CITROEN DS5 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 348

129Rijden





Achteruitrijcamera


De achteruitrijcamera wordt automatisch geactiveerd wanneer de versnellingsbak in deachteruit staat.
De beelden van de camera worden in kleur weergegeven op het scherm van hetnavigatiesysteem. De
groene strepen geven de rijrichting van deauto weer.
De rode strepen geven een ruimte van
30 cm direct achter de achterbumper van uw
auto weer.
Het geluidssignaal wordt continu hoorbaar als een obstakel binnen deze ruimtekomt.
De blauwe strepen geven de maximale
draaicirkel weer.


Maak de achteruitrijcamera regelmatigschoon met een spons of een zachtedoek.

Page 132 of 348

005
Zicht

Page 133 of 348

Page 134 of 348















Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
- meedraaiende koplampen: voor een
optimaal zicht in bochten.


Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichtingvoor specifieke rijomstandigheden:


- mistachterlichten: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren bij mist,

- mistlampen vóór: voor extra zicht bij mist en voor een optimale verlichting van kruispunten en tijdens parkeermanoeuvres,

- dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.

Automatische functies

Het verlichtingssysteem van uw auto heeft
verschillende extra automatische functies dieafzonderlijk kunnen worden ingesteld:


- follow me home-verlichting,

- meedraaiende koplampen,

- instapverlichtin
g,

- dagrijverlichting,

- automatische verlichting,

- "Automatische schakeling grootlicht/dimlicht".

Page 135 of 348

Zicht


Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te
zetten.

Li
chten uit.

Automatische verlichting.


Alleen parkeerlicht

Dimlicht o
f grootlicht.

Grootlichtschakelaar

Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.

Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsi
gnaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes

Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat degeselecteerde verlichting is ingeschakeld.

Page 136 of 348

De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór enmistachterlichten
Verdraai de ring:)één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
)twee standen naar voren om demistachterlichten in te schakelen,
)één stand naar achteren om demistachterlichten uit te schakelen,)twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen. Als de verlichtin
g automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
) Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ookuitgeschakeld.


Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en demistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niettoegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en de mistachterlichten uitsluitend bij mist of sneeuwval. Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen en het dimlichthandmatig in te schakelen, omdatde lichtsensor voldoende licht kanwaarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.

Page 137 of 348

135
Zicht
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkteen geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld. Als de dimlichten bij afgezetcontact blijven branden, gaat deauto over in de ECO-mode om hetontladen van de accu tevoorkomen.
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

De verlichting overdag kan worden ingeschakeldof uitgeschakeld via hetconfiguratiemenu.


Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u deverlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.

Verlichting overdag
(LED-verlichting)
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming en
de plaatselijk geldende wetgeving doet deze
verlichting dienst als:
- verlichting overdag en als parkeerlicht 's
nachts (bij de verlichting overdag is de lichtsterkte groter),of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.

Page 138 of 348

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers
worden ingeschakeld.
De verlichtin
g wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)Draai de ring in de stand "AUTO". De automatische verlichting wordt na ongeveer één minuut ingeschakeld. Ter bevestigingwordt een melding weergegeven op hetdisplay.

Uitschakelen
)Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt bevestigd door eenmelding op het display.

Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home-verlichting aan de automatische
verlichting biedt de volgende extra
mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow me home-verlichting(15, 30 of 60 seconden) via de
instelfuncties in het configuratiemenu van de auto,

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichting is ingeschakeld.

Storing
Bij een storing in de
lichtsensor gaat de
verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatisch ingeschakeld.Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor die zich inhet midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies wordendan niet meer bediend.

Page 139 of 348

137
Zicht
Automatische schakeling
grootlicht/dimlicht
Inschakelen
Dit systeem schakelt automatisch om
tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van
de omstandigheden en de aanwezigheid
van overig verkeer op de weg dat wordt geregistreerd door een camera op de binnenspiegel.
) Zet de ring van de
lichtschakelaar in de stand
"AUTO".
Activeren

Het automatische omschakelsysteemis een hulpsysteem bij het rijden. De bestuurder blijft zelf verantwoordelijkvoor de verlichting van zijn auto, voor de aanpassing van de verlichting aan de lichtsterkte van de omgeving, het zicht en het verkeer en voor het naleven van de verkeersregels.
)Geef een lichtsignaal
zodat wordt
omgeschakeld tussen dimlicht en grootlicht. Het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden om het activeren
te bevestigen.

)
Druk op de toets; het lampje van de toets gaat branden.



Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lampje van
de toets gaat uit. De status van
de koplampen blijft onveranderd.


Pauze

De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf de verlichting omschakelen:
)Geef een lichtsignaal om
het systeem tijdelijk uit te
schakelen (pauze), zodat
wordt omgeschakeld naar dimlicht.
)Geef opnieuw eenlichtsignaal om het
systeem weer teactiveren.

Het systeem wordt geactiveerd vanaf 25 km/h. Als de snelheid lager dan15 km/h wordt, schakelt het systeem omnaar dimlicht.

Page 140 of 348

Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer. )Duw de lichtschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichten aan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de weg parkeren: lichtschakelaar omlaag duwen;parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een geluidssignaal en het branden van het controlelampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de stand
0 of zet het contact aan. Deze functie zor
gt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g

Inschakelen
)
Geef binnen 1 minuut na het afzetten
van het contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar. ) Geef nogmaals een "lichtsignaal" om defunctie uit te schakelen.

Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichtingna een bepaalde tijd (deze tijd kan wordengeprogrammeerd in het configuratiemenu)automatisch uitgeschakeld.
Er kunnen storingen in de werking vanhet systeem optreden:


- als het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij sneeuwval, zware regenval of dichte mist, ...),

- als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen of bedekt is (bijvoorbeeld met eensticker),

- als de verlichting van uw auto wordt weerkaatst door spiegelende of reflecterende panelen (bijvoorbeeld verkeersborden).

Het systeem signaleert geen:


- weggebruikers die geen verlichting voeren, zoals voetgangers,

- weggebruikers van wie de verlichting wordt afgeschermd (bijvoorbeeld door een vangrail opde snelweg),

- weggebruikers die zich aan de top of de voet van een steile helling, in een bocht of op een zijwegbevinden.

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 350 next >