FIAT FIORINO 2008 Instructieboek (in Dutch)

Page 1 of 210

INSTRUCTIEBOEKJE
FIATFIORINO
603.81.260 NL

Page 2 of 210

Geachte cliënt,
Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Fiorino.
Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat Fiorino leert kennen en u uw auto op de juiste manier zult
gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructie-
boekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat Fiorino volledig te benutten.
Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de onderstaande symbolen aandachtig te lezen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de “Service- en garantiehandleiding” vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud:
❒het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
❒een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Fiorino beschreven worden, dient u zich aan
de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto
die u gekocht hebt.

Page 3 of 210

ABSOLUUT LEZEN!

K
BRANDSTOF TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die voldoet aan
de Europese specificatie EN 228.
Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het ge-
bruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie
tot gevolg hebben.
MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelings-
pedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVVen laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
Dieselmotoren: draai de start-/contactsleutel in stand MARen wacht tot de waarschuwingslampjes
Y(of het sym-
bool op het display) en mdoven; draai de start-/contactsleutel in stand AVVen laat de sleutel los zodra de
motor aanslaat.
PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen. Parkeer daarom niet boven gras,
droge bladeren, dennennaalden of ander brandbaar materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed
zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen.

Page 4 of 210

ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ont-
laden), wendt u dan tot de Fiat-dealer. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik.
CODE-card
Bewaar deze op een veilige plaats. Gebruik de code-card voor het eventueel aanvragen van duplicaatsleutels.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto ge-
durende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploitatiekosten laag.
IN HET INSTRUCTIEBOEKJE....
…vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het onderhoud van
uw auto. Let vooral op de symbolen
"(veiligheid van de inzittenden) #(bescherming van het milieu) !(conditie
van de auto).


Page 5 of 210

4
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING DASHBOARD ...................................................................... 5
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 6
SYMBOLEN ........................................................................... 7
FIAT CODE ........................................................................... 7
DE SLEUTELS ........................................................................ 8
DIEFSTALALARM ................................................................ 12
START-/CONTACTSLOT ................................................. 14
INSTRUMENTEN ................................................................ 15
DIGITAAL DISPLAY............................................................. 17
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 22
TRIP COMPUTER................................................................. 31
ZITPLAATSEN ...................................................................... 33
SCHEIDINGSWANDEN..................................................... 36
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 38
STUURWIEL ......................................................................... 39
SPIEGELS ................................................................................ 39
KLIMAATREGELING........................................................... 41
VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 43
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 46BUITENVERLICHTING ...................................................... 49
RUITEN REINIGEN ............................................................. 51
PLAFONDVERLICHTING ................................................. 53
BEDIENINGSORGANEN .................................................. 56
INTERIEURUITRUSTING .................................................. 58
PORTIEREN .......................................................................... 61
RUITBEDIENING ................................................................. 66
BAGAGERUIMTE ................................................................. 67
MOTORKAP ......................................................................... 70
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 72
KOPLAMPEN ........................................................................ 73
ABS ..........................................................................................74
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 76
PARKEERSENSOREN ......................................................... 77
AUTORADIO ....................................................................... 79
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
MONTEREN........................................................................... 80
TANKEN MET DE AUTO ..................................................81
BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 82
D
D D D
A A A A
S S S S
H H H H
B B B B
O O O O
A A A A
R R R R
D D D D

E E E E
N N N N

B B B B
E E E E
D D D D
I I I I
E E E E
N N N N
I I I I
N N N N
G G G G

Page 6 of 210

DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsknoppen, de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering
verschillen.
1.Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten - 2.Verstel- en regelbaar luchtrooster - 3.Linker hendel: bediening buitenverlichting -
4.Instrumentenpaneel en waarschuwingslampjes - 5.Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer -
6.Autoradio (indien aanwezig) - 7.Schakelaar waarschuwingsknipperlichten, achterruitverwarming, bediening Bluetooth-systeem
(indien aanwezig), ontgrendelknop achterdeuren (indien aanwezig) - 8.Airbag passagierszijde (indien aanwezig) - 9.Opbergvak/
dashboardkastje (indien aanwezig) - 10.Verstel- en regelbare luchtroosters - 11.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/
airconditioning - 12.Opbergvak - 13.Contactslot - 14.Airbag bestuurderszijde - 15.Hendel motorkapontgrendeling -
16.Schakelaarpaneel: mistlampen voor/mistachterlicht/koplampverstelling/display
5
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0T0070m
fig. 1

Page 7 of 210

6
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen met digitaal display
ASnelheidsmeter
BBrandstofmeter met waarschuwings-
lampje brandstofreserve
CKoelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
DToerenteller
EDigitaal display
mcLampjes alleen aanwezig op
dieseluitvoeringen
Uitvoeringen met multifunctioneel
display
ASnelheidsmeter
BBrandstofmeter met waarschuwings-
lampje brandstofreserve
CKoelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
DToerenteller
EMultifunctioneel display
mcLampjes alleen aanwezig op
dieseluitvoeringen
F0T0072m
fig. 2
F0T0071m
fig. 3

Page 8 of 210

7
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een elek-
tronische startblokkering.
Het systeem schakelt automatisch in als
de start-/contactsleutel wordt uitgeno-
men.
Als u bij het starten van de motor de sleu-
tel in stand MARdraait, dan stuurt het
Fiat CODE-systeem een code naar de re-
geleenheid van de motor die, als de code
wordt herkend, de blokkering van de func-
ties opheft.
Als bij het starten de code niet wordt her-
kend, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje Ybranden.
Draai in dat geval de sleutel in stand
STOPen vervolgens in stand MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer het
dan opnieuw met de andere geleverde
sleutels. Als de motor nog niet aanslaat,
voer dan een noodstart uit (zie het hoofd-
stuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna
tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen
code, die in de regeleenheid van het sys-
teem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal
acht) moet u zich tot de Fiat-dealer wen-
den.BRANDEND LAMPJE
Y(of het symbool op het display)
TIJDENS HET RIJDEN
❒Als het lampje
Y(of het symbool op
het display) gaat branden, betekent dit
dat het systeem zichzelf controleert (bijv.
bij een vermindering van de spanning). Als
u het systeem wilt controleren, moet u
de auto stilzetten en de contactsleutel
in stand STOPen vervolgens opnieuw
in stand MARdraaien: als er geen en-
kele storing wordt gevonden, gaat het
waarschuwingslampje
Yniet branden.
❒Als het waarschuwingslampje
Y(of het
symbool op het display) blijft branden,
moet de hiervoor beschreven procedu-
re herhaald worden en de contactsleu-
tel langer dan 30 seconden in stand
STOPworden gezet. Als de storing blijft
bestaan, wendt u dan tot de Fiat-dealer.
❒Als het waarschuwingslampje
Y(of het
symbool op het display) blijft branden,
wordt de code niet herkend. In dat geval
moet u de sleutel in stand STOPen ver-
volgens in stand MARdraaien; als de mo-
tor geblokkeerd blijft, probeer het dan op-
nieuw met de andere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, voer dan
een noodstart uit (zie het hoofdstuk
“Noodgevallen”) en wendt u daarna tot
de Fiat-dealer.
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onder-
delen van uw auto zijn plaatjes met een be-
paalde kleur aangebracht, met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in
acht moet nemen als u met het be-
treffende onderdeel te maken krijgt.
Op de binnenbekleding van de motorkap
bevindt zich een plaatje met een korte sa-
menvatting van de symbolen.
Bij krachtige stoten kunnen de
elektronische componenten in
de sleutel beschadigd worden.

Page 9 of 210

8
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
DE SLEUTELS
CODE-CARD fig. 4
Bij de auto worden twee sleutels geleverd
en de CODE-card waarop staat aange-
geven:
Ade elektronische code voor het uit-
voeren van een noodstart (zie de pa-
ragraaf “Noodstart” in het hoofdstuk
“Starten en rijden”);
Bde mechanische code van de sleutels
die bij aanvraag van duplicaatsleutels
aan de Fiat-dealer moet worden
overhandigd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektro-
nische schakelingen in de sleutels te voor-
komen, mogen de sleutels niet aan direc-
te zonnestraling worden blootgesteld.
fig. 5F0T00002m
MECHANISCHE SLEUTEL fig. 5
De metalen baard Adient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
fig. 4F0T0001m
Als de auto wordt verkocht,
moeten alle sleutels en de
CODE-card overhandigd wor-
den aan de nieuwe eigenaar.

Page 10 of 210

9
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Combi-uitvoeringen
Knopje Ëdient voor het ontgrendelen van
de voorportieren en de zijschuifdeuren;
Knopje Ádient voor het vergrendelen van
alle portieren/deuren;
Knopje
∞dient voor het ontgrendelen
van de achterdeuren.
Cargo-uitvoeringen
Knopje Ëdient voor het ontgrendelen van
de voorportieren;
Knopje Ádient voor het vergrendelen van
alle portieren/deuren;
Knopje
∞dient voor het ontgrendelen
van de achterdeuren en de zijschuifdeuren
(indien aanwezig).
Als de portieren worden ontgrendeld,
wordt de interieurverlichting een bepaal-
de tijd ingeschakeld. SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(indien aanwezig) fig. 6
De metalen baard Adient voor:
❒het start-/contactslot;
❒de sloten van de portieren;
❒het ont-/vergrendelen van de tankdop.
fig. 6F0T0026m
Druk het knopje B-fig. 6 alleen
in als de sleutel ver genoeg van
het lichaam (speciaal de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen (bij-
voorbeeld kledingstukken) is verwijderd.
Laat de sleutel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand (dit
geldt in het bijzonder voor kinderen) per
ongeluk op de knop drukt.
ATTENTIE
Druk op het knopje Bvoor het uitklap-
pen van de metalen baard.
Ga voor het inklappen als volgt te werk:
❒houd het knopje Bingedrukt en ver-
plaats de metalen baard A;
❒laat het knopje Blos en draai de me-
talen baard Atotdat hij op de juiste wij-
ze is ingeklapt en vergrendeld.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 210 next >