ESP JEEP PATRIOT 2021 Instructieboek (in Dutch)
Page 63 of 294
3
VOORZIENINGEN IN UW AUTO LEREN
KENNEN
•SPIEGELS............................... 64
•Binnenspiegel met dag/nachtstand.............. 64
•Binnenspiegel met automatische dimstand — indien
aanwezig.............................. 64
•Elektrisch bediende buitenspiegels.............. 64
•Buitenspiegel — bestuurderszijde............... 65
•Buitenspiegel — passagierszijde................ 65
•Inklapbare buitenspiegels.................... 66
•Verwarmde buitenspiegels — indien aanwezig........ 66
•Opmaakspiegel — Indien aanwezig.............. 66
•Verstelbare zonnekleppen.................... 66
•Uconnect™ Phone — INDIEN AANWEZIG............. 66
•Compatibele telefoons...................... 68
•Bediening............................. 68
•Functies telefoongesprekken.................. 73
59
Page 68 of 294
SPIEGELS
Binnenspiegel met dag/nachtstand
Via een dubbel scharnier kunt u de spiegel
horizontaal en verticaal verstellen. Stel de spie-
gel zo in dat u door het midden van de achter-
ruit kijkt.
Hinderlijke weerspiegeling van koplampen
kunt u verminderen door het hendeltje onder
de spiegel in de nachtstand te zetten (naar de
achterkant van de auto toe). Stel de spiegel af
terwijl deze in de dagstand staat (naar de
voorruit toe).
Binnenspiegel met automatische
dimstand — indien aanwezig
Dit type spiegel dimt automatisch de hinderlijke
weerspiegeling van de koplampverlichting van
achterliggers. U kunt deze functie aan- of uit-
zetten door de knop onder aan de spiegel in te
drukken. Links naast de knop gaat een lampje
branden als de dimfunctie in werking is getre-
den. De sensor rechts van de knop gaat niet
branden.
LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te bescha-
digen mag reinigingsvloeistof nooit recht-
streeks op de spiegel worden gespoten.
Breng de vloeistof aan op een schone doek
en wrijf de spiegel daarmee schoon.
Elektrisch bediende buitenspiegelsDe schakelaars voor de elektrisch bediende
buitenspiegels bevinden zich op het
bekledingspaneel in het bestuurdersportier.
Afstellen van de achteruitkijkspiegel
Binnenspiegel met automatische dimstand
Elektrisch bediende spiegels
64
Page 70 of 294
Inklapbare buitenspiegelsDe buitenspiegels zijn voorzien van een schar-
nier en kunnen handmatig worden naar voren
of achteren worden versteld om beschadiging
te voorkomen. De scharnieren hebben drie
klikstanden: helemaal naar voren, helemaal
naar achteren en normaal.
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter
bescherming tegen aanvriezing. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer u
de achterruitverwarming inschakelt. Raad-pleeg “Bestuurdersstoel met geheugenfunctie”
inLeren over de functies van uw voertuigvoor
meer informatie.
Opmaakspiegel — Indien aanwezigAls u de spiegel wilt gebruiken, trekt u de
zonneklep naar beneden en draait u het spie-
gelkapje omhoog.
Verstelbare zonnekleppenDe zonnekleppen kunnen uitgetrokken worden
voor gebruik voor de ruiten aan de zijkant van
de auto.
Uconnect™ Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect™
Phones in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
de Uconnect™ Phone met navigatie of mul-
timediaradio.
De Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesysteem
voor in de auto. Met de Uconnect™ Phone kunt
u een nummer kiezen op uw mobiele telefoon*
met behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoalsBelJanWerkof
Kies012 34 56 78). Het geluid van de
mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem zet
automatisch de radio zachter wanneer de
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met de Uconnect™ Phone kunt u tijdens het in-
of uitstappen gesprekken doorschakelen tus-
sen de Uconnect™ Phone en uw mobiele tele-
foon, terwijl u ook de microfoon van het
Inklappen van de buitenspiegelsOpmaakspiegel
66
Page 71 of 294
Uconnect™-systeem kunt uitschakelen wan-
neer u een privégesprek wilt voeren.
De Uconnect™ Phone wordt aangestuurd via
het BluetoothHandsfree Profiel van uw mo-
biele telefoon. De Uconnect™ Phone is voor-
zien van Bluetooth-technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschillende
elektronische toestellen zonder draden of
dockstation aan elkaar kunnen worden gekop-
peld. De Uconnect™ Phone werkt dan ook
ongeacht de plaats waar uw mobiele telefoon
zich bevindt (handtas, zak of aktetas), op voor-
waarde dat uw telefoon is ingeschakeld en aan
de Uconnect™ Phone van de auto is gekop-
peld. Met de Uconnect™ Phone kunnen maxi-
maal zeven mobiele telefoons op het systeem
worden aangesloten. Met de Uconnect™
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. De Uconnect™ Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Ita-
liaans of Spaans (zoals aanwezig).WAARSCHUWING!
Elk systeem waarmee u mondeling opdrach-
ten geeft mag alleen gebruikt worden als de
rij-omstandigheden veilig zijn en in overeen-
stemming met plaatselijke wetgeving en tele-
foongebruik. Alle aandacht moet gericht blij-
ven op de weg vooruit. Als u dit niet doet, kan
een botsing met ernstig of dodelijk letsel ont-
staan.
Toets voor Uconnect™Phone
De twee toetsen (de toets voor
Uconnect™Phone
en de toets
voor gesproken opdrachten
) waarmee u toegang hebt
tot het systeem, bevinden zich bij
de bedieningselementen op de radio of op het
stuurwiel (indien aanwezig). Wanneer u op de
toets drukt, hoort u het woord Uconnecten
vervolgens een pieptoon. De pieptoon is het
teken dat u een opdracht moet geven.Toets voor gesproken opdrachten
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstukBedie-
ning.
De Uconnect™ Phone kan worden gebruikt in
combinatie met mobiele telefoons met
BluetoothHandsfree Profiel. Het is mogelijk
dat sommige telefoons niet alle functies van de
Uconnect™ Phone ondersteunen. Raadpleeg
de leverancier van uw mobiele telefoon of de
telefoonfabrikant voor nadere bijzonderheden.
De Uconnect™ Phone is volledig geïntegreerd
in het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van de Uconnect™ Phone kan worden
ingesteld met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het display van de radio wordt gebruikt voor
visuele meldingen van de Uconnect™ Phone,
zoalsCELL(GSM) of Beller-ID bij bepaalde
radio’s.
67
Page 72 of 294
Compatibele telefoons* Voor het gebruik van de Uconnect™ Phone
is een mobiele telefoon met Bluetooth
Handsfree Profiel versie 1.0 of hoger vereist.
Raadpleeg de Uconnect™-website voor een
overzicht van de compatibele telefoons.
•www.chrysler.com/uconnect
•www.dodge.com/uconnect
•www.jeep.com/uconnect
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
•Selecteer het bouwjaar van uw voertuig
•Selecteer het voertuigtype
•Selecteer onder de tab Beginnen compati-
bele telefoons.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om de
Uconnect™ Phone te bedienen en door de
menu’s van de Uconnect™ Phone te navige-
ren. Na het merendeel van de prompts van de
Uconnect™ Phone zijn gesproken opdrachten
nodig. U wordt aangespoord om een speci-fieke opdracht uit te spreken en vervolgens
wordt u door de beschikbare opties geleid.
•Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de promptGereedof op een andere
prompt.
•Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U
kunt bijvoorbeeld in plaats vanInstellenen
daarnaTelefoonkoppelingook de vol-
gende samengestelde opdracht geven:In-
stellen telefoonkoppeling.
•In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
“Telefoonboek nieuwe invoer” geven, maar u
kunt deze opdracht ook opsplitsen in de
twee gesproken opdrachten “Telefoonboek”
en “Nieuwe invoer”. Denk eraan dat de
Uconnect™Phone het beste werkt wanneeru op een normale toon spreekt, alsof u tegen
iemand praat die een paar meter van u
vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
ZieStructuur gesproken opdrachten[Voice
tree].
Helpopdracht
Als u hulp nodig hebt bij een prompt of als u wilt
weten wat de mogelijkheden zijn bij een be-
paalde prompt, zegt u na de pieptoonHelp.
De Uconnect™ Phone geeft alle opties voor de
prompt weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u de Uconnecttelefoon na uitschakeling
opnieuw wilt activeren, drukt u op de toets
en volgt u de gesproken prompts voor verdere
aanwijzingen. Alle sessies met de
UconnectPhone beginnen met een druk op
de toets
, die zich bij de bedieningsele-
menten op de radio bevindt.
Annuleeropdracht
U kunt na de pieptoon bij elke prompt zeggen
Annulerenwaarna u terugkeert naar het
hoofdmenu. In een paar gevallen brengt het
systeem u echter terug naar het vorige menu.
68
Page 73 of 294
Uconnect™ Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele telefoon
Voordat u de Uconnect™ Phone kunt gebrui-
ken, dient u een koppeling tot stand te brengen
met uw compatibele, met Bluetoothuitgeruste
mobiele telefoon (raadpleeg het gedeelte
Compatibele telefoonsvoor informatie over
het type telefoon).
Om de koppeling tot stand te kunnen brengen,
moet u de gebruikershandleiding van uw mo-
biele telefoon raadplegen. De Uconnect™-
website biedt mogelijk ook gedetailleerde aan-
wijzingen voor het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwijzingen voor
het koppelen van een telefoon aan de
Uconnect™ Phone:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonkoppeling
instellen.
•Na de prompt en de pieptoon zegt uTele-
foon koppelenen volgt u de gesproken
prompts.•Er wordt u gevraagd een pincode van vier
cijfers in te spreken, die u later nodig zult
hebben voor toegang tot uw mobiele tele-
foon. U kunt een willekeurige pincode van
vier cijfers invoeren. U hoeft deze pincode
niet te onthouden na de aanvankelijke kop-
peling.
•Om identificatie mogelijk te maken, wordt u
gevraagd op de Uconnect™ Phone een
naam voor uw mobiele telefoon in te voeren.
Voer voor elke gekoppelde mobiele telefoon
een unieke telefoonnaam in.
•Vervolgens wordt u gevraagd uw mobiele
telefoon een prioriteitscijfer tussen 1 en 7 te
geven, waarbij 1 de hoogste prioriteit verte-
genwoordigt. U kunt maximaal zeven mo-
biele telefoons aan de Uconnect™ Phone
koppelen. Er kan echter slechts één aange-
sloten mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt met het Uconnect™-systeem. Het pri-
oriteitssysteem laat de Uconnect™ Phone
weten welke mobiele telefoon moet worden
gebruikt als er meerdere mobiele telefoons
in het voertuig aanwezig zijn. Als er bijvoor-
beeld twee telefoons, één met prioriteit 3 en
één met prioriteit 5, in de auto aanwezig zijn,gebruikt de Uconnect™ Phone de mobiele
telefoon met prioriteit 3 om te bellen. U kunt
op elk gewenst ogenblik een mobiele tele-
foon met een lagere prioriteit gebruiken
(raadpleegGeavanceerde telefoonverbin-
dingen).
Kiezen door het nummer te zeggen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uKiezen.
•Het systeem geeft u een prompt om het
gewenste nummer in te spreken.
•U kunt bijvoorbeeld zeggen:012 34 56 78.
•De Uconnect™ Phone zal het telefoonnum-
mer bevestigen en vervolgens het nummer
kiezen. Het nummer verschijnt bij bepaalde
radio’s in het venster.
Bellen door een naam te zeggen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uBellen.
69
Page 77 of 294
•De Uconnect™ Phone vraagt u te bevesti-
gen dat u alle namen en nummers uit het
telefoonboek wilt verwijderen.
•Na die bevestiging worden alle namen en
nummers uit het telefoonboek verwijderd.
•Merk op dat alleen de namen en nummers
uit het telefoonboek in de werkzame taal
worden verwijderd.
•De automatisch gedownloade telefoonboek-
gegevens kunnen niet worden verwijderd of
gewijzigd.
Alle namen in het Uconnect™ Phoneboek
weergeven
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek namen
weergeven.
•De Uconnect™ Phone geeft alle namen in
het telefoonboek weer, inclusief de gedown-
loade telefoonboekgegevens, indien aanwe-
zig.•Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
terwijl de ge-
wenste naam wordt vermeld en zegt uBel-
len.
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functiesBe-
werkenofVerwijderenactiveren.
•De Uconnect™ Phone vraagt u vervolgens
naar de aanduiding van het nummer dat u
wilt bellen.
•Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via de
Uconnect™ Phone, indien deze functies wor-
den ondersteund door uw mobiele telefoon. Als
via uw mobiele telefoon bijvoorbeeld conferen-
tiegesprekken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via de Uconnect™ Phone. Neem
contact op met uw mobielePhoneaanbieder
voor informatie over de beschikbare functies
op uw telefoon.Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel geen gesprek aan
de gang is
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt de Uconnect™ Phone het
audiosysteem van de auto, indien dit is inge-
schakeld, en vraagt u of u de oproep wilt
beantwoorden. Druk op de
toets om het
gesprek te beantwoorden. Om het gesprek te
weigeren houdt u de
toets ingedrukt tot u
een pieptoon hoort die aangeeft dat het inko-
mende gesprek is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel een gesprek aan
de gang is
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de
toets om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden.
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met de Uconnect™ Phone, bieden niet
de mogelijkheid een inkomend gesprek te
73
Page 78 of 294
weigeren terwijl een ander gesprek wordt
gevoerd. Daarom kan de gebruiker óf het
inkomende gesprek beantwoorden óf nege-
ren.
Een tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is
Als u wilt bellen terwijl u al een ander gesprek
voert, drukt u op de toets
en zegt u
KiezenofBellen, gevolgd door het telefoon-
nummer dat u wilt bellen of de naam uit het
telefoonboek. Het eerste gesprek wordt in de
wacht gezet terwijl het tweede gesprek aan de
gang is. RaadpleegHeen en weer schakelen
tussen gesprekkenvoor informatie over het
teruggaan naar het eerste gesprek. Raadpleeg
Vergadergesprekvoor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in/uit de wacht zetten
Om een gesprek in de wacht te zetten drukt u
op de
toets tot u één enkele pieptoon
hoort. Dit geeft aan dat het gesprek in de wacht
is gezet. Om het gesprek uit de wacht te zetten
houdt u de
toets ingedrukt tot u één enkele
pieptoon hoort.Tussen gesprekken heen en weer
schakelen
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht), houdt u de
toets ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort
waarmee aangegeven wordt dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de andere
in de wacht) is verwisseld. Er kan maar één
gesprek in de wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht) houdt u de
toets
ingedrukt tot u twee pieptonen hoort waarmee
wordt aangegeven dat de twee gesprekken
samengevoegd zijn tot één vergadergesprek.
Driewegsgesprekken
Als u een driewegsgesprek wilt starten, drukt u
tijdens een gesprek op de toets
en belt
u het tweede nummer, zoals wordt beschreven
inEen tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is. Nadat het
tweede gesprek tot stand is gekomen, houdt u
de toets
ingedrukt totdat u twee pieptonen
hoort, die aanduiden dat de twee gesprekken
zijn samengebracht in één vergadergesprek.Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen, drukt u
kortopde
toets. Alleen het actieve ge-
sprek (de actieve gesprekken) wordt beëin-
digd en als er een gesprek in de wacht is gezet
wordt dit het nieuwe actieve gesprek. Als het
actieve gesprek door de andere beller wordt
beëindigd, wordt het gesprek in de wacht
mogelijk niet automatisch actief. Dit hangt af
van de mobiele telefoon. Om het gesprek uit de
wacht te zetten houdt u de
toets ingedrukt
tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uOpnieuw kiezen.
•De Uconnect™ Phone belt het laatst geko-
zen nummer op uw mobiele telefoon.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het laatste num-
mer is dat u via de Uconnect™ Phone hebt
gekozen.
74
Page 79 of 294
Voortzetting telefoongesprek
De functie Voortzetting telefoongesprek maakt
het mogelijk een telefoongesprek via de
Uconnect™ Phone voort te zetten nadat de
contactschakelaar naar de stand OFF is ge-
draaid. De functie Voortzetting telefoongesprek
is in drie versies verkrijgbaar in het voertuig:
•Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u het gesprek voort-
zetten via de Uconnect™ Phone totdat het
wordt beëindigd, of totdat de accu van de
auto dermate leeg is dat het gesprek moet
worden doorgeschakeld naar de mobiele
telefoon.
•Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u een gesprek gedu-
rende een bepaalde tijd voortzetten via de
Uconnect™ Phone, waarna het gesprek au-
tomatisch wordt doorgeschakeld naar de
mobiele telefoon.
•Een actief gesprek wordt automatisch over-
gezet naar de mobiele telefoon nadat het
contactsleuteltje wordt uitgezet.Functies van de Uconnect™Phone
Taalkeuze
Taal van de Uconnect™ Phone wijzigen:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daarop vol-
gende pieptoon spreekt u de naam in van de
taal die u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of Spaans, in-
dien aanwezig).
•Blijf de prompts van het systeem volgen om
de taalkeuze te voltooien.
Nadat u een taal heeft geselecteerd, worden
alle prompts en gesproken opdrachten in die
taal uitgevoerd.
OPMERKING:
Nadat u de taal van de Uconnect™ Phone
hebt gewijzigd, is alleen het telefoonboek
met 32 namen beschikbaar dat bij de nieuwe
taal hoort. De gekoppelde telefoonnaam is
niet specifiek voor de taal en kan voor alle
talen worden gebruikt.RaadpleegVertalingenvoor informatie over
vertalingen en andere opdrachten in de onder-
steunde talen.
Hulp in noodgevallen — indien aanwezig
Als u zich in een noodsituatie bevindt en de
mobiele telefoon is binnen handbereik:
•Pak de telefoon en kies zelf het lokale num-
mer voor noodgevallen.
Als de telefoon niet binnen handbereik is, maar
de Uconnect™ Phone wel is ingeschakeld,
kunt u het nummer voor noodgevallen als volgt
bellen:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereed’’ en de daarop vol-
gende pieptoon zegt u ’’Noodgeval’’. Vervol-
gens zal de Uconnect™ Phone aan de ge-
koppelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
OPMERKING:
•Het standaardnummer is 112. Het is mo-
gelijk dat het gekozen nummer niet van
toepassing is op de beschikbare mobiele
telefoonservice en de regio waar u zich
bevindt.
75
Page 80 of 294
•Sommige systemen bieden de mogelijk-
heid het alarmnummer, indien onder-
steund, in te stellen. Druk hiertoe op de
toets
en zegInstellen, gevolgd door
Noodgeval.
•Wanneer u via de Uconnect™ Phone belt,
is de kans dat de oproep tot stand wordt
gebracht iets kleiner dan wanneer u recht-
streeks via de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™Phonesysteem wilt ge-
bruiken bij noodgevallen, moet uw mobiele
telefoon:
•zijn ingeschakeld;
•zijn gekoppeld aan het Uconnect™-
systeem;
•netwerkdekking hebben.
Sleephulp — indien aanwezig
Als u sleephulp nodig heeft:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uSleephulp.OPMERKING:
Het nummer voor sleephulp moet vóór ge-
bruik worden ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u
Instellen, sleephulpen volgt u de prompts.
Oproepen per pieper
Raadpleeg “Werken met automatische syste-
men” voor informatie over het oproepen via een
pieper. Het oproepen via een pieper werkt
correct, behalve bij piepers van sommige fir-
ma’s die iets te vroeg uitgaan om goed samen
te werken met de Uconnect™Phone.
Voicemail bellen
RaadpleegWerken met automatische syste-
menvoor informatie over het beluisteren van
uw voicemail.
Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situaties
waarin normaal gesproken cijfers moeten wor-
den ingedrukt op het toetsenbord van de mo-
biele telefoon tijdens het navigeren door een
geautomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt de Uconnect™ Phone gebruiken voor
toegang tot uw voicemail of een geautomati-seerde service, zoals een oproepservice voor
piepers of een geautomatiseerde klantenser-
vice. Bij sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een aantal
gevallen is het mogelijk dat deze respons niet
snel genoeg kan worden gegeven via de
Uconnect™ Phone.
Wanneer u via de Uconnect™Phone een num-
mer belt waarvoor u normaal gesproken een
serie toetsen op uw mobiele telefoon moet
indrukken, kunt u de toets
indrukken en
de serie inspreken die u wilt invoeren, gevolgd
door het woordZenden. Als u bijvoorbeeld uw
pincode en daarna een hekje (3746#)moet
invoeren, kunt u op de toets
drukken en
vervolgens zeggen: “3746hekje zenden”. Het
inspreken van een nummer of een serie num-
mers, gevolgd doorzendenkan ook worden
gebruikt om door de menustructuur van een
geautomatiseerd klantencentrum te navigeren
of een nummer achter te laten op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen namen en nummers
in het Uconnect™ Phoneboek verzenden als
tonen, zodat u snel en gemakkelijk toegang
krijgt tot voicemail en piepers. Om deze functie
76