JEEP COMPASS 2019 Instructieboek (in Dutch)

Page 221 of 400

9. Breng de lamp aan de zijkant van de
carrosserie weer aan en zorg ervoor dat de
tapeinden zijn uitgelijnd.
10. Monteer de bevestigingen en zet de lam-
peenheid aan de zijkant vast.
11. Sluit tot slot de achterklep.OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad-
plegen.
Mistlampen achter
1. Gebruik een geschikt gereedschap dat
niet krast om voorzichtig de bovenste bin-
nenrand van de mistlamp te openen en de
klikbevestiging los te maken.
2. Koppel de stekker los door op het ontgren-
delingsmechanisme te drukken.
3. Verwijder de fitting door deze linksom te
draaien en van de lamp te verwijderen.
4. Trek de gloeilamp uit de fitting.
5. Vervang de lamp en draai de fitting
rechtsom om deze opnieuw aan te
brengen.
6. Sluit de elektrische stekker weer aan.
7. Breng de lamp weer aan door deze vast te
klikken met de vergrendelingslippen aan
de linker- en rechterrand van de
mistlamp.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad-
plegen.Achteruitrijlichten
1. Open de achterklep.
2.
Gebruik een geschikt gereedschap om het
toegangspaneel voor de lampen aan de zij-
kant van de carrosserie te verwijderen, ver-
wijder het toegangspaneel van de achterklep
voor toegang tot de lampen in de achterklep.
3. Koppel de stekker los door de ontgrende-
ling in te drukken.
4. Verwijder de lamp, vervang deze en zorg
ervoor dat deze stevig vastzit.
5. Sluit de elektrische stekker weer aan.
6. Breng de toegangspanelen weer aan en
zorg ervoor dat ze correct zijn vastgezet.
7. Sluit tot slot de achterklep.
3e remlicht
Het derde remlicht is een LED-lamp. Neem
voor het vervangen contact op met een er-
kende dealer.
Kentekenverlichting
De kentekenverlichting heeft LED-lampen.
Neem voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.
Achterlichten aan de zijkant van de
carrosserie
1 — Achterlicht, achteraan op de zij-
kant van de carrosserie
2 — Tapeinde
219

Page 222 of 400

ZEKERINGEN
WAARSCHUWING!
• Vervang doorgebrande zekeringen uit-
sluitend door exemplaren met dezelfde
ampèrewaarde. Vervang een zekering
nooit door een zekering met een hogere
ampèrewaarde. Vervang een doorge-
brande zekering nooit door een metalen
draad of enig ander materiaal. Plaats
geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen-
dommen.
• Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
• Als de vervangen zekering opnieuw door-
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
• Als een algemene beveiligingszekering
voor veiligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), krachtbronsyste-
WAARSCHUWING!
men (motorsysteem, versnellingsbak-
systeem) of het besturingssysteem door-
brandt, dient u contact op te nemen met
een erkende dealer.
LET OP!
Als het nodig is om de motorruimte te
wassen, voorkom dan dat het water direct
in contact komt met het zekeringenkastje
en de ruitenwissermotoren.
Algemene informatie
De zekeringen beschermen elektrische syste-
men tegen een te hoge stroomsterkte.
Als een apparaat niet werkt, moet u het
zekeringselement in de platte zekering con-
troleren op breuk/smelten.
Houd er bovendien rekening mee dat de voer-
tuigaccu leeg kan raken wanneer u aansluit-
contacten gedurende lange tijd gebruikt ter-
wijl de motor uitgeschakeld is.
Plaats van de zekeringen
De zekeringen zijn gegroepeerd in de control-
lers in de motorruimte.
Verdeeleenheid/zekeringen
motorcompartiment
Het zekeringenpaneel in het motorcomparti-
ment bevindt zich links in het motorcompar-
timent.
Raadpleeg het instructieboekje voor meer in-
formatie.
Locatie van zekeringenpaneel en kap
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
220

Page 223 of 400

OPMERKING:
Zekeringen voor veiligheidssystemen (gemar-
keerd met *) moeten worden onderhouden
door een erkende dealer.
Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F01 70 A geelbruin – – Module carrosseriecomputer
(*)
F02 70 A geelbruin – – Module carrosseriecomputer, achterste verdeeleenheden
(*)
F03 – 30 A roze met HID-
lampen
20 A blauw zonder
HID-lampen– Voeding carrosseriecomputer, HID-lampen
(*)
F04 – 40 A geelbruin – Module remregelelektronica
(*)
F05 – 40 A geelbruin – PTC-verwarming
(*)
F06 40 A oranje – –Startmotorrelais
(*)
F07 40 A oranje – –Achterste verdeeleenheid voor aanhangergebruik
(*)
F08 – 30 A roze –Voeding voor TCM, AGSM, besturingsregeling
(*)
F09 – – 7,5 A bruinECM, TCM, radiateurventilator-bediening
(*)
F10 – – 20 A geel Claxon
221

Page 224 of 400

Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F11 – – 20 A geel — 1.4-liter
benzine- en dieselmo-
toren
25 A transparant —
2.4 liter motoren/
UREUMECM/PCM/UREUM brandstofverstuivers
(*)
F14 – – 7,5 A bruin Diesel carterverwarming
(*)
F15 40 A oranje – – Pomp remregelmodule
(*)
F16 – – 10 A rood Voeding motorregelmodule, automatische transmissie
(*)
F17 – – 10 A rood Secundaire belastingen motor
(*)
F18 – – 20 A geel 12V aansluitcontact in bagageruimte op contact
F19 – – 7,5 A bruin Compressor van de airconditioning
F20 – – 20 A geel Sigarettenaansteker
F21 – – 20 A geel Brandstofpomp
(*)
F22 – – 20 A geel — benzine-
motor
15 A blauw — diesel-
motorBrandstof - ontstekingsbobine/diesel-brandstofverstuiver -
diesel-onderdelen
(*)
F23 – – 30 A groen Roosterverwarming ruit
F24 – – 15 A blauw Voeding elektronische eenheid automatische transmissie
(*)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
222

Page 225 of 400

Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F30 – – 20 A geel (door klant
te kiezen, verplaatsen
van F18)12V aansluitcontact in bagageruimte achter continu op
accu
F81 60 A blauw – – Gloeibougiemodule, DDCT SDU accuvoeding
(*)
F82 – 40 A groen – Verwarming dieselbrandstoffilter
(*)
F83 – 40 A groen – HVAC-ventilator
F84 – – 30 A groen Voeding aandrijving op alle wielen
(*)
F87 – – 5 A geelbruin Schakelhendel automatische transmissie
(*)
F88 – – 7,5 A bruin Verwarmde buitenspiegels
F89 – – 30 A groen Verwarmde achterruit
F90 – – 5 A geelbruin IBS-sensor (laadtoestand van de accu)
(*)
Fxx – – 10 A rood Regelrelais dubbele accu met NON-DDCT Trans
(*)
7,5 A bruin Regelrelais dubbele accu met DDCT Trans
(*)
Het zekeringkastje heeft aan de onderkant
extra ATO-zekeringhouders.
223

Page 226 of 400

Locatie ATO-/UNIVAL-zekering Omschrijving
F1 5 A geelbruin Regelmodule aandrijflijn (4X4/AWD)
(*)
F2 10 A rood ECM — detectie startdiagnose
(*)
F3 2 A grijs Modbesturingsregeling
(*)
Zekeringen in het motorcompartiment/
Hulpsysteem
Het hulpzekeringenpaneel bevindt zich vóór
de accu aan de linkerkant van het motorcom-
partiment.
Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F01 – – 20 A geel NOx-sensor-voeding
F02 – – 10 A rood PM-sensor-voeding
F03 – – 15 A blauw SCR-module-voeding
F05 – 30 A roze – ATS-relais-voeding
F06 – 40 A geelbruin – SCR-module-voeding
Locatie HC micro-ISO-relais Omschrijving
R1 30 A ATS-relais
R2 30 A SCR-relais
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224

Page 227 of 400

Interieur, zekeringen
Het zekeringenpaneel in het interieur bevindt
zich in de passagiersruimte op het linker
dashboardpaneel onder het instrumentenpa-
neel.OPMERKING:
Zekeringen voor veiligheidssystemen (gemar-
keerd met *) moeten worden onderhouden
door een erkende dealer.
Locatie Meszekering Omschrijving
F31 7,5 A bruin Regelaar voor vasthouden inzittende
F33 20 A geel Motor elektrisch bediende ruit passagierskant
F34 20 A geel Motor elektrisch bediende ruit bestuurderskant
F36 20 A geelInbraakmodule/sirene, radio, UCI-/USB-poort, VSU, klimaatregeling, elektronisch stuur-
slot, elektrisch inklapbare spiegels, beveiligingsgateway/DTV
F37 10 A roodInstrumentenpaneel, regelmodule aandrijflijn, adaptieve cruise control, ECC-blower
(HVAC)
(*)
F38 20 A geel Portiervergrendeling/-ontgrendeling, ontgrendeling van de achterklep
F42 7,5 A bruinRemsysteemmodule, elektrische stuurbekrachtiging
(*)
F43 20 A geel Ruitensproeierpomp voor en achter
F47 20 A geel Ruitmechanisme linksachter
F48 20 A geel Ruitmechanisme rechtsachter
F49 7,5 A bruinParkeersensoren, dode hoek, spanningsstabilisator, vochtigheidssensor, elektronisch stuur-
slot, temperatuursensor, spiegel, stoelverwarming, licht- en regensensor, start/stop-
schakelaar
(*)
225

Page 228 of 400

Locatie Meszekering Omschrijving
F50 7,5 A bruinRegelaar voor vasthouden inzittende
(*)
F51 7,5 A bruinElektronische klimaatregeling, inzittendenclassificatie, achteruitrijcamera, klimaatrege-
ling, koplamphoogteregeling, terreinselectie, achterruitverwarming, gebruik van de trek-
haak, voelbare indicatie rijstrook verlaten
(*)
F53 7,5 A bruinContactschakelaarmodule zonder sleutel, elektrische parkeerrem, RF-hub, instrumenten-
paneel
(*)
F94 15 A blauw Lendensteunverstelling bestuurdersstoel, voedingsuitgangen
Verdeeleenheid zekeringen/relais
bagageruimte
Om toegang te krijgen tot de zekeringen,
verwijdert u het toegangsdeksel van het lin-
kerachterpaneel van de bagageruimte.De zekeringen kunnen zich in twee eenheden
bevinden. Zekeringhouder nr. 1 bevindt zich
het dichtst bij de achterkant van het voertuig
en zekeringhouder nr. 2 (indien aanwezig bij
gebruik van een aanhanger) bevindt zich het
dichtst bij de voorkant van het voertuig.OPMERKING:
Zekeringen voor veiligheidssystemen (gemar-
keerd met *) moeten worden onderhouden
door een erkende dealer.
Zekeringhouder nr. 1
Locatie Minizekering Omschrijving
F1 30 A groen Spanningsomvormer
(*)
F2 30 A groen Stoel met geheugenfunctie
F3 20 A geel Zonnedak — indien aanwezig
F4 30 A groen Elektrisch verstelbare stoel (passagierskant)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
226

Page 229 of 400

Locatie Minizekering Omschrijving
F5 30 A groen Elektrisch verstelbare stoel (bestuurderskant)
F6 7,5 A bruin Elektrisch bediende lendesteun (elektrisch verstelbare stoelen)
F7 15 A blauw Stuurverwarming/geventileerde stoelen
F8 20 A geel Verwarmde stoelen
Zekeringhouder nr. 2
Locatie Minizekering Omschrijving
F1 10 A rood TTM CONTACT-Voeding
F5 15 A blauw Controller buitenverlichting verlichting (bestuurderskant)
F6 15 A blauw Controller buitenverlichting verlichting (passagierskant)
F7 10 A rood TTM startkabel accuvoeding
(*)
Op de steun van de verdeeleenheid zekeringen/
relais in de bagageruimte bevindt zich een maxi-
zekeringshouder voor de elektrisch bediende
achterklep en een ATO/Uni-Val zekeringshouder
voor het hifi-audiosysteem.
Locatie Maxizekering Omschrijving
F01 30 A groen Elektrisch bediende achterklep
Locatie ATO/Uni-Val-zekering Omschrijving
F02 25 A transparant Hifi-audiosysteem
227

Page 230 of 400

WIELEN VERWISSELEN EN
GEBRUIK VAN DE KRIK
WAARSCHUWING!
• Probeer geen wiel te verwisselen aan de
zijde van de auto waar ander verkeer
langs rijdt. Ga ver genoeg van de weg af
staan om ongelukken te voorkomen bij
gebruik van de krik of het verwisselen
van een wiel.
• Het is gevaarlijk om u onder een opge-
krikte auto te bevinden. De auto kan van
de krik glijden en op u vallen. Dit leidt
tot ernstig letsel. Zorg er daarom voor
dat u met geen enkel lichaamsdeel on-
der een opgekrikte auto komt. Als u
werkzaamheden onder de auto moet uit-
voeren, zet deze dan op een hefbrug.
• Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik
wordt ondersteund.
WAARSCHUWING!
•De krik is uitsluitend bedoeld als gereed-
schap om banden te verwisselen. Gebruik
de krik niet om de auto voor onderhouds-
werkzaamheden omhoog te brengen. De
auto mag alleen op een stevige en vlakke
ondergrond worden opgekrikt. Vermijd een
gladde ondergrond.
Plaats van krik en reservewiel
Indien aanwezig bevinden de krik en het
gereedschap zich in het opbergvak achter,
onder het reservewiel.
1. Open de achterklep.
2. Til de afdekking met behulp van de laad-
vloergreep omhoog.
Plaats van krik en gereedschap
1 — Krik
2 — Uitlijningspen
3 — Kruissleutel
4 — Noodtrechter
5 — Schroevendraaier
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
228

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 400 next >