Hyundai H-1 (Grand Starex) 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 324

437
Kenmerken van uw auto
Gemiddelde snelheid (km/h of mph)
In deze stand wordt de gemiddelde
snelheid berekend sinds de laatste keerdat de gemiddelde snelheid gereset
werd.
Zolang de motor draait, blijft de
gemiddelde snelheid doorlopen, ook alsde auto stilstaat.
De teller loopt van 0 - 220 km/h (0 - 140 mph).
Door de TRIP-toets langer dan 1 s
ingedrukt te houden als het scherm met
de gemiddelde snelheid wordt
weergegeven, wordt de gemiddelde
snelheid teruggezet naar nul (---).Dagteller (km of mi)
In deze stand wordt de afstand
weergegeven die is afgelegd sinds de
dagteller voor het laatst gereset werd.
De teller loopt van 0,0 - 999,9 km (mijl).
Door de toets TRIP langer dan 1
seconde ingedrukt te houden als het
scherm met de dagteller wordt
weergegeven, wordt de dagteller
teruggezet naar nul (0,0).D150300AEN
Waarschuwings- en
controlelampjes
De waarschuwingslampjes kunnen
worden gecontroleerd door het contact in
stand ON te zetten (start de motor niet).
Ieder lampje dat niet gaat branden, moet
worden gecontroleerd door een officiële
HYUNDAI-dealer. Controleer nadat de motor aanslaat of
alle waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden. Het
waarschuwingslampje van het
remsysteem moet uitgaan zodra de
parkeerrem vrij is. Het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau blijft branden als er nog
maar weinig brandstof in de tank zit.
OTQ047051
Dagteller
KilometertellerOTQ047054
Gemiddelde snelheid
Kilometerteller

Page 102 of 324

Kenmerken van uw auto
38
4
D150302AEN
Waarschuwingslampje
AIRBAG
(indien van toepassing)
Dit lampje zal ongeveer 6 seconden
gaan knipperen iedere keer dat het
contact in stand ON wordt gezet.
Dit lampje zal ook gaan branden als het
aanvullend veiligheidssysteem niet goed
werkt. Als het waarschuwingslampje AIR
BAG niet gaat branden of als het ook blijft
branden als er na het in stand ON zetten
van het contact 6 seconden verstreken
zijn of de motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, laat dan het
aanvullend veiligheidsysteem
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. D150303AEN
Waarschuwingslampje ABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer. Het normale
remsysteem werkt in dat geval nog wel
maar het antiblokkeersysteem niet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden,
dan zit er een probleem inhet ABS- of EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het
remsysteem misschien niet normaal.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken.
Er kan dus een onverwachte en
gevaarlijke situatie ontstaan bij
plotseling remmen. Vermijd in dit
geval hard rijden en plotseling
remmen. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.

Page 103 of 324

439
Kenmerken van uw auto
D150304AEN-EE
Waarschuwingssysteemvoor de veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
(indien van toepassing)
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden op, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is nadat het
contact in stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaalsgedurende 6 seconden gaan knipperen. Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel
(indien van toepassing)
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is, zal
gedurende ongeveer 6 seconden een
waarschuwingszoemer klinken zodra het
contact in stand ON wordt gezet. Dit
gebeurt ook als de veiligheidsgordel
weer losgemaakt wordt als het contact in
stand ON staat. In dat geval stopt de
zoemer onmiddellijk als de
veiligheidsgordel is vastgemaakt.
D150305AUN
Richtingaanwijzers
De knipperende groene pijlen geven aan
aan welke kant van de auto de
richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl
gaat branden maar niet knippert, sneller
knippert dan normaal of helemaal niet
gaat branden, is er een defect in het
richtingaanwijzersysteem aanwezig.
Neem voor reparatie contact op met uw
dealer.
D150306AUN
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden als het
grootlicht wordt ingeschakeld of een
lichtsignaal wordt gegeven.

Page 104 of 324

Kenmerken van uw auto
40
4
D150307AEN
Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de oliedruk van de motor laag is.
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij
wanneer het peil laag is.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is. D150308AEN
Waarschuwingslampje
remsysteem
Waarschuwing ingeschakelde parkeerrem
Dit lampje gaat branden wanneer het
contact in stand START of ON wordt
gezet en de parkeerrem ingeschakeld is.
Zodra de parkeerrem niet langer meer is
aangetrokken en de motor draait, moethet lampje UIT zijn.
Als de rijsnelheid hoger is dan 10 km/h
geeft de waarschuwingszoemer van de
parkeerrem een signaal om u erop te
attenderen dat de parkeerrem nog is
aangetrokken. Zet altijd de parkeerrem
vrij voordat u gaat rijden.
Waarschuwing laag remvloeistofniveau
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, kan dit duiden op een laag
remvloeistofpeil in het reservoir.
Handel als volgt wanneer het
waarschuwingslampje blijft branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer het remvloeistofpeil direct. Vul indien
nodig remvloeistof bij. Controleer alle
onderdelen van het remsysteem op
lekkage.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt
gezet nadat het oliedruklampje is
gaan branden, kan er ernstige motorschade ontstaan.
OPMERKING
Als het oliedruklampje blijftbranden terwijl de motor draait, kan
er ernstige motorschade ontstaan.Het oliedruklampje gaat brandenals de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet het
lampje gaan branden als hetcontact in stand ON gezet wordt enmoet het uit gaan als de motor
gestart is. Als het oliedruklampjeblijft branden terwijl de motordraait, is er sprake van een ernstigdefect.
Breng in dat geval de auto zo snelmogelijk op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit encontroleer het motoroliepeil. Vul indien nodig olie bij tot het juiste
niveau en start de motor. Zet demotor direct weer uit als het lampjeblijft branden. Als hetoliedruklampje blijft branden terwijl
de motor draait mag er niet verdermet de auto worden gereden zolangde motor nog niet door een officiële HYUNDAI-dealer gecontroleerd is.

Page 105 of 324

441
Kenmerken van uw auto
3. Rijd niet met de auto als hetwaarschuwingslampje aan blijft of als
de remmen niet goed werken. Laat de
auto naar een officiële HYUNDAI-
dealer transporteren om hetremsysteem te laten controleren en
zonodig te laten repareren.
Uw auto is uitgerust met een diagonaal
gescheiden remsysteem. Dat betekent
dat als er in een van de remcircuits een
probleem optreedt, u de auto met het
overgebleven remcircuit tot stilstand kunt
brengen. Als er een van de remcircuits is
uitgevallen, wordt de slag van het
rempedaal groter en moet er meer druk
op het rempedaal worden uitgeoefendom de auto tot stilstand te brengen.
Verder zal in dat geval de remweg
toenemen. Schakel bij een defect in het
remsysteem terug om sterker op demotor af te kunnen remmen en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem in orde is en brandtals het contact in stand ON staat. Waarschuwing vacuüm rembekrachtiger
te laag (uitvoeringen met dieselmotor,
indien van toepassing)
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, kan dit duiden op een storing in
de vacuümpomp. Rijd in dat geval
voorzichtig verder en probeer te
voorkomen dat u plotseling hard moet
remmen. Wees erop voorbereid dat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen
dan gebruikelijk. Laat het remsysteemcontroleren en repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Rijden met een auto waarvan het
waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Laat het remsysteem
direct controleren en repareren
door een officiële HYUNDAI-dealer
als het waarschuwingslampje
remsysteem blijft branden.WAARSCHUWING
Door continu remmen bij het afrijden van een steile of lange
helling kan het vacuüm in de
rembekrachtiger tijdelijk afnemen
en het waarschuwingslampje
gaan branden. Schakel in dat
geval een lagere versnelling in.
Breng de auto op een veiligeplaats tot stilstand als het
waarschuwingslampje continu
brandt en wacht tot het uitgaat.
Rijden met een auto waarvan het waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Laat het remsysteem
direct controleren en repareren
door een officiële HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje
remsysteem blijft branden.

Page 106 of 324

Kenmerken van uw auto
42
4
D150312AUN
Schakelstandindicator
(indien van toepassing)
In het display wordt weergegeven welke
van de stand van de selectiehendel
geselecteerd is. D150339ASA
Controlelampje O/D OFF(indien van toepassing)
Dit lampje zal gaan branden als het O/D-
systeem uitgeschakeld is. D150313AEN
Waarschuwingslampje
laadsysteem
Dit waarschuwingslampje duidt op een
storing in de dynamo of in hetlaadsysteem.
Handel als volgt als het lampje gaat
branden tijdens het rijden:
1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.
Laat de auto zo snel mogelijkrepareren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
D150315AUN
Waarschuwingslampje open achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed gesloten is
(in alle standen van het contact). D150316AUN
Waarschuwingslampje
open portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact). D150317AFD
Controlelampjestartblokkeersysteem (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Laat het systeem controleren door een
officiële HYUNDAI Erkend Reparateur
wanneer het lampje gaat knipperen alshet contact in stand ON staat en de
motor nog niet is gestart.
O/D
OFF

Page 107 of 324

443
Kenmerken van uw auto
D150318ATQ
Waarschuwingslampje laagbrandstofniveau
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de brandstoftank bijna leeg is. Als dit
lampje gaat branden, moet u zo spoedig
mogelijk tanken. Doorrijden met een
brandend waarschuwingslampje voor
een laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan "E" of “0” op de
brandstofmeter, kan leiden tot overslaan
van de motor en beschadiging van de
katalysator. D150320AFD
Controlelampje
motormanagement (MIL)
Dit controlelampje maakt deel uit van het
motorregelsysteem dat verschillende
onderdelen van het emissieregelsysteem
in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens
het rijden gaat branden, geeft het aan dat
een mogelijk probleem gesignaleerd is inde emissieregelsystemen.
Dit lampje gaat ook branden als het
contact in stand ON wordt gezet en gaateen paar seconden nadat de motor
gestart is weer uit. Laat uw auto door de
dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur controleren als het
lampje tijdens het rijden gaat branden of
als het niet gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet.
Over het algemeen kunt u, als dit lampje
gaat branden, nog wel verder rijden met
uw auto maar moet u het systeem zosnel mogelijk door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur latencontroleren.
CHECKCHECK
OPMERKING
Wanneer u langere tijd met een brandend controlelampje
motormanagement blijft doorrijden, kan schade aan deemissieregelsystemen ontstaan.Dit kan een nadelige invloed
hebben op de rijprestaties en/ofhet brandstofverbruik.
Wanneer het controlelampje motormanagement gaat branden,
kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan hetmotorvermogen teruglopen. Laat het motorregelsysteem zo snel
mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur.
OPMERKING - Dieselmotor
(indien van toepassing)
Laat het roetfiltersysteem controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur alshet controlelampje motormanagement gaat branden(rijd niet verder dan 50 km/31 mijl
met een brandend lampje)

Page 108 of 324

Kenmerken van uw auto
44
4
D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend
wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of
ACC, zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel verwijderd
is of het bestuurdersportier gesloten
wordt. D150323AUN-EE
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling)
(indien van toepassing)
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling) (indien vantoepassing)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand ON
wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerden gaat het controlelampje ESPknipperen. D150324AFD
Controlelampje ESP OFF
(indien van toepassing)
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF
gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld. Als dit lampje
brandt terwijl de voertuigstabiliteitsregeling
niet is uitgeschakeld, is er mogelijk een
storing in het systeem. Laat de auto
controleren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.
✽✽ AANWIJZING
Na het losnemen van de accukabels of
nadat een lege accu opgeladen is, gaat
het controlelampje ESP OFF mogelijk
branden. Draai het stuurwiel in dit
geval een halve slag naar links en naar
rechts terwijl het contact in stand ON
staat. Start vervolgens de motor
opnieuw nadat het contact in stand
LOCK gezet is. Laat het systeem zo snel
mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
controlelampje ESP OFF niet dooft.
ESPESP
OFF

Page 109 of 324

445
Kenmerken van uw auto
D150328AEN
Controlelampjevoorgloeien (dieselmotor)
Het controlelampje gaat branden zodra
het contact in stand ON wordt gezet. De
motor kan gestart worden zodra het
controlelampje voorgloeien uitgaat. De
voorgloeitijd is afhankelijk van de
koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie van deaccu.
✽✽ AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden
wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende
10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.
D150329AEN
Waarschuwingslampje brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
OPMERKING
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door een officiëleHYUNDAI-dealer wanneer hetcontrolelampje voorgloeien blijftbranden of gaat knipperen nadat de
motor op bedrijfstemperatuur is ofals het lampje gaat branden tijdens het rijden.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als ublijft rijden met een brandend
waarschuwingslampje, kan erschade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het commonrail-systeem. Laat in dat geval uw
auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI-dealer.

Page 110 of 324

Kenmerken van uw auto
46
4
D170000AEN
De parkeerhulp waarschuwt de
bestuurder tijdens het achteruitrijden met
een signaal zodra de afstand tussen de
auto en een voorwerp achter de auto
minder dan 120 cm wordt. Het systeemdient slechts als hulpmiddel en
vermindert niet de noodzaak om
voorzichtig te rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt en niet alle
voorwerpen worden even goed
opgemerkt. Blijf daarom altijd alert
tijdens het achteruitrijden. Werking van de parkeerhulp D170101AEN
Werking
Het systeem wordt ingeschakeld als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld en het contact in stand ON staat.
Bij een snelheid van meer dan 5 km/h
wordt het systeem mogelijk niet juist
geactiveerd.
Het bereik van de parkeersensoren bedraagt ongeveer 120 cm.
Als er zich meerdere voorwerpen achter de auto bevinden, zal het dichtstbijzijnde
als eerste worden geregistreerd. D170102AUN
Waarschuwingssignalen
Als een voorwerp zich 120 - 81 cm van
de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
met tussenpozen
Als een voorwerp zich 80 - 41 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
vaker
Als een voorwerp zich binnen 40 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
onafgebroken.
D170200AEN
Gevallen waarin de parkeerhulp niet werkt
De parkeerhulp werkt mogelijk niet
goed in de volgende gevallen:
1. Er zit ijs op de sensor. (Het systeem werkt weer normaal zodra het ijs
gesmolten is.)
2. Er zit vuil, zoals sneeuw of water, of een andere substantie op de sensor.
(De sensor werkt weer normaal zodra
deze vrij is gemaakt.)
3. Bij het rijden op oneffen wegen en op hellingen.
4. Als bepaalde hoogfrequente geluiden, zoals claxons, motorfietsmotoren,
luchtremmen van vrachtwagens, enz.
binnen het bereik van de sensor
aanwezig zijn.
PARKEERHULP (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
De parkeerhulp dient slechts als
hulpmiddel. De werking van de
parkeerhulp kan worden beïnvloed
door verschillende factoren
(inclusief de luchtverontreiniging).
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om het gebied achter
de auto te controleren alvorens
achteruit te rijden.
OTQ047055
Parkeerhulp

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 330 next >