CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 324

Praktische informatie
Demonteren van het wiel

Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hindert; kies een horizontale, vlakke en niet-gladdeondergrond.
Trek de handrem aan, zet het contactuit en schakel de eerste versnelling
* inom de wielen te blokkeren.
Plaats indien nodig een wielblok achter het wiel kruislings tegenover het teverwisselen wiel. Controleer of de inzittenden de autohebben verlaten en zich op een veiligeplaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt; gebruik een bok.
Procedure
)
Ver wijder de verchroomde sierdop van de
wielbouten met het gereedschap 3(alleen bij lichtmetalen velgen).) Bevestig de dop 4
op de wielsleutel 1
en
draai de slotbout (als uw auto daarmee is uitgerust) los. ) Draai de overige wielbouten los met alleende wielsleutel 1
.

*
stand P
(automatische versnellingsbak).

Page 202 of 324

)Plaats de krik 2tegen één van de twee
steunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel).
Bij auto's die zijn voorzien van
dorpelsierli
jsten staat de plaats van het
steunpunt aangegeven op de sierlijst. De krik moet beslist recht onder deze markering worden geplaatst, tegen het
steunpunt achter de sierlijst en niet tegen
de kunststof sierlijst zelf.
)Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.)Verwijder het wiel.


)
Draai de krik 2
uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk
zich loodrecht onder het gebruikte steunpunt Aof B bevindt. )
Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (nietlekke) reservewiel te monteren.

Page 203 of 324

201Praktische informatie
Monteren van het wiel
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wielom het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen.Rijd met een noodreser vewiel niet sneller dan 80 km/h.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reservewielcontroleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en ver wissel hem met het reservewiel.Het is niet toegestaan meer dan éénnoodreservewiel tegelijk te gebruiken.


Procedure
)
Plaats het wiel op de naaf. )
Draai de wielbouten met de hand vast.
)
Draai de slotbout (als uw auto daarmee is
uitgerust) met de wielsleutel 1en de dop 4een beetje vast. ) Draai de overige wielbouten enigszins vast met alleen de wielsleutel 1.

Page 204 of 324

)Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2op en verwijder hem.) Draai de slotbout (als uw auto daarmee is uitgerust) vast met de wielsleutel 1en de dop 4.)
Draai de overige wielbouten vast metalleen de wielsleutel 1
. )
Bevestig de verchroomde doppen op de
wielbouten (alleen bij lichtmetalen velgen).) Berg het gereedschap op in de houder.



Banden RACING


Gebruik en winterse
omstandi
gheden
De in de fabriek gemonteerde banden, maat
215/40 R18 89W, zijn niet geschikt voor extreme winterse omstandigheden. CITROËN
adviseert u om in de winterperiode met
adequate winterbanden te ri
jden.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk indien u uw auto wilt uitrusten met sneeuwkettingen of sneeuwsokken.

Page 205 of 324

203Praktische informatie










Een lamp vervangen

De koplampunits zijn voorzien van glasvan polycarbonaat met een speciale vernislaag: )reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)
gebruik een spons met zeepwater,)
wanneer u met een hogedrukspuit hardnekkig vuil probeert tever wijderen, richt dan nimmer de straal op de koplampen, deachterlichten en de randen ervan, om lakbeschadigingen en beschadigingvan de afdichtrubbers te voorkomen.
)
Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek. Bij het ver vangen van lampen moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn (risico van ernstige verbranding). In verband met het behoud van de kwaliteit van de koplampen mogen uitsluitend anti-UV-lampen wordengebruikt.Ver vang een kapotte lamp altijd door eennieuwe lamp met dezelfde specificaties.

Koplampen
1.Richtingaanwijzers(PY21W amberkleurig).2.Parkeerlichten (W5W).3.Grootlicht (H1- 55W).4.Dimlicht (H7-55W).5. Mistlampen (PSX24W).6.LED-dagrijverlichting (diodes).

Page 206 of 324

Lamp van richtingaanwijzer vervangen
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldigde beschermkap om er voor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.
De amberkleurige lampen, zoals dievan de richtingaanwijzers, moetenworden vervangen door lampen met dezelfde kleur en specificaties.
Wanneer het controlelampje van derichtingaanwijzer (rechts of links) met een hogere frequentie dan normaal knipper t, duidt dit op een defecte lampaan de desbetreffende zijde.
)Draai de lamphouder een kwar t
omwenteling en verwijder het geheel.)Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren in de om
gekeerde volgorde uit.
Lampen dimlicht vervangen
)Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen. )Neem de stekker van de lamp los.)Druk de veren uit elkaar om de lamp te kunnen verwijderen. )Trek de lamp uit de lamphouder en vervangde lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
vol
gorde.

Page 207 of 324

205
Praktische informatie
Lampen grootlicht vervangen
)Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen. )Neem de stekker van de lamp los.)Druk de veren uit elkaar om de lamp te kunnen verwijderen.)Trek de lamp uit de lamphouder en vervangde lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
vol
gorde.
Lampen parkeerlicht vervangen
) Trek aan de borglip om de beschermkap te
ver wijderen.) Trek aan de lamphouder ter wijl u aan beide kanten op de beide borglippen drukt.)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.


Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
) Steek ter hoogte van het midden van het zijknipperlicht een schroevendraaier
tussen het zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel. ) Wip het zijknipperlicht met de schroevendraaier los. )
Neem de stekker van het zijknipperlicht los. )
Vervang de zijknipperlichtunit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Een nieuwe zijknipperlichtunit is verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.

Page 208 of 324

U kunt deze unit bestellen bij het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. Voor vragen over het ver vangen van deze lampen kunt u terechtbij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Mistlampen vóór vervangen
)Via de opening onder de voorbumper kuntu de mistlampen vóór bereiken.
)Neem de zwarte stekker van delamphouder los door aan de bovenkant op
de borglip te drukken. )Verwijder de lamphouder door op de twee klemmen te drukken (boven en onder). )Vervang de unit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
vol
gorde.
LED van dagrijverlichtingvervangen

Neem voor het ver vangen van dit type lamp met LED’s contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 209 of 324

207
Praktische informatie
1.Remlicht/parkeerlicht (P21/5W).2.Parkeerlichten (P5W).3.Richtingaanwijzers
(PY21W, amberkleurig) . 4.Mistachterlicht links (PR21W, rood)Achteruitrijlicht rechts (P21W).
Achterlichten

Rode of amberkleurige lampen, zoals de richtingaanwijzers of hetmistachterlicht, moeten vervangenworden door lampen met dezelfde specificaties en kleur.
Lampen vervangen
)
Open de achterklep.)
Ver wijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.) Draai de vlindermoer voor de bevestigingvan de lampunit los. )
Neem de stekker van de lampunit los. )
Ver wijder voorzichtig de lampunit door er in een rechte beweging aan te trekken.
)
Maak de vier borglippen los en ver wijder
de lamphouder.
) Draai de lamp een kwart omwenteling en
ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Zorg er voor dat de lampunit in de geleiders
komt door de lampunit
goed in de lengteas vande auto te houden.

Page 210 of 324

Lampen kentekenplaatverlichtingvervangen (W5W)
)Steek een kleine schroevendraaier in een
van de buitenste
gaten van het lampglas.)Duw de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken.)Verwijder het lampglas. )Trek de lamp uit de houder en vervang delamp.
Lamp derde remlicht vervangen(4 lampen W5W )pp
) Open de achterklep.)
Ver wijder de twee afsluitdoppen Aop het
binnenpaneel van de achterklep. ) Druk in een rechte beweging
tegen de lampunit en gebruik tweeschroevendraaiers als hefboom om de unit
via de buitenzijde te ver wijderen. ) Neem de stekker van de lampunit en indien
nodig de slang van de ruitensproeier los. ) Draai de lamphouder van de defecte lampeen kwart omwenteling. )
Trek aan de lamp en ver vang deze.
Voer het monteren uit in de om
gekeerde volgorde.




Lamp derde remlicht vervangen (LED's)

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om dit type LED-
verlichting te vervangen.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 330 next >