Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 611 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
44
3
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgorde - Europa
Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de
volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen.
U : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsklasse
U* : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse, maar stoel 2 e
zitrij moet in de voorste stand
worden gezet Leeftijdsgroep
Zitplaats
Voorpassagier 2e
Buitenste 2 e
Middelste 3
e
Buitenste
(indien van
toepassing)
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) UUUU
*
0 + : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar) UUUU
*
I : 9 kg tot 18 kg (9 maanden ~ 4 jaar) UUUU
*
II : 15 kg tot 25 kg U U U U*
II & III : 22 kg tot 36 kg U U U U*

Page 612 of 670

345
Veiligheidssysteem van uw auto
Monteren van een kinderzitje metbehulp van een systeem metbevestigingsbanden (indien van toepassing)
De haakhouders voor het kinderzitje
bevinden zich aan de achterzijde van de
rugleuningen van de achterstoelen. 1. Voer de band van het kinderzitje over
de rugleuning.
Voer bij voertuigen met verstelbare hoofdsteun de band onder de
hoofdsteun en tussen de stijlen van de
hoofdsteun door. Voer in andere
gevallen de band over de bovenkant
van de hoofdsteun.
2. Bevestig de band van het kinderzitje aan het bevestigingspunt en trek de
band strak om het zitje vast te zetten.
WAARSCHUWING -
Bevestigingsband
Monteer niet meer dan één kinderzitje aan de
bevestigingspunten. Het extra
gewicht kan ertoe leiden dat de
bevestigingspunten of -banden
afbreken, wat ernstig letsel kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Een kind kan bij een aanrijding ernstig letsel oplopen als het
kinderzitje niet goed gemonteerd is
of als het kind niet goed vastgezet
is in het kinderzitje. Volg altijd de
aanwijzingen van de fabrikant voor
de montage en het gebruik van het
zitje.
ODM032036
ODM032037

Page 613 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
46
3
Monteren van een kinderzitje met
behulp van een ISOFIX-systeem en
een systeem met bevestigingsbanden(indien van toepassing)
ISOFIX is een gestandaardiseerde
methode voor het monteren vankinderzitjes die een einde maakt aan het
vastmaken van kinderzitjes met de
standaard veiligheidsgordel. Hierdoor is
een veel veiligere en meer betrouwbare
bevestiging mogelijk en verloopt
bovendien het installeren een stuk
eenvoudiger en sneller. Een ISOFIX-kinderzitje mag alleen
worden gebruikt als het specifiek is
goedgekeurd voor uw auto volgens deeisen die gesteld zijn in de Europese
norm ECE-R44. Aan de onderzijde van de rugleuningen
achter zijn ISOfix-labels aangebracht.
Deze symbolen geven de
bevestigingspunten voor baby- of
kinderzitjes aan, indien aanwezig.
WAARSCHUWING
-
Bevestigingspunten voor een kinderzitje
De bevestigingspunten zijn alleen berekend op de belasting
die er op wordt uitgeoefend door
een juist gemonteerd kinderzitje.
Ze mogen in geen geval worden
gebruikt voor de bevestiging van
veiligheidsgordels voor
volwassenen of voor de
bevestiging van anderecomponenten in de auto.
De band biedt misschien onvoldoende bescherming als hijaan een ander dan het speciaal
hiervoor bedoelde
bevestigingspunt is gemonteerd.
OXM039035
WAARSCHUWING -
Controle van een kinderzitje
Controleer of het kinderzitje goed
vastzit door te proberen het in
verschillende richtingen te duwen
en te trekken. Een niet goed
gemonteerd kinderzitje kan
kantelen, verdraaien, overhellen of
losraken, waardoor ernstig letselkan ontstaan.
ODMESA2004
Onderste bevestigingspunt
Aanduiding onderste bevestigingspunt

Page 614 of 670

347
Veiligheidssysteem van uw auto
Beide buitenste zitplaatsen achter zijn
uitgerust met ISOFIX-
bevestigingspunten en een bijbehorende
bevestiging voor de bovenste band op de
achterzijde van de rugleuning. De
ISOFIX-bevestigingspunten bevinden
zich tussen de zitting en de rugleuning
en zijn gemarkeerd met het ISOFIX-
pictogram.
Bij het bevestigen moeten CRS ISOFIX-
gespen in de ISOFIX-bevestigingspunten
van de auto worden geklikt (luister of u
een klik hoort en controleer mogelijkevisuele aanwijzingen op de CRS en
controleer extra door te trekken).CRS met universele goedkeuring tot
ECE-R44 moet aanvullend worden
bevestigd met een bovenste band die is
verbonden met het overeenkomstige
bevestigingspunt in de rugleuning.
Volg bij het installeren en gebruiken van een kinderzitje de installatiehandleiding
die bij het ISOFIX-zitje wordt geleverd.
WAARSCHUWING
Plaats het kinderzitje helemaal naar
achteren tegen de rugleuning met
de rugleuning rechtop.
ODM032038
WAARSCHUWING
Als een kinderzitje op de achterbank is geplaatst met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen, moeten alle
ongebruikte gordels op de
achterbank worden vastgemaakt
in de gordelsluitingen en moet de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje worden
vastgemaakt om ervoor te zorgen
dat de gordel buiten bereik van
het kind blijft. Bij losse gespen of
gordelsluitingen kan het kind in
het kinderzitje verstrikt raken enernstig letsel oplopen.
Plaats geen voorwerpen rond de onderste bevestigingspunten.
Controleer ook of de
veiligheidsgordel niet wordt
gehinderd door de onderste
bevestigingspunten.

Page 615 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
48
3
Vastzetten van het kinderzitje:
1. Om het kinderzitje vast te zetten in het
ISOFIX-bevestigingspunt dient u de
vergrendeling van het kinderzitje in het
ISOFIX-bevestigingspunt vast te
klikken. Controleer of een klikkend
geluid hoorbaar is.
2. Plaats de haak van de band in de haakhouder van het kinderzitje en trek
de band strak om het zitje vast te
zetten. (Zie de vorige bladzijde.)
WAARSCHUWING
Installeer geen kinderzitje in het midden van de achterbank met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen. De ISOFIX-
bevestigingen zijn alleen bedoeld
voor de buitenste zitplaatsen
links en rechts op de achterbank.Misbruik de ISOFIX-
bevestigingen niet door te
proberen een kinderzitje in het
midden van de achterbank temonteren.
Bij een ongeval zijn de ISOFIX-
bevestigingen voor een
kinderzitje dan mogelijk niet
sterk genoeg om het kinderzitjeop zijn plaats te houden in het
midden van de achterbank. De
bevestigingen kunnen danafbreken en ernstig letsel
veroorzaken.
(Vervolg)
OPMERKING
Zorg dat het materiaal van deveiligheidsgordel achter tijdens hetplaatsen niet beschadigd wordt ofbekneld raakt tussen de ISOfix-
bevestigingen.
(Vervolg)
Monteer niet meer dan één kinderzitje aan een van de
onderste bevestigingspunten.
Het extra gewicht kan ertoe
leiden dat de bevestigingspunten
of -banden afbreken, wat ernstig
letsel kan veroorzaken.
Bevestig het ISOFIX-kinderzitje of het voor ISOFIX geschikte
kinderzitje alleen aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten,
zoals aangegeven in deafbeelding.
Volg altijd de instructies voor installatie en gebruik van de
fabrikant van het kinderzitje.

Page 616 of 670

349
Veiligheidssysteem van uw auto
IUF = Geschikt voor ISOfix-bevestiging van naar voren gerichte,universele voor deze gewichtsgroep goedgekeurde
kinderzitjes.
X = ISOFIX bevestiging niet geschikt voor kinderzitje in deze gewichtsgroep en/of deze grootteklasse.
* Zowel ISO/R2 als ISO/R3 kan alleen op de voorste positie van de passagiersstoel geplaatst worden.
* Afmetingen en bevestigingspunten ISOfix-baby- of kinderzitje
A - ISO/F3 : Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 720 mm)
B - ISO/F2 : Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm) B1 - ISO/F2X : Babyzitje (versie 2) waarbij het kind met het
gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm)
C - ISO/R3 : Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit (hoogte 720 mm)
D - ISO/R2 : Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
E - ISO/R1: Kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
F - ISO/L1: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar links gericht ligt
G - ISO/L2 : Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar rechts gericht ligt
Geschikte ISOFIX-bevestigingspunten voor een kinderzitje - Europa
Gewichtsgroep Afmetingen Bevestiging ISOfix-posities in auto
Voorpassagier 2
e
Buitenste 2
e
Middelste 3
e
Buitenste 3
e
Middelste Andere
plaatsen
Reiswieg F ISO/L1 ×
×××××
G ISO/L2 × ×××××
0: tot 10 kg E ISO/R1 × IUF ××××
0+: tot 13 kg E ISO/R1 × IUF
××××
D ISO/R2 × IUF ××××
C ISO/R3 × IUF ××××
I: 9 tot 18 kg D ISO/R2 × IUF
××××
C ISO/R3 × IUF ××××
BI SO /F 2× I UF××××
B1 ISO/F2X × IUF ××××
AI SO /F 3× I UF××××

Page 617 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
50
3
Aanbevolen kinderzitjes - Europa
CRS-fabrikantinformatie
FAIR http://www.fairbimbofix.com
Britax Römer http://www.britax.com
GewichtsgroepNaamFabrikantType bevestigingECE-R44
goedkeuringsnr.
Groep 0-1
(0-18kg)
BIMBO G0/1 SFAIRMet het gezicht naar achteren gericht met specifiek ISOFIX-platform, type "D"E4 03443416 (Stoel)
E4 04443718 (Platform)
Baby Safe Plus IIBritax RömerMet het gezicht naar achteren gericht met
ISOFIX-adapterE1 04301146
Groep 1
(9-18kg)
BIMBO G0/1 SFAIRMet het gezicht naar voren gericht met specifiek ISOFIX-platform, type "A"E4 03443416 (Stoel)
E4 04443718 (Platform)
Duo PlusBritax Römer
Met het gezicht naar voren gericht met ISOFIX-
bevestigingspunt +
bovenste bevestigingsband
E1 04301133

Page 618 of 670

351
Veiligheidssysteem van uw auto
(1) Airbag bestuurder
(2) Airbag voorpassagier*(3) Zijairbag*
(4) Curtain airbag*(5) Knie-airbag bestuurder*
(6) ON/OFF-schakelaar airbagvoorpassagier*
* : indien van toepassing
AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
Zelfs in auto’s uitgerust met
airbags, dienen u en uw passagiers
te allen tijde de aanwezige
veiligheidsgordels te dragen om de
kans op letsel of de ernst daarvan
bij een aanrijding of bij het over de
kop slaan van de auto te beperken.
ODM032052/ODMESA2008
* Het aantal daadwerkelijke airbags kan afwijken van de afbeelding. * 3
e
zitrij : indien van toepassing

Page 619 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
52
3
Werking van airbagsysteem
De airbags kunnen alleen worden
geactiveerd als het contact in stand
ON of START staat.
De airbags worden bij zwaardere aanrijdingen van voren of opzij (indien
zijairbags en/of curtain airbags
aanwezig zijn) onmiddellijk
geactiveerd om de inzittenden te
beschermen tegen letsel.
✽✽ AANWIJZING- indien
uitgerust met
rolsensor
De airbags worden bij over de kop slaan (indien zijairbags of curtain airbagsaanwezig zijn) onmiddellijk geactiveerdom de inzittenden te beschermen tegenernstig letsel.
Er is geen bepaalde snelheid waarbij de airbags worden geactiveerd.
Of de airbags worden geactiveerd,
hangt voornamelijk af van de kracht en
de richting van de aanrijding. Deze
twee factoren bepalen of de sensoren
een elektronisch activeringssignaal
uitzenden. Of de airbags al dan niet opgeblazen
worden, is afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de rijsnelheid, de hoek
van de aanrijding, de massa en de
stijfheid van de bij de aanrijding
betrokken auto's of objecten. Ook
andere factoren kunnen een rolspelen.
De airbags vóór worden direct volledig opgeblazen, waarna ze meteen weerleeglopen.
Het is vrijwel onmogelijk om tijdens
een ongeval waar te nemen dat de
airbags opgeblazen worden. Het is
aannemelijker dat u de leeggelopen
airbags na de aanrijding uit hetstuurwiel of het dashboard ziethangen. Om bij een zware aanrijding
bescherming te bieden, moeten de
airbags snel opgeblazen worden. De
snelheid waarmee de airbag
opgeblazen wordt is het gevolg van de
extreem korte tijd waarbinnen een
aanrijding plaatsvindt en de noodzaakom de airbag tussen de inzittende en
de delen van de auto te krijgen voordat
de inzittende in contact komt met delen
van de auto. De snelheid waarmee de
airbags worden opgeblazen, beperkt
de kans op ernstig letsel bij een zware
aanrijding en vormt daarom een
belangrijk deel van het ontwerp van de
airbags.
Het opblazen van een airbag kan
echter ook letsel zoals schaafwonden,
blauwe plekken en botbreuken, en
soms nog ernstiger letsel veroorzaken
omdat de snelheid waarmee de
airbags worden opgeblazen wordt tot
gevolg heeft dat de airbags met veel
kracht uitzetten.

Page 620 of 670

353
Veiligheidssysteem van uw auto
Er zijn zelfs omstandighedenwaaronder het contact met de
airbag in het stuurwiel tot ernstig
letsel kan leiden, vooral wanneer de
inzittende te dicht op het stuurwielzit.Geluid en rookontwikkeling
Bij het opblazen van de airbags is een
hard geluid hoorbaar en komt rook en
poeder vrij. Dit is normaal en wordt
veroorzaakt doordat het ontstekings-
mechanisme van de airbag geactiveerd
wordt. Nadat de airbags opgeblazen zijn,
kunt u een poosje last hebben bij hetademhalen doordat uw borstkas in
contact is geweest met zowel de
veiligheidsgordel als de airbag endoordat u de rook en het poeder hebtingeademd. Wij adviseren u met klem
zo snel mogelijk na een aanrijding de
portieren en/of de ruiten te openen
wanneer dit mogelijk is, om te
voorkomen dat u te lang in aanraking
blijft met de rook.
Hoewel de rook en het poeder niet giftig
zijn, kunnen deze wel huidirritaties
veroorzaken in de buurt van ogen, neus
en hals. Was in dat geval de
desbetreffende plek schoon en spoel
deze met koud water na. Raadpleeg eendokter als de symptomen aanhouden.
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel te voorkomen, moet de bestuurder altijd zo ver
mogelijk van het stuurwiel
afzitten (ten minste 250 mm). De
voorpassagier moet de stoel
altijd zo ver mogelijk naar
achteren schuiven en helemaal
achterin de stoel gaan zitten.
De airbags worden bij een aanrijding onmiddellijk
geactiveerd en door de grote
kracht waarmee dit gebeurt,
kunnen de passagiers ernstig
gewond raken als ze te dicht bij
de airbag zitten.
Het activeren van de airbags kan letsel veroorzaken zoals
schaafwonden, verwondingen als
gevolg van gebroken brillen en
brandwonden die het gevolg zijn
van de explosieve lading van de
airbags.
WAARSCHUWING
Als de airbags geactiveerd zijn, zijn
de bij het airbagsysteem
behorende onderdelen in hetstuurwiel en/of instrumentenpaneel
en/of de dakrails boven de voor- en
achterportieren zeer heet. Raak de
onderdelen van het airbagsysteem
niet aan direct nadat een airbag
opgeblazen is, om letsel te
voorkomen.

Page:   < prev 1-10 ... 571-580 581-590 591-600 601-610 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 ... 670 next >