FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018 Instructieboek (in Dutch)
Page 211 of 304
als voor het wassen van het voertuig
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan om
beschadiging of aantasting te
voorkomen. Stagnerend water kan op
lange termijn leiden tot schade aan het
voertuig;
maak de carrosserie, indien
mogelijk, eerst nat met een waterstraal
onder lage druk;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing en
spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Was de auto nooit als hij in
de zon heeft gestaan of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen; de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de kunststof
lampenglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een
hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van
de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden of op de
motoren van de ruitenwissers worden
gericht. Laat deze werkzaamheden
uitvoeren door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de startinrichting
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
BELANGRIJK
87)Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.
209
Page 212 of 304
88)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Was het voertuig
uitsluitend met de hand en gebruik
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige leren zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit vereisen.
BELANGRIJK
6)Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
milieu. Was het voertuig daarom op een
plaats waar het afvalwater direct wordt
opgevangen en gezuiverd.
INTERIEUR
183) 184) 185)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, ook onder de matten, om
roesten van het plaatwerk te
voorkomen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Het is raadzaam een
vochtige borstel te gebruiken voor het
reinigen van bekleding die niet van stof
is. Reinig de stoelen met een spons
bevochtigd met een oplossing van
water en neutrale zeep.
LEDEREN STOELEN(waar aanwezig)
Verwijder het droge vuil met een
zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te veel druk uit te
oefenen.
Dep vloeistoffen of vetvlekken op met
een absorberende, droge doek zonder
hierbij te wrijven. Reinig vervolgens met
een zachte doek of een zeemleren lap
bevochtigd met water en neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is,
gebruik dan een speciaal
reinigingsmiddel en volgt de
aanwijzingen strikt op.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
Controleer of de gebruikte
reinigingsproducten geen alcohol of
alcoholderivaten, zelfs niet in kleine
hoeveelheden bevatten.
KUNSTSTOF EN
GECOATE
INTERIEURDELEN
89)
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van
water en een neutraal, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Gebruik voor het reinigen van
olieachtige of hardnekkige vlekken
speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele
voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek,
eventueel bevochtigd met water. Het
gebruik van papieren doekjes wordt
afgeraden, aangezien deze resten
achterlaten.
ONDERDELEN VAN ECHT
LEDER
(waar aanwezig)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol.
210
ONDERHOUD EN ZORG
Page 213 of 304
Controleer alvorens een specifiek
product voor interieurreiniging te
gebruiken, of het geen alcohol en/of
stoffen op basis van alcohol bevat.
BELANGRIJK
183)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
184)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de
zon staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
185)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
89)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
211
Page 214 of 304
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken. Voor
de liefhebbers en de monteurs, maar
ook gewoon voor degenen die elk detail
van hun voertuig willen kennen.
IDENTIFICATIEGEGEVENS......213
MOTOR..................214
WIELEN..................217
AFMETINGEN..............224
GEWICHTEN...............226
TANKEN..................230
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN...........233
PRESTATIES...............236
BRANDSTOFVERBRUIK.......237
CO2-EMISSIE..............240
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN HET VOERTUIG
AAN HET EINDE VAN DE
LEVENSDUUR..............242
212
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 215 of 304
IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
PLAATJE VOERTUIG-
INDENTIFICATIENUMMER
(VIN)
Dit bevindt zich op de stijl van het
bestuurdersportier. Het kan gelezen
worden als het portier open staat en
hierop zijn de volgende gegevens
vermeld fig. 217:
ANaam van de fabrikant
BNummer typegoedkeuring voertuig
CVoertuigidentificatienummer
DTechnisch toegestaan max. gewicht
met volledige belading
ETechnisch toegestaan max. gewicht
voor gecombineerd voertuig
FTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 1
GTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 2
HMotoridentificatie
IVersie typevariant
LKleurcode lakwerk
MAbsorptiecoëfficiënt rook
(Dieselversies)
NNadere instructies.
VOERTUIG-
IDENTIFICATIENUMMER
Het Voertuigidentificatienummer (VIN) is
gestanst op een plaatje afgebeeld in
fig. 218, het bevindt zich in de linker
bovenhoek van de dashboardbekleding
en is zichtbaar vanaf de buitenkant van
het voertuig door de voorruit.Dit nummer is ook op de vloer van het
interieur gestanst, vóór de rechter
voorstoel.
Om toegang te krijgen tot het plaatje,
klepje 1 fig. 219 in de door de pijl
aangegeven richting schuiven.
Dit nummer bevat de volgende
gegevens:
type voertuig;
chassisnummer.
MOTORCODE
Deze is op het cilinderblok ingeslagen
en vermeldt het type en het
motorserienummer.
217P2000048-000-000
21810016J0001EM
219P2000047-000-000
213
Page 216 of 304
MOTOR
186)
Versies 1.4 16V 95 pk E6 1.4 16V 95 pk E4 1.6 E.TorQ E6 1.6 E.TorQ E4
Typecode 843A1000 843A1000 55268036 55268036
Cyclus Otto Otto Otto Otto
Aantal en opstelling
cilinders4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers
(mm)72 x 84 72 x 84 77 x 85,8 77 x 85,8
Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368 1598 1598
Compressieverhouding 11:1 11:1 11:1 11:1
Maximum vermogen
(EG) (kW)70 70 81 81
overeenkomstig
motortoerental (tpm)6000 6000 5500 5500
Maximum koppel (EG)
(Nm)127 127 152 152
overeenkomstig
motortoerental (tpm)4500 4500 4500 4500
Bougies NGK DCPR7E-N-10 NGK DCPR7E-N-10 NGK - ZKR7BI – 10 NGK - ZKR7BI-10
BrandstofLoodvrije benzine met
R.O.N. niet lager dan 95
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine met
R.O.N. niet lager dan 95
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine met
R.O.N. niet lager dan 95
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine met
R.O.N. niet lager dan 95
(EN228-specificaties)
214
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 217 of 304
Versies 1.4 T-jet 120 pk 1.4 T-jet 120 pk LPG
Typecode 940B7000 940B7000
Cyclus Otto Otto
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 72 x 84 72 x 84
Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368
Compressieverhouding 9,8:1 9,8:1
Maximum vermogen (EG) (kW) 88 88
overeenkomstig motortoerental (tpm) 5000 5000
Maximum koppel (EG) (Nm) 215 215
overeenkomstig motortoerental (tpm) 2500 2500
Bougies NGK IKR9J8 NGK IKR9J8
BrandstofLoodvrije benzine met R.O.N. niet lager dan
95 (EN228-specificaties)LPG voor motorvoertuigen (EN589-
specificatie)
215
Page 218 of 304
Versies 1.3 MultiJet 95 pk1.6 Multijet 120 pk /
1.6 Multijet 120 pk ECO1.6 Multijet 115 pk /
1.6 Multijet 115 pk ECO(*)
Typecode 55266963 55260384 55260384
Cyclus Diesel Diesel Diesel
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 69,6 x 82 79,5 x 80,5 79,5 x 80,5
Cilinderinhoud (cm³) 1248 1598 1598
Compressieverhouding 16,8:1 16,5:1 16,5 : 1
Maximum vermogen (EG) (kW) 70 88 84,4
overeenkomstig motortoerental (tpm) 3750 3750 3750
Maximum koppel (EG) (Nm) 200 320 320
overeenkomstig motortoerental (tpm) 1500 1750 1750
BrandstofDiesel voor motorvoertuigen
(Specificatie EN 590)Diesel voor motorvoertuigen
(Specificatie EN 590)Diesel voor motorvoertuigen
(Specificatie EN 590)
(*) Versie voor specifieke markten
BELANGRIJK
186)Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
216
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 219 of 304
WIELEN
WINTERBANDEN
187)
De winterbanden moeten dezelfde
maat hebben als de standaard
geleverde banden.
Het Fiat Servicenetwerk kan u
adviseren over de meest geschikte
band voor elk gebruik.
Voor het type, de bandenspanning en
de specificaties van de winterbanden
de instructies volgen die worden
gegeven in dit hoofdstuk.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen drastisch
wanneer de profieldiepte minder is dan
4 mm. Vervang ze in dat geval.
Door hun specifieke eigenschappen zijn
de prestaties van winterbanden onder
normale omstandigheden of wanneer
lang op de snelweg wordt gereden,
lager dan die van de standaard
gemonteerde banden.
Beperk het gebruik van winterbanden in
overeenstemming met de
omstandigheden waarvoor ze zijn
goedgekeurd; houdt u altijd aan de
specifieke plaatselijke voorschriften met
betrekking tot het gebruik van
winterbanden.Monteer op de vier wielen dezelfde
banden (zelfde merk en profieldiepte)
voor meer veiligheid tijdens het rijden en
het remmen en voor een betere
bestuurbaarheid. Denk eraan dat de
draairichting van de banden niet
omgedraaid mag worden.
217
Page 220 of 304
STANDAARD VELGEN EN BANDEN
188)
Lichtmetalen of geperste stalen velgen. Tubeless radiaalbanden.
Alle typegoedgekeurde banden zijn op het kentekenbewijs vermeld.
BELANGRIJK Als de gegevens in het instructieboek afwijken van die van het kentekenbewijs, dient men zich altijd aan de
gegevens van het kentekenbewijs te houden. Voor de rijveiligheid moeten alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde
merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen binnenbanden in tubeless-banden.
Versies Wielen Standaard banden Reservewiel(*)
1.4 16V 95 pk /
1.3 Multijet 95 pk6J X 15 H2 ET38 195/65 R15 91H 195/65 R15 91H
6.5J X 16 H2 ET39
205/55 R16 91H(**)205/55 R16 91H
7J X 17 H2 ET41
225/45 R17 91V
(**)205/55 R16 91H
189)
1.4 T-jet 120 pk /
1.6 E.TorQ6J X 15 H2 ET38
(***)195/65 R15 91H(***)195/65 R15 91H(***)
6.5J X 16 H2 ET39
205/55 R16 91H(**)205/55 R16 91H
7J X 17 H2 ET41
225/45 R17 91V
(**)205/55 R16 91H
189)
7.5J X 18 H2 ET44
225/40 R18 92W XL GoodYear(****)205/55 R16 91H
189)
1.4 T-jet 120 pk
LPG6.5J X 16 H2 ET39
205/55 R16 91H
(**)—
7J X 17 H2 ET41
225/45 R17 91V
(**)—
7.5J X 18 H2 ET44
225/40 R18 92W XL GoodYear
(****)—
(*) Een noodreservewiel van 135/70 R16 kan besteld worden als alternatief voor het reservewiel voor TIPO 5DOOR-versies.
(**) M+S Goodyear Vector 4Seasons Gen-2 of gelijkwaardige banden van dezelfde maat zijn optioneel verkrijgbaar voor bepaalde versies/markten
(***) Voor TIPO 5DOOR-versies
(****) Voor bepaalde versies/markten. Als alternatief kunnen banden gebruikt worden die gelijkwaardige prestaties bieden.
218
TECHNISCHE GEGEVENS