CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 401 of 431
399
Page 402 of 431
Page 403 of 431
4Dconcept
Diadeis
Edipro
05-13
  Dit instructieboekje behandelt alle beschikbare 
uitrustingen van dit model. 
  Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de 
uitvoering en de specifi eke kenmerken voor het land 
waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel 
van de in dit boekje vermelde uitrustingen voorzien. 
  Aansprakelijkheid voor de gegeven beschrijvingen 
en illustraties wordt niet aanvaard. Automobiles 
CITROËN behoudt zich het recht voor tussentijds 
wijzigingen aan te brengen in de door haar 
gevoerde modellen en de bijbehorende uitrusting 
en accessoires, zonder verplicht te zijn dit 
instructieboekje aan te passen. 
  Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van 
uw auto. Vergeet niet dit boekje bij doorverkoop van 
uw auto aan de nieuwe eigenaar te geven.   Automobiles CITROËN verklaart dat, door 
toepassing van de voorschriften in de Europese 
regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking tot 
autowrakken, wordt voldaan aan de in deze richtlijn 
gestelde doelen en dat recycleerbare materialen 
worden gebruikt voor de fabricage van producten 
die door haar worden verkocht. 
  Reproductie of vertaling, zelfs gedeeltelijk, is 
verboden zonder schriftelijke toestemming van 
Automobiles CITROËN. 
  Gedrukt in de EU 
   
Néerlandais      
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto 
contact op met een gekwalifi ceerde werkplaats 
die beschikt over de juiste technische informatie, 
vakkennis en apparatuur. Het CITROËN-netwerk is 
in staat u dit te bieden.   
Page 404 of 431
13DS4.0070
Néerlandais 
Page 405 of 431
1Controle tijdens het rijden
   
 
Controlelampje 
 
   
 
brandt 
 
   
 
Oorzaak 
 
   
 
Acties / Opmerkingen 
 
 
   
 
   
 
Service 
 
   
tijdelijk, in combinatie 
met een melding.    Er zijn één of meer kleine storingen 
gedetecteerd waarbij geen specifiek 
verklikkerlampje gaat branden.   Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van 
de melding op het display. 
  Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een 
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te 
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de 
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van 
minimaal 60 km/h totdat het verklikkerlampje dooft). 
  Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in 
het controlesysteem bandenspanning, het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
   
permanent, in 
combinatie met een 
melding.    Er zijn één of meer ernstige storingen 
gedetecteerd waarbij geen specifiek 
verklikkerlampje gaat branden.   Identificeer de oorzaak van de storing met behulp 
van de melding op het display en raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
   
permanent, in combinatie 
met het knipperen en 
ver volgens blijven branden 
van de onderhoudssleutel.   
Het onderhoudsinter val is 
overschreden.   Alleen bij BlueHDi uitvoeringen met dieselmotor. 
  Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk 
uitvoeren.  
Page 406 of 431
2Controle tijdens het rijden
   
 
Controlelampje 
 
   
 
brandt 
 
   
 
Oorzaak 
 
   
 
Acties / Opmerkingen 
 
 
   
 
   
 
Additief AdBlue
® 
 
   
(BlueHDi-
dieselmotor) 
 
  
 
permanent zodra het contact 
is aangezet, in combinatie 
met een geluidssignaal en 
een melding van het aantal 
kilometers dat u nog kunt 
rijden.   
De actieradius ligt tussen de 600 en 
2400 km.   Laat het AdBlue® 
 
-reservoir snel bijvullen: neem 
contact op met het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij. 
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek. 
   
+  
 
 
knippert, in combinatie 
met het branden van het 
verklikkerlampje SERVICE, 
een geluidssignaal en een 
melding van het aantal 
kilometers dat u nog kunt 
rijden.   
De actieradius ligt tussen de 0 en 
600 km.   Laat het AdBlue® 
 
-reservoir  zo snel mogelijk 
 bijvullen 
om  storingen te voorkomen 
: neem contact op 
met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats of vul zelf het reservoir bij. Raadpleeg 
daarvoor de desbetreffende rubriek. 
   
knippert, in combinatie 
met het branden van 
het verklikkerlampje 
SERVICE, een 
geluidssignaal en een 
melding dat starten 
niet is toegestaan.    Het AdBlue
®-reservoir is leeg: 
het starten van de motor wordt 
geblokkeerd door het wettelijk 
verplichte startblokkeringssysteem.   Om de motor te kunnen starten  moet 
 u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats 
of vul zelf het reser voir bij. Raadpleeg daar voor de 
desbetreffende rubriek. 
  U  moet 
 het additiefreser voir bijvullen met minimaal 
3,8 liter AdBlue
®   
.  
Page 407 of 431
3Controle tijdens het rijden
   
 
Controlelampje 
 
   
 
brandt 
 
   
 
Oorzaak 
 
   
 
Acties / Opmerkingen 
 
 
   
+ 
  +  
 
 
 
SCR-
emissieregelsysteem  
(BlueHDi-
dieselmotor)   
  
 
permanent zodra het contact 
is aangezet, in combinatie 
met het branden van het 
verklikkerlampje SERVICE 
en het verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een melding.   
Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.   Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot 
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet. 
   
knippert zodra het contact is 
aangezet, in combinatie met het 
branden van het verklikkerlampje 
SERVICE en het verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een melding 
met betrekking tot de actieradius.   
Na bevestiging van de storing in 
het emissieregelsysteem kunt u 
maximaal 1100 km afleggen voordat 
het systeem het starten van de motor 
blokkeert.   Raadpleeg  zo snel mogelijk 
 het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om 
  storingen te voorkomen 
. 
 
 
knippert zodra het contact 
is aangezet, in combinatie 
met het branden van het 
verklikkerlampje SERVICE 
en het verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een melding.   
U hebt de actieradius overschreden 
die is toegestaan na de 
bevestiging van de storing in het 
emissieregelsysteem: het starten van 
de motor wordt geblokkeerd door het 
startblokkeringssysteem.   Neem  verplicht 
 contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de 
motor weer te kunnen starten.  
Page 408 of 431
2Controle tijdens het rijden
  Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter 
worden bij het aanzetten van het contact zowel 
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator 
weergegeven. 
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Motorolieniveaumeter *  
 
Een controle van het olieniveau is alleen 
betrouwbaar als de auto op een vlakke, 
horizontale ondergrond staat en de motor 
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid. 
   
Olieniveau correct  
   
Te weinig olie 
 
Als het motorolieniveau te laag is gaat " OIL 
" 
knipperen of wordt een melding weergegeven 
in combinatie met het branden van het 
verklikkerlampje Ser vice en een geluidssignaal. 
  Controleer het olieniveau met de peilstok. Als 
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie 
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige 
motorschade ontstaat. 
  Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".  
 
 
Storing van de 
motorolieniveaumeter 
  Als er een storing is van de 
motorolieniveaumeter gaat " OIL 
- -" knipperen of 
wordt een melding weergegeven.   
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.  
   
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt 
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd. 
  Zolang het systeem niet werkt, moet u het 
motoroliepeil controleren met de peilstok in de 
motorruimte. 
  Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".  
 
 
 
*  
 Volgens uitvoering.   
Page 409 of 431
4Controle tijdens het rijden
  Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter 
worden bij het aanzetten van het contact zowel 
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator 
weergegeven. 
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Motorolieniveaumeter *  
 
Een controle van het olieniveau is alleen 
betrouwbaar als de auto op een vlakke, 
horizontale ondergrond staat en de motor 
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid. 
   
Olieniveau correct  
   
Te weinig olie 
 
Als het motorolieniveau te laag is gaat " OIL 
" 
knipperen of wordt een melding weergegeven 
in combinatie met het branden van het 
verklikkerlampje Ser vice en een geluidssignaal. 
  Controleer het olieniveau met de peilstok. Als 
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie 
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige 
motorschade ontstaat. 
  Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".  
 
 
Storing van de 
motorolieniveaumeter 
  Als er een storing is van de 
motorolieniveaumeter gaat " OIL 
- -" knipperen of 
wordt een melding weergegeven.   
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.  
   
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt 
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd. 
  Zolang het systeem niet werkt, moet u het 
motoroliepeil controleren met de peilstok in de 
motorruimte. 
  Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".  
 
 
 
*  
 Volgens uitvoering.   
Page 410 of 431
5Controle tijdens het rijden
  Dit systeem geeft aan hoeveel kilometer u 
nog ver wijderd bent van de eerstvolgende 
onderhoudscontrole volgens het 
onderhoudsschema van de fabrikant. 
  Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste 
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis 
van de afgelegde afstand en de verstreken tijd 
sinds de laatste onderhoudscontrole. 
  Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor 
kan, afhankelijk van het land van bestemming, 
ook de ver vuiling van de motorolie invloed 
hebben op de berekende afstand tot de 
volgende onderhoudscontrole. 
   
 
 
 
 
Onderhoudsindicator 
 
 
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is 1000 tot 3000 km 
  Als het contact wordt aangezet, 
gaat gedurende enkele seconden 
de onderhoudssleutel branden. De 
kilometerteller of een signalering midden 
op het instrumentenpaneel geeft de 
resterende kilometers tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole aan. 
   
Voor beeld: 
 de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km. 
  Als het contact wordt aangezet, geeft het 
display een paar seconden het volgende aan: 
   
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is minder dan 1000 km 
   
Voor beeld: 
 de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole bedraagt 900 km. 
  Als het contact wordt aangezet, geeft het 
display een paar seconden het volgende aan: 
  Enkele seconden na het aanzetten van 
het contact treedt de kilometerteller weer 
in werking en  blijft de sleutel branden 
 
om aan te geven dat er binnenkort 
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd 
moeten worden.  
  Enkele seconden na het aanzetten van het 
contact  verdwijnt de sleutel 
; de teller geeft 
weer de kilometerstand en de stand van de 
dagteller aan.  
 
 
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is meer dan 3000 km 
  Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen 
onderhoudsinformatie in het midden van het display.