CITROEN JUMPER MULTISPACE 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 11 of 339

9


Interieur

IN EEN OOGOPSLA
G
1



COCKPIT


1.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.

2.
Instrumentenpaneel met display.

3.
Schakelaar ruitenwissers,
ruitensproeiers, boordcomputer.

4.
Versnellingshendel.

5.
Contact.

6.
Bediening autoradio.

7.
Airbag bestuurder, claxon.

8.
Stuurwielverstelling in hoogte en
diepte.

9.
Koplampverstelling.

10.
Schakelaar snelheidsregelaar/-
begrenzer.

11 .
12V-aansluiting (max. 120 W), type
aansteker.

12.
Asbak.

13.
Dashboardkastje, AUX-aansluiting,
schakelaar uitschakeling
passagiersairbag.

14.
"Grip control".

Page 12 of 339



Interieur

10

MIDDENCONSOLE EN DAKCONSOLE


1.
Plaats van de schakelaars:


- vergrendeling elektrisch kinderslot,

- centrale vergrendeling/
ontgrendeling.

2.
Bediening verwarming en/of
airconditioning.

3.
Pasjeshouder of schakelaars:


- uitschakeling ESP,

- uitschakeling inbraakalarm,
verklikkerlampje alarm,

- uitschakeling parkeerhulp.

4.
Opbergvak.

5.
Autoradio of opbergvak.

6.
Middelste verstelbare
ventilatieroosters.

7.
Schakelaar alarmknipperlichten.

8.
Display of opbergvak.

9.
Plafonnier.

10.
Verklikkerlampje uitschakeling
passagiersairbag.

11 .
Pasjeshouder, schakelaar
uitschakeling ventilatie achter,
schakelaars stoelverwarming.




TIJD INSTELLEN


- een middenconsole met display: zie in
de rubriek 9 het gedeelte "Datum en tijd
instellen",

- een middenconsole zonder display: zie
in de rubriek 2 het gedeelte "Cockpit".
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto is
deze voorzien van:

Page 13 of 339

3
11


Interieur

IN EEN OOGOPSLA
G
1


Bestuurdersstoel




COMFORT



1.
Verstelling in lengterichting.

2.
Rugleuningverstelling.

3.
Hoogteverstelling.

4.
Lendensteunverstelling.

5.
Hoogteverstelling van
de hoofdsteun.
68

Page 14 of 339

2
4
3
3
12

Stuurwiel

Elektrisch bedienbare ruiten

Buitenspiegels
44

Veiligheidsgordels
99 92

90 In hoogte en diepte verstellen van het
stuurwiel. Handmatig verstelbaar.
Elektrisch verstelbaar, elektrisch in- en
uitklapbaar.
Hoogteverstelling.
Vastmaken.

Page 15 of 339

3
3
7
13


Interieur

IN EEN OOGOPSLA
G
1


ZICHT

45 Lichten uit
Parkeerlicht
Grootlicht (blauw)
Dimlicht (groen)
Schakelaar ruitenwissers

2
Hoge snelheid.
1
Normale snelheid.
I
Interval.
0
uit.
È
Eén keer wissen.

AUTO
, beweeg de hendel één maal
omlaag.
AUTO, automatisch
inschakelen van de
verlichting
Lichtschakelaar
48
Lampen verwisselen
137
Zorg ervoor dat de koplampen en
achterlichten in de winter of bij slecht weer
niet bedekt zijn met modder of sneeuw.

Page 16 of 339

9
9
3
3
9
3

Interieur

14


NaviDrive

RIJDEN


Snelheidsregelaar / sneheidsbegrenzer

50, 53

Om de snelheidsregelaar te kunnen gebruiken,
moet de wagensnelheid hoger zijn dan 40 km/h
en moet minimaal de vierde versnelling zijn
ingeschakeld.
Voor de snelheidsbegrenzer geldt een minimaal
te programmeren snelheid van 30 km/h.
97

Grip Control
Dit systeem zorgt ervoor dat de auto in
de meeste gevallen van weinig grip toch
vooruit komt. Deze autoradio heeft een harde schijf
van 10 GB, die gebruikt kan worden om
muziekbestanden op te slaan.
Met de functie Jukebox kunt u tot wel
10 uur aan zelfgekozen muziek opslaan.
De gedetailleerde kaartgegevens van
heel Europa zijn op de harde schijf
opgeslagen; het gebruik van een CD is
niet nodig. De kaartgegevens worden op
een 7 inch-kleurenscherm in 16/9-formaat
weergegeven. Het systeem beschikt over een
driedimensionale weergavemogelijkheid.
De handsfree GSM-telefoon maakt gebruik
van uw SIM-kaart en geeft toegang
tot de helpdesk van CITROËN (onder
voorbehoud).
Autoradio
Met deze ergonomische autoradio beschikt
u over kaartgegevens van heel Europa
op SD-kaart, een Bluetooth-verbinding en
een afspeelmogelijkheid voor MP3-/WMA-
bestanden.
MyWay

Noodoproep of hulpoproep met
NaviDrive
Hiermee kunt u een noodoproep of
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de
desbetreffende CITROËN-helpdesk.
Raadpleeg voor meer details over deze
uitrusting rubriek 9, "Technologie aan
boord". 52
Vaste snelheidsbegrenzer

Page 17 of 339

33
3
3
3
15


Interieur

IN EEN OOGOPSLA
G
1


Dakconsole
82


INDELING CABINE


Dashboardkastje
80 80

Opbergvak
Zitplaatsen achter
72

Indeling zitplaatsen
84


INDELING ACHTER

Page 18 of 339

3
33
23
4


Interieur

16

79
Opstellingen van stoelen / banken
91


Ruiten achter

Beveiliging tegen beknellen
92
Elektrische kinderbeveiliging
26
KINDEREN AAN BOORD


Spiegel naar achterpassagiers
91

Kinderzitjes
111

Page 19 of 339

3
33
17


Interieur

IN EEN OOGOPSLA
G
1



Tips voor het instellen

Voor een optimale werking van het systeem is het raadzaam de volgende instellingen te gebruiken:


Gewenste
werking




Luchtverdeling




Temperatuur




Luchtopbrengst




Luchtrecirculatie




A/C



Warm

-


Koud



Ontdooien
Ontwasemen


Met handmatige bediening
56

Met automatische bediening en gescheiden
regeling voor bestuurder en passagier
58

Achter
64

VENTILATIE

Page 20 of 339



Interieur

18ECO-RIJDEN

Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik
van de versnellingsbak

Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in en schakel
bij voorkeur relatief snel over naar een
hogere versnelling. Volg de aanwijzingen
van de schakelindicator (indien aanwezig)
die op het instrumentenpaneel worden
weergegeven.

Als uw auto is voorzien van een
automatische versnellingsbak of een EGS-
versnellingsbak, laat de selectiehendel
dan in de stand Drive "D"
of Auto "A"
(afhankelijk van het type versnellingsbak)
staan en trap het gaspedaal niet bruusk of
diep in.

Gebruik op slimme
wijze de elektrische
voorzieningen


Als bij het instappen blijkt dat de
temperatuur in de auto hoog is opgelopen,
open dan alle ruiten en de ventilatieroosters
alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de
ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Schakel de verlichting en de mistlampen
uit als het zicht voldoende is.

Laat de motor vooral 's winters na het
starten niet stationair warmdraaien, maar
rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Kies voor een soepele
rijstijl


Houd afstand van de auto's voor u, rem
bij voorkeur af op de motor in plaats
van het rempedaal te gebruiken en
trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u
deze aanwijzingen naleeft, neemt het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en
wordt de geluidsoverlast door het verkeer
beperkt.

Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik
dan vanaf een snelheid van ongeveer
40 km/h de snelheidsregelaar (indien
aanwezig).


Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler,
MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de
auto aan om het elektriciteitsverbruik, en
dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de
auto verlaat.
Gebruik de voorzieningen in het interieur
die de temperatuurstijging kunnen
beperken (blinderingspaneel van het
panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra
de gewenste temperatuur is bereikt
(behalve bij auto's met een automatische
airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn als deze niet automatisch
worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel
mogelijk uit.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 340 next >