display CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 177 of 324

175
Rijden
6Informatie op het
instrumentenpaneel




Head-up display

6. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.
7. Snelheidsregelaar geselecteerd
8. Ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken
► Draai rolwiel 1 in de stand "CRUISE": de
snelheidsregelaar is geselecteerd, maar nog niet
ingeschakeld (pauze).
► Druk op de toets 2 of 3 om de
snelheidsregelaar in te schakelen en een
snelheid op te slaan als de auto de gewenste
snelheid heeft bereikt; de huidige snelheid van
de auto wordt de opgeslagen als de ingestelde
snelheid.


Laat het gaspedaal los.



Druk nogmaals op toets 4

om de werking van
de functie tijdelijk te onderbreken.


Druk nogmaals op toets 4

om de
snelheidsregelaar weer in te schakelen (ON).
De snelheidsregelaar kan ook tijdelijk
worden onderbroken:


door het rempedaal in te trappen.



door bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal in te trappen (afhankelijk
van de motor).



automatisch, als het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP) in werking treedt.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
De snelheidsregelaar moet zijn ingeschakeld.
U kunt de ingestelde snelheid als volgt
aanpassen, uitgaande van de huidige snelheid
van de auto:


Druk kort op toets
2 of 3 om de waarde in
stappen van +
of - 1 km/h te wijzigen.


Houd toets
2 of 3 ingedrukt om de waarde in
stappen van +
of - 5 km/h te wijzigen.
Wanneer toets 2 of 3 ingedrukt wordt
gehouden, kan de snelheid van de auto
snel veranderen.
Stel om veiligheidsredenen een snelheid
in die niet al te veel afwijkt van de
actuele wagensnelheid. Zo voorkomt u dat de
auto onverwacht gaat accelereren of vaart
minderen.
De ingestelde snelheid wijzigen met behulp
van de geprogrammeerde snelheden en het
touchscreen:


druk op de toets
5 om de geprogrammeerde
snelheden weer te geven.


Druk op de touchscreen-toets voor de
gewenste snelheid.
Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.
Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde
snelheid.
U kunt de ingestelde snelheid van de
snelheidsregelaar aanpassen aan
de snelheid die wordt voorgesteld
door het Snelheidslimietherkennings-
en snelheidsadviessysteem op het
instrumentenpaneel:



Druk één keer op toets
5; er wordt een
melding weergegeven om het verzoek tot
opslaan te bevestigen.


Druk nogmaals op toets 5

om de
voorgestelde snelheid op te slaan.
De snelheid verschijnt direct als nieuwe
ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.

Page 180 of 324

178
Rijden
wordt de melding "Inschakelen geweigerd,
omstandigheden ongeschikt" kort
weergegeven zolang het niet mogelijk is om
de snelheidsregelaar weer in te schakelen
(niet voldaan aan de veiligheidsvoorwaarden).
Met de
functie Snelheidslimietherkennings-
en snelheidsadviessysteem
of de
functie voor het opslaan van op het
instrumentenpaneel weergegeven
snelheidslimieten om de ingestelde
snelheid aan te passen.
► Druk op 5 om de snelheid te accepteren
die het systeem op het instrumentenpaneel of
touchscreen heeft voorgesteld en druk daarna
nog een keer op de toets om te bevestigen.
Om plotseling accelereren of decelereren
van de auto te voorkomen is het
raadzaam een snelheid te selecteren die dicht
bij de actuele snelheid van uw auto ligt.
De afstand tot de voorligger wijzigen
► Druk op 6 om de drempelwaarden van de
afstandsinstelling ("Ver", "Normaal" of "Dichtb.")
weer te geven en druk nog een keer op de toets
om een drempelwaarde te selecteren.
Na enkele seconden wordt de instelling
geaccepteerd en in het geheugen opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Tijdelijk overschrijden van de ingestelde
snelheid
► Trap het gaspedaal in. De afstandsregeling
en de snelheidsregeling zijn gedeactiveerd
zolang u blijft accelereren. De snelheid knippert
op het instrumentenpaneel.
Uitschakelen van het systeem
► Draai knop 1 omhoog naar stand 0 (OFF).
Informatie op het
instrumentenpaneel




Head-up display
7. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.
8. Snelheidsregelaar geselecteerd of bijstelfase
van de wagensnelheid.
9. Ingestelde snelheid.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het head-up display.
Meldingen en
waarschuwingen
De weergave van deze meldingen of
waarschuwingen is niet sequentieel.
“Cruise control onderbroken” of “Cruise
control afgebroken” na een korte
acceleratie door de bestuurder.
“Snelheidsregelaar actief”, geen auto
gedetecteerd.
“Snelheidsregelaar actief”, auto
gedetecteerd.
“Snelheidsregelaar actief en snelheid
aangepast”, detectie van een voertuig dat
zich te dicht vóór de auto bevindt of waarvan de
snelheid lager ligt.
“Snelheidsregelaar actief en snelheid
aangepast”, binnenkort automatische
deactivering nadat een regelgevingslimiet is
bereikt.
“Snelheidsregelaar onderbroken”,
automatische deactivering nadat
snelheidslimietaanpassing is overschreden en
geen reactie van de bestuurder.
Werkingslimieten
Het regelingsbereik is beperkt tot een
verschil van maximaal 30 km/h tussen de
ingestelde snelheid en de snelheid van de
voorligger.
Als het verschil groter is, wordt de werking van
het systeem onderbroken als de afstand tot de
voorligger te klein wordt.
De adaptieve snelheidsregelaar vermindert de
rijsnelheid uitsluitend door af te remmen op de
motor. Daardoor neemt de snelheid langzaam
af, zoals dat ook gebeurt bij het loslaten van het
gaspedaal.
De werking van het systeem wordt automatisch
onderbroken:
– als de voorligger te sterk of te plotseling
afremt en u zelf niet remt,

Page 258 of 324

256
Bluetooth®-audiosysteem
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering."Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te
selecteren (FM / AM / DAB).
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere frequenties
te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de
beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om
deze lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is
de geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet
op een storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
echter niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden
kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus " Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze
FM-band".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS)".
Druk op OK, RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van
een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra dit
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Wees voorzichtig met het verhogen van
het geluidsvolume tijdens het beluisteren
van verkeersinformatie. Als het systeem
terugkeert naar de oorspronkelijk geluidsbron
kan het geluidsvolume te hoog zijn.
Druk op TA om de weergave van
verkeersinformatie in- of uit te schakelen.
Verkeersberichten
ontvangen via de functie
INFO
De functie INFO geeft voorrang aan
verkeersberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede
ontvangst van een radiozender nodig die
deze berichten uitzendt. Zodra er een bericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die
op dat moment wordt weergegeven (Radio,
CD, USB,...) automatisch onderbroken en
wordt het verkeersbericht doorgegeven.
Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de
weergave van de oorspronkelijke geluidsbron
hervat.
Houd deze toets lang ingedrukt voor een
overzicht van categorieën.

Page 310 of 324

308
Trefwoordenregister
Bochtverlichting, statisch 99
Boordcomputer
25–26
Boordgereedschap

220
Brandstof

8, 192
Brandstofadditief

210–211
Brandstofniveaumeter

192–193
Brandstoftank

192, 192–193
Brandstof tanken

192–193
Brandstoftank leeg (diesel)

219
Brandstofverbruik

8
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop

192–193
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep

192–193
Buitenspiegels

57–58, 90, 185–186
C
Carrosserie 217
Carrosserie-onderhoud
217
CD

259
CD MP3

259–260
CD-/MP3 -speler

259–260
Centrale vergrendeling

31, 36, 40
Claxon

108
Configuratie van de auto

27–28
Connectiviteit

292
Contact

150–151, 300
Contact aangezet

151
Controlelampjes

12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle

20
Controlepaneel 196–197
Controles
208–209, 210–212
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
257–258, 271, 296
Dagteller

24
Dashboardkastje

75
Datum (instellen)

29, 278, 302
Datum instellen

29, 278, 302
Derde remlicht

232
Detectie obstakels

186
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie

164–165, 223, 228
De tractiebatterij laden

197
Dieselmotor

192, 208, 219, 243
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)

257, 271, 296
Dimlicht

96, 229–230
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)

25
Display instrumentenpaneel

25
Dodehoekbewaking

185, 186
Dubbele cabine met vaste achterbank

72–73
Dubbele cabine met wegklapbare bank

73
Dynamische noodrem

153–155
E
Eco-mode ~ Eco-modus 204
Eco-rijden (adviezen)
8
ECO-stand

162
Eendelige vaste bank

63–64
Een lamp vervangen (achterdeuren)

231
Electronic Stability Program (ESC)

108–109, 111 – 11 2
Elektrisch bedienbare schuifdeur

36–37,
42–43, 45
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend

152–155, 211
Elektrische ruitbediening

51–52
Elektrisch verstelbare stoelen

54–55
Elektromotor

5, 9, 28, 151, 194,
205, 208, 236, 240, 248
Elektronische remdrukregelaar (REF)

108
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)

108
Elektronische sleutel

31, 151–152
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische

148
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)

108, 110–112
Energiestromen

28
ESP (Elektronisch Stabiliteits
Programma)

108
Etiketten

6, 62
Extra verwarming

50, 91–92

Page 311 of 324

309
Trefwoordenregister
F
Flacon AdBlue® 213–214
Follow me home-verlichting
32
Follow me home verlichting ~ Follow-
me-home-verlichting

98
Frequentie (radio)

295–296
G
Gekoppeld navigatiesysteem 289–292
Geluidssignaal stil voertuig
(elektrische auto)

108, 147
Geluidssignaal voor voetgangers
(elektrische auto)

108, 147
Geprogrammeerd laden

28, 203
Geprogrammeerd laden
(elektrische auto)

28, 195, 200
Gereedschap

221, 224
Gereedschapskist

220
Gesproken commando''''s ~
Spraakcommando''''s

283–286
Gevarendriehoek

219
Gewichten

242–243, 248
GPS

289
Grootlicht

96, 229–230
Grootlichtassistent

99–100
H
Halogeenlampen 229–230
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld

156, 163, 211
Handopvoerpomp

219
Handrem

152, 211
Handsfree-schuifdeur

46–47
Handsfree set

261–262, 274–275, 298–299
Head-up display

167–168
Helderheid

276
Het opslaan van de snelheid

168–169
Hill-Holder ~ Hill Start Assist

155–156
Hoedenplank

75
Hoek van de stoel

53
Hoek van de stoel verstellen

53, 55
Hoofdsteunen verstellen

55
Hoofdsteunen vóór

55
Hoogspanning

194
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling

57
Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~
Gordelverstelling

11 3
Hulpoproep

106
I
Identificatiegegevens 252
Identificatieplaatjes constructeur
252
Identificatie (stickers)

252
Imperiaal

205
Indeling achter 79
Indeling interieur ~ Interieurindeling
74–75, 79
Individuele achterstoel(en) op rails

69–71, 114
Infraroodcamera

166
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)

192–193
Inrichting laadruimte

78
Instapverlichting

98–99
Instellen van de uitrustingen

27–28
Instellingen van het systeem

277, 301
Instrumentenpaneel

10, 167
Intelligente tractiecontrole

11 0
Interieurfilter

85, 211
Interieurfilter (vervangen)

2 11
Interieurverlichting

94, 101
ISOFIX

138, 140–141, 141
ISOFIX bevestigingen

128, 138, 140–141, 141
ISOFIX kinderzitjes

130–133, 140–141, 141, 142
J
Jack 297
Jack-aansluiting
259, 297
Jack-kabel

297
K
Kaartleeslampjes 94
Kentekenplaatverlichting
233

Page 312 of 324

310
Trefwoordenregister
Keyless entry and start 31–37, 149–150
Kilometerteller
24
Kinderbeveiliging

144–145
Kinderbeveiliging achterportierruiten

145
Kinderen

114, 122, 130–133,
140–141, 141, 141–143
Kinderen (veiligheid)

144
Kinderzitjes

114, 118–122, 126, 127–128, 142
Kinderzitjes (conventioneel)

121–122,
126, 127–128
Kinderzitjes i-Size

141–142
Klep laadaansluiting
(elektrische auto)

195, 200, 202–203
Klep van de laadaansluiting

203
Kleurcode lak

252
Klimaatregeling

88, 90
Klokje (instellen)

29, 277, 302
Koelvloeistof

209
Koelvloeistoftemperatuur

19–20
Koelvloeistoftemperatuurmeter

19–20
Kofferdeksel sluiten

49
Koplampverstelling

101
Krik

224–225
L
Laadkabel 197
Laadkabel (elektrische auto)
196
Laadniveaumeter (elektrische auto)

23
Laadschot

78
Laadstekker (elektrische auto) 195, 200,
202–203
Laadsysteem (elektrische auto)

5, 9, 28,
194, 208
Laadzone

33, 41–42, 79
Laden accu ~ Accu laden

238
Laden tractiebatterij

197
Laden via een normaal stopcontact

197
Lader voor versneld laden (wallbox)

196
Lak

217, 252
Lampen

229
Lampen (vervangen)

229, 231
Lampen vervangen

229, 231–233
Lane Departure Warning System (LDWS)

183
Leder (onderhoud)

217
Lekke band

221–222, 224
Lendensteun

53, 56–57
Lendensteun, verstelling

53
Lichtschakelaar

96
Lokaliseren van de auto

32
Luchtfilter

2 11
Luchtfilter (vervangen)

2 11
Luchtrecirculatie

87, 89
M
Massagefunctie 56–57
Matte lak
217
Matten

74, 167
Mat verwijderen

74
Meldingen

300
Menu 273
Menu's (audio)
268–269, 282–283
Menustructuren display

273
Milieu

8, 40, 92, 147
Minimaal laadniveau tractiebatterij
(elektrische auto)

23
Mistachterlicht

96, 231, 233
Mistlampen vóór

96, 99, 231
Mobiele app

28, 93, 203
Moduwork

58–60
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren

206
Motor

212
Motoren

242
Motorkap

206–207
Motorkapsteun

207
Motorolie

208
Motorolieniveaumeter

20
MP3 (CD)

260
Multifunctioneel display (met autoradio)

256
N
Navigatiesysteem 287–289
Netaansluiting (standaardstekker)
196
Niveau AdBlue®

210
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau

210–211
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau

19–20, 209

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30