CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 408

Rijden
)Prik afsluiter Dvan het gootje E door met de slinger. )Plaats de slinger in het gootje. )Draai de slinger rechtsom
. Vanwege deveiligheiddient u zo lang aan de slinger
te draaien tot u niet verder kunt of tot u een klikgeluid hoor t. Nu is de parkeerrem
ontgrendeld. )Ver wijder de slinger en berg deze met de
wielblokken op bij het boordgereedschap.

Neem in verband met de veiligheidna deze handeling altijd en zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om hetdeksel te laten vervangen.
De auto kan wegrollen nadat demechanische noodontgrendeling is
uitgevoerd. Als dit gereedschap isaangebracht, kan de parkeerrem niet meer worden aangetrokken.
De hendel A
mag niet wordenbediend en de motor mag niet worden uitgezet of gestar t als het ontgrendelgereedschap aangebracht is. Houd de opening vrij van stof en vocht.


-
De werking van de parkeerrem wordt
weer geactiveerd als u het contact af- en
weer aanzet. Als het activeren van de
parkeerrem niet mogelijk is, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
- Het kan hierna langer dan normaal duren
voor de parkeerrem is aangetrokken.

Page 202 of 408

Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer controlelampjes uit de onderstaande tabel, zet deauto dan op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
SituatiesGevolgen

Weergave van de melding" Storing parkeerrem "en de
volgende controlelampjes:

- De automatische bediening is uitgeschakeld.

- De Hill Start Assist is niet beschikbaar.

- De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.

Weergave van de melding" Storing parkeerrem "en de
volgende controlelampjes:

- De elektrische parkeerrem kan alleen worden vrijgezet door het rempedaal in
te trappen en de hendel los te laten.

- De Hill Start Assist is niet beschikbaar.

- De automatische bediening en het handmatig aantrekken van de parkeerrem
blijven mogelijk.
Weergave van de melding
"
Storing parkeerrem "en de
volgende controlelampjes:

- De automatische bediening is uitgeschakeld.

- De Hill Start Assist is niet beschikbaar.

Page 203 of 408

201Rijden
SituatiesGevolgen

Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:) parkeer de auto en zet het contact uit,)
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,)
zet het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten: ) zet het contact aan, )
trek aan de hendel, houd deze ongeveer 3 seconden uitgetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de controlelampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeemcontroleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
en eventueel
knipperend

Weergave van de melding " Storing parkeerrem " en de
volgende controlelampjes:

- Alleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en
automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.

- Het handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.

en eventueel
knipperend

Storing accu:

- Als het laadstroomcontrolelampje gaat branden, moet u de auto direct stoppen (rekening houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen
beveiligen (plaats indien nodig de twee wielblokken onder de wielen).

- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.

Page 204 of 408






Handbediende parkeerrem
)Tr e k d e h efboom van de parkeerrem
volledig aan om uw auto stil te zetten.


Vrijzetten
)
Tr e k d e h efboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag.
Draai bij het parkeren van de autoop een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan, schakel een versnelling in en zet hetcontact uit.

Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display,geeft dit aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.

Page 205 of 408

203Rijden








Handgeschakelde 6-versnellingsbak
)
Trek de ring onder de pookknop omhoogen beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling

Voor uw veiligheid en om het star ten van de motor te vergemakkelijken:


- zet de versnellingshendel altijd inde neutraalstand,

- trap het koppelingspedaal in.

Schakel de achteruitversnelling alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait.


Inschakelen van de 5e
of
de 6e
versnelling
)Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e
of de6 eversnelling in te schakelen.

Page 206 of 408












Opschakelindicator *
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt.

Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van desituatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalvealtijd zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.

- Het s
ysteem kan u in dit geval advisereneen hogere versnelling in te schakelen.
De in
formatie wordt in de vorm van een pijl
op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.

In rijsituaties waarin veel van de motor wordt gevraagd (diep intrappen van hetgaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven.
Het systeem zal u nooit adviseren om:


- de eerste versnelling in teschakelen,

- de achteruitversnelling in te schakelen,

- terug te schakelen.


*

Afhankelijk van de motoruitvoering.
Voorbeeld:


- U rijdt in de derde versnelling.

-
U trapt het gaspedaal geleidelijk in.

Page 207 of 408

205
Rijden

Bij de EGS 6-versnellingsbak kunt u kiezen
tussen automatische bediening en handmatig
schakelen.
Deze transmissie heeft twee gebruiksmogelijkheden:


-
automatischebediening, waarbij het
op- en terugschakelen volledig automatisch
wordt geregeld, zonder dat de bestuurder
iets hoeft te doen,-handmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen met de bedieningen onder het stuur wiel.
Tijdens de automatische bediening kunt u op elk gewenst moment tijdelijk zelf schakelen.















EGS 6-versnellingsbak
R.
Achteruit. )
Tr ap het rempedaal in, trek de selectiehendel omhoog en duw deze naar
voren.
N
.Neutraalstand. ) Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische bediening.)
Duw de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren.M.Sequentiële bediening om handmatig teschakelen.)Duw de selectiehendel naar achteren om dezestand te selecteren en schakel vervolgens met
behulp van de flippers achter het stuur.
Selectiehendel
+.Opschakelen (rechts van het stuur wiel).)
Tr e k d e flipper "+"
aan de rechterzijde
achter het stuur een keer naar u toe om op
t
e schakelen.
-. Te r ugschakelen (links van het stuur wiel).)
Trek de flipper "-"aan de linkerzijde achter het stuur een keer naar u toe om terug te schakelen.


Flippers achter het stuur


Het is niet mogelijk om de neutraalstand of de achteruitversnellingmet behulp van de flippers teselecteren.

Page 208 of 408

Standen van de selectiehendel
N. Neutral (neutraalstand).R.Reverse (achteruitversnelling).1 - 6.Ver snellingen bij sequentieel schakelen.AUTO.
Gaat branden als u kiest voor automatische bediening en gaat uit als
u kiest voor sequentiële bediening.

Weergave op het instrumentenpaneel

Starten van de auto
De aanduiding N
op het displayknipper t als u de motor probeer t testarten zonder dat de selectiehendel inde stand N
staat.
)
Selecteer de stand N . )
Houd het rempedaal ingetrapt. )
Start de motor.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding N.
)Selecteer de automatische bediening(stand A ), de sequentiële bediening (standAM) of de achteruitversnelling (stand R ). R)Zet de handrem vrij als deze niet automatisch wordt bediend. )Laat het rempedaal geleidelijk los.)Geef gas.

Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidin
gen AUTOen 1 , 1 of R.


Tijdens het starten van de motor moethet rempedaal worden ingetrapt.


Als bij het starten van demotor het rempedaal nietwordt ingetrapt, brandt op het instrumentenpaneel het pictogram Voetop het rempedaalin combinatie met een geluidssignaal en een melding ophet display.

Page 209 of 408

Rijden

Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor eeninhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.
Tijdelijk zelf schakelen
U kunt tijdelijk zelf schakelen met de flippers
"+"et "-": als het motortoerental het toestaat,
wordt de gevraagde versnelling ingeschakeld.
Met deze functie kunt u anticiperen op
bepaalde ri
jsituaties, zoals het inhalen van een auto of een bocht in de weg.
Als de flippers enige tijd niet meer gebruikt worden, gaat de versnellingsbak weer over opde automatische stand.

Handbediende stand
)Selecteer de stand A .



Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTO
en de
ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt automatisch,
z
onder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- optimaal brandstofverbruik,

- r
ijstijl,

- profiel van de weg,

- belading van de auto.
)
Selecteer de stand M .
De ingeschakelde versnellingen verschijnenachtereenvolgend op het display van hetinstrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere
versnelling is alleen mogelijk als het motortoerental dit toestaat.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch teru
g, zodat de juiste versnellingis geselecteerd op het moment dat u hetgaspedaal weer intrapt.
Bij krachtig accelereren wordt de hoogste
versnelling niet ingeschakeld als de bestuurder
de flippers achter het stuur niet bedient.
Selecteer tijdens het rijden nooit deneutraalstand N.

Selecteer de neutraalstand N
nooit tijdens het rijden.


De stand kan op elk gewenst moment worden veranderd door de selectiehendel in de stand Aof juist in de stand M
te zetten (al naar gelangwelke stand is ingeschakeld).

Page 210 of 408


Stilzetten van de auto
Storing
Als de aanduiding AUTObij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie met een geluidssignaal en een melding ophet display, duidt dit op een storing in de
versnellingsbak.
Laat dit zo snel mogelijk controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Selecteer wanneer u de auto metdraaiende motor stilzet altijd deneutraalstand N . Controleer voordat u werkzaamheden onder de motorkap uitvoert altijd of de selectiehendel in de neutraalstand Nstaat en de handrem is aangetrokken.Trek de handrem stevig aan om de auto volledig te blokkeren, behalve wanneer de handrem automatisch wordt bediend.
Voordat u de motor a
fzet, kunt u:


- de selectiehendel in de stand Nzetten om
de neutraalstand te selecteren,

of

- een versnelling ingeschakeld laten. In datgeval kan de auto niet worden verplaatst.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R
) Ruitsluitend als de auto volledig stilstaat en de
voet op het rempedaal wordt gehouden.
)Selecteer de stand R.

Als op lage snelheid de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, knipper t het lampje
N
en wordt automatisch de neutraalstand
ingeschakeld. Zet de selectiehendel in de stand
Nen vervolgens weer in de stand Rom de achteruitversnelling in te schakelen.

Trek in beide gevallen altijd de handremaanom de auto volledig stil te zetten (als de
handrem niet in de automatische stand staat
ingesteld).
Achteruitversnelling
Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 410 next >