CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 211 of 324

209Praktische informatie
Binnenverlichting

Plafondverlichting (1 / W5W)


Maak de kap van de plafondverlichting 1
met een dunne schroevendraaier los, aan de zijde
van de schakelaar, om de defecte gloeilamp te
kunnen bereiken.



Kaartleeslampjes (2 / W5W)


Maak de kap van de plafondverlichting 1
los. Maak het schot van het desbetreffende
kaartleeslampje 2 los, om de defecte gloeilamp
te kunnen bereiken.
Bagageruimteverlichting (W5W)
Tr e k d e v e r l i c h t i ngsunit los door van achter
tegen de voet te drukken.

Verlichting voetenruimte en
opbergvak middenconsole (W5W)
Tr e k d e v e r l i c h t i ngsunit los om de lamp te kunnen bereiken.
Verlichting dashboardkastje (W5W)


Tr e k d e v e r l i c h t i ngsunit los om de lamp te
kunnen bereiken.

Page 212 of 324




















Zekeringen vervangen


Montage van elektrischeaccessoires

Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekeninggehouden met de montage van zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats voordat u andereelektrische voorzieningen of accessoires inde auto monteert of laat monteren.

CITROËN is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra accessoires die niet door CITROËN aanbevolen en geleverdworden, en die niet volgens haar voorschriften zijn gemonteerd. Ditgeldt met name als het gezamenlijkestroomverbruik van de extraaccessoires meer dan 10 milliampère bedraagt.
De tang voor het ver wijderen van zekeringenevenals de reservezekeringhouders bevinden
zich aan de binnenzijde van het deksel van de
zekeringkast in het dashboard:)trek aan de zijkant van het deksel om hetlos te maken,)ver wijder het deksel volledig,)maak de tang los.

Toegang tot het gereedschap

Voordat u een zekering ver vangt, dient u de
oorzaak van de storing op te sporen en te(laten) verhelpen.) U kunt aan de draad van een zekering zienof deze defect is.

Vervangen van een zekering
GoedDefect
)
Gebruik de speciale tang om de zekeringuit de zekeringkast te ver wijderen. )
Ver vang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte. )
Selecteer de zekering aan de hand van
het nummer op de zekeringkast, de op de
zekering aangegeven stroomsterkte en het onderstaande overzicht.

Page 213 of 324

211Praktische informatie
Zekeringen dashboard

De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
)Zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap".
Overzicht zekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
FH36
5ATrekhaakmodule.
FH3
7-Niet gebruikt.
FH3
820 AHifi-versterker.
FH39
20 AStoelverwarming.
FH4
040 ATrekhaakmodule.
AmpèreFuncties
F115 ARuitenwisser achter.
F2
-Niet gebruikt.
F3
5 AComputer airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F
410 A Airconditioning, koppelingscontact, elektrochromatische
spiegel, roetfilterpomp (Diesel), diagnose-aansluiting,luchtdebietmeter (Diesel).
F530 ARuitbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor ruitbediening voor.
F
630 AMotor bediening ruit bestuurderspor tier.
F7
5 APlafonnier, verlichting dashboardkastje.

Page 214 of 324

ZekeringAmpèreFuncties
F
820 A Multifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F
930 A
12V- aansluiting, voeding steun por table navigatiesysteem.
F1
015 A Stuurkolomschakelaars.
F1
115 A Contactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F12 15 A
Regen-
/lichtsensor, trekhaakmodule.
F1
35 A Hoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 A Computer parkeerhulp, airba
gcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning, USB
Box, hifi-versterker.
F1
530 A
Vergrendeling.
F1
6- Niet gebruikt.
F1740 A Achterruit- en buitenspiegelver warming.
S
H- Shunt tijdens opslag.

Page 215 of 324

213Praktische informatie

Zekeringen motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder demotorkap, naast de accu (links).To egang tot de zekeringen
)
Maak het deksel los.
)
Ver vang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf). ) Sluit na het ver vangen van de zekeringzorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.

Alle werkzaamheden aan de zekeringen in de zekeringkast op de accu dienen te worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.

Page 216 of 324

Overzicht zekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
F
120 AVoeding motormanagementcomputer, bedieningsrelais koelventilator, multifunctioneel hoofdrelaismotormanagement, brandstofpomp (Diesel).
F2 15
AClaxon.
F
310 ARuitensproeiers voor en achter.
F420 ADagrijverlichting.
F
515 AVoor ver war ming brandstof (Diesel), brandstofadditiefpomp (Diesel), luchtdebietmeter (Diesel), EGR-elektroklep (Diesel), voor ver warming blow-by en elektrokleppen (VTi).
F
610 A ABS-/ESP-computer, secundaire remlichtschakelaar.
F710 AElektrische stuurbekrachtiging, automatische versnellingsbak.
F
825 ABediening star tmotor.
F9
10 ASchakel- en beveiligingsmodule (Diesel).
F10
30 AVoor ver war ming brandstof (Diesel), voor ver warming blow-by (Diesel), brandstofpomp (VTi), verstuivers en
bobines (Benzine).
F1140 A Aanjager airconditioning.

Page 217 of 324

215
Praktische informatie
ZekeringAmpèreFuncties
F1230 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F1
340 AVoeding BSI (+ na contact).
F1
430 AVoeding Valvetronic (VTi)
F1
510 AGrootlicht rechts.
F1
610 AGrootlicht links.
F17 15 ADimli
cht links.
F18 15 ADimli
cht rechts.
F1
915 ALambdasondes en elektrokleppen (VTi), elektrokleppen
(Diesel), EGR-elektroklep (Diesel).
F20 10 APompen,
gestuurde thermostaat (VTi), elektroklep nokkenas (THP), sensor water in brandstof (Diesel).
F2
15 AVoeding bediening koelventilator, ABS / ESP, turbopomp (THP).

Page 218 of 324

Overzicht hoofdzekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
MF1*60 AKoelventilator.
MF2 *30 A ABS-/ESP-pomp.
MF3
* 30 A ABS-/ESP-elektrokleppen.
MF4*60 AVoeding BSI.
MF5 * 60
AVoeding BSI.
MF6 *30 AExtra koelventilator (THP).
MF7 *80 AZekeringkast interieur.
MF
8 * -Niet gebruikt.
*
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.

Page 219 of 324

217Praktische informatie










Accu Procedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
De accu bevindt zich in de motorruimte.Toegang tot de accu:
)
open de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,) bevestig de motorkapsteun,)
beweeg de kunststof afdekkap van de (+)pool omhoog.


Toegang tot de accu
)
Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+)
pool van de hulpaccu B.


Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels


Na het monteren van de accu door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats duurt heteven voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken, hoe lang dit duur tis afhankelijk van klimatologischeomstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Deze sticker hoort bij het Stop &Start-systeem en geeft aan dat er eenspeciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door een dealer van het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kaner toe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.
)
Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B
. )
Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwar te kabel aan op het afzonderlijkemassapunt (-) van uw auto.

Page 220 of 324

)Start de stroomgevende auto. )Stel de startmotor van de auto met
ontladen accu in werking en laat de motor draaien.)Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.



Laden met behulp van een
acculader

Accu's bevatten schadelijke stof fen,zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuilterechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bijeen speciaal afvalstoffendepot.
)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Koppel de accu niet los om deze op teladen.
Het aanduwen van een auto met de "SensoDrive" versnellingsbak om demotor te starten is niet toegestaan.

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 330 next >