Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
Page 621 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
54
3
Plaats geen kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de airbag isgeactiveerd
Gebruik nooit een kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren
gericht op de voorstoel zit. Als de airbag
wordt opgeblazen, oefent deze op een
dergelijk geplaatst kinderzitje een grote
kracht uit, waardoor het kind ernstigletsel kan oplopen.
Gebruik op de voorstoel ook geen
kinderzitje waarbij het kind met het
gezicht naar voren is gericht. Als de
airbag voorpassagier wordt geactiveerd,
zou dit ernstig letsel bij het kind kunnen
veroorzaken. Als uw auto is voorzien van een
ON/OFF-schakelaar voor de airbag
voorpassagier, kan de airbag van de
voorpassagier indien nodig worden in- of
uitgeschakeld.
Zie voor meer informatie pagina 3-61.
Waarschuwings- en
controlelampje airbag
Waarschuwingslampje AIRBAG
Het doel van het waarschuwingslampje
AIRBAG in het dashboard is om u te
waarschuwen voor een mogelijke storing
in de airbag - het aanvullend
veiligheidssysteem (SRS).
W7-147
WAARSCHUWING
Plaats nooit een kinderzitje dat tegen de rijrichting in moet
worden geplaatst op een stoel
waarvoor een airbag zit.
Gebruik nooit een kinderzitje op de voorstoel. Als de airbag
voorpassagier wordt geactiveerd,zou dit ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
Als het kinderzitje op één van de buitenste zitplaatsen achter
wordt geplaatst bij uitvoeringen
met zijairbags, zorg er dan voor
dat het kinderzitje zo ver mogelijk
weg van het portier wordt
geplaatst en zet het goed vast.
Door het activeren van de
zijairbag of curtain airbag zou
deze ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
1JBH3051
Page 622 of 670
355
Veiligheidssysteem van uw auto
Als het contact in stand ON wordt gezet,
moet het lampje gedurende ongeveer 6
seconden gaan knipperen en daarnauitgaan.
Laat het systeem controleren wanneer:
Het lampje niet kort gaat branden alshet contact in stand ON wordt gezet.
Het lampje na ongeveer 6 seconden niet uitgaat maar blijft branden.
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
Het lampje gaat knipperen wanneer het contact in stand ON staat.Controlelampje voorpassagiersairbag
AAN (indien van toepassing)
Het controlelampje airbag
voorpassagier AAN brandt
gedurende ongeveer 4 s nadathet contact in stand ON is
gezet.
Het controlelampje airbag voorpassagier
AAN zal tevens branden wanneer de
AAN/UIT-schakelaar voor de airbag in de
stand AAN wordt gezet, maar gaat uit na
ongeveer 60 s.
Controlelampje airbag voorpassagier
UIT (indien van toepassing)
Het controlelampje airbag
voorpassagier UIT brandt
gedurende ongeveer 4 s nadathet contact in stand ON is
gezet.
Het controlelampje airbag voorpassagier
UIT zal ook gaan branden als de
AAN/UIT-schakelaar voor de airbag in destand UIT staat en zal uitgaan als de
AAN/UIT-schakelaar in de stand AAN
wordt gezet.
ODMESA2002ODMESA2005
Page 623 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
56
3
Onderdelen aanvullend veiligheidssysteem en functies
De onderdelen van het aanvullend
veiligheidssysteem zijn:
1. Airbag bestuurder
2. Airbagsensoren vóór
3. Airbag voorpassagier*
4. Gordelspanners veiligheidsgordels*
5. Zijairbagsensoren*
6. Curtain airbags*
7. Zijairbags*
8. Airbagmodule (SRSCM)
/Koprolsensor*
9. Waarschuwingslampje AIRBAG 10. Controlelampje airbag voorpassagier
UIT (alleen airbag voorpassagier)*
11. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier*
12. Knie-airbagmodule bestuurder*
*: indien van toepassing
De SRSCM controleert constant alle
componenten van het systeem als hetcontact in stand ON staat om te bepalen
of een frontale aanrijding of een aanrijding
van opzij zwaar genoeg is om de airbags
of de gordelspanners te activeren.
Het waarschuwingslampje air bag op het
dashboard brandt na het in stand ON
zetten van het contact gedurende 6
seconden en moet vervolgens uit gaan.OPMERKING
Als een defect optreedt in de AAN/UIT-schakelaar voor de airbag,
gaat het controlelampje airbagvoorpassagier UIT niet branden(Het controlelampje airbag voor
-passagier AAN gaat branden en gaat weer uit na ongeveer 60 s) enzal de airbag voor de voorpassagier
geactiveerd worden bij een frontaleaanrijding, ook al staat de AAN/UIT-schakelaar voor de airbag in de stand UIT.
Als dit gebeurt, adviseren we u deAAN/UIT-schakelaar voor devoorpassagiersairbag en het airbagsysteem te laten controlerendoor een officiële HYUNDAI-dealer.
ODM029200A
1010
1111
1212
Page 624 of 670
357
Veiligheidssysteem van uw auto
De airbagmodules voor bevinden zich in het stuurwielkussen, in het
dashboardpaneel voor de voorpassagier
boven het dashboardkastje en/of in het
kniebeschermingspaneel aan
bestuurderszijde. Als de SRSCM
oordeelt dat de kracht waaraan de
voorzijde van de auto wordt blootgesteld
een bepaalde drempelwaarde
overschrijdt, activeert hij automatisch de
airbags vóór.Als de airbags geactiveerd worden,
scheuren de afdekkappen op vooraf
bepaalde plaatsen open als gevolg van
de zich vullende airbags. Als deze
openingen groter worden, kunnen de
airbags geheel gevuld worden.
WAARSCHUWING
Als een van de volgende condities
zich voordoen, kan dat duiden op
een storing in het airbagsysteem.
We adviseren u het systeem te
laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Het lampje gaat niet kort branden als het contact in stand ON wordt
gezet.
Het lampje gaat niet na ongeveer 6 seconden uit, maar blijft branden.
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
Het lampje gaat knipperen wanneer het contact in stand ON staat.
OHM039103N
Airbag bestuurder (2)
OHM039102N
Airbag bestuurder (1)
Page 625 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
58
3
Een geheel gevulde airbag vertraagt in
combinatie met een juist gedragen
veiligheidsgordel de voorwaartse
beweging van de bestuurder of de
voorpassagier en beperkt zo de kans ophoofdletsel en letsel aan het
bovenlichaam.
Nadat de airbag geheel gevuld is, begint
hij direct weer leeg te lopen, waaroor de
bestuurder weer zicht op de weg krijgt en
hij de auto weer kan besturen ofanderszins kan bedienen.
B240B05L
Airbag voorpassagier
OHM039104N
Airbag bestuurder (3)
WAARSCHUWING
Plaats geen accessoires (beker- houder, CD-houder, sticker, enz.)
of stickers enz. op het paneel
boven het dashboardkastje in
auto's met een airbag
voorpassagier. Dergelijke
voorwerpen kunnen gevaarlijke
projectielen worden en letsel
veroorzaken wanneer de airbag
voorpassagier geactiveerd wordt.
Plaats een eventuele lucht- verfrisser ook niet in de buurt vanhet instrumentenpaneel of op het
dashboard. Dit kan een gevaarlijk
projectiel worden en letsel
veroorzaken wanneer de airbag
voorpassagier geactiveerd wordt.
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
(Vervolg)
Page 626 of 670
359
Veiligheidssysteem van uw auto
Airbag bestuurder en
voorpassagier
(indien van toepassing)
Uw auto is uitgerust met een aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) en driepunts-
gordels voor zowel de bestuurder als de
voorpassagier.Dat de auto is uitgerust met dit systeem
blijkt uit de aanwezigheid van de letters
AIR BAG in reliëf op het stuurwielkussen
en/of het kniebeschermingspaneel aanbestuurderszijde en op het
dashboardpaneel voor de voorpassagier
boven het dashboardkastje.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden inhet stuurwiel, in het
kniebeschermingspaneel aan
bestuurderszijde onder de stuurkolom en
het dashboardpaneel voor de
voorpassagier boven het
dashboardkastje.(Vervolg)
Het aanvullend veiligheidssys-
teem werkt allen als het contact
in stand ON staat. Als het
waarschuwingslampje air bagniet gaat branden of als het ook
blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de
motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, werkt
het aanvullend
Veiligheidssysteem niet goed.
Als dit gebeurt adviseren we u
het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje air
bag zal gaan branden.
ODM032040
ODM032041
■Airbag bestuurder
■Knie - airbag bestuurder
Page 627 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
60
3
Het doel van de airbag is om de
bestuurder en/of de voorpassagier een
aanvullende bescherming te bieden
naast de bescherming die geboden
wordt door de veiligheidsgordel.
ODM032042
■ Airbag voorpassagier
WAARSCHUWING
Maak altijd gebruik van de
veiligheidsgordels en, indien van
toepassing, van kinderzitjes -
iedere keer, bij iedere reis en voor
iedereen! De airbags worden met
aanzienlijke kracht in een zeer
korte tijdsspanne gevuld. De
veiligheidsgordel houden de
inzittenden in de juiste positie,
zodat ze optimaal kunnen
profiteren van de airbags. Ook in
een auto met airbags kunnen deinzittenden ernstig letsel oplopen
tijdens het activeren van de airbag
als de inzittenden de gordels niet of
niet op de juiste wijze dragen. Volg
altijd de voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot veiligheidsgordels,
airbags en de veiligheid voor deinzittenden in dit instructieboekje
zorgvuldig op. Om de kans op letsel te beperken
en optimaal te profiteren van het
aanvullend veiligheidssysteem:
Vervoer een kind nooit op de voorstoel in een kinderzitje of op een zitkussen.
(Vervolg)(Vervolg)
Vervoer kinderen altijd op deachterbank met de
veiligheidsgordels om. Dat is de
veiligste plaats voor kinderen vanalle leeftijden.
De airbags vóór en de zijairbags kunnen letsel veroorzaken als de
inzittenden voor niet in de juistepositie zitten.
Zet uw stoel zo ver mogelijk naar achteren, waarbij u er wel op moet
letten dat u alle bedieningsorganennog goed kunt bereiken.
Ga niet te dicht op de airbag zitten, dat geldt ook voor uw
voorpassagier, en leun niet
onnodig naar voren. Als u of uw
voorpassagier te dicht op de airbag
zit, kan er door het activeren van de
airbag ernstig letsel ontstaan.
Leun ook niet tegen het portier of de middenconsole - zit altijd zo
rechtop mogelijk.
Vervoer geen passagier op de voorstoel als het controlelampje
airbag UIT brandt omdat dan de
airbag bij een aanrijding niet
geactiveerd wordt.
(Vervolg)
Page 628 of 670
361
Veiligheidssysteem van uw auto
(Vervolg)
Er mogen geen objecten op of inde buurt van de airbags in het
stuurwiel, op hetinstrumentenpaneel of op het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje worden
geplaatst omdat dergelijke
voorwerpen letsel kunnen
veroorzaken als de airbags bij
een aanrijding geactiveerd
worden.
Stel de onderdelen van het airbagsysteem niet bloot aan
schokken en neem de bedrading
van het airbagsysteem ook niet
los. Als u dat wel doet kunt u
letsel oplopen omdat de airbags
onverwacht geactiveerd kunnen
worden of juist niet geactiveerd
worden wanneer dat wel nodig is.
Als het waarschuwingslampje van het airbagsysteem tijdens het
rijden gaat branden, we
adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Airbags kunnen slechts één keergebruikt worden - we adviseren u
het systeem te laten vervangen
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Het aanvullend veiligheidssysteem is zodanig
ontworpen dat de airbags vóór
alleen geactiveerd worden als de
kracht van de aanrijding een
bepaalde drempel overschrijdt ende aanrijding plaatsvindt ondereen hoek die kleiner is dan 30°
ten opzichte van de lengteas van
de auto. Verder kunnen de
airbags maar één keer gevuld
worden. Draag te allen tijde de
veiligheidsgordel.
De airbags vóór zijn niet ontworpen om geactiveerd te
worden bij een aanrijding van
opzij, van achteren of bij het over
de kop slaan van de auto. Verder
zullen de airbags vóór niet
worden geactiveerd als de kracht
van de aanrijding de
drempelwaarde niet overschrijdt.
(Vervolg)(Vervolg)
Een kinderzitje dient op deachterbank geplaatst te worden. Het kind kan ernstig letsel
oplopen als de airbag bij een
aanrijding wordt geactiveerd.
Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de
achterbank en de gordel op de
juiste manier dragen. Laatkinderen nooit op de
passagiersstoel meerijden. Als
een kind van 12 jaar of ouder op
de voorpassagiersstoel vervoerd
moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren
worden gezet.
Voor een maximale bescherming bij alle soorten aanrijdingen
moeten alle inzittenden, inclusief
de bestuurder, hun
veiligheidsgordel dragen,
ongeacht het feit of er voor hun
positie een airbag aanwezig is.
Ga tijdens het rijden niet dichter
bij de airbag zitten dan nodig isen leun ook niet onnodig
voorover.
(Vervolg)
Page 629 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
62
3
ON/OFF-schakelaar airbag
voorpassagier (indien van toepassing)
De airbag voorpassagier kan worden
gedeactiveerd met behulp van de
ON/OFF-schakelaar voor het geval ereen kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt gemonteerd
of voor het geval de voorstoel niet
gebruikt wordt.
Om de veiligheid voor uw kind te
garanderen, moet de airbag
voorpassagier worden uitgeschakeld
wanneer u een naar achteren gericht
kinderzitje op de voorstoel monteert. In- en uitschakelen van de airbagvoorpassagier:
Steek om de airbag voorpassagier uit te
schakelen de mechanische sleutel in de
ON/OFF-schakelaar voor de airbag
voorpassagier en zet deze in de stand
OFF.
(Vervolg)
Een onjuiste zithouding of
zitpositie kan bij een aanrijding
ernstig letsel veroorzaken. Alle
inzittenden moeten rechtop
zitten, met de rugleuning zo
rechtop mogelijk, midden op dezitting en met de
veiligheidsgordel om, de benen
comfortabel gestrekt en de
voeten op de vloer, totdat de auto
geparkeerd is en de
contactsleutel verwijderd is.
Het airbagsysteem vult de airbags uitermate snel om in
geval van een aanrijding een
maximale bescherming te
kunnen bieden. Als eeninzittende niet in de juiste positiezit omdat hij of zij de
veiligheidsgordel niet draagt, kan
de airbag teveel kracht op de
inzittende uitoefenen, waardoor
deze ernstig letsel zou kunnenoplopen.
ODMESA2008
ODMESA2006
ODMESA2005
Page 630 of 670
363
Veiligheidssysteem van uw auto
Het controlelampje airbag voorpassagier
UIT ( ) zal gaan branden en blijven
branden totdat de airbag weer wordt
ingeschakeld.
Steek om de airbag voorpassagier in te
schakelen de mechanische sleutel in de
ON/OFF-schakelaar voor de airbag en
zet deze in de stand ON. Het controle-
lampje airbag voorpassagier UIT gaat uit
en het controlelampje airbag voor-
passagier AAN ( ) gaat gedurende
ongeveer 60 s branden.✽✽AANWIJZING