display JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021 Instructieboek (in Dutch)
Page 71 of 344
69
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwing  laag  peil  diesele-
missieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en  wordt  bepaald  in  overeenstemming  met  het  huidige  verbruik.  Het  waarschuwingslampje  "AdBlue®
Low  Level"  (laag  AdBlue®-peil)  en  een  bericht  worden  op  het  instrumentenpaneel  weergegeven.  Het
waarschuwingslampje laag AdBlue®-peil blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®.
Indien  het  peil  wordt  bijgevuld,  verschijnt  er  een  specifieke  melding  wanneer  een  bepaalde  drempel
-
waarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt  er een geluidssignaal. Wanneer het bereik 0 is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra  AdBlue® is toegevoegd;  de minimaal vereiste hoeveelheid is 5 liter
(1,32  gallon).  Vul  de  AdBlue®-tank  zo  snel  mogelijk  bij  met  ten  minste  5  liter  (1,32  gallon)  AdBlue®.  Als
het vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u mogelijk twee minuten
wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Engine  Will  Not  Restart  Service
AdBlue®  System  See  Dealer
(Motor  kan  niet  meer  worden  her -
start  Onderhoud  AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende  dealer  laat  controleren.  Indien  het  peil  wordt  bijgevuld,  verschijnt  er  een  specifieke  melding
wanneer  een  bepaalde  drempelwaarde  wordt  bereikt  totdat  het  niet  meer  mogelijk  is  om  de  motor  te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 69   
Page 72 of 344
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
70
Engine  Will  Not  Start  Service
AdBlue®  System  See  Dealer
(Motor  kan  niet  starten  Onderhoud
AdBlue®-systeem  Raadpleeg  dea-
ler) OPMERKING:
Het  kan  tot  vijf  seconden  duren  voordat  het  display  actueel  is  nadat  7,5  liter  (2  gallon)  of  meer
AdBlue®  aan  de  AdBlue®-tank  toegevoegd  is.  Als  u  een  storing  met  betrekking  tot  het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze tempera
-
tuur  stilstaat,  kan  bijvullen  moeilijk  zijn.  Daarom  wordt aangeraden  om  de  auto  in  een  garage  en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo -
rens bij te vullen.
Systeemberichten van de benzinedeeltjesfilter (GPF) — indien aanwezig:
Exhaust  System  Service  Required
(onderhoud uitlaatsysteem vereist) De motorregeleenheid heeft een probleem met het systeem van de  benzinedeeltjesfilter  gedetecteerd  .
Neem contact op met een erkende dealer.
Exhaust  System  Regeneration  in
Process  Continue  Driving  (Uit -
laatsysteem Regeneratie bezig Blijf
rijden) De  regeneratieprocedure  wordt  automatisch  geregeld  door  de  motorregeleenheid  in  overeenstemming
met de filtervoorwaarden en gebruikscondities van de auto. Het volgende kan plaatsvinden tijdens rege
-
neratie:  hogere  niveaus van  geluid, trillingen  en ruwheid  (NVH)  en  lagere motorprestaties.  De bestuur -
der moet normaal verder rijden. Dit bericht wordt weergegeven totdat de regeneratie is voltooid.
Exhaust System Regeneration Com -
pleted  (regeratie  uitlaatsysteem
voltooid) De regeneratie van de uitlaatgasfilter is voltooid. Dit bericht wordt kort weergegeven.
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 70   
Page 76 of 344
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
74
gebied  rechtsboven  in  het  display  van  de
instrumentengroep een lampje branden voor
de  betreffende  zitplaats.  Dit  vervangt  tijde-
lijk  de  configureerbare  hoekinformatie.  Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan  het  begin  van  de  rit  vastgegespt  was,
wordt  losgegespt,  verandert  het  waarschu -
wingslampje Veiligheidsgordels  achterin  van
groen  in  rood  en  weerklinkt  een  geluidssig -
naal.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje achterklep 
open  
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  als
de achterklep is geopend.
OPMERKING:
Als  het  voertuig  rijdt,  klinkt  er  ook  een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje 
versnellingsbaktemperatuur — indien 
aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
te  waarschuwen  voor  een  hoge  temperatuur
van  de  transmissievloeistof.  Dit  kan gebeuren  bij  veeleisend  gebruik,  zoals  het
trekken  van  een  aanhanger.  Als  dit  lampje
gaat  branden,  moet  u  het  voertuig  stoppen
en  de  motor  stationair  of  iets  sneller  laten
draaien met de versnellingsbak  in PARK (P)
of  NEUTRAL  (N),  totdat  het  lampje  uitgaat.
Zodra  het  lampje  uitgaat,  kunt  u  weer
normaal rijden.
 — Waarschuwingslampje van 
alarmsysteem — indien aanwezig  
Dit lampje knippert snel gedurende circa 15
seconden,  wanneer  het  alarmsysteem  wordt
ingeschakeld,  en  knippert  vervolgens  lang -
zaam  totdat  het  alarmsysteem  wordt  uitge -
schakeld.
Gele waarschuwingslampjes
 — Waarschuwingslampje 
antiblokkeerremsysteem (ABS) 
Dit  waarschuwingslampje  is  een  indicator
van  het  ABS-systeem.  Het  lampje  gaat
branden  wanneer  u  het  contact  in  de  stand
ON/RUN of ACC/ON/RUN zet en kan daarna
nog vier seconden blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat  branden,  wijst  dit  erop  dat  het
ABS-gedeelte van het remsysteem niet func -
tioneert  en  dat  onderhoud  zo  snel  mogelijk
moet worden uitgevoerd. Het gewone remsy -
steem zal echter normaal functioneren ervan
uitgaande  dat  het  waarschuwingslampje
remsysteem niet brandt.
Wanneer  het  ABS-lampje  niet  gaat  branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN  wordt  gezet,  moet  het  remsysteem
worden  gecontroleerd  door  een  erkende
dealer.
— Waarschuwingslampje ESC actief — 
indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan wanneer
het  elektronisch  stabiliteitsregelsysteem
actief is. Het controlelampje van het elektro -
 WAARSCHUWING!
Als  u  door  blijft  rijden  terwijl  het  bij  het
lampje voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt,  kan  de  vloeistof  overkoken,  in
aanraking  komen  met  hete  motor-  of
uitlaatonderdelen en brand veroorzaken.
 LET OP!
Als  u  door  blijft  rijden  terwijl  het  lampje
voor  de  versnellingsbaktemperatuur
brandt,  kan  de  versnellingsbak  ernstig
beschadigd of defect raken.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 74   
Page 78 of 344
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
Bij een draaiende motor kan het storingsindi-
catielampje  gaan  knipperen  als  er  sprake  is
van  ernstige  storingen  die  ertoe  kunnen
leiden  dat  het  motorvermogen  onmiddellijk
wegvalt of dat de katalysator ernstig bescha -
digd raakt. Als dit gebeurt, moet het voertuig
zo  snel  mogelijk  door  een  erkende  dealer
worden gecontroleerd. — Waarschuwingslampje AdBlue® 
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien 
aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden,
samen  met  een  speciale  melding  op  het
display  (indien  aanwezig)  als  er  een  onbe -
kende  vloeistof  die  niet  voldoet  aan
aanvaardbare  eigenschappen  is  gebruikt,  of
als  een  gemiddeld  verbruik  van  AdBlue®
(UREUM) van meer dan 50% wordt gedetec -
teerd. Neem dan zo snel mogelijk contact op
met een erkende dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van  de  instrumentengroep  wanneer  een
bepaalde  drempelwaarde  wordt  bereikt
totdat het niet meer mogelijk is om de motor
te starten.
Wanneer  ongeveer  125 mijl  (200 km)
resteren voordat de AdBlue® (UREUM)-tank
leeg  is,  verschijnt  er  een  continu  speciaal
bericht  op  het  instrumentenpaneel,  verge -
zeld van een geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje onderhoud 
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat er sprake is van een storing van het vierwielaandrijvingssysteem. Als  het
lampje  blijft  branden  of  tijdens  het  rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel
-
aandrijving  niet  correct  werkt  en  moet
worden nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision 
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het  Forward  Collision  Warning-systeem.
Neem  contact  op  met  een  erkende  dealer
voor onderhoud.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Forward  Collision
Warning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud 
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden
wanneer het Stop/Start-systeem  niet  correct
werkt  en  onderhoud  noodzakelijk  is.  Neem
contact  op  met  een  erkende  dealer  voor
onderhoud.
 WAARSCHUWING!
Een  niet  goed  werkende  katalysator,  zoals
hierboven beschreven, kan warmer worden
dan  een  katalysator  die  wel  goed  werkt.
Hierdoor  kan  brand  ontstaan  als  u
langzaam  rijdt  of  de  auto  op  brandbaar
materiaal  parkeert,  zoals  droge  planten,
hout,  karton  enz.  Dit  ernstig  of  zelfs
dodelijk  letsel  tot  gevolg  hebben  voor  de
bestuurder, de passagiers of anderen.
 LET OP!
Als  u  lange  tijd  blijft  rijden  met  een
brandend  storingslampje,  kan  het
voertuigregelsysteem  beschadigd  raken.
Het  kan  ook  van  invloed  zijn  op  het
brandstofverbruik en het  rijgedrag. Als het
lampje knippert, zal de katalysator vrij snel
ernstig  defect  raken  en  zal  het
motorvermogen  afnemen.  Raadpleeg  dan
onmiddellijk uw dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 76   
Page 79 of 344
77
— Waarschuwingslampje storing 
cruisecontrol
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt  en  moet  worden  nagekeken.  Neem
contact op met een erkende dealer.
 — Waarschuwingslampje storing 
stabilisatorstang (indien aanwezig)
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  er  een
storing  is  in  het  ontkoppelingssysteem  van
de stabilisatorstang.
— Waarschuwingslampje 
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) 
Het  waarschuwingslampje  gaat  branden  en
er wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen  waarde  en/of  langzaam  span -
ningsverlies  optreedt.  In  deze  gevallen,
worden  de  optimale  gebruiksduur  van  de
banden  en  het  optimale  brandstofverbruik
mogelijk niet gegarandeerd.
Indien  een  of  meer  banden  in  de  bovenge -
noemde  staat  zijn,  toont  het  display  de
aanwijzingen  voor  elke  overeenkomstige
band. Alle  banden,  ook  de  reserveband  (indien
aanwezig)  moeten  elke  maand  worden
gecontroleerd wanneer ze koud zijn en opge
-
pompt  tot  de  bandenspanning  die  door  de
fabrikant  wordt  aanbevolen  op  de  banden -
spanningssticker.  Als  uw  voertuig  banden
heeft met een andere maat dan wordt aange -
geven op de bandenspanningssticker, moet u
de  juiste  bandenspanning  voor  die  banden
achterhalen.
Als  extra  veiligheidsvoorziening  is  uw  auto
uitgerust met een bandenspanningscontrole -
systeem,  dat  ervoor  zorgt  dat  het  banden -
spanningslampje  gaat  branden  wanneer  de
spanning  van  een  of  meer  banden  veel  te
laag is. Als het bandenspanningslampje gaat
branden, moet u zo snel mogelijk stoppen en uw banden controleren en deze tot de juiste
bandenspanning  oppompen.  Als  u  met  een
veel  te  lage  bandenspanning  rijdt,  raakt  de
band oververhit en kan de band defect raken.
Een  te  lage  bandenspanning  verhoogt  ook
het brandstofverbruik, vermindert de levens
-
duur  van  de  band  en  kan  het  rij-  en  remge -
drag van de auto nadelig beïnvloeden.
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
geen vervanging voor juist onderhoud van uw
banden.  Het  is  de  verantwoordelijkheid  van
de bestuurder om de juiste bandenspanning
te handhaven, zelfs wanneer de bandenspan -
ning  nog  niet  het  lage  niveau  heeft  bereikt
waarbij  het  bandenspanningslampje  gaat
branden.
Uw voertuig is ook uitgerust met een contro -
lelampje voor storingen van het bandenspan -
ningscontrolesysteem,  dat  gaat  branden
wanneer  het  systeem  niet  goed  werkt.  Het
controlelampje  voor  storingen  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  werkt  in
combinatie  met  het  bandenspannings -
lampje.  Als  het  systeem  een  storing  detec -
teert,  knippert  het  lampje  gedurende
ongeveer  één  minuut,  waarna  het  continu
gaat  branden.  Zolang  er  sprake  van  een
storing is, wordt deze reeks telkens herhaald
wanneer  de  auto  wordt  gestart.  Als  het
 LET OP!
U  mag  niet  verder  rijden  met  een  of  meer
lekke  banden,  omdat  de  bestuurbaarheid
van de auto dan wordt aangetast. Stop het
voertuig,  en  voorkom  daarbij  krachtig
remmen  en  sturen.  Repareer  een  lekke
band  onmiddellijk  met  de  speciale
bandenreparatiekit  en  neem  zo  snel
mogelijk  contact  op  met  een  erkende
dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 77   
Page 83 of 344
81
— Controlelampje Cruisecontrol SET — 
indien uitgerust met een premium 
instrumentengroep  
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
cruisecontrol  is  ingesteld  op  de  gewenste
snelheid.  Raadpleeg  de  paragraaf  "cruis -
econtrol  —  indien  aanwezig"  in  het  hoofd -
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje mistlampen vóór — 
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistlampen vóór zijn ingeschakeld.
— Controlelampje parkeerlichten/
koplampen Aan 
Dit controlelampje brandt wanneer de parkeer -
lichten of koplampen zijn ingeschakeld.
— Controlelampje veiligheidsgordel 
vastgezet — indien aanwezig 
Dit  lampje  geeft  aan  wanneer  een  veilig -
heidsgordel  op  de  achterbank  is  vastge -
maakt.  Er  verschijnt  een  controlelampje  in
de rechterbovenhoek van  het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met
de  specifieke  zitplaats  wanneer  de  veilig -
heidsgordel is vastgemaakt. Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy
-
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje Stop/start actief — 
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
Stop/Start-functie  zich  in  de  modus  "Auto -
stop" bevindt.
— Controlelampjes richtingaanwijzers  
Wanneer  de  linker  of  rechter  richtingaan -
wijzer is ingeschakeld, knippert het controle -
lampje  van  de  richtingaanwijzer  en  de
bijbehorende  richtingaanwijzers  knipperen.
Richtingaanwijzers  kunnen  worden  geacti -
veerd  door  de  multifunctionele  hendel
omlaag  (links)  of  omhoog  (rechts)  te
bewegen.
OPMERKING:
Er klinkt een continu geluidssignaal als de
auto  verder  dan  1 mijl  (1,6 km)  rijdt  met
een ingeschakelde richtingaanwijzer.
Als  één  van  de  richtingaanwijzers  sneller
knippert dan normaal, moet u controleren
of  er  een  gloeilampje  aan  de  buitenkant
defect is.
Witte controlelampjes
 — Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC) 
gereed — indien aanwezig
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  het  voer -
tuig is uitgerust met adaptieve cruisecontrol
(ACC)  en  deze  is  ingeschakeld,  maar  niet
ingesteld.  Raadpleeg  de  paragraaf  "Adap -
tieve cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor
meer informatie.
— Indicatielampje tweewielaandrijving 
hoog — indien uitgerust met een premium 
instrumentenpaneel
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich  in de hoge  groep van  de twee -
wielaandrijving bevindt.
 — Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer gereed — indien 
uitgerust met een premium 
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer  ingeschakeld,  maar  niet
ingesteld is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 81   
Page 84 of 344
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
82
— Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien 
uitgerust met een basisinstrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer  is  ingeschakeld  en  is
ingesteld op een specifieke snelheid.
— Controlelampje Hill Descent Control 
(HDC) — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer de afdalingsre -
geling  (Hill  Descent  Control;  HDC)  is  inge -
schakeld. Het lampje blijft branden als HDC
is  ingeschakeld.  HDC  kan  alleen  worden
ingeschakeld  wanneer  de  tussenbak  in  de
stand  “4WD  Low”  staat  en  de  voertuigsnel -
heid  lager  dan  48 km/u  (30 mph)  is.
Wanneer  niet  aan  deze  voorwaarden  is
voldaan,  zal  het  HDC-controlelampje  gaan
knipperen,  wanneer  u  probeert  de
HDC-functie in te schakelen.
— Controlelampje veiligheidsgordel 
vastgezet — indien aanwezig 
Dit  lampje  geeft  aan  wanneer  een  veilig -
heidsgordel  op  de  achterbank  is  vastge -
maakt.  Er  verschijnt  een  controlelampje  in
de rechterbovenhoek van  het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met de  specifieke  zitplaats  wanneer  de  veilig
-
heidsgordel is vastgemaakt.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje veiligheidsgordels 
achterin — indien aanwezig 
Dit  lampje  geeft  aan  dat  een  veiligheids -
gordel  achterin  op  de  tweede  zitrij  niet  is
vastgegespt.  Als  de  contactschakelaar  voor
het  eerst  in  de  stand  ON/RUN  of  ACC/ON/
RUN  wordt  gezet,  en  een  veiligheidsgordel
op de tweede zitrij losgegespt is, gaat in het
gebied  rechtsboven  in  het  display  van  de
instrumentengroep een lampje branden voor
de  betreffende  zitplaats.  Dit  vervangt  tijde -
lijk  de  configureerbare  hoekinformatie.  Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan  het  begin  van  de  rit  vastgegespt  was,
wordt  losgegespt,  verandert  het  controle -
lampje  veiligheidsgordels  achterin  van  het
gegespte  naar  het  losgegespte  symbool  en
klinkt een geluidssignaal.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje achterbank niet bezet 
— indien aanwezig 
Dit lampje geeft aan wanneer de zitplaatsen
op  de  achterbank  niet  bezet  zijn  en  gaat
branden in het rechterbovengedeelte van het
display  van  de  instrumentengroep.  Het
vervangt tijdelijk de informatie over de confi -
gureerbare hoek.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingscontrolelampje 
snelheid — indien aanwezig
Als  de  waarschuwing  ingestelde  snelheid
verschijnt,  gaat  het  verklikkerlampje  waar -
schuwing  ingestelde  snelheid  in  de  instru -
mentengroep  branden.  Als  de  ingestelde
snelheid  wordt  overschreden,  gaat  een  geel
waarschuwingslampje knipperen en klinkt er
een  aanhoudend  geluidssignaal  (maximaal
tien  seconden  of  totdat  de  snelheid  niet
meer  wordt  overschreden).  De  snelheids -
waarschuwing  kan  op  het  display  van  de
instrumentengroep worden in- en uitgescha -
keld.  Raadpleeg  voor  meer  informatie  de
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 82   
Page 85 of 344
83
paragraaf  "Menu-items  display  in  de  instru-
mentengroep"  in  het  hoofdstuk  "Uw  instru -
mentenpaneel leren kennen".
De  waarde  55  is  slechts  een  voorbeeld  van
een snelheid die kan worden ingesteld.
 — Controlelampje Cruisecontrol gereed 
— indien uitgerust met een premium 
instrumentengroep  
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  cruis -
econtrol  is  ingeschakeld,  maar  niet  is  inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
—  indien  aanwezig"  in  het  hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje Cruisecontrol SET — 
indien uitgerust met basisversie 
instrumentengroep  
Dit controlelampje gaat branden als de cruis -
econtrol is ingesteld.
Raadpleeg  de  paragraaf  "cruisecontrol  —
indien  aanwezig"  in  het  hoofdstuk  "Starten
en rijden" voor meer informatie.
Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit  controlelampje  gaat  branden  om  aan  te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het  dimlicht  is  ingeschakeld,  duwt  u  de
multifunctionele hendel naar voren (naar de
voorkant van  het  voertuig) om het grootlicht
in  te  schakelen.  Trek  de  multifunctionele
hendel  naar  achteren  (naar  de  achterkant
van  het  voertuig)  om  het  grootlicht  uit  te
schakelen.  Wanneer  het  grootlicht  is  uitge -
schakeld, trekt u de hendel naar u toe om het
grootlicht  tijdelijk  in  te  schakelen,  of  te
"knipperen".
Grijze controlelampjes
— Controlelampje Cruisecontrol gereed 
— indien uitgerust met basisversie 
instrumentengroep  
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  cruis -
econtrol  is  ingeschakeld,  maar  niet  is  inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
—  indien  aanwezig"  in  het  hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer gereed — indien 
uitgerust met een basis instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer  is  ingeschakeld,  maar
niet is ingesteld.
BOORDDIAGNOSESYSTEE
M — OBD II   
Uw  auto  is  uitgerust  met  een  geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de pres -
taties van de regelsystemen voor uitlaatgase -
missie,  de  motor  en  de  versnellingsbak.  Als
deze  systemen  correct  werken,  zal  uw  auto
uitstekende  prestaties  leveren,  brandstof
besparen  en  lage  emissiewaarden  hebben
die aan de strengste eisen voldoen.
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie  nodig  heeft,  schakelt  het  OBD  II
systeem het storingslampje in. Bovendien zal
het diagnosecodes en andere hulpinformatie
voor  de  monteur  opslaan  in  een  geheugen.
Hoewel  u  dan  meestal  nog  met  het  voertuig
kunt rijden en niet gesleept hoeft te worden,
dient u toch zo spoedig mogelijk een erkende
dealer te bezoeken voor service.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 83   
Page 95 of 344
93
HSA in- en uitschakelen
U  kunt  deze  functie  in-  en  uitschakelen.
Raadpleeg  voor  het  veranderen  van  de
huidige instelling de paragraaf "Display in de
instrumentengroep"  in  het  hoofdstuk  "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt ook bij het voorkomen van achter-
over  kantelen  tijdens  het  trekken  van  een
aanhanger.
Ready Alert Braking (RAB)
Ready  Alert  Braking  (anticiperend  remsy -
steem) kan de tijd verkorten die nodig is om
bij  een  noodstop  de  volle  remkracht  te
bereiken.  Het  systeem  anticipeert  op  moge -
lijke  noodstopsituaties  door  te  registreren
hoe snel de bestuurder het gaspedaal loslaat.
De  elektronische  remkrachtregeling  (EBC)
bereidt  het  remsysteem  voor  op  een  nood -
stop.
Rain Brake Support (RBS)
Rain  Brake  Support  (RBS,  remdroogfunctie
bij  nat  weer)  kan  de  remprestaties  bij  nat
weer  verbeteren.  Het  systeem  oefent  met
tussenpozen  een  geringe  remkracht  uit  om
vocht op de remschijven van de voorwielen te
verwijderen. Het werkt wanneer de ruitenwis -
sers  in  de  stand  LO  of  HI  staan.  RBS  geeft
geen melding aan de bestuurder wanneer het
systeem actief is en het systeem vereist geen
handelingen van de bestuurder.
Tractieregelsysteem (ASR) 
De tractieregeling (TCS) detecteert het door -
slippen  van  de  aangedreven  wielen.  Als  er
wielslip  wordt  gedetecteerd,  oefent  ASR
mogelijk  remdruk  uit  op  het/de  slippende
wiel(en)  en/of  wordt  het  motorvermogen
 WAARSCHUWING!
Er  kunnen  situaties  optreden  waarbij  het
HSA-systeem  (Hill  Start  Assist)  niet  wordt
geactiveerd en de auto enigszins kan gaan
rollen.  Voorbeelden  hiervan  zijn  lichte
hellingen,  als  de  auto  beladen  is  of  een
aanhangwagen trekt. HSA is geen systeem
dat de taken en verantwoordelijkheden van
de  bestuurder  overneemt.  De  bestuurder
blijft  te  allen  tijde  verantwoordelijk  voor
het  houden  van  afstand  ten  opzichte  van
andere  voertuigen,  personen  en  objecten,
en  -  als  belangrijkste  -  het  bedienen  van
de remmen voor veilig gebruik van de auto
onder  alle  omstandigheden.  Veilig
autorijden vereist altijd uw volle aandacht.
Het negeren van deze waarschuwingen kan
een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs  dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
 WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt
op uw aanhanger, kunt u de remmen van
de aanhanger in- en uitschakelen met de
remschakelaar. In dat geval is er na het
loslaten  van  het  rempedaal  mogelijk
onvoldoende  remkracht  om  zowel  de
auto als de aanhangwagen op een helling
stil te laten staan. Om te voorkomen dat
de  auto  omlaag  rolt  als  u  weer  gaat
rijden,  moet  u  de  aanhangerrem  hand -
matig  inschakelen of meer kracht op  de
rem  zetten  voordat  u  het  rempedaal
loslaat.
HSA  is  geen  handrem.  Trek  de
parkeerrem altijd helemaal aan voordat u
uitstapt.  Controleer  ook  of  de  schakel -
hendel in de stand PARK staat.
Het  negeren  van  deze  waarschuwingen
kan  een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 93   
Page 99 of 344
97
teerd.  Wanneer  het  systeem  echter  in  de
modus  Rear  Cross  Path  (RCP)  werkt,  zal
zowel  een  visuele  als  geluidswaarschuwing
worden  gegeven  wanneer  een  object  wordt
gedetecteerd.  Wanneer  een  geluidssignaal
moet  worden  gegeven,  wordt  de  radio
gedempt.
Dodehoekwaarschuwing,  lampjes/geluidssig-
naal
Wanneer de modus Dodehoekwaarschuwing,
lampjes/geluidssignaal  actief  is,  geeft  de
dodehoekbewaking  een  visuele  waarschu -
wing  in  de  desbetreffende  buitenspiegel
wanneer  een  object  wordt  gedetecteerd.  Als
vervolgens  de  richtingaanwijzer  wordt  inge -
schakeld  aan  de  zijde  van  de  auto  waarvoor
een waarschuwing geldt, zal ook een geluids -
signaal  klinken.  Wanneer  de  richtingaan -
wijzer  is  ingeschakeld  en  tegelijkertijd  aan
dezelfde zijde  van  de  auto  een  object  wordt
gedetecteerd,  wordt  zowel  de  visuele  waar -
schuwing  als  geluidssignaal  (weer)gegeven.
Tegelijkertijd  met  de  weergave  van  het
geluidssignaal wordt het geluid van de radio
(indien ingeschakeld) gedempt. OPMERKING:
Bij  een  geluidssignaal  van  de  dodehoekbe
-
waking  wordt  het  geluid  van  de  radio
gedempt.
Wanneer  het  systeem  echter  in  RCP-modus
werkt, zal zowel een visuele als geluidswaar -
schuwing  worden  gegeven  wanneer  een
object  wordt  gedetecteerd.  Wanneer  een
geluidssignaal  moet  worden  gegeven,  wordt
ook  de  radio  gedempt.  Signaalstatus  rich -
tingaanwijzers/waarschuwingsknipperlicht
wordt genegeerd; de RCP-status vereist altijd
het geluidssignaal.
Dodehoekwaarschuwing uit
Als  de  dodehoekbewaking  is  uitgeschakeld,
worden  er  geen  visuele  of  geluidssignalen
weergegeven  door  het  dodehoekbewakings-
of RCP-systeem.
OPMERKING:
De  dodehoekbewaking  slaat  de  huidige
bedrijfsmodus  op  wanneer  de  contactscha -
kelaar wordt uitgezet. Tijdens het starten van
de  auto  wordt  de  laatst  opgeslagen  modus
opgeroepen en geactiveerd.Forward Collision Warning (FCW) met 
risicobeperking — indien aanwezig
Het  systeem  Forward  Collision  Warning
(FCW)  met  risicobeperking  geeft  de
bestuurder  hoorbare  signalen  en  visuele
waarschuwingen (op het display in de instru -
mentengroep),  en  kan  een  remschok
toepassen om de bestuurder te waarschuwen
wanneer  het  een  mogelijke  frontale  botsing
detecteert.  De  waarschuwingen  en  beperkte
remwerking  zijn  bedoeld  om  de  bestuurder
voldoende tijd te geven om te reageren, een
mogelijke  botsing  te  voorkomen  of  te
beperken.
OPMERKING:
FCW  bewaakt  de  informatie  vanaf  de  naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elektro -
nische remregeling (EBC), om de waarschijn -
lijkheid te berekenen dat er zich een frontale
botsing  voordoet.  Wanneer  het  systeem
constateert  dat  een  frontale  botsing  waar -
schijnlijk  is,  zal  de  bestuurder  geluidssig -
nalen en visuele waarschuwingen ontvangen,
en  kan  het  systeem  een  remschok  als  waar -
schuwing toepassen. 
Als de bestuurder geen actie onderneemt op
basis  van  deze  progressieve  waarschu -
wingen,  zal  het  systeem  in  beperkte  mate
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 97