Lancia Lybra 2002 Instructieboek (in Dutch)

Page 41 of 283

40
AIRBAGS VOOR EN
SIDE-BAGS
(indien aanwezig)De auto is uitgerust met een airbag
aan bestuurderszijde (fig. 41); als
optional kunnen voor bepaalde uit -
voeringen/markten een airbag aan de
passagierszijde ( fig. 42) en side-bags
worden geleverd ( fig. 43). AIRBAGS VOOR (fig. 44)
Beschrijving en werking
De airbag voor (bestuurder en pas-
sagier) is een veiligheidsvoorziening
die onmiddellijk in werking treedt bij
een frontale botsing. De airbag bestaat uit een opblaas
-
baar luchtkussen dat in een daarvoor
bestemde ruimte is geplaatst:
– in het midden van het stuurwiel
aan bestuurderszijde;
– een luchtkussen met een groter vo-
lume boven het dashboardkastje aan
passagierszijde.
De airbag voor (bestuurder en pas-
sagier) is een veiligheidsvoorziening
die onmiddellijk in werking treedt bij
een middelzware frontale botsing.
Bij een ongeval verwerkt een regel -
eenheid de gegevens van een vertra-
gingssensor en zorgt ervoor, indien
nodig, dat het kussen wordt opge -
blazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam wordt opge-
vangen en de kans op letsel beperkt
wordt. Direct daarna loopt het kussen
weer leeg.
Bij een ongeval kan een inzit-
tende die geen veiligheidsgordel
heeft omgelegd in contact komen
met een airbag die nog niet volle-
dig opgeblazen is, waardoor de in-
zittende minder beschermd wordt.
De airbag voor (bestuurder en pas-
fig. 44
P4T0004
fig. 42
P4T0294
fig. 43
P4T0295
fig. 41
P4T0293

Page 42 of 283

41
ZEER GEVAAR-
LIJK: bij auto’s
die zijn uitgerust
met een airbag aan passagierszijde
mag geen kinderzitje op de voor-
stoel worden gemonteerd. Als er
geen andere mogelijkheid is moet
in ieder geval de airbag aan pas-
sagierszijde (indien aanwezig) uit-
geschakeld worden als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst. Ook als het niet
wettelijk verplicht is, raden wij u
aan, voor een optimale bescher-
ming van de volwassenen, de air-
bag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
sagier) is geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aan-
vulling. Draag dus altijd veilig
-
heidsgordels. Bovendien is het
dragen van veiligheidsgordels wet-
telijk verplicht in Europa (en in de
meeste landen daarbuiten).
Bij lichte frontale botsingen (waar-
bij de veiligheidsgordel de inzittende
op zijn plaats houdt), wordt de airbag
niet geactiveerd.
Bij botsingen tegen snel vervormbare
of beweegbare objecten (zoals ver -
keerspalen, sneeuw- of ijs-ophopin-
gen, geparkeerde auto’s, enz), bij aan-
rijdingen van achteren (zoals een aan-
rijding door een andere auto) en bij
zijdelingse aanrijdingen tegen andere
auto’s of veiligheidsbarrières (bij-
voorbeeld tegen de onderkant van de
auto of de vangrail), wordt de airbag
niet geactiveerd omdat geen enkele
aanvullende bescherming wordt ge-
boden ten opzichte van de veiligheids -
gordels.
Als de airbag in deze gevallen niet
geactiveerd wordt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed functio-
neert. Als het lampje na de
testfase van 4 seconden
knippert en het waar-
schuwingslampje storing airbag
is gedoofd, dan betekent dit
dat er een storing is in het
waarschuwingslampje van de
airbag zelf. Neem in dit geval zo
spoedig mogelijk contact op met
de Lancia-dealer.
AIRBAG VOOR AAN
PASSAGIERSZIJDE
(indien aanwezig)
De airbag voor aan passagierszijde
is ontwikkeld om de bescherming te
verbeteren van een inzittende voor
met omgelegde veiligheidsgordel.
Als de airbag volledig opgeblazen is,
vult deze het grootste deel van de
ruimte tussen het dashboard en de
voorpassagier. Airbag voor aan passagierszijde
uitschakelen (fig. 45)
Als het absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel voor te ver-
voeren, kan de airbag voor aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld.AIRBAG
fig. 45
P4T0264

Page 43 of 283

42
U schakelt de airbag uit door de
contactsleutel in de daarvoor be-
stemde sleutelschakelaar, rechts van
het dashboard, te steken ( fig. 45). De
schakelaar is alleen bereikbaar bij
geopend portier. Het waarschuwingslampje
Fop
het dashboard blijft continu branden
totdat de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld.
De uitschakeling van de airbag voor
aan passagierszijde heeft geen invloed
op de werking van de side-bag.
De sleutel kan bij geopend portier in
beide standen in de schakelaar wor-
den gestoken of worden uitgenomen.
De sleutelschakelaar ( fig. 45) heeft
twee standen:
1) Airbag voor passagierszijde inge-
schakeld: (stand ON P) lampje op het
instrumentenpaneel is gedoofd; het is
absoluut verboden kinderen op de
passagierstoel voor te vervoeren.
2) Airbag voor passagierszijde uit-
geschakeld: (stand OFF F) lampje
op het instrumentenpaneel brandt;
het is mogelijk kinderen op de passa-
giersstoel voor te vervoeren, waarbij
ze beschermd moeten worden door
passende universele systemen. SIDE-BAG (indien aanwezig)
De side-bag beschermt de inzittenden
voor bij een middelzware zijdelingse
aanrijding.
De side-bag is in de rugleuning van
de stoelen voor geplaatst, waardoor de
airbag ten opzichte van de inzittende
altijd de optimale positie inneemt, on-
geacht de stand van de stoel.
Bij een zijdelingse aanrijding
verwerkt een elektronische regel -
eenheid de gegevens van een vertra-
gingssensor en zorgt ervoor, indien
nodig, dat het kussen opblaast.
Het kussen blaast onmiddellijk op
en vult de ruimte tussen het portier
van de auto en de inzittende voor. Di-
rect daarna loopt het kussen weer
leeg.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen
(waarbij de veiligheidsgordel de inzit-
tende op zijn plaats houdt), wordt de
airbag niet geactiveerd.
De airbag is geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvul-
ling.
Bedien de schakelaar al-
leen als de motor uit staat
en de contactsleutel is uit-
genomen.
Het waarschuwings -
lampje voor uitgescha -
kelde airbag aan passa-
gierszijde voor geeft eventuele sto-
ringen aan in het waarschuwings -
lampje van de airbag zelf. In dat
geval is de situatie op het instru-
mentenpaneel als volgt:
– waarschuwingslampje storing
airbag is gedoofd;
– waarschuwingslampje voor uit-
geschakelde airbag aan passa giers -
zijde knippert (langer dan de nor-
male 4 seconden). Zet de motor direct uit en wendt
u tot de Lancia-dealer.

Page 44 of 283

43
Draag dus altijd veiligheidsgordels.
Bovendien is het dragen van veilig -
heidsgordels wettelijk verplicht in
Europa (en in de meeste landen daar-
buiten).
De werking van de side-bag aan pas-
sagierszijde wordt niet uitgeschakeld
als de airbag voor aan passagierszijde
wordt uitgeschakeld, zoals beschreven
in de vorige paragraaf. Zo wordt u bij
een zijdelingse aanrijding beschermd,
en ook het eventueel vervoerde kind.
BELANGRIJK De airbags voor
en/of side-bags (indien aanwezig)
kunnen worden geactiveerd bij zware
botsingen of als de auto aan de on-
derzijde wordt geraakt, bijvoorbeeld
bij zware botsingen tegen treden of
stoepranden of obstakels op het weg-
dek of als de auto terecht komt in
grote gaten of verzakkingen in het
wegdek. moeten door een Lancia-dealer
wor-
den uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur
van uw auto, moet u contact opnemen
met een Lancia-dealer om het systeem
buiten werking te laten stellen.
Bij verkoop van de auto moet de
nieuwe eigenaar op de hoogte gesteld
worden van het gebruik en de in-
structies, en moet hij het instructie-
boekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking tre-
den van de gordelspanners, de airbags
voor en de side-bags wordt door de
elektronische regeleenheid bepaald,
afhankelijk van het type ongeval. Als
een van deze onderdelen niet in
werking treedt, dan duidt dat niet op
een storing in het systeem.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na onge-
veer 4 seconden moet het lampje
doven. Als het waarschuwings -
lampje niet gaat branden, constant
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, moet u onmiddellijk
stoppen en contact opnemen met
een Lancia-dealer.
BELANGRIJK
Als de airbag in
werking treedt, ontsnapt er een beetje
rook. Deze rook is niet schadelijk en
duidt niet op brand; bovendien kan
het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder -
achtige stof: deze poeder kan de huid
en de ogen irriteren. Als u hiermee in
aanraking bent gekomen, moet u zich
met neutrale zeep en water wassen.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens
het rijden gaat branden (melding van
een storing), dient u zich onmiddellijk
tot een Lancia-dealer te wenden om
de storing te laten verhelpen.
Het airbagsysteem heeft een geldig -
heid van 10 jaar. Als deze termijn is
verstreken, moet contact worden op-
genomen met de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Na een ongeval waar-
bij de airbag in werking is getreden,
dient u contact op te nemen met de
Lancia-dealer om de airbag, de elek-
tronische regeleenheid, de veiligheids -
gordels, en de gordelspanners te laten
vervangen en de werking van de elektri-
sche installatie te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, repa-
raties en de vervanging van de airbag

Page 45 of 283

44
Rijd altijd met beide han-
den op de stuurwielrand,
zodat bij het in werking
treden van de airbag, het systeem
niet wordt gehinderd door ob-
stakels die ernstig letsel kunnen
ver oorzaken. Rijd niet met voor over
gebogen lichaam, maar ga goed
recht op zitten en steun tegen de
rug leuning.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje (met de schakelaar
voor uitschakeling van airbag voor
aan passagierszijde in stand ON)
ongeveer 4 seconden branden en
vervolgens 4 seconden knipperen,
om aan te geven dat de airbag en
side-bag (indien aanwezig) aan
passagierszijde bij een ongeval
worden geactiveerd. Hierna moet
het lampje doven.
Plak geen stickers of an-
dere voorwerpen op het
stuur of op de plek van de
airbag aan de passagierszijde en
de side-bags.
Reis niet met voorwerpen op
schoot en houd vooral geen pijp,
potlood, enz. in de mond. Bij een
ongeval waarbij de airbag in
werking treedt, kan dit ernstig let-
sel veroorzaken. Bij auto’s die zijn uitge-
rust met side-bags, mag de
rugleuning van de stoel
niet met water worden afgenomen
of chemisch worden gereinigd in
een automatisch wasapparaat.
Laat bij diefstal of een
poging tot diefstal, bij be-
schadiging of als de auto
bij een overstroming onder water
is geweest, de airbag door een
Lancia-dealer controleren.
Bij auto’s met side-bags
mag de rugleuning van de
voorstoelen niet worden
bedekt met hoezen of kleden.
De airbag is geen vervan-
ging voor de veiligheids -
gordels, maar een aanvul-
ling. De inzittenden worden uit-
sluitend door de veiligheidgordels
beschermd bij frontale botsingen
bij lage snelheid, bij zijdelingse
aanrijdingen en als de auto over
de kop slaat. De gordels moeten
dus altijd gedragen worden.
Als de contactsleutel in
stand MAR staat, kunnen,
ook bij uitgezette motor,
de airbags inschakelen als de auto
stilstaat en de auto frontaal wordt
aangereden door een andere auto
die met voldoende snelheid rijdt.
Daarom mogen er ook als de auto
stilstaat absoluut geen kinderen op
de passagiersstoel voor worden ge-
plaatst.
Als bij een stilstaande auto en
met uitgenomen contactsleutel de
airbags bij een ongeval niet in
werking treden, betekent dit ech-
ter niet dat het systeem niet goed
werkt.
De airbag treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing
waarbij alleen de gordelspanners
worden geactiveerd. Bij aanrijdin-
gen die tussen die twee drem-
pelwaarden in liggen, treden alleen
de gordelspanners in werking.

Page 46 of 283

45
INSTRUMENTENPANEEL
BENZINEMOTOR (fig. 46)
fig. 46P4T0634
fig. 47P4T0635
AKoelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelv\
loeistoftemperatuur - B Snelheidsmeter -
C Display van kilometerteller (totaal/dagstand) - D Toerenteller - EBrandstofmeter met waarschuwingslampje van de
reservebrandstof - F Controle- en waarschuwingslampjes - GDrukknop voor het op nul zetten van de dagstand.
DIESELMOTOR (fig. 47)

Page 47 of 283

46
INSTRUMENTEN
BELANGRIJKNa het uitzetten
van de motor (sleutel in stand
STOP), worden de snelheidsmeter
en de toerenteller ongeveer 1 secon-
de gereset. Gedurende deze tijd gaan
de wijzernaalden van de snelheids -
meter en de toerenteller iets heen en
weer wat een licht getik veroorzaakt.
SNELHEIDSMETER (fig. 48)
Deze geeft de snelheid van de auto
aan in km/h.
BELANGRIJK Afhankelijk van de
motoruitvoering van de auto ver-
schilt het meetbereik van de toeren-
teller. TOERENTELLER (fig. 49-50)
De gevarenzone (met een steeds
dichter wordende witte arcering)
geeft aan dat de motor met extreem
hoge toerentallen draait. Het is
raadzaam deze toerentallen slechts
kort aan te houden.
Als de motor met stationair toeren-
tal draait, kan de toerenteller gelei-
delijk of plotseling oplopen; dit is
een normaal verschijnsel als het zich
voordoet tijdens de normale wer -
king, bijv. bij het inschakelen van de
aircocompressor of de elektroventi-
lateur. Een langzame wisseling in
toerental dient vooral voor het
behoud van de lading van de accu. BELANGRIJK
Afhankelijk van de
motoruitvoering van de auto ver-
schilt het meetbereik en de gevaren-
zone van de toerenteller.
BELANGRIJK De regeleenheid
van de elektronische inspuiting sluit
de brandstoftoevoer tijdelijk af als
de motor met te hoge toerentallen
draait, waardoor het motorver -
mogen zal afnemen.
fig. 48
P4T0636
fig. 49 - benzine-uitvoering
P4T0637
fig. 50 - dieseluitvoering
P4T0638

Page 48 of 283

47
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER MET
WAARSCHUWINGSLAMPJE
VOOR TE HOGE KOELVLOEI-
STOFTEMPERATUUR (fig. 51)Het instrument geeft de tempera-
tuur aan van de motorkoelvloeistof
zodra de koelvloeistoftemperatuur
hoger wordt dan ongeveer 50°C.
Onder normale omstandigheden
staat de wijzernaald van de koel -
vloeistoftemperatuurmeter ongeveer
in het midden van de schaal. Als de
wijzernaald in de buurt komt van de
maximale waarden, moet gas wor-
den teruggenomen. BRANDSTOFMETER MET
WAARSCHUWINGSLAMPJE
VAN DE RESERVEBRANDSTOF
(fig. 52)
Het waarschuwingslampje van de
reservebrandstof gaat branden als er
nog ongeveer 8 liter brandstof in de
tank aanwezig is.
Rijd nooit met een bijna lege tank:
een eventueel onregelmatige brand-
stoftoevoer kan de katalysator
beschadigen.
fig. 51
P4T0051
fig. 52
P4T0052
Als het lampje gaat branden,
betekent dit dat de koelvloeistoftem-
peratuur te hoog is; het is in dat
geval raadzaam de motor uit te zet-
ten en contact op te nemen met de
Lancia-dealer.
BELANGRIJK Als de wijzernaald
in de buurt komt van de maximale
waarden op de schaal, kan dit
veroorzaakt worden door verstop-
ping of opeenhoping van vuil op de
buitenzijde van de radiateur.
In dat geval is het raadzaam om de
radiateur te onderzoeken en even-
tuele verstoppingen te verwijderen
en de buitenkant van de radiateur zo
snel mogelijk grondig te reinigen.

Page 49 of 283

48
RICHTINGAANWIJZER
RECHTS (knipperend -
groen)
Als u de hendel van de richting aan -
wijzers (pijlen) naar boven plaatst
en, samen met het lampje van de
linker richtingaanwijzer, als de
waar schuwingsknipperlichten zijn
ingeschakeld. RICHTINGAANWIJZER
LINKS
(knipperend - groen)
Als u de hendel van de richting -
aanwijzers (pijlen) naar beneden
plaatst en, samen met het lampje
van de rechter richtingaanwijzer, als
de waarschuwingsknipperlichten
zijn ingeschakeld.
Ÿ
Δ
DISPLAY KILOMETERTELLER
(TOTAAL EN DAGSTAND)
(fig. 53-54)
Op het display (fig. 53) worden
weergegeven:
– op de eerste regel (6 cijfers) de
totaalstand
– op de tweede regel (4 cijfers) de
dagtellerstand. Voor het op nul zetten van de dag-
stand moet knopje B (fig. 54) ten
minste 1 seconde worden ingedrukt.
BELANGRIJK Als de accu wordt
losgekoppeld, wordt de dagstand uit
het geheugen gewist.CONTROLE- EN
WAARSCHUWINGS-
LAMPJES
De lampjes branden in de volgende
gevallen:
fig. 53
P4T0639
fig. 54
P4T0020

Page 50 of 283

49
RICHTINGAAN -
WIJZERS AANHANGER
(groen)
Voor de aansluiting dient u con-
tact op te nemen met de Lancia-
dealer.
Deze gaan branden als er een elek-
trische verbinding is met een
aanhanger en de hendel van de rich-
tingaanwijzers wordt bediend of als
de schakelaar van de waarschuwings -
knipperlichten wordt ingedrukt.
l
VOORGLOEI-
INSTALLATIE
(jtd-uitvoeringen - geel)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait. Het lampje dooft als de
voorgloeibougies de juiste tempera-
tuur hebben bereikt.
Start de motor zodra het lampje
gedoofd is.
Als na het starten het lampje 30
seconden gaat knipperen, kan de
motor op de normale wijze worden
gestart. Neem echter zo spoedig
mogelijk contact op met de Lancia-
dealer om de storing te laten verhel-
pen.
Bij een hoge buitentemperatuur
kan het lampje onmiddellijk gaan
branden.
m
BUITENVERLICHTING
(groen)
Als de stads- of de par -
keerlichten zijn ingeschakeld of als u
de contactsleutel in stand PARK
draait. GROOTLICHT (blauw)
Als het grootlicht is inge-
schakeld.
3
1
ACCU WORDT
NIET VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als er een defect is in het laad -
circuit van de dynamo.
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje bran-
den. Het moet doven nadat de motor
is gestart.
w

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 290 next >