2
 57
eMyWay
 
259
Autoradio
 
313
Audio en datacommunicatie
tre
fwoordenregister
Veilig vervoeren van kinderen Praktische informatie
ond
erhoud
Veiligheid
te
chnische gegevens
kinderzitjes 
168
ui
tschakelen van de airbag vóór aan 
passagierszijde
 1
71
I
soF
IX-kinderzitjes
 
 178
ki
nderbeveiliging
 1
 82      
Inhoudsopgave  
Page 6 of 344
4
c5_nl_ chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
exterieur (sed an)
Accessoires 2 28-229op
en panoramadak 5 5
Dakdragers
 
224
Vervangen van de lampen
 
1
 99 -202, 207
-
 
achterlichten
-
  3
e remlicht
- 
kentekenplaatverlichting
bag
ageruimte
 
 52
ba
ndenreparatieset
 
 188-191
Wiel verwisselen
 1
 92-197
-
 
gereedschap
-
 
demonteren
ban
dspanningscontrolesysteem
 
124-125re
mhulpsysteem
 
156st
abiliteitsregeling 
157-159
ban
denspanning
 
256
sn
eeuwkettingen
 
198
br
andstoftank
 
 183
tan
kbeveiliging
 
 184
sl
eutel met afstandsbediening
 3
9-43
-
 o
penen- en sluiten
-
 
batterij
co
ntactslot / stuurslot / starten
 
9
7-99
Inbraakalarm
 
44- 46
bu
itenspiegels
 6
3
sne
euwscherm
 2
26
be
diening verlichting  
buitenzijde
 
142-146
ko
plampverstelling
 
147
Lampen vervangen
 1
99-202
-
 
koplampen
-
 
xenonkoplampen
-
 
m
istlampen vóór
-
 
zijknipperlichten
Lane Departure Warning 
s
y
stem
 1
34
s
top & 
s
t
art
 1
21-123
Portieren
 
49-51
- openen / sluiten
-  centrale vergrendeling
-
 
noodontgrendelingkinderbeveiliging  182ru
itbediening  47-48 Parkeerhulp voor/achter met  
grafische weergave en 
geluidssignalen
 
 137-13 8
tr
ekhaak
 
 222-223
sl
epen
 2
 20-221 
overzicht  
Page 8 of 344
6
c5_nl_ chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
exterieur (tou rer)
Accessoires 2 28-229
Panoramadak  56-57
Dakdragers
 
224
Lampen vervangen
 2
05-207
-
 
achterlicht
-
  3
e remlicht
- 
kentekenplaatverlichting
bag
ageruimte
 5
 3-54
Achteruitrijcamera
 
 139
ba
ndenreparatieset
 
 188-191
Wiel verwisselen
 1
 92-197
-
 
gereedschap
-
 
demonteren
ban
dspanningscontrolesysteem
 
124-125
re
mhulpsysteem
 
156st
abiliteitsregeling 
157-159ban
denspanning 
256
sn
eeuwkettingen
 
198
sl
eutel met afstandsbediening
 3
9-43
-
 o
penen / sluiten
-
 
batterij
co
ntactslot / stuurslot / starten
 
9
7-99
Inbraakalarm
 
44- 46
br
andstoftank
 
 183
tan
kbeveiliging
 
 184
bu
itenspiegels
 6
3
sne
euwscherm
 2
26
be
diening verlichting  
buitenzijde
 
142-146
ko
plampverstelling
 
147
Lampen vervangen
 1
99-202
-
 
koplampen
-
 
xenonkoplampen
-
 
m
istlampen vóór
-
 
zijknipperlichten
Lane departure Warning 
s
y
stem
 1
34
s
top & 
s
t
art
 1
21-123
Portieren
 
49-51
-
 o
penen / sluiten
-
 c
entrale vergrendeling
-
 
noodontgrendelingki
nderbeveiliging 
182ru
itbediening 
47-48 Parkeerhulp voor/achter met  
grafische weergave en 
geluidssignalen
 
 137-13 8
tr
ekhaak
 
 222-223
sl
epen
 2
 20-221 
overzicht  
Page 9 of 344
7
c5_nl_ chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
cockpit
Instrumentenpanelen  15
Verklikkerlampjes  26-33
Meters
 
21-25
op
schakelindicator
 
 120
kno
ppen
 
 25
-
 
dagteller
-
 
weerstand
Parkeerplaatsassistent
 
135-136
ru
itbediening
 
 47-48
bu
itenspiegels
 6
 3
Motorkap openen
 23
1
Zekeringen dashboard
 2
10-213
el
ektronisch geregelde vering 
"Hydractive III +"
 
1
 40 -141
Handgeschakelde / elektronisch  gestuurde / automatische 
versnellingsbak
 
109-110,  
 111
-115 ,  11 6 -11 9
Hill 
s
t
 art Assist  
1
 08Plafonniers
 8
3-84bi
nnenspiegel  64sf
eerverlichting  84
Zonneklep
 
86
Handrem
 1
00
el
ektrische handrem
 1
 01-107
s
 top &  s
t
 art
 1
 21-123
Multifunctionele displays
 3
4-38
Alarmverlichting
 
154
Ventilatie
 6
7-68
Automatische airconditioning   met centrale regeling
 
6
 9 -72
Automatische airconditioning   met gescheiden regeling
 7
3-76
Programmeerbare verwarming
 7
7-82
u
rgence-oproep of  
Assistance-oproep
 1
55, 257-258
e My Way
 2
59 - 312
Autoradio
 
313 - 331
Datum/tijd instellen
 
3
 6, 38
s
tuurwielverstelling
 
 62 Voorzieningen in het interieur
 8
6-90
-
 
handschoenenkastje
-
 
A
uX
 -aansluitingen
-
 
matten...
. 
overzicht  
Page 33 of 344
31
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld 
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen 
naar achteren om de mistlampen vóór uit te 
schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn 
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten 
uit te schakelen.
Controlelampjes ingeschakelde functies
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer 
linksknippert, met  
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omlaag 
beweegt.
Richtingaanwijzer 
rechtsknippert, met  
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog 
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe 
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen 
naar dimlicht.
Alarmknipperlichtenknippert, met 
geluidssignaal. De schakelaar voor de 
alarmknipperlichten op het 
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de 
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
1 
controle tijdens het rijden  
Page 46 of 344
44
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Alarm*
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen 
van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de 
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er 
bewegingen in het interieur worden 
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt 
ingeslagen, als iets of iemand de auto 
binnendringt of als iets of iemand in de auto 
beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er 
veranderingen in de wagenhoogte worden 
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, 
verplaatst of aangestoten.
Vergrendelen van de auto met 
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
* Volgens land van bestemming.
Automatische beveiligingsfunctie
 Dit systeem treedt in werking als iemand 
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert 
de accu, de bedieningseenheid of de 
kabels van de sirene uit te schakelen of 
te beschadigen.
ra
adpleeg het  c
It
 ro
Ën-
 netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats 
alvorens u wijzigingen aan het 
alarmsysteem aanbrengt.
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en 
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende 
typen beveiliging:
F
 
Z
 et het contact af en verlaat de auto.
F
 
D
 ruk op de vergrendelknop van de 
afstandsbediening.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het 
verklikkerlampje van de knop zal één keer per 
seconde knipperen.
De uitwendige beveiliging wordt 5
 
seconden 
nadat de vergrendelknop van de 
afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd. 
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden 
45
  seconden nadat de vergrendelknop van de 
afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet goed 
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, 
maar worden de uitwendige beveiliging, de 
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging 
na 45
 
seconden wel ingeschakeld. 
toegang tot de auto  
Page 47 of 344
45
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de 
afstandsbediening.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het 
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto 
met alleen de uitwendige 
beveiliging ingeschakeld
schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit 
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt 
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
 
e
 en huisdier in de auto wordt 
achtergelaten,
-
 
e
 en ruit op een kier blijft staan,
-
 
d
 e auto wordt gewassen,
-
 
e
 en wiel wordt ver wisseld,
-
 
d
 e auto wordt gesleept,
-
 
d
 e auto op een boot wordt vervoerd.
Uitschakelen van de interieur- en 
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af.
F D ruk binnen 10   seconden op de knop tot 
het verklikkerlampje blijft branden.
F
 
V
 erlaat de auto.
F
 
D
 ruk onmiddellijk op de vergrendelknop 
van de afstandsbediening.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt 
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop 
zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden 
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure 
elke keer na het afzetten van het contact wordt 
uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de 
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Druk op de ontgrendelknop van de  afstandsbediening om de uitwendige 
beveiliging uit te schakelen.
F
 
D
 ruk op de vergrendelknop van de 
afstandsbediening om alle alarmsystemen 
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw 
één keer per seconde knipperen.
2 
toegang tot de auto  
Page 48 of 344
46
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in 
werking en knipperen de richtingaanwijzers 
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden 
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel 
knippert bij het ontgrendelen van de auto met 
de afstandsbediening, is het alarm tijdens uw 
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met 
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
F ontgrendel de auto met de sleutel in het 
slot van het bestuurdersportier,
F
 
o
 pen het portier; het alarm gaat af,
F
 
z
 et het contact aan: het alarm stopt en het 
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto 
zonder het alarm in te 
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de  supervergrendeling in met de sleutel in het 
slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het 
verklikkerlampje van de knop blijft branden, 
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het 
c
It
 ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen*
2 minuten na het sluiten van het laatste portier 
o f de kofferklep, wordt het systeem automatisch 
geactiveerd.
F
  o
m t
 e voorkomen dat het alarm afgaat 
zodra u instapt, drukt u van te voren op de 
ontgrendelknop van de afstandsbediening.
* Volgens bestemming.
om d
e alarmsystemen uit te schakelen: 
toegang tot de auto  
Page 84 of 344
82
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Synchroniseren van de 
afstandsbediening
Als de accu is losgekoppeld geweest of de 
batterij is vervangen, moet de afstandsbediening 
gesynchroniseerd worden.
Druk binnen 5
  seconden na het aansluiten van de 
accu gedurende 1
  seconde op de toets 4  
(
 o
F
 F). 
Als de handeling op de juiste wijze is uitgevoerd, 
wordt de melding "OK"  op het display van de 
afstandsbediening weergegeven.
bi
j een storing wordt de melding " F A I L"  
weergegeven. Voer de handelingen nogmaals uit.
sc
hakel de programmeerbare 
ver warming tijdens het tanken uit  
om de kans op brand of een explosie  
uit te sluiten.
om d
e kans op vergiftiging of 
verstikking uit te sluiten mag de 
programmeerbare verwarming nooit, 
zelfs niet voor een korte tijd, worden 
gebruikt in een afgesloten ruimte zoals 
een garage of werkplaats zonder 
afzuiginstallatie voor uitlaatgassen.
Parkeer om brand te voorkomen de 
auto niet op een gemakkelijk brandbare 
ondergrond (zoals droog gras, 
afgevallen bladeren, papier...).
Het systeem van de programmeerbare 
ver warming wordt gevoed vanuit de 
brandstoftank van de auto. 
c
o
 ntroleer 
voor het gebruik van de ver warming of 
er voldoende brandstof aanwezig is. Als 
het minimum brandstofniveau bereikt is, 
is het raadzaam de programmeerbare 
verwarming niet te gebruiken.
De werking van de bewegingsmelder 
van het interieuralarm kan verstoord 
worden door de lucht van de aanjager 
wanneer de programmeerbare 
verwarming aanstaat.
om het onbedoeld afgaan van het 
interieuralarm te voorkomen, is het 
raadzaam dit uit te schakelen wanneer u 
de programmeerbare verwarming gebruikt.
De programmeerbare verwarming 
kan zodanig worden aangepast dat 
deze het interieur kan voorver warmen. 
ra
adpleeg het  c
It
 ro
Ën-
 netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats. 
ergonomie en comfort