JEEP GRAND CHEROKEE 2015 Instructieboek (in Dutch)

Page 121 of 480

OPMERKING:
Onder de volgende omstandigheden kunt u
ACC niet inschakelen:
Indien in vierwielaandrijving Low.
 Als u de remmen bedient.
 Als de handrem is ingeschakeld.
 Als de automatische versnellingsbak in
de stand PARK, REVERSE of NEUTRAL
staat.
 Als de voertuigsnelheid buiten het snel-
heidsbereik ligt.
 Als de remmen oververhit zijn.
 Als het bestuurdersportier is geopend.
 Als de veiligheidsgordel van de bestuur-
der niet is vastgemaakt.
De functie in- of uitschakelenDruk kort op de AAN/UIT-knop van de adap-
tieve cruise control (ACC). Het ACC-menu in
het DID geeft "ACC gereed" weer.
Om het systeem uit te schakelen, drukt u nog-
maals kort op de AAN/UIT-knop van de adap-
tieve cruise control (ACC). Het systeem wordt
dan uitgeschakeld en het DID geeft de melding
"Adaptive Cruise Control (ACC) Off" (adaptieve
cruisecontrol uitgeschakeld) weer.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de adaptieve cruisecon-
trol (ACC) ingeschakeld te laten wanneer u
deze niet gebruikt. U kunt het systeem dan
per ongeluk instellen en sneller rijden dan u
wilt. U zou de macht over het stuur kunnen
verliezen en een aanrijding kunnen veroor-
zaken. Laat het systeem altijd uitgeschakeld
als u het niet gebruikt.
Adaptive Cruise Control (ACC) Ready (adaptieve cruisecontrol gereed)
Adaptive Cruise Control OFF (adaptieve cruisecontrol uitgeschakeld)
117

Page 122 of 480

Gewenste ACC-snelheid instellenWanneer de auto de gewenste snelheid bereikt,
drukt u kort op de knop SET+of op knop de
SET -. Het DID toont de ingestelde snelheid.Als het systeem wordt ingesteld op een rijsnelheid
lager dan 32 km/u (20 mph), zal de ingestelde
snelheid automatisch veranderen in 32 km/u
(20 mph). Als het systeem wordt ingesteld op een
rijsnelheid hoger dan 32 km/u (20 mph), zal de
ingestelde snelheid overeenkomen met de hui-
dige snelheid van het voertuig.OPMERKING:
ACC kan niet worden ingesteld als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.
Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat gebeurt:
Verschijnt de melding "DRIVER OVERRIDE"
(ingreep door bestuurder) op het DID.
 Regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. Wordt de
voertuigsnelheid alleen bepaald door de
stand van het gaspedaal.
AnnulerenDe volgende omstandigheden annuleren het
systeem:
 Het rempedaal wordt ingetrapt.
 De knop CANCEL wordt ingedrukt.
 Het ABS-systeem wordt geactiveerd.
 De schakelhendel wordt uit de stand Drive
gehaald.
 Het elektronisch stabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR) wordt
geactiveerd.
 De handrem wordt aangetrokken.
 De veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt bij lage snelheden.
 Het bestuurdersportier wordt geopend bij
lage snelheden.
 Een antislingerregeling (TSC)-gebeurtenis
optreedt.
 De bestuurder schakelt ESP naar de volledig
uitgeschakelde modus.
UitschakelenHet systeem wordt uitgeschakeld en wist de
ingestelde snelheid uit het geheugen als:
 De AAN/UIT-knop van de adaptieve cruise-
control (ACC) wordt ingedrukt.
 De AAN/UIT-knop van de normale cruisecon-
trol (vaste snelheid) wordt ingedrukt.
 Het contact wordt uitgeschakeld.
 U schakelt naar vierwielaandrijving Low.HervattenAls er een ingestelde snelheid in het geheugen
is, drukt u op de knop RES (hervatten) en haalt
u daarna uw voet van het gaspedaal af. Het DID
toont de laatst ingestelde snelheid.
OPMERKING:
Als uw auto gedurende langer dan twee
seconden blijft stilstaan, zal het systeem
worden uitgeschakeld en valt de rem-
kracht weg. De bestuurder zal het rempe-
daal moeten intrappen om het voertuig in
stilstand te houden.
118

Page 123 of 480

ACC kan niet worden hervat als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te gebrui-
ken als de verkeers- en wegomstandigheden
dat toestaan. Terugkeren naar een inge-
stelde snelheid die te hoog of te laag is voor
de verkeers- of wegomstandigheden kan tot
gevaarlijke situaties leiden doordat de auto
teveel versnelt of afremt. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een aanrijding en
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.Ingestelde snelheid aanpassenDe snelheid verhogen
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de ingestelde
snelheid verhogen door op de knop SET +te
drukken. De verhoging van de snelheid wordt, afhankelijk
van de gekozen eenheid, in Amerikaanse (mph)
of metrische (km/u) eenheden weergegeven:
Snelheid in Amerikaanse eenheid (mph)

Als u eenmaal op de knop SET +drukt,
wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 1 mph.
Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met 1 mph ver-
hoogd.
 Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 5 mph totdat u de knop loslaat. Het DID
toont de snelheidstoename.
Snelheid in metrische eenheid (km/u)
 Als
u eenmaal op de knop SET +drukt, wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 1 km/u.
Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met 1 km/u ver-
hoogd.
 Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 10 km/u totdat u de knop loslaat. Het DID
toont de snelheidstoename. De snelheid verlagen
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de ingestelde
snelheid verlagen door op de knop SET
-te
drukken.
De verlaging van de snelheid wordt, afhankelijk
van de gekozen snelheid, in Amerikaanse
(mph) of metrische (km/u) eenheden weergege-
ven:
Snelheid in Amerikaanse eenheid (mph)
 Als u eenmaal op de knop SET
-drukt,
wordt
de ingestelde snelheid verlaagd met 1 mph.
Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met 1 mph verlaagd.
 Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen van
5 mph totdat u de knop loslaat. Het DID toont
de snelheidsafname.
Snelheid in metrische eenheid (km/u)
 Als u eenmaal op de knop SET
-drukt, wordt
de ingestelde snelheid verlaagd met 1 km/u.
Met ieder volgend tikje op de toets verlaagt u
de snelheid met 1 km/u.
119

Page 124 of 480

Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen van
10 km/u totdat u de knop loslaat. Het DID
toont de snelheidsafname.
OPMERKING:
 Als u harder rijdt dan de ingestelde snel-
heid en op de knop SET + of op de knop
SET - drukt, wordt de huidige snelheid
van het voertuig de ingestelde snelheid
van het systeem.
 Wanneer u de toets SET - gebruikt om de
snelheid te verlagen, maar de auto door
het afremmen op de motor onvoldoende
vertraagt om de ingestelde snelheid te
bereiken, zal de auto automatisch worden
afgeremd door remsysteem.
 Het ACC-systeem remt de auto af tot vol-
ledige stilstand bij het volgen van een
doelvoertuig. Als een auto met ACC een
doelvoertuig tot stilstand volgt, worden
de remmen van de auto twee seconden na
volledige stilstand gelost. 
Het ACC-systeem handhaaft de inge-
stelde rijsnelheid als u op een helling of
afdaling rijdt. Een kleine snelheidsveran-
dering op lichte hellingen is echter nor-
maal. Tijdens het rijden op een helling of
afdaling kan de transmissie terugschake-
len. Dit is normaal en noodzakelijk om de
ingestelde rijsnelheid aan te houden. Bij
het rijden bergopwaarts en bergafwaarts
zal het ACC-systeem worden uitgescha-
keld als de temperatuur van de remmen
hoger wordt dan het normale bereik
(oververhit).
Volgafstand instellen in ACCDe volgafstand voor de ACC kan worden inge-
steld door de instelling van de volgafstand te
variëren tussen vier balken (grootst), drie bal-
ken (groot), twee balken (normaal) en één balk
(klein). Aan de hand van deze instelwaarde
voor de volgafstand en de rijsnelheid berekent
ACC de afstand tot uw voorligger. Deze afstand
wordt ingesteld. De instelling van de volgaf-
stand wordt weergegeven in het DID.
Ingestelde volgafstand 4 balken (grootst)Ingestelde volgafstand 3 balken (groot)
120

Page 125 of 480

Om de instelling van de volgafstand te verho-
gen, drukt u kort op de knop Afstand Instellen —Verhogen. Telkens wanneer de knop wordt in-
gedrukt, wordt de instelling van de volgafstand
verhoogd met één balk (groter).
Om de instelling van de volgafstand te verla-
gen, drukt u kort op de knop Afstand Instellen —
Verlagen. Telkens wanneer de knop wordt inge-
drukt, wordt de instelling van de volgafstand
verlaagd met één balk (kleiner).
Als er geen voertuig voor u rijdt, houdt uw auto
de ingestelde snelheid aan. Als een langzamer
rijdend voertuig op dezelfde rijstrook wordt ge-
detecteerd, toont het DID het pictogram voor
een gedetecteerd voertuig, waarna het systeem
de rijsnelheid automatisch aanpast om de inge-
stelde volgafstand te handhaven, ongeacht de
ingestelde snelheid.
Uw auto handhaaft dan de ingestelde volgaf-
stand totdat:

Het voorliggende voertuig versnelt tot een
waarde die hoger ligt dan de ingestelde
rijsnelheid.
 Het voorliggende voertuig naar een andere
rijbaan gaat of buiten het bereik van de
sensor komt. 
De instelling van de volgafstand wordt
gewijzigd.
 Het systeem wordt uitgeschakeld. (Zie de
informatie over het activeren van de ACC).
Het maximale remvermogen van de ACC is
beperkt, maar indien nodig kunt u altijd zelf
bijremmen.
OPMERKING:
De remlichten gaan branden als het ACC-
systeem de auto afremt.
Er wordt een naderingswaarschuwing weerge-
geven wanneer de ACC voorspelt dat het maxi-
male remvermogen onvoldoende is om de in-
gestelde afstand te handhaven. In een
dergelijke situatie knippert de visuele waar-
schuwing "BRAKE"(remmen) op het DID en
klinkt er een geluidssignaal, terwijl de ACC het
maximale remvermogen gebruikt.Ingestelde volgafstand 2 balken (normaal)Ingestelde volgafstand 1 balk (klein)
121

Page 126 of 480

OPMERKING:
Het schermBRAKE!(remmen!) in het DID
is een waarschuwing voor de bestuurder om
actie te ondernemen en betekent niet dat het
Forward Collision Warning systeem zelf-
standig de remmen bedient.InhaalhulpTijdens het rijden met ingeschakelde ACC en
het volgen van een doelauto, biedt het systeem
extra acceleratie om te helpen voorliggende
voertuigen in te halen. Deze extra acceleratie
wordt geactiveerd wanneer de bestuurder de
richtingaanwijzer naar links inschakelt. Op plaatsen waar het verkeer links rijdt, is de
inhaalhulp alleen actief bij het links inhalen van
de doelauto.
Wanneer een auto verandert van een plaats
waar het verkeer links rijdt naar een plaats waar
het verkeer rechts rijdt, detecteert de ACC
automatisch de rijrichting van het verkeer. In dat
geval is de inhaalhulp alleen actief bij het rechts
inhalen van de doelauto. Deze extra acceleratie
wordt geactiveerd wanneer de bestuurder de
richtingaanwijzer naar rechts inschakelt. In
deze situatie zorgt het ACC-systeem niet meer
voor inhaalhulp bij het links inhalen totdat het
vaststelt dat het voertuig weer is teruggekeerd
naar een plaats waar het verkeer links rijdt.
Werking van ACC bij stoppenAls het ACC-systeem uw auto tot stilstand
brengt bij het volgen van een doelvoertuig, gaat
uw auto automatisch weer rijden als het doel-
voertuig binnen twee seconden optrekt.
Als het doelvoertuig niet binnen twee seconden
optrekt nadat uw auto tot stilstand is gekomen,
wordt het ACC met stop-systeem geannuleerd
en worden de remmen gelost. Op dit moment
moet de bestuurder ingrijpen.
Terwijl de ACC met stop uw auto op zijn plaats
heeft gehouden, zal, als de veiligheidsgordel
van de bestuurder wordt losgemaakt of het
bestuurdersportier wordt geopend, het ACC
met stop-systeem worden geannuleerd en de
remmen worden gelost. Op dit moment moet de
bestuurder ingrijpen.
WAARSCHUWING!
Als het ACC-systeem de snelheid hervat,
moet de bestuurder ervoor zorgen dat zich
geen voetgangers, voertuigen of objecten in
het pad van het voertuig bevinden. Het ne-
geren van deze waarschuwingen kan een
aanrijding en ernstig of zelfs dodelijk letsel
tot gevolg hebben.Menu van de adaptieve
cruisecontrol (ACC)Het DID toont de huidige instellingen van het
ACC-systeem. Het DID bevindt zich in het mid-
den van de instrumentengroep. De getoonde
informatie is afhankelijk van de status van het
ACC-systeem.
Remwaarschuwing
122

Page 127 of 480

Druk op de toets AAN/UIT van de ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC) (op het stuur), totdat
een van de volgende meldingen wordt weerge-
geven in het DID:
Adaptive Cruise Control OFF (adaptieve
cruisecontroluitgeschakeld)
Als
ACC is uitgeschakeld, verschijnt op het
scherm de melding"Adaptive Cruise Control
OFF (adaptieve cruisecontrol uitgeschakeld).
Adaptive Cruise Control (ACC) Ready
(adaptieve cruisecontrol
gereed)
Als ACC is ingeschakeld, maar de rijsnelheid
niet is ingesteld, verschijnt op het scherm de
melding "Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol gereed).
Druk op de toets SET + of SET - (op het stuur),
en de volgende meldingen worden weergege-
ven in het DID:
ACC ingesteld
Als ACC is ingesteld, wordt de ingestelde snel-
heid weergegeven
in de instrumentengroep. Het ACC-scherm wordt mogelijk opnieuw ge-
toond wanneer een ACC-activiteit plaatsvindt,
zoals bijvoorbeeld:

Wijzigen van de ingestelde volgafstand
 Annuleren van het systeem
 Ingreep door de bestuurder
 Uitschakelen van het systeem
 Naderingswaarschuwing van ACC
 Waarschuwing ACC niet beschikbaar
 Als het ACC-scherm langer dan vijf secon-
den niet actief is, toont het DID het laatst
gekozen scherm
Waarschuwingen en
onderhoudsaanwijzingen op het
schermWaarschuwing Wipe Front Radar Sensor
In Front Of Vehicle (veeg radarsensor aan
voorzijde af)
De waarschuwing "ACC/FCW Unavailable
Wipe Front Radar Sensor" (ACC/FCW niet be-
schikbaar Veeg radarsensor aan voorzijde af)
wordt weergegeven en ook een geluidssignaal geeft aan wanneer de functionaliteit van het
systeem tijdelijk door omstandigheden wordt
beperkt.
Dit komt vooral voor bij slecht zicht, zoals
tijdens sneeuwval of zware regenbuien. Het
ACC-systeem kan ook tijdelijk niet beschikbaar
zijn doordat de sensor is bedekt met modder,
vuil of ijs. In dergelijke gevallen wordt in het DID
"ACC/FCW Unavailable Wipe Front Radar Sen-
sor"
(ACC/FCW niet beschikbaar Veeg radar-
sensor aan voorzijde af) weergegeven en wordt
het systeem uitgeschakeld.
De melding "ACC/FCW Unavailable Wipe Front
Radar Sensor" (ACC/FCW niet beschikbaar
Veeg radarsensor aan voorzijde af) wordt soms
weergegeven als u rijdt in omgevingen met veel
reflectie (zoals in tunnels met reflecterende
tegels of op plaatsen met ijs en sneeuw). Het
ACC-systeem herstelt zich nadat de auto deze
omgevingen heeft verlaten. In zeldzame geval-
len, wanneer de radar geen voertuigen of ob-
jecten vóór zich detecteert, kan deze waarschu-
wing tijdelijk worden weergegeven.
123

Page 128 of 480

OPMERKING:
Als de waarschuwingACC/FCW Unavaila-
ble Wipe Front Radar Sensor (ACC/FCW
niet beschikbaar Veeg radarsensor aan
voorzijde af) actief is, is de normale cruise-
control (vaste snelheid) nog steeds beschik-
baar. Raadpleeg de paragraaf Modus Nor-
male cruisecontrol (vaste snelheid) in dit
hoofdstuk voor meer informatie hierover.
Als de weersomstandigheden geen oorzaak
kunnen zijn, dient u de sensor te controleren.
Het kan noodzakelijk zijn een obstakel van de
sensor te verwijderen of deze te reinigen. De
sensor bevindt zich in het midden van de auto,
achter de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-systeem
dient u de volgende onderhoudsaanwijzingen
op te volgen:
 Houd de sensor altijd schoon. Veeg de lens
voorzichtig schoon met een zachte doek.
Voorkom beschadiging van de sensorlens. 
Verwijder geen schroeven van de sensor.
Het verwijderen van schroeven kan een sto-
ring in het ACC-systeem tot gevolg hebben of
het opnieuw uitlijnen van de sensor noodza-
kelijk maken.
 Als de sensor of de voorkant van het voertuig
is beschadigd door een aanrijding, neemt u
contact op met uw erkende dealer voor
service.
 Monteer geen accessoires in de nabijheid
van de sensor, ook geen transparant materi-
aal of een andere grille. Dat kan een storing
of defect in het ACC-systeem veroorzaken.
Als de omstandigheid waardoor het systeem
werd uitgeschakeld niet langer aanwezig is,
keert het systeem terug naar de status "Adap-
tive Cruise Control OFF (adaptieve cruisecon-
trol uitgeschakeld). U kunt het systeem dan
opnieuw activeren, waarna de huidige instellin-
gen weer worden gebruikt. OPMERKING:

Als de melding ACC/FCW Unavailable
Wipe Front Radar Sensor (ACC/FCW niet
beschikbaar Veeg radarsensor aan de
voorzijde af) vaak wordt weergegeven
(bijvoorbeeld iedere rit meer dan één
keer) zonder enige sneeuw, regen, mod-
der of andere obstakels, laat dan de radar-
sensor opnieuw uitlijnen door uw erkende
dealer.
 Het monteren van een sneeuwploeg, be-
scherming of een andere grille of het
wijzigen van de grille wordt afgeraden.
Hierdoor kan de sensor worden geblok-
keerd en de werking van het ACC/FCW-
systeem worden belemmerd.
Waarschuwing Clean Front Windshield
(voorruit reinigen)
De waarschuwing "ACC/FCW Limited Functio-
nality Clean Front Windshield" (ACC/FCW be-
perkte functionaliteit Voorruit reinigen) wordt
weergegeven en ook een geluidssignaal geeft
aan wanneer de functionaliteit van het systeem
tijdelijk door omstandigheden wordt beperkt. Dit
komt vooral voor bij slecht zicht, zoals tijdens
124

Page 129 of 480

sneeuwval of zware regenbuien en bij mist. Het
ACC-systeem kan ook tijdelijk verblind zijn als
gevolg van obstakels, zoals modder, vuil of ijs
op de voorruit en mist aan de binnenkant van
het glas. In dergelijke gevallen wordt in het DID
"ACC/FCW Limited Functionality Clean Front
Windshield"(ACC/FCW beperkte functionaliteit
Voorruit reinigen) weergegeven en heeft het
systeem verminderde prestaties.
De melding "ACC/FCW Limited Functionality
Clean Front Windshield" (ACC/FCW beperkte
functionaliteit Voorruit reinigen) wordt soms
weergegeven als u rijdt bij slecht weer. Het
ACC/FCW-systeem herstelt zich nadat de auto
deze omgevingen heeft verlaten. In zeldzame
gevallen kan deze waarschuwing tijdelijk wor-
den weergegeven zonder dat de camera een
voertuig of object vóór zich detecteert.
Als de weersomstandigheden geen factor zijn,
dient de bestuurder de voorruit en de camera
aan de achterkant van de achteruitkijkspiegel te
controleren. Het kan noodzakelijk zijn een ob-
stakel van de sensor te verwijderen of deze te
reinigen.
Als de omstandigheid die de beperkte functiona-
liteit veroorzaakte niet meer aanwezig is, gaat het
systeem terug naar volledige functionaliteit.OPMERKING:
Als de melding ACC/FCW Limited Functio-
nality Clean Front Windshield (ACC/FCW
beperkte functionaliteit Voorruit reinigen)
vaak wordt weergegeven (bijv. meer dan
eenmaal per rit) zonder enige sneeuw, re-
gen, modder of andere obstakels, laat dan
de voorruit en de naar voren gerichte ca-
mera controleren door uw erkende dealer.
Waarschuwing onderhoud ACC/FCW
Als het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID de melding "ACC/FCW Unavailable Ser-
vice Required" (ACC/FCW niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk) of "Cruise/FCW Una-
vailable Service Required" (cruisecontrol/FCW
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
wordt weergegeven, kan er sprake zijn van een
interne systeemstoring of van een tijdelijke sto-
ring die de functionaliteit van ACC beperkt. Hoewel u nog steeds met de auto kunt rijden,
zal het ACC-systeem tijdelijk niet beschikbaar
zijn. Als dit gebeurt, kunt u proberen ACC later
opnieuw te activeren nadat u de contactscha-
kelaar uit- en weer ingeschakeld heeft. Als het
probleem aanhoudt, breng dan een bezoek aan
uw erkende dealer.
Voorzorg tijdens het rijden met ACCOnder sommige rijomstandigheden kan het
ACC-systeem moeite te hebben met de detec-
tie. In een dergelijk geval kan ACC laat of
onverwacht remmen. U dient als bestuurder
altijd alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Een aanhanger trekken
OPMERKING:
Een aanhanger trekken wordt niet aangera-
den tijdens gebruik van de adaptieve cruise
control (ACC).
125

Page 130 of 480

Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in dezelfde
rijstrook mogelijk niet waarnemen als dat voer-
tuig niet recht voor u rijdt, of invoegt vanaf een
naastgelegen rijstrook. Het kan zijn dat er on-
voldoende afstand is tot uw voorligger. Uw
voorligger kan uw rijtraject onder een hoek
kruisen waardoor uw auto plotseling kan rem-
men of versnellen.Afslaan en bochten nemen
Tijdens het rijden in een bocht terwijl ACC is
ingeschakeld, kan het systeem de rijsnelheid en
acceleratie verlagen omwille van de stabiliteit
zonder dat een doelauto is gedetecteerd. Nadat
de auto door de bocht is gereden, keert het
systeem terug naar de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid. Dit maakt deel uit van de
normale werking van het ACC-systeem.
OPMERKING:
In scherpe bochten kunnen de prestaties
van ACC afnemen.Gebruik van ACC op hellingen
Bij het rijden op hellingen is het mogelijk dat
ACC een voertuig in uw rijstrook niet detecteert.
De prestaties van ACC kunnen onder invloed
van de snelheid, voertuigbelasting, verkeers-
omstandigheden en de hellingshoek worden
beperkt.
Voorbeeld verspringende
verkeersomstandigheden
Voorbeeld afslaan of bochten
Voorbeeld van ACC Hill
126

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 480 next >