CITROEN DS5 HYBRID 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 411 of 484
21HYbrid4-systeem
   
Stand SPORT  
(diesel en 
elektrisch)    
Stand 4WD  
(vierwielaandrijving) 
   
Deze stand maakt een sportievere rijstijl 
mogelijk doordat de auto  nog betere 
prestaties 
 levert. 
  Het vermogen van de HDi-dieselmotor 
wordt aangevuld met de capaciteit van de 
elektromotor zodat de auto nog sneller 
accelereert. 
  In deze stand worden de respons op het 
gaspedaal, de aansturing van de elektronisch 
gestuurde versnellingsbak en het door de 
elektromotor geleverde vermogen aangepast. 
  In de stand  SPORT 
: 
   
 
-   assisteert de elektromotor de HDi-
dieselmotor tot 120 km/h.  
 
    
In deze stand "4 Wheel Drive" is bij lage 
snelheden  extra tractie 
 
*  beschikbaar dankzij 
de permanente aandrijving van de vier wielen 
van de auto: de HDi-dieselmotor (aandrijving 
van de voor wielen) en de elektromotor 
(aandrijving van de achter wielen) werken 
gelijktijdig en permanent. 
  De dieselmotor en de elektromotor worden 
elektronisch op elkaar afgestemd, zodat de 
tractie van de auto op een wegdek met weinig 
grip wordt verbeterd. 
  In de stand  4WD 
: 
   
 
-   werkt de HDi-dieselmotor permanent; 
indien nodig zorgt hij voor de elektrische 
voeding van de elektromotor, 
   
-   assisteert de elektromotor de HDi-
dieselmotor tot 120 km/h.  
    
Deze stand dient gekozen te worden 
wanneer u op gladde wegen of op 
onverhard terrein (bijvoorbeeld modder 
en zand) rijdt en bij het langzaam 
door waden van overstroomde 
weggedeelten. 
  In deze stand is het raadzaam om 
onder zware omstandigheden, als de 
wegconditie het toelaat, veel gas te 
geven om weg te kunnen rijden en het 
risico dat de auto vast komt te zitten te 
verkleinen. 
  De beschikbaarheid van de stand 4WD 
is onafhankelijk van: 
   
 
-   het laadniveau van de 12V-accu, 
   
-   de hoogte waarop de auto zich 
bevindt.  
 
 
 
 
   
*  
  Deze stand komt optimaal tot zijn recht als de 
auto is voorzien van geschikte banden, zoals 
winterbanden.   
Page 412 of 484
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Functie ECO OFF  
 
 
Deze functie voorkomt dat de HDi-dieselmotor 
wordt afgezet en zorgt zo voor een nog 
aangenamer thermisch comfort in de auto 
(de airconditioning blijft permanent werken). 
  Als de schakelaar  ECO OFF 
 wordt ingedrukt, 
wordt de HDi-dieselmotor onmiddellijk gestart. 
  Druk nogmaals op deze schakelaar om terug 
te keren naar de normale werking van het 
systeem. 
  Bij het afzetten van het contact wordt 
de normale werking weer geactiveerd 
(verklikkerlampje van de schakelaar uit).  
   
*  
  Behalve in de stand  ZEV 
. In deze stand wordt 
voorrang gegeven aan elektrisch rijden, ten 
koste van een optimaal thermisch comfort.     
Tijdens elektrisch rijden en in de STOP-
stand van het Stop & Start-systeem zorgt het 
hybridesysteem ervoor dat automatisch de 
motor weer wordt gestart als dat nodig is om 
het thermisch comfort in het interieur op een 
voldoende niveau te houden * . 
  Onder zeer warme weersomstandigheden is 
het echter mogelijk dat temperatuur verschillen 
waarneembaar zijn. Om hier onder dergelijke 
omstandigheden geen last van te hebben, kunt 
u de functie  ECO OFF 
 inschakelen.  
 
 
  
Page 413 of 484
23HYbrid4-systeem
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Enkele rijadviezen  
 
 
Houd u altijd aan de verkeersregels en let 
onder alle omstandigheden goed op. 
  Richt uw aandacht op het verkeer en houd 
uw handen op het stuur wiel, zodat u snel kunt 
reageren op onver wachte situaties. 
  Las tijdens een lange rit om de twee uur een 
pauze in. 
  Rijd bij slecht weer defensief, rem eerder af en 
houd meer afstand tot uw voorligger.  
 
 
 
Rijden op een 
overstroomde weg 
   
Probeer het rijden over overstroomde wegen 
zo veel mogelijk te vermijden, want het water 
kan de verbrandingsmotor, de elektromotor, 
de elektronisch gestuurde versnellingsbak en 
het elektrische systeem van uw auto ernstig 
beschadigen.   Bent u genoodzaakt over een overstroomd 
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende: 
   
 
-   kijk of het water niet dieper is dan 15 cm, 
houd daarbij rekening met golven die door 
andere weggebruikers kunnen worden 
veroorzaakt, 
   
-   zet de keuzeschakelaar in de stand  4WD 
, 
   
-   rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor 
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet 
sneller dan 10 km/h, 
   
-   zet de auto niet stil en zet de motor niet af.  
  Als u het overstroomde weggedeelte 
achter u hebt gelaten, rem dan, zodra de 
verkeerssituatie dat toelaat, meerdere keren 
licht af om de remschijven en remblokken te 
drogen. 
  Als u twijfels hebt over de staat van uw auto, 
neem dan contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.  
 
 
 
Belangrijk! 
 
 
Rijd nooit met aangetrokken 
parkeerrem - Kans op over verhitting en 
beschadiging van het remsysteem! 
  Parkeer uw auto niet en zet uw auto 
niet met draaiende motor stil op een 
plaats waar brandbaar materiaal (droog 
gras, afgevallen blad, ...) in contact kan 
komen met het warme uitlaatsysteem 
of bepaalde onderdelen van het 
Hybrid4-systeem die zeer warm kunnen 
worden - Kans op brand!  
   
Laat de auto nooit onbewaakt met 
draaiende motor achter. Als u uw auto 
met draaiende motor moet verlaten, 
trek dan de parkeerrem aan en zet de 
elektronisch gestuurde versnellingsbak 
in de stand  N 
.  
  
Page 414 of 484
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Eco-rijden 
 
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het 
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto verminderen. 
   
Aangepast aan uw Hybrid4-auto 
 
 
Gebruik de stand  A 
 van de selectiehendel, zodat afhankelijk van de omstandigheden de 
optimale versnelling wordt ingeschakeld, en de stand  AUTO 
 van de keuzeschakelaar Hybrid4. 
  Accelereer op de normale manier tot de auto de gewenste snelheid heeft (zone  POWER 
 tussen 
20 en 40%). 
  Rijd als de auto eenmaal een constante snelheid heeft zo soepel mogelijk door voorzichtig te 
doseren met het gaspedaal (zone  ECO 
 of  CHARGE 
) en rijd bij lage snelheden zoveel mogelijk 
elektrisch. 
  Wanneer u snelheid moet minderen, is het raadzaam hierop te anticiperen door het gaspedaal 
los te laten om af te remmen op de motor (zone  CHARGE 
) in plaats van met het rempedaal. U 
profiteert dan maximaal van de "gratis" energie die hierbij wordt teruggewonnen.  
   
Zie de desbetreffende rubriek in het instructieboekje van de auto voor meer tips over eco-
rijden.  
  
Page 415 of 484
25HYbrid4-systeem
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bijzondere werkingsvoorwaarden van de stand ZEV  
 
 
De stand  ZEV 
 kan worden geactiveerd als 
aan de voor waarden voor het 100% elektrisch 
rijden is voldaan, met name voor wat betreft de 
laadtoestand van de tractiebatterij (minimaal 
50%). 
  In de volgende situaties moet de HDi-
dieselmotor zijn ingeschakeld; de stand 
  ZEV 
 kan dan niet worden geactiveerd 
of wordt automatisch gedeactiveerd. De 
keuzeschakelaar blijft of komt terug in de stand 
  AUTO 
 zodat de HDi-dieselmotor kan worden 
gestart wanneer dat nodig is.  
    
 
-   Schakelen met de schakelflippers achter 
het stuur wiel ter wijl de stand Automatische 
bediening van de elektronisch gestuurde 
versnellingsbak is geselecteerd.    
Stand ZEV niet beschikbaar of stand AUTO wordt 
automatisch weer geactiveerd 
   
-   Selecteren van de stand Handmatige 
bediening door de keuzeschakelaar van de 
elektronisch gestuurde versnellingsbak in 
de stand  M 
 te zetten. 
   
-   Langdurig en krachtig accelereren. 
   
-   Inschakelen van de ruitontwaseming/-
ontdooiing. 
   
-   Intensief gebruik van de airconditioning.  
 
 
 
Actie van de bestuurder:  
Page 416 of 484
   
Ongunstige omstandigheden 
 
 
 
-   Als de laadtoestand van de tractiebatterij 
lager is dan 4 segmenten (laadtoestand 
van 50%). In de stand  AUTO 
 kan er bij 
een lagere laadtoestand elektrisch worden 
gereden. 
   
-   Zodra de wagensnelheid hoger is dan 
30 km/h, als de verbrandingsmotor sinds 
het inschakelen van het Hybrid4-systeem 
nog niet één keer is gestart. 
   
-   Als het brandstofniveau het reser veniveau 
bereikt (branden van het verklikkerlampje 
minimumbrandstofniveau). Als een groot 
deel van de reser ve wordt verbruikt, kan 
het voorkomen dat de stand  ZEV 
 na het 
tanken nog enige tijd niet beschikbaar is.    
-   Tijdens de regeneratie van het 
roetfilter (FAP) die elke ongeveer 
500 km automatisch plaatsvindt en 
ongeveer10 minuten duurt. Tijdens 
de regeneratie van het roetfilter 
worden de deeltjes met behulp van de 
verbrandingsmotor verhit; de volgende 
melding wordt dan weergegeven: 
" Elektrische stand niet beschikbaar: 
Regeneratie roetfilter bezig 
".  
 
 
 
Behoud van de prestaties van het 
systeem: 
   
 
-   Als niet is voldaan aan bepaalde 
voor waarden of limieten op 
temperatuurgebied die voor de HDi-
dieselmotor zijn vereist (bijvoorbeeld onder 
winterse omstandigheden). 
   
-   Als de auto langdurig in de zon heeft 
gestaan. 
   
-   Als de tractiebatterij bijna volledig is 
geladen (bijvoorbeeld bij het afdalen van 
een lange helling door het afremmen op 
de motor), is het terugwinnen van energie 
niet meer mogelijk. De verbrandingsmotor 
wordt dan automatisch weer gestart zodat 
kan worden afgeremd op de motor. 
   
-   Als de auto een steile helling op rijdt. 
   
-   Bij het rijden op grote hoogte.  
 
  
Page 417 of 484
27HYbrid4-systeem
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
200V-tractiebatterij 
 
 
De 200V-tractiebatterij is bestand tegen het 
herhaaldelijk en snel gedeeltelijk opladen en 
ontladen. 
  De tractiebatterij is van het type Ni-MH 
(nikkel-metaalhydride) en bevindt zich onder 
de vloerplaat van de bagageruimte, vlak bij de 
elektromotor.  
 
 
Laden 
 
 
De tractiebatterij wordt tijdens het rijden 
automatisch opgeladen. 
  De tractiebatterij wordt opgeladen als de auto 
snelheid mindert of afremt op de motor. De 
elektromotor fungeert dan als generator en zet 
kinetische energie om in elektrische energie 
(niet bij snelheden hoger dan 120 km/h). 
  Door op deze manier energie terug te winnen 
wordt "gratis" energie verkregen. 
  De tractiebatterij kan ook gedeeltelijk, tot 
een gemiddeld niveau van 4 of 5 segmenten, 
worden opgeladen door de dynamo/star tmotor 
(Stop & Start-systeem) van de HDi-dieselmotor.     
De tractiebatterij heeft een laadtoestand van 
gemiddeld 4 à 5 segmenten, zodat er een 
marge overblijft voor het terugwinnen van 
energie bij het snelheid minderen of in een 
afdaling ("gratis" energie).  
   
Om een lange levensduur van de 
tractiebatterij mogelijk te maken komt 
de laadtoestand nooit onder de 20% 
uit, ook niet als na het rijden in de stand 
  ZEV 
 een laadtoestand van 0 segmenten 
wordt weergegeven. 
  Als de tractiebatterij bijna volledig is 
geladen, kan het zijn dat de auto bij 
het loslaten van het gaspedaal minder 
ver traagt.      
De tractiebatterij wordt uiterst snel opgeladen. 
  Nadat de batterij is ontladen (bijvoorbeeld 
door langdurig rijden in de stand  ZEV 
 of 
onder zware gebruiksomstandigheden) is de 
laadtoestand snel (na ongeveer 10 minuten) 
weer voldoende voor een volledig gebruik van 
de mogelijkheden van de verschillende standen 
van het hybridesysteem.  
   
Het is niet mogelijk om de tractiebatterij 
via het lichtnet op te laden.  
  
Page 418 of 484
   
De tractiebatterij mag nooit door middel van 
een extern apparaat worden opgeladen. 
Laat werkzaamheden aan de tractiebatterij 
uitsluitend over aan een gekwalificeerde 
technicus van het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats. 
  Het onoordeelkundig uitvoeren van 
werkzaamheden aan de tractiebatterij kan 
leiden tot ernstige brandwonden en elektrische 
schokken die levensgevaarlijk letsel kunnen 
veroorzaken. 
  Een hoogspanningsbatterij van het type Ni-MH 
(nikkel-metaalhydride) dient aan het einde van 
de levenscyclus op de voorgeschreven wijze 
te worden afgevoerd via de werkplaats, zodat 
door de recycling van de batterij het milieu kan 
worden ontzien.  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoogspanning 
 
 
De elektromotor werkt met een spanning van 
150 tot 270 V. 
  Let op de waarschuwingsstickers die op de 
auto zijn aangebracht. 
  Wees uiterst voorzichtig bij werkzaamheden in 
de buurt van onderdelen met hoogspanning en 
onderdelen die heet kunnen worden door de 
elektrische stroom.  
 
 
Noodonderbreker 
 
In het geval van een aanrijding worden 
de hoogspanning en de voeding van de 
brandstofpomp onderbroken door een 
noodonderbreker, waardoor uw auto niet meer 
gestart kan worden. 
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk om het 
hybridesysteem weer in te schakelen.      
Een aantal hoogspanningskabels zijn aan de 
onderzijde van de auto bevestigd; zorg er voor 
dat deze niet beschadigd raken bij het rijden op 
slecht begaanbaar terrein. 
   
Zet alvorens 
werkzaamheden uit te 
voeren altijd het contact 
af (verklikkerlampje 
  READY 
 gedoofd).  
 
 
 
Waarschuwingen met betrekking tot de tractiebatterij  
 
Hoogspanningskabels 
 
 
Breng hefsystemen (krik, 
tweekolomsbrug, ...) aan onder de 
daarvoor bestemde steunpunten 
om beschadiging van de kabels te 
voorkomen.  
    Raak onderdelen, oranje kabels en 
stekkers van het hoogspanningscircuit 
nooit aan, ook niet na een aanrijding.   
Page 419 of 484
29HYbrid4-systeem
   
Dit ventilatiesysteem werkt niet continu. Het 
past permanent de mate van ventilatie aan de 
koelbehoefte van de tractiebatterij aan. 
  De werking van het systeem kan hoorbaar zijn, 
met name als de auto stilstaat en het Hybrid4-
systeem is uitgeschakeld (nakoeling). 
  Als deze aanzuigopening verstopt is, kan 
de tractiebatterij over verhit en daardoor 
beschadigd raken. Dit kan een nadelig effect 
hebben op de prestaties van het Hybrid4-
systeem. 
   
 
 
 
 
 
 
 
Ventilatie van de tractiebatterij 
 
 
Om er voor te zorgen dat de 
tractiebatterij optimaal kan werken, dient 
u de volgende veiligheidsvoorschriften in 
acht te nemen: 
   
 
-   houd de aanzuigopening vrij van 
vreemde voor werpen, zodat de 
tractiebatterij niet over verhit kan 
raken waardoor de prestaties van 
het Hybrid4-systeem afnemen, 
   
-   mors geen vloeistof, de 
tractiebatterij zou hierdoor 
beschadigd kunnen raken 
(kortsluiting).  
 
     
 
 
 
 
 
De tractiebatterij is voorzien van een 
luchtkoelingssysteem. Dit systeem bestaat uit 
een aanzuigopening (aan de zijkant van de 
linkerachterstoel) en een ventilator (achter de 
bagageruimtebekleding links).  
  
Page 420 of 484
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Toegang tot de motorruimte 
 
Ook de dynamo/startmotor van uw hybrideauto 
wordt met hoogspanning gevoed. 
  Wanneer u de motorkap opent zonder eerst het 
contact af te zetten, kan het voorkomen dat de 
motor plotseling door de dynamo/startmotor 
weer wordt gestart.     
Zet, voordat u de 
motorkap opent, 
altijd het contact af 
(verklikkerlampje 
  READY 
 uit). 
   
Zet om ernstig letsel te voorkomen 
het contact af en controleer of het 
verklikkerlampje  READY 
 op het 
instrumentenpaneel is gedoofd alvorens 
werkzaamheden in de motorruimte uit 
te voeren.  
 
 
 
Aanbevelingen