CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 359

109Rijden
Situaties

Gevolgen


Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:)
parkeer de auto en zet het contact uit,)
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is
aangetrokken, ) zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van deelektrische parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten: ) zet het contact aan, )
houd de hendel ongeveer 3 seconden aangetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als
de verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergronden laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door eeng
gekwalificeerde werkplaats. en
/of



knipperend.
Weer
gave van de melding " Storing parkeerrem
" en branden van devolgende verklikkerlampjes:


- Alleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.

- Het handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is nietbeschikbaar.

en/of
knipperend.
Weergave van de melding
"Storing accu"
.

- Zet de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).

- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.

Page 112 of 359



Bijzondere omstandigheden

Als de parkeerrem door een storing of bij eenontladen accu niet kan worden vrijgezet
, iseen noodontgrendeling mogelijk. Om een goede werking en dus uw veiligheidte waarborgen, kan de parkeerrem maximaal acht keer achter elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Bij overmatig gebruik wordt u gewaarschuwddoor de melding "Storing parkeerrem" eneen knipperend verklikkerlampje.

Onder bepaalde omstandigheden (starten van de motor...) kan de kracht waarmee de parkeerrem is aangetrokken automatisch worden aangepast. Dit is normaal.
Tr ap wanneer u de auto enkele centimeterswilt verplaatsen zonder de motor te star ten bij aangezet contact het rempedaal inen zet de parkeerrem vrij door aan de hendel Ate trekken
en deze ver volgensweer los te laten
. Als de parkeerrem volledig is vrijgezet, gaan het lampje op de hendel Aen het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel uit en wordt de melding "Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.

Page 113 of 359

111Rijden





Hill holder
Dit systeem houdt bij het wegrijden op eenhelling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:


- als de auto volledig stilstaat met het rempedaal ingedrukt,

- bij bepaalde hellingcondities,

- als het bestuurdersportier is gesloten.
De hill holder kan niet worden uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaarts stilstaat, wordtdeze even op zijn plaats gehouden wanneer u het rempedaal loslaat:- als bij de handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
in
geschakeld,
- als bij de gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak de stand A
of Misingeschakeld,
- als bij de automatische transmissie destand Dof Mis ingeschakeld.
Werking
Als de auto bergafwaarts stilstaat en deachteruitversnelling ingeschakeld is, wordtde auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.

Verlaat de auto niet in de korte periodedat u de hill holder gebruikt. Als u de auto moet verlaten ter wijl demotor draait, trek de parkeerrem dan handmatig aan en controleer of hetverklikkerlampje van de parkeerrem enhet lampje P
op de hendel (elektrische parkeerrem) permanent branden.



Storing

Bij een storing in de hill holder gaan deze
verklikkerlampjes branden. Raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.

Page 114 of 359

Schakel de achteruitversnelling alleenin als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het star tenvan de motor te vergemakkelijken: zorg dat de versnellingshendel altijd in devrijstand staat.









Handgeschakelde
6-versnellingsbak
) Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5 eof de 6e
versnelling in te schakelen.


Inschakelen van de 5 eof de
6 eversnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
)Trek de ring onder de pookknop omhoog
en beweeg de versnellingshendel eerstnaar links en dan naar voren.

Page 115 of 359

113Rijden











Opschakelindicator *
Dit systeem adviseer t de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen (auto's met handgeschakelde versnellingsbak).

Werking

Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u
rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in tehoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van desituatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve
altijd zelf verantwoordelijk voor het al danniet opvolgen van een schakeladvies
van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.

*
Afhankeli
jk van de motoruitvoering. -
U rijdt in de derde versnelling.
Voorbeeld:
-
U trapt het gaspedaal geleidelijk in.
-
Het systeem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te schakelen.

De informatie wordt in de vorm van een pi
jl op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.


In rijsituaties waarin veel van de motor
wordt gevraagd (diep intrappen van het gaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven.
Het systeem zal u nooit adviseren om:


- de eerste versnelling in te schakelen,

- de achteruitversnelling in te schakelen,

- terug te schakelen.

Page 116 of 359


Weergave op het instrumentenpaneel

Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnthet desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. PParking (parkeerstand)
RReverse (achteruitversnelling)NNeutral (neutraalstand)DDrive (automatisch schakelen) SProgramma Sport7
Programma Sneeuw1 t/m 6 Ingeschakelde versnelling bij handmatig schakelen -
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen
Bij de automatische 6-versnellingsbak kunt u kiezen uit automatische bediening, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw. U kunt met de selectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier gebruiksmogelijkheden: - automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,- programma Sport
: dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijl mogelijk,-
programma Sneeuw
: dit
schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip,- handmatig schakelen: deze stand maakt het zelf schakelen met de selectiehendel mogelijk.















Automatische versnellingsbak
1.
Selectiehendel. 2.
Toets "S"(Sport) . 3.Toets "7"(Sneeuw).
Selectiehendel
Schakel
patroon
P.Parkeerstand.


- Stilzetten van de auto, met of zonder
aan
getrokken handrem.

- Starten van de motor.R.
Achteruitversnelling.


- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental. N.Neutraalstand.


- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
handrem.

- Starten van de motor.
D.Automatische werking. M.+ / -
Zelf schakelen tussen de zes
versnellingen. ) Beweeg de selectiehendel kort naar voren om op te schakelen.
of ) Beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.

Page 117 of 359

115
Rijden
)Trap het rempedaal in en selecteer de stand P of N . )Star t de motor.

Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.)Tr a p b ij draaiende motor het rempedaal in. )Zet de handrem vrij als deze niet in de automatische stand staat.)Selecteer de stand R , Dof M , )Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.

Wegrijden


Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de stand R,Dof M
is geselecteerd, zet de auto zichzelfs al in beweging als het gaspedaal niet is ingetrapt. Laat bij draaiende motor daarom geen kinderen alleen in de auto achter.Trek de handrem aan en selecteer de stand Pindien er onderhoudswerkzaamheden moetenworden uitgevoerd bij draaiende motor.


Als tijdens het rijden per ongeluk de stand Nwordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in destand Den trap het gaspedaal weer in.
Zet de selectiehendel nooit in de standN
als de auto rijdt. Zet de selectiehendel nooit in de standP
of R
als de auto niet volledig stilstaat.


Automatisch
schakelpro
gramma
) Selecteer de stand D
om automatisch
te laten schakelen tussen de zesversnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellin
gsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de wegen de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.

Page 118 of 359


Handmatig schakelen
)Selecteer de stand Mom sequentieel
te schakelen in de zes versnellingen. )Duw de selectiehendel naar het symbool +om één versnelling op te schakelen.
)Trek de selectiehendel naar het symbool -om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnellingkan alleen als de snelheid van de auto enhet toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening.
Op het instrumentenpaneel verdwijnt
de aanduiding Den verschijnenachtereenvolgens de ingeschakelde
versnellingen.

Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkeleseconden en vervolgens wordt de werkelijk ingeschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D(rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
automatische versnellingsbak automatisch de 1e versnelling.
De programma's Sport en Sneeuw kunnen niet
worden ingeschakeld in de handbediende stand.
Programma's Sport en
Sneeuw
Programma Sport "S"
)Druk op de toets "S"als de motor is gestart. Het schakelprogramma maakt dan automatischeen dynamische rijstijl mogelijk.
Op het instrumentenpaneel verschi
jnt de aanduiding S.
Programma Sneeuw " 7"
)Druk op de toets "7
" als de motor is gestart.
De versnellingsbak past zich aan voor hetrijden op gladde wegen.Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op een ondergrondmet weinig grip.

Op het instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding 7.

Te r ugkeren naar het
automatische programma
)
Om terug te keren naar het automatische
programma kunt u het programma Spor t of Sneeuw op elk gewenst moment
uitschakelen door opnieuw op de desbetreffende toets te drukken.
Deze twee specifieke pro
gramma's vullen deautomatische werking aan onder bijzondere rijomstandigheden.

Page 119 of 359

11 7Rijden

Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).



Parkeren van de auto

Zet, voordat u de motor afzet, de selectiehendel
in de stand Pof Nom de neutraalstand teselecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto te blokkeren (als de handrem niet in de
automatische stand staat).
Als de selectiehendel niet in de standP
staat, klinkt bij het openen van het bestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden een geluidssignaal enverschijnt een melding op het display. )
Zet de selectiehendel in de stand P
; het geluidssignaal stopt en demelding verdwijnt.
Storing
Bij aangezet contact wordt een meldingop het display van het instrumentenpaneelweergegeven die duidt op een storing in de
versnellingsbak.
In dit
geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma en blijft de 3e versnellingingeschakeld. U kunt dan een hevige schok waarnemen bij het selecteren van Rvanuit de stand P , of PR vanuit de stand N. Dit is niet
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk
van de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
De automatische versnellingsbak kan beschadigd raken:


- als u het gaspedaal en het rempedaal gelijktijdig intrapt,

- als u, indien de accu geen stroomlever t, de selectiehendel vanuit de stand Pgeforceerd naar een andere stand schakelt.

Zet, om het brandstofverbruik tijdens langdurig stilstaan met draaiende motor (file...) te beperken, de selectiehendel
in de stand Nen trek de handrem aan, behalve als deze in de automatische stand staat.

Page 120 of 359















EGS 6-versnellingsbak
Bij de elektronisch bediende 6 -versnellingsbak
kunt u kiezen tussen automatische bedienin
gen handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft tweegebruiksmogelijkheden: -automatische bediening, waarbij het
op- en teru
gschakelen volledig automatischwordt geregeld,-handmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
In beide gevallen kunt u kiezen voor een
Sport-stand die uitstekend past bij een meer
dynamische rijstijl.
Bij de automatische bediening blijft het altijdmogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen.
R.
Achteruit. )
Trap het rempedaal in, trek deselectiehendel omhoog en duw deze naar
voren. N.Neutraalstand. )
Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische bediening.)
Duw de selectiehendel naar achteren omdeze stand te selecteren. M.Handmatig, sequentieel schakelen. )
Til de selectiehendel op en beweeg deze
naar achteren om deze stand te selecteren en schakel ver volgens met behulp van deflippers achter het stuurwiel.
S. Sport-stand. )
Druk op de knop om deze stand in of uit te schakelen.



Selectiehendel
+.Opschakelen (rechts van het stuur wiel). )Tr e k d e flipper aan de rechterzijde achter het stuurwiel "+"
een keer naar u toe om
op te schakelen. -.
Te r u g s c h a k e l e n (links van het stuur wiel).
)Tr e k d e flipper aan de linkerzijde achter het stuurwiel "-"
een keer naar u toe om terug
te schakelen.

Flippers achter het stuurwiel


Met de flippers is het niet mogelijk deneutraalstand of de achteruitversnellingin te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 360 next >