CITROEN JUMPER MULTISPACE 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 221 of 339
9.63
04NAVIGATIE
   
POI-LIJST 
*  
 Afhankelijk van beschikbaarheid in het land.   Dit picto
gram verschijnt als er zich meerdere Points
of Interest in hetzelfde gebied bevinden. Door opdit pictogram in te zoomen kunt u de verschillende Points of Interest bekijken.gg
   Tankstation 
  T
ankstation met LPG 
 
Garage 
  CITRO
ËN
 
Autocircuit 
  Parkeer
garage
  P
arkeerterrein 
 
Parkeerplaats
   
H
otel
 
Restaurant
 
Wegrestaurant 
  Picknickplaats 
 
Cafetaria   Tr
einstation 
B
usstation
Haven
Industrieterrein
Supermarkt 
B
ank 
Geldautomaat
T
ennisbaan 
Zw
embad
Golfbaan
Wintersportcentrum 
Th
eater 
Luchthaven 
   
Attractie
park
Zi
ekenhuis
  Apotheek 
P
olitiebureau 
School 
Postkantoor 
M
useum
T
ourist info 
Flitspaal 
*   
R
oodlichtcamera  *
Ri
sicozone *
Bioscoop 
Page 222 of 339
9.64
04
5
6
3 2 1
4
   
NAVIGATIE-INSTELLINGEN 
 
 Selecteer "Instellen risicozones" voor 
toegang tot de functies "Op kaart 
weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".     
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de POI's 
die standaard op de kaart worden
weer
gegeven in te stellen.  Druk o
p de toets NAV.  
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop 
om te bevestigen.
   
Selecteer de functie "Instellin
gen" en druk op de draaiknop om tebevestigen.POI-cate
gorieën op kaart
InstellingenInstellen risicozones
Menu "Navigatie"
NAVIGATIE
Selecteer de functie "Navigatievolume"en draai aan de draaiknop om het
volume van de verschillende gesproken
berichttypen (verkeersinformatie,
waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Navigatievolume
   
Het volume van de POI-waarschuwingen kan alleen tijdens het 
uitzenden ervan worden aangepast.
   
 
 
 
 
 
 
UPDATEN POI'S 
 
 
De uitgebreide procedure voor het update van de POI's is
beschikbaar op de site "citroen.navigation.com ". 
  Hiervoor is een SDHC-speler 
(High Capacity) vereist.
 
 
Als het navigatiesysteem is ingeschakeld en de kaart op het display wordt weergegeven, 
kunt u de spraakbediening in- of uitschakelen door op het knopje te drukken en 
vervolgens "Gespr. instructie" te selecteren of deze selectie juist ongedaan te maken.
Gespr. instructie 
Page 223 of 339
9.65
05
2 1
3
4
5
VERKEERSINFORMATIE 
   
 
 
 
 
 
 
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE 
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN 
   
Selecteer vervolgens de gewenste straal van het fi lter (in km),
afhankelijk van de route, en bevestigdoor op de draaiknop te drukken.
  W
anneer alle berichten over het 
traject worden geselecteerd, wordt
aanbevolen een geografi sche 
fi lter (over een straal van 5 km
bijvoorbeeld) toe te voegen omhet aantal berichten dat op dekaart verschijnt te verkleinen.Het geografi sch fi lter volgt de
verplaatsing van de auto.  
   
De fi lters werken onafhankeli
jk van elkaar en cumulatief.
  Het is raadzaam om een fi lter o
p de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van:
   
 
-   3 km o
f 5 km voor een gebied met een dicht wegennet,
   
-   10 km voor een 
gebied met een normaal wegennet,
   
-   50 km voor lange trajecten 
(autosnelweg).  
  Druk no
gmaals op de toets TRAFFICof selecteer het Menu Verkeer en druk op de draaiknop om te 
bevestigen.Druk o
p de toets TRAFFIC.   
Een TMC-bericht 
(Trafi c Message Channel) is informatie met betrekking 
tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvangen endoorgestuurd naar de bestuurder in de vorm van gesproken berichten en 
visuele waarschuwingen op de navigatiekaart. 
  Het navigatiesysteem kan in dat geval een alternatieve route voorstellen.  
   
Selecteer de functie "Geo
grafi sch
fi lter" en druk op de draaiknop om te
bevestigen. 
Berichten op route
 
 
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder Menu Verkeer op
volgorde van nabijheid.  
Alleen waarsch.berichten op route
Menu Verkeer
Selecteer het 
gewenste fi lter: 
Alle waarschuwingsberichten
Alle berichten
De berichten verschijnen op de kaart enin de lijst.
Druk op E
SC om het fi lter uit te schakelen.  
Geografi sch fi lter 
Page 224 of 339
9.66
05
2 1
3
2 1
   
 
 
 
 
BELANGRIJKSTE PICTOGRAMMEN TMC 
 
 Druk op de draaiknop als de huidige 
geluidsbron op het display wordt 
w
eergegeven.
   
Het snelkeuzemenu van de 
geluidsbron verschijnt en geeft toegang tot:
   
Selecteer Verkeersinfo (TA) en druk 
ter bevestiging op de draaiknop 
voor toegang tot de desbetreffende 
instellingen.
Verkeersinfo (TA)
   
-  het station zendt verkeersinformatie uit. 
 
 
 
 
 
 
VERKEERSINFORMATIE BELUISTEREN 
Rood-gele driehoek: verkeersberichten, bijvoorbeeld: Zwart-blauwe driehoek: algemene in
formatie, bijvoorbeeld:
VERKEERSINFORMATIE
   
De functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het luisteren
naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.Zodra er een bericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en
wordt de verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen, 
wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat. 
   
-   het station zendt geen verkeersinformatie uit. 
   
-de weergave van verkeersinformatie is uitgeschakeld.  
  
Page 225 of 339
9.67
06
3 2 1 1
 
 
 
 
 
 
SELECTEREN VAN EEN ZENDER 
 
 Druk tijdens het luisteren naar deradio op de draaiknop.  
   
Het snelkeuzemenu van de radiofunctie verschi
jnt en geeft toegang 
tot de volgende opties:
   
Selecteer de gewenste functie en druk op de draaiknop om te
bevestigen en de desbetreffende
instellingen te wijzigen.  
Verkeersinfo
   
Als de RD
S-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar 
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven 
luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen. Sommige 
RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat 
de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit
verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
  Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook gg
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel enheeft niets te maken met een storing in de autoradio. 
   
 
 
 
 
RDS - REGIONALE FUNCTIE 
Druk op de toets RADIO om 
de alfabetische lijst met lokaal
ontvangen zenders weer te geven.
Selecteer het 
gewenste station
met de draaiknop en druk op dedraaiknop om te bevestigen.
Re
gioprog. (REG)
Radiotekst
RDSDruk tijdens het luisteren naar de radio op een
van de toetsen om de vorige of volgende zender 
in de lijst te selecteren.
Druk lan
ger dan 2 seconden op een van de numerieke toetsen om 
de zender waarop is afgestemd op te slaan. 
Druk op de numerieke toets om naar de zender te luisteren die 
onder die toets is op
geslagen.  
 
AM
Houd een van de toetsen lang ingedrukt omautomatisch in afl opende of oplopende volgorde
naar zenders te zoeken.  
 
RADIO 
Page 226 of 339
9.68
07MULTIMEDIASPELERS 
   
 
 
 
 
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN  
INFORMATIE EN TIPS 
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
  Als de 
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één 
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.     
De MyWay speelt bestanden met de extensie ".mp
3" en een bitrate 
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af. 
 
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden 
afgespeeld. 
  Geluidsbestanden met een andere extensie 
(.mp4, .m3u...) kunnen 
niet worden afgespeeld. De 
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media Audio, eigendom
van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD
te plaatsen.  
   
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.  
  
Page 227 of 339
9.69
07
3 2 1
6
4
5
   
 
 
 
 
 
 
 
 
MUZIEK SELECTEREN/BELUISTEREN  
CD, MP3-/WMA-CD 
Het afspelen of weergeven van een MP3-/WMA-speellijst kan
worden beïnvloed door het gebruikte programma voor het branden 
van de CD en/of de instellingen. Wij raden u aan voor het branden 
van een CD de standaard ISO 9660 te gebruiken.  
  Druk o
p de toets MUSIC.
Selecteer de functie "Kies muziek"en druk op de draaiknop om te
bevestigen.   
Druk op de toets omhoo
g/omlaag 
om de volgende/vorige map te selecteren.    
Selecteer de 
gewenste geluidsbron: CD, MP3-/WMA-CD. Druk op de draaiknop om te bevestigen. Het 
afspelen begint.
Kies muziek Druk nogmaals op de toets MU
SICof selecteer de functie Menu Muziek en druk op de draaiknop om te
bevestigen.   
Druk op een van de toetsen om een nummer te selecteren.
  Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.  Menu Muziek
De lijst met nummers of MP3-/WMA-bestanden verschijnt onder 
het Menu Muziek.
MULTIMEDIASPELERS  
Page 228 of 339
9.70
07
43 1
2
  MULTIMEDIASPELERS
 
 
Sluit het externe apparaat (mp3-/
WMA-speler…) met de JACK-RCA 
audiokabel aan op de RCA-
audioaansluitin
gen (wit en rood).  
Druk op de toets MUSIC en druk 
no
gmaals op de toets of selecteer defunctie Menu "Muziek" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de 
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Aux-ingang" en
druk op de draaiknop om het externe 
apparaat te activeren. 
Aux-ingang
   
 
 
 
 
 
 
 
 
AUX-INGANG GEBRUIKEN  
Menu "Muziek"
AUDIOKABEL JACK-RCA NIET BIJGELEVERD
De weer
gave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe 
apparatuur zelf.  
  
Page 229 of 339
9.71
08
1
2
3
4
BLUETOOTH®-TELEFOON 
*  
  De beschikbaarheid van diensten hangt af van het gsm-netwerk, de 
simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.Controleer in de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en informeer bij uw 
provider welke diensten voor u toegankelijk zijn.  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON/  
EERSTE KOPPELING  
 
 
 
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree set van 
de MyWay mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat
deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt, 
uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezetcontact.
   
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon encontroleer of deze "voor alle apparatuur zichtbaar" 
is (zie de gebruiksaanwijzing van uw telefoon).Voer de toe
gangscode in met de telefoon. De in
te voeren code wordt weergegeven op het displayvan het systeem. 
Bepaalde tele
foons worden automatisch elke keer 
dat het contact wordt aangezet weer gekoppeld. 
Er wordt een meldin
g weergegeven om de koppeling te bevestigen.  
   
Dr
uk om een andere telefoon te 
koppelen op de toets PHONE, selecteer vervolgens Menu "Telefoon" en druk op de draaiknopom te bevestigen.  
     
Als de tele
foon is gekoppeld, kan de MyWay de contacten en de gesprekkenlijst synchroniseren. Deze synchronisatie kan enkele
minuten duren * . U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen (zie de gebruiksaanwijzing van de telefoon).
Ga voor meer informatie over bijvoorbeeld de compatibiliteit enextra ondersteuning naar www.citroen.nl.
Druk op de toets PH
ONE.     
Selecteer als de telefoon no
g niet gekoppeld is geweest "Telefoonzoeken" en druk op de draaiknop om 
te bevestigen. Selecteer vervolgens de naam van de telefoon.
Telefoon zoeken 
Page 230 of 339
9.72
08
1
2
2
1
   * 
 
  De beschikbaarheid van diensten hangt af van het gsm-netwerk, desimkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Controleer in de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en informeer bij uwprovider welke diensten voor u toegankelijk zijn.
 
BLUETOOTH®-TELEFOON
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON  
 
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set van
de MyWay mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat 
deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt,uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezetcontact.  
   
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon en controleer of deze "voor alle apparatuur zichtbaar"
is (zie de gebruiksaanwijzing van uw telefoon). 
De laatst gekoppelde telefoon wordt automatisch 
opnieuw gekoppeld.
Er wordt een melding weergegeven om de kopeling te bevestigen.     
Al
s er al een andere telefoongekoppeld is en deze koppeling moet
veranderd worden, druk dan op de 
toets PHONE, selecteer vervolgens Menu "Telefoon" en druk op de draaiknop om te bevestigen.    
Als de telefoon is gekoppeld, kan MyWay de contacten en degesprekkenlijst synchroniseren. Deze synchronisatie kan enkeleminuten duren * 
.  
   
De li
jst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 4) verschijnt op het multifunctionele display. Selecteer de gewenste telefoon om 
deze opnieuw te koppelen.
Ga voor meer informatie over bijvoorbeeld de compatibiliteit enextra ondersteuning naar www.citroen.nl.
   
Druk op de toets PH
ONE.
Selecteer "Telefoon koppelen". Selecteer de telefoon en druk op de 
draaiknop om te bevestigen.
Telefoon koppelen