FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015Pages: 367, PDF Size: 19.31 MB
Page 211 of 367

❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer de bandenspanning
opnieuw; vergeet niet de handrem
aan te trekken;
❒als een spanning van minstens 3 bar
wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (bij
draaiende motor en aangetrokken
handrem) vermeld in de paragraaf
"Bandenspanning" in het hoofdstuk
"Technische gegevens", ga weer
rijden en rijd zeer voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde garage van een Fiat
dealer.
ALLEEN VOOR
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN SPANNING
De compressor kan ook worden
gebruikt voor het herstellen van de
spanning.
❒Trek de handrem aan.
❒Draai de ventieldop los, neem de
vulleiding C fig. 197 met de
snelkoppeling uit en sluit hem
rechtstreeks op het ventiel van de
band aan.
❒Steek de stekker in het
dichtstbijzijnde 12V-stopcontact en
start de motor.
❒Draai de schakelaar rechtsom in de
stand herstel bandenspanning.❒Schakel de compressor in door op
de aan/uit schakelaar te drukken.
Pomp de band op tot de juiste
bandenspanning, vermeld in de
paragraaf "Bandenspanning" in het
hoofdstuk "Technische gegevens", is
bereikt.
OPMERKING Als de band moet
worden leeggemaakt, druk dan op de
speciale toets B getoond in fig. 198.
Voor een preciezere aflezing wordt
geadviseerd om bij uitgeschakelde
compressor de druk op de drukmeter
te controleren, zonder de schakelaar uit
de reparatiestand te verplaatsen
VERVANGINGSPROCEDUREBUSJE
Ga als volgt te werk om het busje te
vervangen:
❒druk op de knop A fig. 199 om het
onderdeel los te maken;
❒breng het nieuwe busje aan en druk
erop totdat het automatisch
vergrendelt.
197F1A0185
198F1A0186
199F1A0187
207
Page 212 of 367

BELANGRIJK
153) Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de
behandelde band moet repareren.
154) Beschadigingen op de zijkanten
van de band kunnen niet
gerepareerd worden. Gebruik de
reparatiekit niet als de band
beschadigd is geraakt door het
rijden met een lege band.
155) De band kan niet gerepareerd
worden als de velg beschadigd is
(zodanig verbogen dat dit tot
luchtlekkage leidt). Verwijder niet
het eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp
(schroef of spijker).
156) Bedien de compressor niet
langer dan 20 minuten achter
elkaar. Gevaar voor oververhitting.
Banden gerepareerd met de
snelle bandenreparatiekit mogen
slechts tijdelijk gebruikt worden,
aangezien de kit niet geschikt
is voor een definitieve reparatie.157) Het busje bevat ethyleenglycol.
Het bevat latex dat een
allergische reactie kan
veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan irritatie veroorzaken bij
inademing of contact. Vermijd
contact met huid, ogen en
kleding. Spoel bij contact
onmiddellijk uit met rijkelijk water.
Vermijd braken bij inslikken.
Spoel de mond en drink veel
water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts. Buiten bereik van kinderen
bewaren. Het product mag niet
gebruikt worden door
astmapatiënten. Adem de dampen
niet in tijdens het inbrengen en
oppompen. Raadpleeg
onmiddellijk een arts bij
allergische reacties. Bewaar het
busje in zijn houder, uit de buurt
van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de
bus als de houdbaarheidsdatum
van het afdichtmiddel is
verstreken.
158) Doe de beschermende
handschoenen aan die bij de
snelle bandenreparatiekit zijn
geleverd.159) Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
aan, om eraan te herinneren dat
de band behandeld is met de
snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
160) Rijd niet verder als de
bandenspanning onder 3 bar is
gedaald: de snelle
bandenreparatiekit Fix & Go
automatic kan de vereiste
afdichting niet garanderen omdat
de band te ernstig beschadigd
is. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
161) Informeer het servicepunt dat
de band gerepareerd is met de
snelle bandenreparatiekit.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de met de
snelle reparatiekit behandelde
band moet repareren.
162) Als andere banden worden
gebruikt dan de banden die bij het
voertuig geleverd zijn, kan de
reparatie waarschijnlijk niet
mogelijk zijn. Bij vervanging van
de banden is het raadzaam de
door de fabrikant goedgekeurde
banden te monteren. Wendt u zich
tot het Fiat-servicenetwerk.
208
NOODGEVALLEN
Page 213 of 367

BELANGRIJK
44) Als de band door vreemde
voorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
BELANGRIJK
2) Vervang het busje als de
houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken. Laat
het busje en het afdichtmiddel
niet in het milieu achter. Verwerk
het busje en het afdichtmiddel
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
EEN LAMP
VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
45)
163) 164)
❒Als een lamp niet functioneert,
controleer dan of de betreffende
zekering is doorgebrand alvorens de
lamp te vervangen. Om de
zekeringen te vinden wordt verwezen
naar de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk.
❒controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒vervang defecte lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒controleer na vervanging van een
lamp altijd de hoogte van de
lichtbundel van de koplampen;BELANGRIJK De binnenkant van de
koplamp kan licht beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect, maar wordt
veroorzaakt door een lage temperatuur
en de luchtvochtigheidsgraad. De
condens zal snel verdwijnen wanneer
de koplampen ingeschakeld worden.
De aanwezigheid van druppels in de
koplamp duidt daarentegen op infiltratie
van water. Wendt u zich tot het Fiat
servicenetwerk.
BELANGRIJK
45) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van het
lampglas met de vingers kan de
lichtopbrengst en de levensduur
van de lamp reduceren. Als het
lampglas per ongeluk toch wordt
aangeraakt, wrijf het dan schoon
met een doekje bevochtigd met
alcohol en laat het vervolgens
drogen.
209
Page 214 of 367

BELANGRIJK
163) Wijzigingen of reparaties aan
het elektrische systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die tot
brand kunnen leiden.
164) In halogeenlampen bevindt zich
gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten.
210
NOODGEVALLEN
Page 215 of 367

TYPEN LAMPEN
Het voertuig is uitgerust met verschillende typen gloeilampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.
Lamp met bajonetsluiting:(type B) druk de lamp ietwat in en
draai hem linksom om hem te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om
hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) maak de lamp vrij en trek hem uit
zijn zitting om hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type E) maak de lamp vrij en trek hem uit
zijn zitting om hem te verwijderen.
211
Page 216 of 367

Lampen
Lampen Type Vermogen Ref. figuur
Grootlicht H7 55 W D
Dimlicht H7 55 W D
Parkeerlichten voor/dagrijlichten (DRL) W21/5W - LED (#) - -
Mistlampen (*) H11 55 W -
Richtingaanwijzers voor WY21W 21 W B
Richtingaanwijzers op flankenW16WF(**) / WY5W
(***)16W (**) / 5W (***) A
Richtingaanwijzers achter PY2IW 21 W B
Parkeerlichten opzij W5W 5 W A
Parkeerlichten achter P21/5 W 21/5W B
Parkeerlichten achter/Remlichten P21W 21 W B
Derde remlicht W5W 5 W B
Achteruitversnelling W16W 16 W B
Mistachterlicht W16W 16 W B
Kentekenverlichting C5W 5 W A
Plafondverlichting voor (beweegbaar lampenglas) 12V10W 10 W C
Plafondverlichting achter 12V10W 10 W C
(#) waar voorzien, in plaats van lamp W21/5W
(*)voor bepaalde versies/markten
(**)XL en vrijetijdsversies
(***)alle overige versies
212
NOODGEVALLEN
Page 217 of 367

LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het vermogen
“Een lamp vervangen".
KOPLAMPUNITS
De koplampunits bevatten het
stadslicht en de dagrijlichten (daar waar
geen ledlichten aanwezig zijn), het
dimlicht, het grootlicht en de lampen
van de richtingaanwijzers.
De lampen moet vervangen worden bij
uitgebouwde koplampunit die op een
werktafel is geplaatst.
Ga als volgt te werk om de koplampunit
te verwijderen:
❒open de motorkap zoals uitgelegd in
de paragraaf "Motorkap/
Bagageruimte" in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto";
❒maak de stekker A fig. 200 van de
koplamp los;
❒draai de schroeven B fig. 201 los die
de koplamp aan de carrosserie
bevestigen, verwijder de koplamp uit
zijn zitting, in het onderste gedeelte,
zoals getoond in fig. 201, verwijder
de koplamp en plaats hem op een
werktafel;❒volg onderstaande stappen om de
lampen te vervangen;
❒monteer de koplamp na de
vervanging door hem met de
schroeven B fig. 201 te bevestigen;
❒sluit de stekker A fig. 200 op de
koplamp aan.
De lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 202:
A RichtingaanwijzersB Dimlicht
C Grootlicht
D Stadslichten/dagrijlichten
E Stadslichten/dagrijlichten met leds
(als alternatief voor D)
Verwijder de rubberen dop C fig. 203
om een lamp van het grootlicht te
vervangen.
Verwijder de rubberen dop B fig. 203
om een lamp van het dimlicht te
vervangen.
Verwijder de rubberen dop A fig. 203
om de lampen van de
richtingaanwijzers en stadslichten/
dagrijlichten (indien niet voorzien van
leds) te vervangen.
Breng de rubberen doppen weer aan
na de lampen te hebben vervangen en
controleer of ze goed vastzitten.
200F1A0337
201F1A0338
202F1A0313
213
Page 218 of 367

STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN (LEDS)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor het
vervangen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 203;
❒draai de lamphouder B fig. 204
linksom;
❒verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
❒duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;❒monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.
❒monteer het beschermdeksel A fig.
203.
GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:❒verwijder het rubberen
beschermdeksel C fig. 203;
❒maak de lamphouder A fig. 205 uit
de clips opzij B los en verwijder
hem;
❒maak de stekker los;
❒monteer de nieuwe lamp, waarbij het
profiel van het metalen gedeelte in de
uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
❒sluit de stekker weer aan;
❒monteer het rubberen
beschermdeksel C fig. 203.
DIMLICHT
Met gloeilampen
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
203F1A0314
204F1A0386
205F1A0315
206F1A0316
214
NOODGEVALLEN
Page 219 of 367

❒verwijder het rubberen
beschermdeksel B fig. 203;
❒maak de lamphouder A fig. 206 uit
de clips opzij B los en verwijder
hem;
❒maak de stekker los;
❒monteer de nieuwe lamp, waarbij het
profiel van het metalen gedeelte in de
uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
❒sluit de stekker weer aan;
❒monteer het beschermdeksel B fig.
203.
RICHTINGAANWIJZERS
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 203;
❒draai de lamphouder B fig. 207
linksom;
❒verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
❒duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;
❒monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.❒monteer het beschermdeksel A fig.
203.
Lampjes aan zijkanten
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen fig. 208:
❒verstel de spiegel met de hand om
toegang te krijgen tot de twee
bevestigingsschroeven A;
❒draai de schroeven met de
bijgeleverde
kruiskopschroevendraaier los en
verwijder de lamphouderunit door
hem los te maken uit de tandjes;
❒draai de lamp B linksom om hem te
verwijderen en vervang hem.MISTLAMPEN VOOR
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de mistlampen
voor te vervangen:
❒draai het wiel helemaal naar binnen;
❒draai de schroef A los en verwijder de
klep B fig. 209;
❒druk op de veer C fig. 210 en maak
de stekker D los;
❒draai de lamphouder E los en
verwijder hem;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de nieuwe lamp en voer
de eerder beschreven procedure
in omgekeerde volgorde uit.
207F1A0317
208F1A0195
215
Page 220 of 367

ACHTERLICHTUNITSDe lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 211:
A remlichten/stadslicht achter
B stadslicht achter
C richtingaanwijzers
D achteruitrijlichten
E mistachterlichten
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen fig. 212 fig. 213:
❒open de achterdeur.
❒draai de 7 bevestigingsschroeven A
van het plastic deksel los;
❒draai de twee bevestigingsschroeven
B los;
❒trek de unit naar buiten en maak de
stekker los;
❒draai de schroeven C los met de
bijgeleverde schroevendraaier en
verwijder de lamphouder;
209F1A0361
210F1A0362
211F1A0318
212F1A0319
213F1A0320
216
NOODGEVALLEN