CITROEN DS4 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 421 of 431

15Onderhoud
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 600 km" betekent dat na 600 km het starten van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens het rijden wordt deze melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor niet meer worden gestart.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en de afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km" betekent dat het starten van de motor is geblokkeerd). Het AdBlue® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue ® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".

Page 422 of 431

16Onderhoud
Instrumentenpaneel type 2
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje UREA branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 300 km weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor niet meer worden gestart.
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de melding " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd". Het AdBlue® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau Actieradius tussen 0 en 600 km Actieradius tussen 600 en 2400 km

Page 423 of 431

17Onderhoud
Instrumentenpaneel type 1
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling". De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven als de storing voor de eerste keer wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het aanzetten van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Als een storing in het SCR-systeem wordt gedetecteerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat een storing in het SCR-systeem is bevestigd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt de waarschuwing tijdens de volgende rit na controle van de zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Als een storing wordt gedetecteerd
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de storing permanent wordt weergegeven), gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende hoeveelheid additief kunt rijden voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 600 km" betekent dat na 600 km het starten van de motor wordt geblokkeerd).
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen 1100 km en 0 km)
Tijdens het rijden wordt deze melding elke 30 seconden weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet is verholpen. De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het contact wordt aangezet. Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.

Page 424 of 431

18Onderhoud
Star ten geblokkeerd
Om de motor weer te kunnen starten, is het noodzakelijk dat u contact opneemt met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en de afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km" betekent dat het starten van de motor is geblokkeerd).
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase overschreden: het startblokkerringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Instrumentenpaneel type 2
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is gesignaleerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling". De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven als de storing voor de eerste keer wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij het aanzetten van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Als een storing wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt de waarschuwing tijdens de volgende rit na controle van de zelfdiagnose van het SCR-systeem.

Page 425 of 431

19Onderhoud
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de storing permanent wordt weergegeven), gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd binnen 300 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende hoeveelheid additief kunt rijden. Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet is verholpen. De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het contact wordt aangezet. Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen 1100 km en 0 km)
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling: Star ten geblokkeerd".
Star ten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase overschreden: het startblokkerringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het noodzakelijk dat u contact opneemt met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 426 of 431

20Onderhoud
Bijvullen van het additief
AdBlue®
Het AdBlue® -reservoir moet bij elke periodieke onderhoudscontrole worden gevuld door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vanwege de inhoud van het reservoir kan het echter noodzakelijk zijn om het reser voir tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door een waarschuwing (verklikkerlampjes en melding) op wordt geattendeerd. Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Het additief AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard). Als het additief in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en met zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten minste 15 minuten met kraanwater of met een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een branderig gevoel of blijvende irritatie. Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink ver volgens een ruime hoeveelheid water. Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon. Als het AdBlue® niet in de originele flacon wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Verdun het additief nooit met water. Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een vulsysteem dat is bedoeld voor vrachtwagens.
Gebruik uitsluitend additief AdBlue® dat aan de norm ISO 22241 voldoet.
De verpakking in flacons met een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het bijvullen. De flacons met een inhoud van 1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 427 of 431

21Onderhoud
Procedure voor bijvullen
Controleer voor het bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat. Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het AdBlue® waardoor u het niet in het reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul ver volgens het reser voir bij.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren. Onder deze omstandigheden is het additief ten minste één jaar houdbaar. Additief dat bevroren is geweest, kan weer worden gebruikt nadat het bij kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw auto.
) Zet het contact af en ver wijder de sleutel.
) Til de vloerplaat van de bagageruimte op om toegang te krijgen tot het AdBlue® - reservoir. Zet de vloerplaat vast door het koord aan de haak van de steun van de hoedenplank te bevestigen.
) Maak de zwarte plastic dop los met behulp van de borglip.
) Steek uw vingers in de opening en draai de blauwe dop een zesde omwenteling linksom. ) Trek de dop om hem te ver wijderen voorzichtig omhoog, zonder hem los te laten.

Page 428 of 431

22Onderhoud
) Pak een flacon AdBlue® . Controleer de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u de inhoud van de flacon in het AdBlue® -reservoir van uw auto giet.
Belangrijk: als het AdBlue® - reser voir van uw auto helemaal leeg is - dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer opnieuw starten - moet u het reservoir vullen met minimaal 3,8 liter additief (twee flacons van 1,89 liter).
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek. Als het additief is gekristalliseerd, ver wijder het dan met een spons en warm water.
Belangrijk: als u additief hebt bijgevuld nadat het reser voir leeg is geraakt , dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer aanzet, zonder het bestuurderspor tier te openen, de auto te ontgrendelen en de sleutel in het contactslot te steken . Zet vervolgens het contact aan en start na 10 seconden wachten de motor.
Voer de lege AdBlue® -flacons niet als huisvuil af, maar deponeer ze in de daartoe bestemde containers of breng de flacons naar uw verkooppunt.
) Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van de vulopening van het reservoir.
) Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reser voir en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit. ) Breng de zwarte plastic dop aan door hem op de opening vast te klikken. ) Maak het koord los van de haak van de steun van de hoedenplank en laat de vloerplaat van de bagageruimte zakken.

Page 429 of 431

23Praktische informatie










Wiel verwisselen


Toegang tot het gereedschap


Uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor
Als uw auto is voorzien van een handbediende

parkeerrem
, is de krik opgeborgen onder het
reser vewiel en onder de opbergbak:


)
ver wijder het reser vewiel,

)
ver wijder de opbergbak van polystyreen,

)
duw de krik naar voren en til hem
ver volgens aan het achterste gedeelte op.

Als uw auto is voorzien van een elektrisch
bediende
parkeerrem
, is de krik opgeborgen
in een tas die op de bodem van de
bagageruimte ligt.

Page 430 of 431

4Praktische informatie








Allesdragers monteren


Uit veiligheidsover wegingen en om te
voorkomen dat het dak beschadigd raakt, moet
u voor uw auto goedgekeurde allesdragers
gebruiken.
Bevestig bij de montage van de allesdragers
deze uitsluitend op de vier verankeringspunten
op het dakframe. Deze punten zijn niet
zichtbaar als de portieren zijn gesloten.
Ver wijder de beschermplaatjes door deze met
een schroevendraaier los te wippen. Voorkom
dat hierbij de lak beschadigd raakt.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een tapeind dat in de opening van
het verankeringspunt moet worden gestoken.
Houd u aan de montagevoorschriften en
de gebruiksvoor waarden die zijn vermeld
in de handleiding die met de allesdragers is
meegeleverd.
Bewaar de beschermplaatjes om deze
na gebruik van de allesdragers weer te
bevestigen.
Maximale daklast op de allesdragers,
bij een maximale laadhoogte van 40 cm
(m.u.v. fietsendrager):


- met allesdragers met voeten van
90 mm
: 55 kg
tot september 2013,
50 kg
vanaf oktober 2013,

- met allesdragers met voeten van
15 0 mm
: 80 kg
.
Raadpleeg voor meer informatie
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Pas bij een belading hoger
dan 40 cm de rijsnelheid aan
de rijomstandigheden aan om
schade aan de allesdragers en de
bevestigingsplaatsen op het dak te
voorkomen. Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het vervoeren van voor werpen die
langer zijn dan de auto.

13DS4.A070

Page:   < prev 1-10 ... 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 next >