FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
Page 171 of 367
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE
ISOFIX KINDERZITJES
In onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage
van Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Positie kinderzitjeKlasse Isofix
bevestigingIsofix montage, 1e
rij stoelen achter
(PANORAMA)Isofix montage, 1e rij
stoelen achter (COMBI)
Draagbaar wiegjeTegen de rijrichting in FXX
Tegen de rijrichting in GXX
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EIL IL
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in EIL IL
Tegen de rijrichting in DIL IL
Tegen de rijrichting in CIL IL
Groep 1 van 9 tot 18
kgTegen de rijrichting in DIL IL
Tegen de rijrichting in CIL IL
In de rijrichting BIUF IUF
In de rijrichting B1IUF IUF
In de rijrichting AIUF IUF
X: ISOFIX plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IL: geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën "Specifieke voor het voertuig", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor dit type voertuig.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
BELANGRIJK De bank en de 4-zitsbank van de versie Bestelwagen met dubbele cabine zijn niet geschikt voor het plaatsen
van een kinderzitje.
167
Page 172 of 367
DOOR FIAT PROFESSIONAL VOOR UW NIEUWE DUCATO AANBEVOLEN
KINDERZITJES
Lineaccessori Fiat omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel of de
Isofix beugels.
113)
Gewichtsgroep Kinderzitje Type kinderzitje Installatie kinderzitje
Groep 0+ van 0 tot
13 kg
Kinderzitje voor Baby
Nummer typegoedkeuring:
E2404040076
Fiat bestelcode: 71806549Het moet tegen de rijrichting in gemonteerd
worden met alleen de veiligheidsgordels
van het voertuig.
168
VEILIGHEID
Page 173 of 367
Gewichtsgroep Kinderzitje Type kinderzitje Installatie kinderzitje
Groep 1 – van 9 tot
18 kg
G0/1 kinderzitje
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443718
Fiat bestelcode:71805991
Dit mag zowel in de rijrichting als tegen de
rijrichting in gemonteerd worden met
behulp van alleen de veiligheidsgordels van
het voertuig of de Isofix beugels.
Fiat Professional adviseert montage met
het Isofix platform (RWF type "I" - dat apart
aangeschaft moet worden) voor montage
tegen de rijrichting of het Isofix platform
(FWF type "G" - dat apart aangeschaft
moet worden) voor montage in de
rijrichting, de starre hoofdsteun (die apart
aangeschaft moet worden) en de Isofix
beugels.
Dit moet gemonteerd worden op de
buitenste achterste stoelen. ++
Isofix RWF type "I"
platform voor G0/1
Fiat bestelcode: 71806309
of
Isofix FWF type "G"
platform voor G0/1
Fiat bestelcode: 71806308
++
Starre hoofdsteun
Fiat bestelcode: 71806648
169
Page 174 of 367
Gewichtsgroep Kinderzitje Type kinderzitje Installatie kinderzitje
Groep2–3van15
kg tot 36 kg
Junior Kidfix kinderzitje
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443721
Fiat bestelcode: 71806570Het kan alleen in de rijrichting gemonteerd
worden, met behulp van de
driepuntsveiligheidsgordel en de Isofix-
bevestigingen, indien aanwezig.
Scout-zitje
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443718
Fiat bestelcode: 71805372Dit mag alleen bevestigd worden in de
rijrichting met de driepuntsveiligheidsgordel.
BELANGRIJK
111) Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaand voertuig. Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels bevestigd
als de vergrendeling hoorbaar vastklikt.
112) De instructies voor de montage, de demontage en de plaatsing moeten in elk geval worden opgevolgd. De
fabrikant van het kinderzitje is verplicht deze instructies bij het kinderzitje te leveren.
113) Fiat Professional adviseert het kinderzitje te monteren volgens de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
170
VEILIGHEID
Page 175 of 367
FRONTAIRBAGS
Het voertuig is uitgerust met
frontairbags voor bestuurder en
passagier.
De frontairbags voor bestuurder/
passagier zijn ontworpen om de
inzittenden te beschermen bij
middelzware frontale botsingen, door
de airbag tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard op te
blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan
enz.), wijst dit niet op een storing van
het systeem.
Bij een frontale botsing wordt de airbag
door een elektronische regeleenheid
opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op
tussen de inzittende voorin en
het stuurwiel of het dashboard,
waardoor het lichaam van de inzittende
wordt opgevangen en de kans op
verwondingen wordt beperkt. Na het
opblazen loopt het kussen direct weer
leeg.De frontairbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
Wanneer de airbags volledig
opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel en
de bestuurder en tussen het dashboard
en de passagier.
Bij een botsing kunnen degenen die
geen veiligheidsgordel dragen, in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
In de volgende situaties kan het
voorkomen dat de frontairbags niet
worden opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk
vervormbare onderdelen, die niet
het front van het voertuig zijn (bijv.
spatbord tegen de vangrail, etc. );❒het voertuig schuift onder andere
auto’s of veiligheidsbarrières
(bijvoorbeeld onder vrachtwagens of
vangrails); in deze situaties bieden
ze geen aanvullende bescherming
ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun
activering geen zin heeft. In deze
gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van
het systeem.
114)
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen. Veiligheidsgordels moeten
dus altijd gedragen worden. Bij een
frontale aanrijding zorgen de
veiligheidsgordels ervoor dat de
inzittenden in de juiste stand worden
gehouden.
FRONTAIRBAG
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
is geplaatst fig. 163.
171
Page 176 of 367
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in dashboard is opgeborgen
fig. 164: deze airbag heeft een groter
volume dan de bestuurdersairbag.FRONTAIRBAG
PASSAGIER EN
KINDERZITJES
115)
NeemALTIJDde aanwijzingen vermeld
op het etiket op de zonneklep aan
passagierszijde in acht.
Handmatige
uitschakeling van
frontairbag en zijairbag
aan passagierszijde
(voor bepaalde versies/markten)
Als een kind in een kinderzitje dat
achterstevoren op de voorstoel
is geplaatst vervoerd moet worden,
schakel dan de frontairbag en de
zijairbag aan passagierszijde uit (voor
bepaalde markten/versies).
BELANGRIJK Voor het uitschakelen
van de passagiersairbags (front- en
zijairbags, voor bepaalde versies/
markten) wordt verwezen naar
de paragraaf “Display” in het hoofdstuk
“Kennismaking met het
instrumentenpaneel”. De led op de
knop gaat branden om aan te geven
dat het systeem uitgeschakeld is.
De led naast het symbool
fig. 165
op het dashboard geeft de toestand
van de passagiersbescherming aan. Als
de led niet brandt, is de
passagiersbescherming ingeschakeld.Wanneer de passagiersairbags (front-
en zijairbags, voor bepaalde versies/
markten) weer worden ingeschakeld,
dooft de led.
Wanneer het voertuig wordt gestart
(sleutel in stand MAR), brandt de led
circa 8 seconden, als ten minste 5
seconden na de vorige uitschakeling
zijn verstreken. Als dit niet het geval is,
neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het voertuig binnen 5 seconden
opnieuw wordt in-/uitgeschakeld, kan
de led gedoofd blijven. Controleer in dit
geval de correcte ledwerking, schakel
het voertuig uit, wacht minstens 5
seconden en schakel weer in.
Tijdens de eerste 8 seconden geeft het
branden van de led niet de werkelijke
toestand van de
passagiersbescherming aan, maar
heeft alleen tot doel om de correcte
werking ervan te controleren.
Ook in landen waarin de
uitschakelfunctie van de
passagiersbescherming niet geboden
wordt, wordt de test van de led
uitgevoerd, welke minder dan een
seconde gaat branden wanneer de
sleutel naar MAR wordt gedraaid, en
vervolgens weer dooft.
163F1A0312
164F1A0159
172
VEILIGHEID
Page 177 of 367
Het controlelampje kan met
verschillende lichtsterkte branden,
afhankelijk van de voertuigcondities. De
lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde
sleutelcyclus variëren.
165F1A0374
173
Page 178 of 367
FRONTAIRBAG PASSAGIER EN KINDERZITJES: WAARSCHUWING
166F1A0387
174
VEILIGHEID
Page 179 of 367
BELANGRIJK
114) Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op het dashboard in de zone van de passagiersairbag
en op de stoelen aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons) op het dashboard aan passagierszijde, omdat
deze het correct openen van de passagiersairbag kunnen hinderen en tevens de inzittenden ernstig kunnen
verwonden.
115) Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben. Daarom
moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op
de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard. Schakel de passagiersairbag
onmiddellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
175
Page 180 of 367
ZIJAIRBAGS
116) 117) 118) 119) 120) 121) 122) 123) 124) 125)
126) 127) 128)
Het voertuig is uitgerust met
frontairbags voor bestuurder en
passagier, zijairbags voor bestuurder en
passagier voor bescherming van borst
en schouders (voor bepaalde
versies/markten) en hoofdairbags voor
het beschermen van de hoofden van de
inzittenden voor- en achterin.
Zijairbags (voor bepaalde versies/
markten) beschermen de inzittenden bij
middelzware zijdelingse botsingen,
door de airbag tussen de inzittende en
de interieurdelen van de zijstructuur
van het voertuig op te blazen. Als
de zijairbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan
enz.), betekent dit niet dat het systeem
slecht functioneert.
In geval van een zijdelingse botsing
zorgt een regeleenheid ervoor dat de
kussens worden opblazen. De kussens
blazen onmiddellijk op tussen het
lichaam van de inzittenden en de
voertuigdelen die letsel zouden kunnen
veroorzaken. Meteen hierna lopen ze
weer leeg.De zijairbags (voor bepaalde versies/
markten) zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels,
zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
ZIJAIRBAGS VOORIN
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit kussens die zich in de
rugleuning van de voorstoelen fig. 167
bevinden en die de borst en schouders
van de inzittenden bij middelzware
zijdelingse botsingen beschermen.HOOFDAIRBAGS
(WINDOW BAGS)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit twee gordijnairbags
die in de zijkant van de dakbekleding
zijn opgenomen en zijn afgedekt met
afwerkingselementen fig. 168.
De hoofdairbags bieden bescherming
aan het hoofd van de inzittenden voorin
en achterin bij een zijdelingse botsing,
dankzij het grote oppervlak dat zij in
opgeblazen toestand beslaan.
BELANGRIJK Het systeem biedt de
beste bescherming bij een zijdelingse
botsing als de passagier correct op zijn
stoel zit, zodat de hoofdairbag zo
goed mogelijk opgeblazen kan worden.
167F1A0160
168F1A0333
176
VEILIGHEID