display FIAT 500L 2018 Instructieboek (in Dutch)
Page 52 of 280
TRIP COMPUTER
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in de
stand MAR staat.
De Trip Computer omvat:
Moment. info(behalve op LPG- en
Natural Power-versies): weergave van
de parameters “Bereik” en “Huidig
verbruik"
"Trip A" geeft de volgende waarden
weer: “Gereden afstand”, “Reisduur”,
“Gemiddeld brandstofverbruik” en
“Gemiddelde snelheid”
"Trip B" geeft de volgende waarden
weer: “Gereden afstand”, “Reisduur”,
“Gemiddeld brandstofverbruik” en
“Gemiddelde snelheid”
“Trip A” en “Trip B” bewaken de
"complete missies" (trips) van de auto
afzonderlijk van elkaar. “Trip B” kan
worden uitgeschakeld.
Het "Bereik" wordt ook berekend en
weergegeven als de auto met
draaiende motor stilstaat.“Trip A” / “Trip B” resetten
Beide functies kunnen gereset worden
(reset – begin van een nieuwe reis).
Houd de knopOKop het stuurwiel
ingedrukt, om de waarden te resetten
(zie het hoofdstuk
“Bedieningsknoppen”). Het resetten
geldt alleen voor de weergegeven
waarden (“Trip A” of “Trip B”).
LPG- en Natural Power-versies
Alleen de waarden “Gereden afstand”,
“Reisduur” en “Gemiddelde snelheid”
worden weergegeven op LPG- en
Natural Power-versies.
OPMERKING De parameters “Bereik”
en “Huidig verbruik" kunnen niet
gereset worden.
50
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL 
Page 53 of 280
LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK De lampjes gaan branden en er verschijnt een speciaal bericht op het instrumentenpaneel en/of er klinkt een
geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze indicaties zijn kort en bedoeld als voorzorgsmaatregel en mogen, als zodanig,
niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het is
daarom raadzaam het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding moet men zich altijd aan de
instructies houden die in dit hoofdstuk zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee
categorieën: ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven.
Minder ernstige storingen worden kort herhaald weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide
categorieën kan onderbroken worden. De melding op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
51 
Page 54 of 280
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Rode lampjes
Lampje Wat het betekent
REMVLOEISTOF BENEDEN PEIL/HANDREM AANGETROKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Remvloeistof beneden peil
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil
bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit. Bij sommige versies worden een bericht en een
symbool op het display weergegeven. Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het lampje
gedoofd is. Als het lampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Handrem aangetrokken
Het lampje (of symbool op het display) gaat branden wanneer de handrem wordt aangetrokken. Als de
auto in beweging is, hoort u bij bepaalde versies ook een geluidssignaal. Zet de handrem los, controleer
daarna of het lampje gedoofd is. Als het lampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Controleer of de handrem toevallig is ingeschakeld als het lampje tijdens het rijden gaat
branden.
STORING EBD
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Wanneer de lampjes
(rood) en(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard
remmen plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies verschijnt een
speciaal bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van het Fiat Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
52
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL 
Page 56 of 280
Lampje Wat het betekent
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de motor oververhit is. Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir niet onder het MIN-teken staat. Als dit het geval is, wacht dan tot de
motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en
controleer of het peil tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na het starten het lampje (of symbool op het display) opnieuw
aangaat, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Wanneer de auto onder zware omstandigheden wordt gebruikt (bijv. wanneer er tijdens het
rijden hoge prestaties gevraagd worden):minder snelheid en, als het lampje blijft branden, breng de
auto tot stilstand. Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en geef ietwat gas om de
koelvloeistofcirculatie te bevorderen. Zet vervolgens de motor af. Controleer of het koelvloeistofpeil correct
is, zoals hiervoor beschreven is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten enkele
minuten te laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL 
Page 57 of 280
Lampje Wat het betekent
DUALDRIVE ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
Tijdens het starten van de motor: wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden, maar dit moet na enkele seconden doven. Als het lampje blijft branden, draai dan de
contactsleutel naar STOP en start de motor opnieuw. Als het lampje blijft branden zal er aanzienlijk meer
inspanning nodig zijn om het voertuig te besturen; het sturen blijft echter wel mogelijk. Neem in dit geval zo
snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Tijdens het rijden: als het lampje gaat branden tijdens het rijden, kan de stuurbekrachtiging uitvallen.
Hoewel het mogelijk blijft de auto te besturen, kan het draaien van het stuurwiel meer inspanning vereisen:
neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden kan het branden van het lampje op het
instrumentenpaneel te wijten zijn aan andere factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging. Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand (indien in beweging), zet de motor af en wacht ongeveer 20
seconden alvorens de motor opnieuw te starten. Als het lampje continu blijft branden (bij sommige versies
verschijnen er een bericht en een symbool op het display), neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat branden om dit aan te geven. Draai voor deze procedure het stuurwiel van het ene uiteinde
naar het andere of rijd gewoon ongeveer honderd meter in een rechte lijn.
55 
Page 62 of 280
Lampje Wat het betekent
UITSCHAKELING VAN CITY BRAKE CONTROL - "Collision Mitigation"-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden als het City Brake Control - "Collision Mitigation"-systeem wordt uitgeschakeld
door de bestuurder of automatisch wordt uitgeschakeld als gevolg van een tijdelijke storing in het systeem.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
VOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van tevoren ingestelde temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden
gestart zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij gemiddelde of hoge omgevingstemperaturen blijft het lampje zeer kort bijna
onwaarneembaar branden.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om aan te geven dat er een storing in het voorgloeisysteem is. Neem zo snel mogelijk
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
LPG-BRANDSTOFRESERVE (LPG-versies)
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden als de resterende hoeveelheid LPG in de tank minder dan 1/5 van de tankinhoud
bedraagt. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
AARDGASRESERVE (Natural Power versies)
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden als de resterende hoeveelheid AARDGAS in de tank minder dan 1/5 van de
tankinhoud bedraagt. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
60
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL 
Page 63 of 280
Groene lampjes
Lampje Wat het betekent
WERKING OP BENZINE (LPG- of Natural Power-versies)
Het lampje gaat branden als het LPG (LPG-versies) of aardgas (Natural Power-versies) op is. In deze
gevallen schakelt het systeem automatisch over naar benzinewerking. Bij sommige versies verschijnt een
speciaal bericht op het display.
STADSLICHT EN DIMLICHT/FOLLOW ME HOME
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.
Follow me home: het lampje gaat branden als het systeem is ingeschakeld. Op het display wordt de voor
de functie ingestelde tijdsduur (in seconden) weergegeven.
MISTLAMPEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor worden ingeschakeld.
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of, samen met de
rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of, samen met de
linker richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING MOTOR (versies met Start&Stop-systeem)
Het lampje gaat branden wanneer de motor automatisch wordt afgezet door het Start&Stop-systeem.
61 
Page 65 of 280
SYMBOLEN EN BERICHTEN OP HET DISPLAY
Symbool Wat het betekent
STORING DUALOGIC-VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden in geval van een storing in de versnellingsbak.
Het display toont tevens berichten m.b.t.:
verzoeken tot minder schakelen;
handmatige (of automatische) rijmodus onmogelijk;
rempedaal intrappen / vertraagde start;
rempedaal intrappen en manoeuvre herhalen;
versnelling niet beschikbaar;
manoeuvre niet toegestaan;
versnellingspook in vrijstand zetten.
29)
STORING AIRBAG
Het symbool gaat aan om een storing van de airbag en een storing van het lampje
op het
instrumentenpaneel aan te duiden. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
MOTOROLIEDRUK TE LAAG
30)
Het symbool gaat branden bij een te lage motoroliedruk.
BELANGRIJK Gebruik het voertuig niet tot de afwijking is verholpen. Het aangaan van het symbool geeft
de hoeveelheid olie in de motor niet aan: het oliepeil moet handmatig gecontroleerd worden.
MOTORKAP NIET GOED GESLOTEN
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden als de motorkap niet goed gesloten is. Sluit de motorkap goed.
63 
Page 66 of 280
Symbool Wat het betekent
ACHTERKLEP NIET GOED GESLOTEN
Het symbool gaat branden als de achterklep niet goed gesloten is. Sluit de achterklep goed.
PORTIEREN OPEN
Het symbool gaat branden als een of meer portieren niet volledig gesloten zijn. Het display toont ook de
omtrek van de auto met het open portier. Bij geopende portieren en als de auto rijdt klinkt er een
geluidssignaal. Sluit de portieren goed.
STORING DYNAMO
Het aangaan van het symbool terwijl de motor loopt komt overeen met een storing van de dynamo. Neem
zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN
Het (witte) symbool gaat branden wanneer de via het instellingenmenu van het display ingestelde snelheid
(bijv. 110 km/h) wordt overschreden (de onderste waarde wordt afhankelijk van de ingestelde snelheid
bijgewerkt).
BELANGRIJK
29)Door blijven rijden terwijl dit symbool brandt kan leiden tot ernstige schade aan de versnellingsbak, waardoor deze defect raakt. De olie
kan ook oververhit raken: contact met hete motor of componenten op hoge temperatuur van het uitlaatsysteem kunnen leiden tot brand.
30)Als het symbool tijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL 
Page 67 of 280
Symbool Wat het betekent
STORING FIAT CODE SYSTEEM
Het symbool gaat branden om een storing van het Fiat CODE-systeem aan te geven.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
MOGELIJK BEVROREN WEGDEK
Het symbool gaat branden wanneer de buitentemperatuur lager dan of gelijk is aan 3°C. In
geval van een storing van de buitentemperatuursensor, worden de cijfers die de waarde
aangeven door streepjes vervangen.
STORING LPG-TOEVOERSYSTEEM
Het symbool verschijnt op het display in geval van een storing in de LPG-brandstoftoevoer
(alle segmenten op de digitale meter op het instrumentenpaneel zijn uit). Bij sommige
versies verschijnt een speciaal bericht op het display. Neem zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
STORING AARDGASTOEVOERSYSTEEM
Het symbool verschijnt op het display in geval van een storing in de aardgastoevoer (alle
segmenten op de digitale meter op het instrumentenpaneel zijn uit). Bij sommige versies
verschijnt een speciaal bericht op het display. Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
STORING BRANDSTOFNIVEAUSENSOR
Het symbool gaat branden als de brandstofniveausensor een storing heeft. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
INWERKINGTREDING BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM
Het symbool gaat branden in geval van de inwerkingtreding van de afsluiter van de
brandstoftoevoer.
Zie, voor de reactivatieprocedure van het brandstofafsluitsysteem, de beschrijving in het
deel "Brandstofafsluitsysteem" in het hoofdstuk "Noodgevallen". Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk als de brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan worden.
65