Lancia Delta 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 91 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO89
1
Ga als volgt te werk om de knopjes van de sloten weer in de-
zelfde stand te zetten (alleen als de acculading hersteld is):
❍druk op de knop
Ëvan de sleutel;
❍druk op de ver-/ontgrendelknop
≈van de portieren op
het dashboard;
❍open het voorportier door de sleutel in het slot te steken en
te draaien;
❍trek aan de binnenhandgreep van het portier.
fig. 53
L0E0291mfig. 53aL0E0290m
NOODMECHANISME VERGRENDELING
PORTIER PASSAGIERSZIJDE VOOR EN
PORTIEREN ACHTER
Het portier aan passagierszijde voor en de portieren achter zijn
voorzien van een mechanisme waardoor ze gesloten kunnen wor-
den als er geen stroom is.
In dit geval moet u alsvolgt verdergaan:
❍steek de metalen baard van de contactsleutel in slot A-fig.
53 (portieren achter) of A-fig. 53a (portier passagierszijde
voor);
❍draai de sleutel rechtsom en haal hem vervolgens uit het slot
A-fig. 53 of A-fig. 53a.
Page 92 of 295
90WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest of als een ze-
kering is doorgebrand, moet het open-/sluitmechanisme van
de portieren geïnitialiseerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
❍sluit alle portieren;
❍druk op de knop
Áop de sleutel of op de ver-/ontgrendel-
knop
≈voor de portieren op het dashboard;
❍druk op de knop
Ëop de sleutel of op de ver-/ontgrendel-
knop
≈voor de portieren op het dashboard.
Als u bij ingeschakeld kinderveiligheidsslot de
binnenhandgreep van een achterportier bedient,
lukt het niet om het portier te openen en komt
slechts het knopje van de sloten omhoog; het portier kan
worden geopend door aan de buitenhandgreep te trek-
ken. Bij een noodvergrendeling wordt de ont-/vergren-
delknop
≈niet buiten werking gesteld.
RUITBEDIENING
De elektrische ruitbediening werkt met de contactsleutel in stand
MAR en ongeveer twee minuten nadat de sleutel in stand STOP
is gedraaid of is uitgenomen.
De bedieningsknoppen zijn op de portierpanelen gemonteerd
(aan bestuurderszijde kunnen alle zijruiten worden bediend).
De zijruiten voor zijn voorzien van een antiletselfunctie die in
werking treedt als de zijruiten voor worden gesloten.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 54
A. openen/sluiten zijruit linksvoor; “automatisch continue” wer-
king tijdens het openen/sluiten van de ruit;
B. openen/sluiten zijruit rechtsvoor; “automatisch continue”
werking tijdens het openen/sluiten van de ruit;
C. in-/uitschakeling van de bedieningsknoppen voor de zijrui-
ten achter;
D. openen/sluiten zijruit linksachter (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten); “automatisch continue” werking tijdens het
openen/sluiten van de ruit;
E. openen/sluiten zijruit rechtsachter (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten); “automatisch continue” werking tijdens
het openen/sluiten van de ruit.
Page 93 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO91
1
Druk op de knoppen voor het openen/sluiten van de gewenste
ruit. Druk kort op een van de twee knoppen voor het “staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als de knop langer wordt in-
gedrukt, wordt de “automatisch continue” werking ingescha-
keld zowel tijdens het openen als het sluiten. De ruit stopt in
de gewenste stand als u nogmaals op de betreffende bedie-
ningsknop drukt. Als u de knop enkele seconden ingedrukt
houdt, sluit of opent de ruit automatisch (alleen met de sleutel
in stand MAR).
Onzorgvuldig gebruik van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en
tijdens het bedienen van de ruit altijd of de pas-
sagiers niet verwond kunnen worden door de bewegen-
de ruiten, hetzij direct door contact met de ruit, hetzij
door voorwerpen die door de ruit worden meegesleept of
geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
fig. 54L0E0045m
Passagiersportier voor/achterportieren
Op het portierpaneel aan passagierszijde voor en, op enkele uit-
voeringen op de achterportieren, zijn de bedieningsknoppen
F-fig. 54 gemonteerd waarmee u de betreffende ruit kunt be-
dienen.
Page 94 of 295
92WEGWIJS IN UW AUTO
Antiletselfunctie
Op de auto is bij het sluiten van de ruiten de antiletselfunctie
actief.
Dit veiligheidssysteem kan een eventueel obstakel waarnemen
als de ruit sluit; in dat geval onderbreekt het systeem de ruit-
beweging en wordt, afhankelijk van de stand van de ruit, de ruit-
beweging onmiddellijk omgekeerd. Dit veiligheidssysteem is zeer
nuttig als in de auto achtergebleven kinderen per ongeluk de rui-
ten bedienen.
De antiletselfunctie is ingeschakeld tijdens de handmatige en de
automatische werking. Na het ingrijpen van de antiletselfunc-
tie wordt de ruitbeweging onmiddellijk onderbroken en daarna
omgekeerd tot de ruit helemaal geopend is. Gedurende het in-
grijpen van de antiletselfunctie kan de ruit niet worden bediend.BELANGRIJK Als de antiletselfunctie 5 keer binnen een minuut
achter elkaar wordt geactiveerd of als zich een storing voor-
doet, dan schakelt het systeem het automatisch sluiten uit en
kunnen alleen nog stappen van een halve seconde worden uit-
gevoerd, waarbij de knop na een bediening telkens moet worden
losgelaten.
Om de juiste werking van het systeem te herstellen, moet een
van de volgende herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd:
❍de motor uitzetten en weer inschakelen;
❍de betreffende ruit openen.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in stand STOP staat of is
uitgenomen, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten wor-
den bediend. Als een portier wordt geopend, dan wordt het sys-
teem echter onmiddellijk uitgeschakeld.
Page 95 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO93
1
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is door-
gebrand, moet de werking van het systeem opnieuw ingesteld
worden.
Initialisatieprocedure:
❍sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (hand-
matig);
❍houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de knop
nog ten minste 1 seconde ingedrukt.
BELANGRIJK Als de voedingsspanning van de regeleenheden
onderbroken is geweest (loskoppelen of vervangen van de accu
en vervangen van de zekeringen voor de elektrische ruitbedie-
ning), dan moet de automatische werking van de ruiten wor-
den hersteld.De herstelprocedure moet op de volgende wijze worden uitge-
voerd bij gesloten portieren:
1. open de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie-
ningsknop nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de ui-
terste stand (onderste aanslag) van de ruit is bereikt;
2. sluit de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie-
ningsknop nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de ui-
terste stand (bovenste aanslag) van de ruit is bereikt;
3. herhaal punt 1 en 2 ook bij de ruit aan de passagierszijde;
4. controleer of de initialisatie correct is uitgevoerd door te con-
troleren of de automatische werking van de ruiten goed werkt.
BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn vergrendeld en een
van de portieren wordt van binnenuit geopend met de hand-
greep, dan worden alle portieren ontgrendeld. Bij een onder-
breking in de elektrische voeding (doorgebrande zekering, los-
gekoppelde accu enz.) kunnen de portieren altijd met de hand
worden vergrendeld; omdat in dat geval de functie van het au-
tomatisch openen van de ruiten niet beschikbaar is, moet voor
het openen of sluiten van het portier met gesloten ruit, druk wor-
den uitgeoefend vanaf de buitenzijde op de ruit om de beweging
van de ruit in de lijst makkelijker te maken.
Page 96 of 295
94WEGWIJS IN UW AUTO
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
Als de achterklep is ontgrendeld, kan deze vanaf de buitenzijde
worden geopend met behulp van de handgreep fig. 55.
De achterklep kan bovendien altijd worden geopend als de por-
tieren van de auto ontgrendeld zijn.
Gebruik voor het openen van de achterklep de sleutel met af-
standsbediening.
fig. 55
L0E0046m
Als de achterklep niet goed gesloten is, brandt het waarschu-
wingslampje
´op het instrumentenpaneel of het symbool R
op het display en verschijnt er een bijbehorende melding (zie
de paragraaf “Lampjes op het instrumentenpaneel”) in
dit hoofdstuk).
Als u de achterklep opent, gaat de bagageruimteverlichting bran-
den: de verlichting gaat automatisch uit als u de achterklep sluit.
De verlichting blijft bovendien ongeveer 15 minuten branden
nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid: als binnen
deze tijd een portier of de achterklep wordt geopend, dan start
de tijdregeling van 15 minuten opnieuw.
Openen met sleutel met afstandsbediening
Druk op de knop Rom het achterklepslot te ontgrendelen. Als
de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers
twee keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwijzers één
keer (alleen bij ingeschakeld diefstalalarm – indien aanwezig).
Page 97 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO95
1
ACHTERKLEP SLUITEN fig. 56
U sluit de achterklep door de achterklep te laten zakken en ter
hoogte van het slot te drukken, totdat u de vergrendeling hoort.
Aan de binnenzijde van de achterklep zitten twee handgrepen
B waarmee u de achterklep makkelijker kunt sluiten.
fig. 56L0E0047m
Als u in een gebied rijdt waar brandstof moei-
lijk verkrijgbaar is en u daarom reservebrand-
stof in een jerrycan wilt vervoeren, dan dient
u zich aan de geldende wetgeving te houden. Gebruik
alleen een goedgekeurde jerrycan en bevestig deze op
de juiste wijze. Toch zal bij een ongeval de kans op
brand groter zijn.
Let er op dat u niet tegen voorwerpen op het imperiaal
stoot als u de achterklep opent.
Het maximum laadvermogen van de auto mag
nooit overschreden worden (zie hoofdstuk “6”).
Controleer bovendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat een voorwerp bij
bruusk remmen naar voren schiet en letsel veroorzaakt.
Rijd niet met een geopende achterklep: het uitlaatgas
kan in het interieur dringen.
Page 98 of 295
96WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 57L0E0048m
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN fig. 57
Om de achterklep vanuit het interieur te openen (bij een lege ac-
cu of bij een storing in het elektrische systeem van de achterklep
zelf), moet als volgt te werk worden gegaan (zie “Bagageruim-
te vergroten”):
❍verwijder de hoofdsteunen achter;
❍klap de rugleuningen naar voren;
❍voor het mechanisch ontgrendelen van de achterklep, moet u
vanuit de bagageruimte het hendeltje A bedienen.BAGAGERUIMTE VERGROTEN
WAARSCHUWING Bij een auto met een neerklapbare achter-
bankrugleuning moeten de achterste zonneschermen absoluut
losgemaakt worden van de hoedenplank (zie de aanwijzingen in
de paragraaf “Hoedenplank”).
Het is mogelijk de bagageruimte te vergroten door de deelbare
achterbank gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer te klappen
fig. 58.
Page 99 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO97
1
fig. 59L0E0049mfig. 58L0E0110m
Ga voor het vergroten van de bagageruimte als volgt te werk:
❍laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❍plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de gordel
niet gespannen is of gedraaid zit;
❍maak de zonneschermen van de hoedenplank (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten, indien aanwezig) los van de rug-
leuningen (zie de beschrijving in paragraaf “Hoedenplank”
op de volgende pagina's);
❍bedien een van de hendels A-fig. 59 om de gewenste rug-
leuning neer te klappen (dit kan worden vergemakkelijkt
door de zitplaats iets naar voren te schuiven met de hendel
B (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Page 100 of 295
98WEGWIJS IN UW AUTO
Om de capaciteit van de laadruimte verder te vergroten, kunnen
de achterzittingen naar voren worden geduwd met behulp van
de handgreep B-fig. 59.
BELANGRIJK Trek de hoofdsteunen van de achterbank hele-
maal omhoog alvorens de rugleuningen neer te klappen, zodat
een vlakke laadvloer ontstaat.ACHTERBANK TERUGPLAATSEN
Om het terugplaatsen van de rugleuning te vergemakkelijken
is het raadzaam de zitting helemaal naar voren te verschuiven
voordat de rugleuning wordt teruggekanteld.
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet
gespannen zijn of gedraaid zitten.
Plaats na het indrukken van de hendels A-fig. 59, de rugleu-
ningen omhoog en druk de leuningen naar achteren, totdat bei-
de borgmechanismen hoorbaar inklikken. Trek aan de hand-
greep B-fig. 59 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en schuif
de zitplaatsen naar achteren totdat het borgmechanisme hoor-
baar inklikt.
Controleer of de rugleuning aan beide zijden
goed vergrendeld is om te voorkomen dat in
geval van bruusk remmen, de rugleuning naar
voren klapt en de passagiers verwondt.