CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 408

Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos
rijden op biobrandstoffen die aan de huidigeen toekomstige Europese richtlijnen voldoen(diesel die voldoet aan de richtlijn EN590 gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).















Vulpistoolrestrictie (diesel) * Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te
tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop
ver wijdert.
Wanneer u bi
j een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,wordt dit tegengehouden door een klep,waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet getankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
Werking
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk.Houd de tuit van de jerrycan recht, druk deze niet tegen de klep van de vulpistoolrestrictie en giet voorzichtigom ervoor te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
*
Vol
gens land van bestemming.

Page 122 of 408


Uitschakelen


Gebruik
)Steek het gereedschap in de tank tot dehandgreep tegen de aanslag stoot. )Verwijder het gereedschap volledig.)Vul de tank.

Om te kunnen tanken bij tankstations met
dieselvulpistolen die niet van het juiste type zijn (deze zijn in sommige landen te vinden), is er gereedschap waarmee u tijdelijk de
vulpistoolrestrictie kunt uitschakelen.
De vulpistoolrestrictie treedt automatisch weer in werking zodrawordt getankt met een vulpistool dataan de normen voldoet.

Dit
gereedschap zal in de loop van het jaar
beschikbaar zijn.



Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tankenvan Diesel per land kunnen verschillen, kan de aanwezigheid van eentankbeveiliging op de auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is. Wij adviseren u daarom voordat u naar het buitenland afreist bij het CITROËN-netwerk te informeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.

Page 123 of 408

Toegang tot de auto

Page 124 of 408

005
Zicht

Page 125 of 408

Page 126 of 408















Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
D
e lichtschakelaar heeft verschillende standenom de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslichtonvoldoende is.

Hoofdverlichting

Uw auto is voorzien van aanvullende verlichtingvoor specifieke rijomstandigheden:


- mistachterlichten,

- mistlampen vóór met statische
bochtverlichting,

- meedraaiende koplampen voor eenoptimaal zicht in bochten,

- dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,

- follow me home- / instapverlichting voor een beter zicht bij het in- en uitstappen,

- parkeerlichten om de zijkant van de auto te
markeren als u in het donker parkeert.


Aanvullende verlichting

U kunt bepaalde functies afzonderlijk instellen:


- dagrijverlichting,

- automatische verlichting,

- follow me home-verlichting,

- instapverlichting,

- bochtverlichting.


Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kanzich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de
achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

Page 127 of 408

Zicht
Uitvoering zonder automatischeinschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling

Handbediende functies

De lichtschakelaar bestaat uit de ring A
en de hendel B.
Parkeerlichten (kenmerkende verlichtingsvorm).
Automatische verlichting.
B. Trek de hendel naar u toe om over te
schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken. A. Rin
g voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting: draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichten uit.
P
arkeerlicht.
Dimlicht of
grootlicht.
Verklikkerlampjes

Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat degeselecteerde verlichting is ingeschakeld. Da
grijverlichting is verplicht in sommige
landen en wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestar t zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.

De da
grijverlichting is beschikbaar:


- in landen waar dit volgens de wetgevingverplicht is;
het dimlicht brandt in combinatiemet de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting; deze functie kanniet worden uitgeschakeld.

- in overige landen;
er branden speciale lichtunits in
combinatie met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichtin
g; deze functie kan
worden ingeschakeld of uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.

De verlichtin
g van de cockpit (multifunctioneel
display, bedieningspaneel airconditioning, ...) gaat niet branden, behalve wanneer deze bij
donker automatisch wordt ingeschakeld of
wanneer de verlichting wordt ingeschakeld(handmatig of automatisch).
Dagrijverlichting
De lichtschakelaar moet in de stand "0"
of "AUTO"
(dagstand) staan.

Page 128 of 408

Ring voor de selectie van de mistverlichting.
De mistverlichting werkt in combinatie met dimlicht en grootlicht.
Verdraai rin
g C:)
één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
) twee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
) één stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
) twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Uitvoering met mistlampen vóór
en mistachterlichten
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en demistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niettoegestaan.
U moet zelf inschatten wanneer u demistlampen moet inschakelen, omdat mogelijk de lichtsterktesensor vande automatische verlichting ondanks eventueel aanwezige mist tochvoldoende licht kan constateren. Vergeet niet de mistlampen uit te zettenzodra ze niet meer nodig zijn. Mistlam
pen vóór en mistachterlichten
Als de verlichtin
g automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden. ) Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. De parkeerlichten worden dan ookuitgeschakeld.

Page 129 of 408

127Zicht
Uitschakelen van de verlichting bij afzetten van het contact
Als u het contact afzet, worden alle lichten automatisch uitgeschakeld, behalve als de automatische "follow me home"-verlichting is geactiveerd.
Deze
functie zorgt er voor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
ver
gemakkelijken.
Inschakelen
) Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal"
met de lichtschakelaar. ) Geef nogmaals een "lichtsignaal" om defunctie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g
Aanzetten van de verlichting na afzetten vanhet contact gg

Om de verlichting weer aan te zetten, draait u de ring Ain de stand "0"-lichten gedoofd, en kiest u ver volgens de door u gewenste stand. Als het bestuurderspor tier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaalom aan te geven dat de verlichting nogbrandt.
De verlichting gaat vanzelf na enige tijd uit; hoe lang dit duur t is afhankelijk vande laadtoestand van de accu (overgangnaar eco-modus).

Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het inschakelen van de parkeerlichten aan de kant van het verkeer. )
Duw de lichtschakelaar binnen éénminuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichtenaan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de wegparkeren: lichtschakelaar omlaag duwen; parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door eengeluidssignaal en het branden van het
verklikkerlampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen delichtschakelaar in de middelste stand.

Page 130 of 408

Met behulp van een lichtsterktesensor worden de kentekenplaatverlichting, het parkeerlicht en
het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichtin
g kan ook, in geval van neerslag,gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)
Draai de ring in de stand "AU TO "
. Het
activeren van de functie wordt bevestigddoor een melding op het display.


Uitschakelen
)
Draai de ring in een andere stand.Het uitschakelen van de functie wordt
bevestigd door een melding op het display.



Automatische follow me
home-verlichtin
g

Storing
Bij een storing in de
lichtsterktesensor gaat de
verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een
melding op het display, in combinatie met eengeluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij mist of sneeuw kan delichtsterktesensor ten onrechte voldoende licht waarnemen; de verlichting wordt dan niet automatisch ingeschakeld.
Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsterktesensor,die zich in het midden van de voorruitachter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies worden dan niet meer bediend.
Als de functie automatische verlichting
is geactiveerd, wordt onder donkere
omstandigheden het dimlicht automatisch
ingeschakeld bij het afzetten van het contact.

Programmeren

Het inschakelen of uitschakelen en
de tijdsduur van de follow me home-
verlichting zijn in te stellen via het configuratiemenu van de auto.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 410 next >