Hyundai H-1 (Grand Starex) 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 201 of 321

541
Rijden met uw auto
Let op dat rijden met een aanhanger
anders is dan rijden zonder aanhanger.
Bij rijden met een aanhanger is de
besturing anders en nemen slijtage en
brandstofverbruik toe. Voor goed en veilig
rijden met een aanhanger is het
belangrijk dat de aanhanger technisch inorde is en op de juiste manier aan de
auto is gekoppeld.
In dit hoofdstuk worden een aantal
belangrijke aanwijzingen en
veiligheidsregels genoemd. Veel van
deze hebben betrekking op uw eigen
veiligheid en die van uw passagiers.
Lees dit hoofdstuk daarom zorgvuldig
door voordat u gaat rijden met een
aanhanger.
Bepaalde onderdelen, zoals de motor, de
transmissie en de banden, worden door
het getrokken extra gewicht zwaarder
belast. De motor moet wat meer toeren
maken en moet meer vermogen leveren.Hierdoor neemt ook de
warmteontwikkeling toe. De aanhanger
zorgt bovendien voor een hogere
luchtweerstand, waardoor de belasting
nog verder toeneemt.E140100AUN
Trekhaak
Een goede trekhaak is zéér belangrijk.
Zijwind, rukwinden door passerende
vrachtwagens en hobbelige wegen
vormen een zware belasting voor de
trekhaak. Neem de volgende regels inacht:
Moeten er voor het bevestigen van de
trekhaak gaten worden geboord in het
chassis? Zorg er in dat geval voor dat,
wanneer de trekhaak weer wordt
verwijderd, deze gaten weer wordenafgedicht.
Als dat niet gebeurt, zouden
koolmonoxide (CO) uit de uitlaat,
alsmede stof en water in het interieur
terecht kunnen komen.
De bumper is niet geschikt voor het monteren van een trekhaak. Monteer
nooit een trekhaak los op de bumper.
Gebruik alleen een trekhaak die op het
chassis moet worden bevestigd. E140200AUN
Losbreekvoorziening
Bevestig altijd een stalen kabel of ketting
tussen de aanhanger en de auto. Laat de
kabel onder de koppeling doorlopen,
zodat bij het losraken van de originele
koppeling de dissel de grond niet kan
raken.
Mogelijk worden door de fabrikant van de
trekhaak of aanhanger ook instructiesmet betrekking tot de
losbreekvoorziening geleverd. Volg de
instructies van de fabrikant altijd op bij
het bevestigen van een
losbreekvoorziening. Bevestig de kabel
of ketting niet te strak, zodat de
aanhanger vrij kan bewegen in bochten.
Laat de kabel of ketting niet over de
grond slepen.

Page 202 of 321

Rijden met uw auto
42
5
E140300AUN
Remsysteem aanhanger
Controleer of uw aanhanger voldoet aan
de wettelijke voorschriften als uw
aanhanger is uitgerust met eenremsysteem.
Als uw aanhanger zwaarder is dan het maximaal toegestane ongeremde
aanhangergewicht, moet de aanhanger
zijn voorzien van een eigen, goed
werkend remsysteem. Volg de instructies
van de fabrikant voor het gebruiken,
afstellen en onderhouden van het
remsysteem van de aanhanger.
Breng nooit wijzigingen aan in het
remsysteem van de auto. E140400AUN
Rijden met een aanhanger
Voor het rijden met een aanhanger is
enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich
op de openbare weg begeeft, eerst
oefenen met het rijden met een
aanhanger. Probeer vertrouwd te raken
met het gewijzigde stuur- en remgedrag.Houd altijd in gedachten dat de auto metaanhanger langer is en minder snel
reageert.
Controleer voordat u gaat rijden de
bevestiging van de koppeling en de
losbreekvoorziening, de elektrische
aansluiting, de verlichting, de banden en
de afstelling van de spiegels. Als de
aanhanger is voorzien van elektrischeremmen, controleer dan de remmen door
langzaam te gaan rijden met deaanhanger en de remmen handmatig te
bekrachtigen. Dit is tevens een goede
controle van de elektrische aansluiting.
Controleer tijdens het rijden af en toe of
de lading nog goed vastzit en of de
verlichting en de remmen nog werken. E140401AUN
Afstand tot voorganger
Houd tenminste tweemaal zo veel
afstand als tijdens het rijden zonder
aanhanger. Hierdoor kunt u plotselingeremacties en uitwijkmanoeuvres
voorkomen.
E140402AUN
Inhalen
Het inhalen met een aanhanger neemt
meer tijd in beslag. Bovendien moet u
door de extra lengte de in te halen auto
verder voorbij voordat u weer terug kunt
keren naar de oorspronkelijke rijbaan.
E140403AUN
Achteruitrijden
Houd het stuurwiel aan de onderzijde
vast met één hand. Beweeg uw handnaar links om de aanhanger naar links te
laten gaan. Beweeg uw hand naar rechtsom de aanhanger naar rechts te laten
gaan. Rijd altijd langzaam achteruit enlaat u indien mogelijk door iemandanders begeleidenWAARSCHUWING
-
Remsysteem aanhanger
Ga niet rijden met een aanhanger
met eigen remsysteem voordat dit
systeem goed is afgesteld. Voor het
afstellen is specifieke vakkennis
benodigd. Laat dit daarom
uitvoeren bij een gespecialiseerd
bedrijf.

Page 203 of 321

543
Rijden met uw auto
E140404AUN
Rijden in bochten
Rijd met een aanhanger ruimer door
bochten dan normaal. Anders kan de
aanhanger te veel naar binnen komen en
stoepranden, verkeersborden, bomen
enz. raken. Voorkom schokkerige en
plotselinge manoeuvres. Geen ruim van
tevoren richting aan.
E140405AUN
Richtingaanwijzers aanhanger
De aanhanger dient te zijn voorzien van
richtingaanwijzers. Als u de
richtingaanwijzers inschakelt, gaan de
groene pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. De richtingaanwijzers van deaanhanger dienen gelijktijdig mee teknipperen.Ook als de richtingaanwijzers van de
aanhanger niet werken, zullen de groene
pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. Zodoende kunt u denken dat
achteropkomende bestuurders zien dat u
richting aangeeft, terwijl dit niet het geval
is. Daarom is het belangrijk om af en toe
te controleren of de richtingaanwijzers
van de aanhanger nog werken.Controleer steeds na het opnieuw
aankoppelen van de aanhanger of de
verlichting en de richtingaanwijzers
werken.
Sluit de verlichting van de aanhanger niet
rechtstreeks aan op de verlichting van de
auto. Gebruik hiervoor speciale
goedgekeurde bedrading.
Raadpleeg uw HYUNDAI Erkend
Reparateur voor meer informatie.
E140406ATQ
Rijden op hellingen
Verminder snelheid en schakel naar een
lagere versnelling voordat u een lange of
steile helling afrijdt. Als u niet
terugschakelt, moet u de remmen vaker
intrappen waardoor deze oververhit
raken en niet meer goed werken.
Schakel bij het oprijden van een lange
helling terug en verminder snelheid tot
ongeveer 70 km/h (45 mph). Hierdoor
wordt voorkomen dat de motor en de
transmissie oververhit raken.
Rijd in stand D wanneer de auto uitgerust
is met een automatische transmissie en
u met een aanhanger rijdt die meer
weegt dan het maximaal toegestane
ongeremde aanhangergewicht.
Wanneer u in stand D rijdt met een
aanhanger wordt de levensduur van de
transmissie door een lagere
bedrijfstemperatuur verlengd.
WAARSCHUWING
Het gebruik van niet goedgekeurde
bedrading kan schade aan het
elektrisch systeem van de auto
en/of persoonlijk letsel
veroorzaken.

Page 204 of 321

Rijden met uw auto
44
5
E140407BUN
Parkeren op een helling
Als u een aanhanger achter de auto hebt
gekoppeld is het niet verstandig om uw
auto op een helling te parkeren. Als de
auto met aanhanger naar beneden zou
rollen, zouden deze beschadigd kunnen
raken of ernstig letsel aan voorbijgangerskunnen toebrengen. Is het niet anders mogelijk dan de auto
op een helling te parkeren, doe dit dan
als volgt:
1. Zet de auto op de parkeerplaats. Draai
het stuurwiel in de richting van de
stoeprand (rechtsom als u parkeert opeen aflopende helling, linksom op eenstijgende helling).
WAARSCHUWING -
Parkeren op een helling
Als u de auto met aanhanger op
een helling parkeert, kunnenmensen ernstig letsel oplopen of
zelfs dodelijk gewond raken als
aanhanger onbedoeld los zou
raken van de auto.
OPMERKING
Als met een zwaarbeladen auto of een aanhanger bij hoge buitentemperaturen (meer dan35°C) heuvelop gereden wordt,
moet in de brandstoftank nog minimaal 5 liter brandstof aanwezigzijn om afname van het vermogendoor oververhitting van de
brandstof en schade aan hetbrandstofinspuitingssysteem tevoorkomen.
OPMERKING
Houd de motortemperatuur goed
in de gaten als u met eenaanhanger een steile helling (meer dan 6%) oprijdt. Hierdoor
kan de motor oververhit raken.Als dekoelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat de motor oververhit
dreigt te raken, breng de auto danop een veilige plaats tot stilstandom de motor af te laten koelen. Zodra de motor voldoende is
afgekoeld, kunt u uw weg vervolgen.
Pas uw snelheid aan afhankelijk van het gewicht van de
aanhanger en de hellingshoekvan de weg, zodat de motor en de transmissie niet oververhit raken.

Page 205 of 321

545
Rijden met uw auto
2. Als de auto een handgeschakeldeversnellingsbak heeft, zet u deze in de
vrijstand. Als de auto een
automatische versnellingsbak heeft,
zet u deze in de stand P (Park).
3. Trek de parkeerrem aan en sluit de auto af.
4. Plaats blokken voor de wielen van de aanhanger in de richting van deaflopende helling.
5. Start de auto, houd de rem ingetrapt, schakel in de vrijstand, zet de
parkeerrem los en laat het rempedaal
langzaam opkomen tot de blokken het
gewicht van de aanhangertegenhouden.
6. Trap het rempedaal weer in, trek de parkeerrem weer aan en zet de
versnelling in de stand R (achteruit) bij
een handgeschakelde versnellingsbak
en in de stand P (parkeren) bij een
automatische versnellingsbak.
7. Zet de motor af en laat het rempedaal los, maar laat de parkeerrem
aangetrokken blijven. Wegrijden op een helling
1. Zet de handgeschakelde transmissie
in de vrijstand of de automatische
transmissie in stand P, houd het
rempedaal ingetrapt en:

versnelling of in stand D.

2. Laat het rempedaal langzaam los.
3. Rijd langzaam vooruit tot de aanhanger los komt van de blokken.
4. Stop en laat de blokken door iemand oprapen en opbergen. E140500AUN Onderhoud bij het rijden met een
aanhanger
Uw auto heeft vaker onderhoud nodig
wanneer u regelmatig met een
aanhanger rijdt. Belangrijke zaken die
speciale aandacht verdienen zijn: de
motorolie, de automatische-
transmissievloeistof, de smering van de
aandrijfassen en de koelvloeistof. De
toestand van de remmen moet ook
regelmatig gecontroleerd worden. Alle
zaken staan in dit instructieboekje
beschreven. De index is hierbij een
handig hulpmiddel. Het is verstandig
deze gedeeltes te lezen voordat u meteen aanhanger op pad gaat.
Vergeet ook niet de aanhanger en de
trekhaak te onderhouden. Volg het
onderhoudsschema van de aanhangeren controleer de aanhanger regelmatig.
Voer de controle bij voorkeur ieder keer
uit wanneer u gaat rijden. Het is van het
grootste belang dat de trekhaakmoeren
en -bouten vastzitten.
WAARSCHUWING
-
Parkeerrem
Stap niet uit voordat de parkeerrem
goed is aangetrokken.
Als u de motor laat draaien, kan de
auto plotseling in beweging komen.
Uzelf of andere mensen kunnen
hierdoor ernstig letsel oplopen.

Page 206 of 321

Rijden met uw auto
46
5
E140600ATQ Als u gaat rijden met een
aanhanger
Let op de volgende punten als u gaat
rijden met een aanhanger:
Overweeg de aanschaf van
stabilisatorkoppeling. Raadpleeg de
leverancier van uw aanhanger voor
meer informatie.
Trek tijdens de inrijperiode van uw auto, gedurende de eerste 2.000 km
geen aanhanger.
Als u dat wel doet, kan schade aan de
motor of de transmissie ontstaan.
Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer over de benodigde
zaken als een trekhaak, enz. als u vanplan bent met uw auto een aanhanger
te gaan trekken.
Rijd met een aanhanger niet harder dan wettelijk is toegestaan.
Rijd bij het oprijden van een lange helling niet harder dan 70 km/h of de
voorgeschreven maximum snelheid.
De tabel bevat belangrijke gegevens met betrekking tot gewicht.
Motor
Onderwerp Maximaal
Ongeremd750
aanhangergewicht (1653)
weight Geremd2300
kg (Ibs.) (5070)
Maximale kogeldruk: 100 kg (Ibs.) (220)
1170(46)
M/T : Handgeschakeld
A2.5
Dieselmotor
M/T
Aanbevolen afstand
hart achterwiel - kogel mm (Inch)
OPMERKING
Vanwege de hogere belastingtijdens het rijden met eenaanhanger, kan bij warm weer of bij bergop rijden de motor
oververhit raken. Als dekoelvloeistoftemperatuurmeteraangeeft dat de motor oververhit dreigt te raken, schakel dan de
airconditioning uit en breng deauto op een veilige plaats totstilstand om de motor af te laten koelen.
Als met de auto een aanhanger getrokken wordt, moet detransmissievloeistof vaker worden gecontroleerd.
Als uw auto niet is uitgerust met een airconditioning, moet u eenextra ventilator laten monterenom de koeling van de motor te optimaliseren als u een
aanhanger trekt.

Page 207 of 321

547
Rijden met uw auto
E140601AUN
Gewicht van de aanhanger
Hoe zwaar kan de aanhanger veilig
worden beladen? Hij mag nooit meer
wegen dan het maximale
aanhangergewicht voor een geremde
aanhanger. Maar dit kan al te zwaar zijn.
Dat hangt af van de manier waarop de
aanhanger wordt gebruikt. Zo zijn onder
andere de rijsnelheid, de hoogte,
hellingshoek, buitentemperatuur en
ervaring belangrijke factoren. Het
maximale aanhangergewicht is ook
afhankelijk van eventuele voorzieningen
die op de auto zijn aangebracht.E140602AEN
Kogeldruk
Bij het trekken van een aanhanger zijn
de kogeldruk en het maximaal
toelaatbaar totaalgewicht van belang.
Onder het totaalgewicht worden
gerekend het ledig gewicht van de auto
plus het gewicht van de belading en de
inzittenden. Bij het trekken van een
aanhanger dient bovendien het gewicht
van de aanhanger hierbij wordenopgeteld.
De kogeldruk mag maximaal 10% van
het totale aanhangergewicht bedragen.
Controleer na het beladen van de
aanhanger of de kogeldruk in orde is. Als
dat niet het geval is, kan deze worden
aangepast door de belading van de
aanhanger anders te verdelen.
C190E02JM
Maximale asbelastingMaximaal toelaatbaar
voertuiggewicht
WAARSCHUWING -Aanhanger
Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder
is dan aan de achterzijde. Deverhouding tussen de belading
voor en achter dient ongeveer60/40 te zijn.
Belaad de aanhanger niet zwaarder dan volgens de
fabrikant van de aanhanger c.q.
trekhaak is toegestaan. Een
verkeerde belading kan
beschadiging van de auto en/of
persoonlijk letsel tot gevolg
hebben. Controleer het
aanhangergewicht met een
geschikte weegschaal of op eenweegbrug.
Door een verkeerde belading van de aanhanger bestaat de kans dat
u de controle over de autoverliest.
C190E01JM
Kogeldruk T otaal aanhangergewicht

Page 208 of 321

Rijden met uw auto
48
5
MASSA VAN DE AUTO
E160000AUN
In dit deel vindt u informatie over de
juiste manier van beladen van uw auto
en/of aanhanger, zodat u ervoor kunt
zorgen dat u het maximaal toelaatbaar
totaalgewicht, met of zonder aanhanger,
niet overschrijdt. Een juiste manier van
beladen zorgt ervoor dat de prestaties
van de auto zo min mogelijk in negatieve
zin beïnvloed worden. Zorg ervoor dat u,
voordat u uw auto gaat beladen, weet
wat de volgende termen betekenen,
zodat u uw auto, met of zonder
aanhanger, op de juiste manier kunt
beladen. De informatie vindt u bij despecificaties en op het typeplaatje:
E160100AUN
Rijklaar gewicht
Dit is het gewicht van de auto met een
volle brandstoftank en de complete
standaarduitrusting. Dit gewicht is zonder
passagiers, lading en extra uitrusting.
E160200AUN
Leeggewicht
Dit is het gewicht van de auto bij
aflevering plus het gewicht van de
achteraf gemonteerde uitrusting. E160300AUN BeladingDit getal heeft betrekking op al het
gewicht dat opgeteld wordt bij het rijklaar
gewicht, dus het gewicht van de lading
en de extra uitrusting.
E160400AUN
GAW (maximale asbelasting)
Dit is het totaalgewicht op elke as (voor
en achter) - opgebouwd uit het rijklaar
gewicht en de totale belasting.
E160500AUN
GAWR (maximale toelaatbare asbelasting)
Dit is de maximale toegestane belasting
op een enkele as (voor of achter). Deze
cijfers staan op het typeplaatje. De totale belasting op een as mag de
GAWR nooit overschrijden.
E160600AUN GVW
(maximaal toelaatbaar totaalgewicht)
Dit is het rijklaar gewicht plus het gewicht
van de lading en van de passagiers.
E160700AUN
GVWR (maximale massa voertuig)
Dit is het maximaal toelaatbaar gewicht
van de volledig belaste auto (inclusief
opties, uitrusting, passagiers en lading).De GVWR staat op het typeplaatje op de
dorpel van het bestuurdersportier (of
voorpassagiersportier).
E160800AUN Overbeladen
WAARSCHUWING -
Maximale gewichten
De maximale asbelasting en de
maximale massa van het voertuigstaan vermeld op het typeplaatje
bevestigd aan het
bestuurdersportier (of
voorpassagiersportier). Het
overschrijden van deze waardes
kan een ongeval of schade aan de
auto veroorzaken. U kunt het
gewicht van uw lading berekenen
door de voorwerpen (en personen)
vooraf te wegen. Wees voorzichtig
uw auto niet te overbeladen.

Page 209 of 321

6
Waarschuwingssignalen / 6-2
Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden / 6-2
Als de motor niet gestart kan worden / 6-3
Starten met hulpaccu / 6-4
Als de motor oververhit raakt / 6-6Lekke band / 6-7Slepen / 6-15
Wat te doen in een noodgeval

Page 210 of 321

Wat te doen in een noodgeval
2
6
WAARSCHUWINGSSIGNALEN
F010100AUN
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten dienen ervoor
om de overige weggebruikers te
waarschuwen om extra voorzichtigheid inacht te nemen bij het naderen, inhalen of
passeren van uw auto. Ze dienen te worden gebruikt innoodsituaties of als de auto aan de kant
van de weg tot stilstand is gekomen.
Druk de schakelaar van de
alarmknipperlichten in met het contact in
een willekeurige stand. De schakelaar
alarmknipperlichten bevindt zich in het
dashboard. De schakelaar zorgt ervoor
dat alle knipperlichten geactiveerd
worden.
• De alarmknipperlichten werken
ongeacht of de motor draait of niet.
 De richtingaanwijzers werken niet wanneer de alarmknipperlichten
ingeschakeld zijn.
 Wees voorzichtig bij het gebruiken van de alarmknipperlichten wanneer de
auto gesleept wordt. F020100AUN Als de motor afslaat op een kruising of kruispunt
 Zet de selectiehendel in stand N als de
motor afslaat op een kruising of
kruispunt en duw de auto naar een
veilige plek.
 Als uw auto is uitgerust met een handgeschakelde transmissie en niet
is voorzien van een contactslot, kan de
auto naar voren bewegen wanneer u
naar de tweede of derde versnelling
schakelt en vervolgens de startmotor
inschakelt zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
F020200AUN Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Als tijdens het rijden een band leegloopt:
1. Laat het gaspedaal los en verminder vaart terwijl u rechtuit blijft rijden. Trap niet direct het rempedaal in en probeer
ook niet direct naar de kant van de wegte sturen omdat u hierdoor de controle
over de auto zou kunnen verliezen.
Rem voorzichtig zodra de snelheid zo
laag is dat u dat veilig kunt doen en zet
de auto aan de kant van de weg.
WAT TE DOEN IN EEN
NOODGEVAL TIJDENS HETRIJDEN
OTQ067001L

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 330 next >