CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 359

199Praktische informatie










Een lamp vervangen
Verlichting vóór
Uitvoering met xenonlampen
1.Grootlicht (H1- 35W).2.Dimlicht/bochtverlichting
(D1S-35W).3.Verlichting overdag/parkeerlicht (LED's).4.Richtingaanwijzers (HY21-21W).5.Mistlampen en bochtverlichting(H11).
Uitvoering met halogeenlampen
1.Grootlicht (H1- 55W).2.
Dimlicht (H7-55W).3.Verlichting overdag/parkeerlichten

(LED).4.Richtingaanwijzers (HY21-21W).5.Mistlampen,meedraaiende koplampen
(H11).
Let er bij het monteren van onder andere H7-lampen met nokjes op datdeze nokjes goed in de uitsparingen komen, zodat het licht in de juisterichting schijnt.

Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijdevan de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.


Elektrocutiegevaar

Het vervangen van een xenonlamp (D1S -35W) moet worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 202 of 359

xenonlampen)
) Trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te ver wijderen. ) Verwijder de stekker met de lamp door op de pal aan de onderkant te drukken. )
Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

De koplampunits zijn voorzien van glasvan polycarbonaat met een speciale vernislaag:)reinig de koplampen nooit meteen droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)gebruik een spons met zeepwater,)wanneer u met eenhogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig opde koplampen, de achterlichten en de randen er van gericht, ombeschadiging van de vernislaag en de afdichtrubbers te voorkomen, )raak de lamp niet met de vingersaan, maar gebruik een niet-pluizende doek.
Bij het ver vangen van lampen moet deverlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn (risico van ernstigeverbranding). In verband met het behoud van de kwaliteit van de koplampen mogen uitsluitend anti-UV-lampen worden gebruikt. Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
Dimlicht (uitvoering met xenonlampen)

Het vervangen van D1S-xenonlampen dient vanwege elektrocutiegevaar te worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats.
Het is raadzaam om beide D1S-lampengelijktijdig te laten vervangen als één ervan defect is.

Page 203 of 359

Praktische informatie
Dimlicht
(uitvoering met halogeenlampen)







Grootlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
)
Duw op de bovenzijde van de stekker en
kantel het geheel vervolgens omlaag.) Verwijder de stekker met de lamp.)
Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde, maar begin bij het aanbrengen bij het
onderste deel van de lamp.

)
Trek aan de borglip om de plastic beschermkap te ver wijderen. )Trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te ver wijderen.)Verwijder de stekker met de lamp door opde pal aan de onderkant te drukken.)Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
vol
gorde.

Page 204 of 359

Verlichting overdag / parkeerlicht
Neem voor het ver vangen van dit type lamp met LED’s en lichtgeleiders contact op methet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het
CITROËN-netwerk kan u voor de LED'seen vervangingsset leveren.
Richtingaanwijzers

Als een controlelampje (rechts of links) van de richtingaanwijzers sneller knippert, is een van de lampen aan dedesbetreffende zijde defect.

De lamp van de richtingaanwijzers bevindt zich
onder de koplamp. ) Draai de lamphouder een kwar tomwenteling links- of rechtsom en
ver wijder deze.) Ver vang de defecte lamp. Voer voor de monta
ge dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
U kunt voor het vervangen van deze
lampen ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.

Page 205 of 359

Praktische informatie
Mistlampen
) Verwijder de spatplaat aan de onderzijde
van de carrosserie. ) Neem de stekker van de lamp los.)
Draai de lamp een kwart omwenteling en
ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het ver vangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Geïntegreerde
zijknipperlichtenInstapverlichting in de
buitenspiegelsVoor het ver vangen van deze lampen dient u het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats te raadplegen.

Voor het ver vangen van de LED dient u het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.

Page 206 of 359

1.Parkeerlichten(LED).2.Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).3. Achteruitrijlichten (P21W).4.Remlichten (P21W).5.Mistachterlichten (P21W).
Achterlichten
Richtingaanwijzers en remlichten(op de schermen)
) Open de achterklep en ver wijder
ver volgens het afdekplaatje. ) Neem de stekker van de lamp los. )
Draai de twee bevestigingsmoeren van delamp los.
)Verwijder de lamp voorzichtig via de buitenzijde van de auto.
De bevestigingsklemmen gaan
automatisch los. )Draai de lamphouder een kwar t
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

LED's vervangen

Neem voor het ver vangen van LED'scontact op met het CITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats.

Page 207 of 359

Praktische informatie

Achteruitrijlichten (achterklep)
)
Verwijder de lamp voorzichtig viade buitenzijde van de auto. Debevestigingsklemmen worden automatisch losgemaakt. )
Draai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

Mistlamp
)Open de achterklep. )Maak de achterlichtlijst los. )Verwijder het deksel en draai de
bevestigingsmoer van de lamp los. De mistlamp is vana
f de onderzijde van de
bumper bereikbaar.) Draai de fitting een kwart omwenteling en
ver wijder het geheel. ) Ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het ver vangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats raadplegen.

Page 208 of 359

Kentekenplaatverlichting
) Steek een kleine schroevendraaier in de spleet van het lampglas. )
Duw de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken. )
Verwijder het lampglas.)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervangde lamp.


Derde remlicht (LED's)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 209 of 359

207
Praktische informatie



















Zekeringen vervangen
In het geval van een storing in een bepaalde functie kunt u de desbetreffende defecte zekering ver vangen volgens de onderstaande procedure.

De tang voor het ver wijderen van zekeringen
bevindt aan de binnenzijde van de klep van het
zekerin
gkastje in het dashboard.
To egang:)ver wijder de klep, )trek de tang los.



To egang tot het
gereedschap
Voordat u een zekering ver vangt, dient u de
oorzaak van de storing op te sporen en te(laten) verhelpen.) U kunt aan de draad van een zekering zienof deze defect is.
Vervangen van een zekering


Goed
Defect
)
Gebruik de speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te verwijderen.)
Ver vang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.)
Selecteer de zekering aan de hand vanhet nummer op de zekeringkast, de op de zekering aangegeven stroomsterkte en de
navolgende tabellen.


CITROËN is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires die door CITROËNnoch aanbevolen noch geleverd worden en die bovendien niet volgens haar voorschriften zijn gemonteerd. Ditgeldt met name als het gezamenlijke stroomverbruik van de extraaccessoires meer dan 10 milliampèrebedraagt.


Montage van elektrischeaccessoiresg

Bij het ontwerp van het elektrischecircuit van uw auto is reeds rekeninggehouden met de montage van zowel destandaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voordatu andere elektrische voorzieningen of accessoires in de auto monteert of laat monteren.

Page 210 of 359

Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
)Trek de klep los.


Zekering nr.Ampère (A)

Functies

F6 A of B 15
A
utoradio.
F8

3

Inbraakalarm.


F13


10
Aansteker vóór, 12V-aansluitin
g vóór.


F14


10
12V-aansluiting achter.
F16

3

Kaartleeslam
pen achter.
F17


3
Make-upspiegel.


F28 A of B
15
Autoradio.
F30

20

R
uitenwisser achter.
F32

10
A
udioversterker.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 360 next >