sensor Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)

Page 118 of 246

117
Als het ABS in werking
treedt, trilt het pedaal; ver-
laag de remdruk niet,
maar houdt het rempedaal goed
ingetrapt; op deze manier blijft de
remweg zo kort mogelijk afhanke-
lijk van de conditie van de onder-
grond. Als het ABS wordt gebruikt, wordt
de remweg niet altijd korter: op een
zachte ondergrond, zoals gravel of
verse sneeuw op een glad wegdek, kan
de remweg zelfs langer worden.
Om optimaal gebruik te maken van
de mogelijkheden van het antiblok-
keersysteem moeten de volgende
raadgevingen in acht worden geno-
men.
Als het ABS in werking
treedt, dan is dit een teken
dat de grip van de banden
op het wegdek beperkt is: verlaag
in dat geval de snelheid om de
snelheid aan de beschikbare grip
aan te passen.Het ABS maakt zo goed
mogelijk gebruik van de
beschikbare grip, maar
kan de beschikbare grip niet ver-
hogen; rijd daarom voorzichtig op
een gladde ondergrond en
neem
geen onnodige risico’s.Als bij een storing van het
systeem het lampje
moet het systeem onmiddel-
lijk door de Lancia-dealer worden
gecontroleerd en worden hersteld;
rijd in deze situatie met een be-
perkte snelheid.
Wees, als geremd moet worden in
een bocht, zeer voorzichtig, ook bij
een auto met ABS.
Het belangrijkste advies is:
Als deze aanwijzingen worden opge-
volgd, wordt onder alle omstandighe-
den optimaal geremd.
WAARSCHUWINGOp een auto
met ABS mogen alleen velgen, banden
en remblokken van het door de fabri-
kant voorgeschreven type en merk
worden gemonteerd.
Aan het remsysteem is ook een elek-
tronische remdrukregelaar toegevoegd
dat EBD (Electronic Brake Distribu-
tor) wordt genoemd en die m.b.v. de
regeleenheid en de sensoren van het
ABS de remdruk verdeelt.
De auto is uitgerust met
een elektronische rem-
drukregelaar (EBD). Als de
motor draait en tegelijkertijd de
lampjes [en gaan branden
geeft dit een storing van het EBD
aan; als in deze situatie krachtig
wordt geremd, kunnen de achter-
wielen vroegtijdig blokkeren,
waardoor de auto kan gaan slip-
pen. Rijd zeer voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde Lancia-dealer om
het systeem te laten controleren.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 117
brandt,

Page 120 of 246

119
Als de sensoren signaleren dat de
auto kan gaan slippen, grijpt het ESP
in op de motorwerking en de remmen
waardoor een stabiliserend koppel
ontstaat.
De mogelijkheden van
het systeem wat betreft de
actieve veiligheid, mogen
er nooit toe leiden dat de bestuur-
der onnodige risico’s neemt. Het
rijgedrag moet altijd worden aan-
gepast aan de omstandigheden
(het wegdek, het zicht en het ver-
keer). De verantwoordelijkheid
voor de verkeersveiligheid ligt al-
tijd en overal bij de bestuurder
van de auto.
Het ESP ondersteunt de bestuurder
om de auto onder controle te houden
als de banden de grip verliezen. De
krachten die door het ESP worden ge-
leverd om de stabiliteit van de auto te
bewaren zijn altijd afhankelijk van de
grip van de banden op de ondergrond. WERKING VAN HET ESP
Het ESP wordt automatisch inge-
schakeld als de motor wordt gestart;
de functie kan handmatig worden in-
en uitgeschakeld door knop A
(fig. 156) op het dashboard in te
drukken.
De belangrijkste componenten van
het ESP zijn:
– een elektronische regeleenheid, die
in staat is om de signalen van de sen-
soren te verwerken en de beste wer-
king in te stellen;
– een hoeksensor die de stand van
het stuur signaleert;
– vier sensoren die de draaisnelheid
van alle wielen signaleren;
– een remdruksensor;
fig. 156
L0B0112b
– een gierhoeksensor waarmee de
draaiing van de auto om de verticale
as wordt gesignaleerd;
– een dwarsversnellingssensor (cen-
trifugale kracht).
Het hart van het systeem is de ESP-
regeleenheid; deze ontvangt de gege-
vens van de sensoren in de auto en be-
rekent de centrifugale krachten die
worden opgewekt als de auto in een
bocht rijdt. De gierhoeksensor meet de
draaiing van de auto om de verticale
as. De centrifugale krachten die wor-
den opgewekt als de auto in een bocht
rijdt, worden echter gemeten door een
zeer gevoelige dwarsversnellingssen-
sor.
De stabiliserende werking van het
ESP is afhankelijk van de door de
elektronische regeleenheid van het
systeem uitgevoerde berekeningen;
deze verwerkt de signalen die worden
ontvangen van de stuurhoeksensor, de
dwarsversnellingssensor en de draai-
snelheid van elk wiel. Met behulp van
deze signalen kan de regeleenheid de
gewenste uitkomst van de bestuurder
herkennen als de bestuurder het stuur
verdraait.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 119

Page 121 of 246

120
INGRIJPEN VAN HET ESP
Als het ESP ingrijpt gaat het lampje
hknipperen om de bestuurder te in-
formeren dat de auto zich onder kri-
tische omstandigheden bevindt wat
betreft de stabiliteit en de grip.
Storing van het ESP aangeven
Bij een storing, wordt het ESP auto-
matisch uitgeschakeld en gaat het
lampje
hcontinu branden; tegelij-
kertijd verschijnt en mededeling op
het display van het infotelematica-
systeem CONNECT Nav+.
Bij een storing van het ESP reageert
de auto hetzelfde als een auto die niet
is uitgerust met dit systeem: wendt u
in dit geval zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer.
Voor de juiste werking
van het ESP moeten de
banden van hetzelfde
merk en type zijn en dezelfde ban-
denmaat hebben. Bovendien moe-
ten alle banden in een zeer goede
conditie zijn.
De regeleenheid verwerkt de van de
sensoren ontvangen informatie, kent
zo op elk moment de positie van de
auto en kan deze positie vergelijken
met de richting die de door bestuur-
der wordt gewenst. Als deze niet over-
eenkomt, kiest de regeleenheid in een
fractie van een seconde de handelin-
gen om de auto in de gewenste
richting te laten rijden en voert die
handelingen uit: remmen met een ver-
schillende remkracht op een of meer
wielen en verlagen van het motorver-
mogen.
De corrigerende handelingen worden
doorlopend gewijzigd, terwijl gezocht
wordt naar de door de bestuurder ge-
wenste richting.
De werking van het ESP verhoogt de
actieve veiligheid van de auto’s aan-
zienlijk in veel kritieke omstandighe-
den en is vooral nuttig als de grip op
de weg wijzigt.TC en ASR
De functies TC (Traction Control)
en ASR (Anti Slip Regulation) zijn in
het ESP geïntegreerd; deze functies
regelen de trekkracht van de auto en
grijpen automatisch in als een of beide
aangedreven wielen dreigen door te
slaan.
Afhankelijk
van de omstandigheden
waarin het doorslaan plaatsvindt,
worden de twee verschillende functies
ingeschakeld:
– als het doorslaan bij beide aange-
dreven wielen plaatsvindt, door een te
grote overgebrachte kracht, grijpt de
ASR in, door het vermogen te verlagen,
dat door de motor wordt geleverd;
– als doorslaan alleen plaatsvindt
bij één van de aangedreven wielen,
grijpt de TC in en remt het doorslaande
wiel af; het effect is gelijk aan de
werking van een sperdifferentieel.
De werking van de TC en de ASR
zijn onder de volgende omstandighe-
den nuttig:
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 120

Page 123 of 246

122
EOBD-SYSTEEM
Het EOBD (European On Board
Diagnosis) van de auto voldoet aan de
EU 98/69 richtlijn (EURO 3).
Dit systeem voert doorlopend diag-
noses uit van de componenten van de
auto die verband houden met de
emissie van uitlaatgassen; bovendien
wordt de bestuurder geattendeerd,
door het branden van het lampje /
en de mededeling op het display van
het infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+, op de veroudering van
de componenten.
Het doel is:
– de werking van het systeem con-
troleren;
– een storing signaleren waardoor de
emissie van schadelijke stoffen toe-
neemt boven de, in de Europese regels
vastgelegde, normen;
– signaleren dat versleten compo-
nenten moeten worden vervangen.
Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker waarop spe-
ciale apparatuur aangesloten kan
worden; in dat geval is het mogelijkom de opgeslagen storingscodes en
een aantal parameters uit te lezen, die
bedoeld zijn voor de diagnose en de
werking van de motor. Deze controle
kan ook worden uitgevoerd door de
politie.
Als, als het contactslot in
stand M wordt gedraaid,
het lampje /niet gaat
branden of als tijdens de rit het
lampje continu of knipperend gaat
branden, wendt u dan zo snel mo-
gelijk tot de Lancia-dealer. De
werking van het lampje /kan
met speciale apparatuur door de
politie gecontroleerd worden.
Houdt u aan de wetgeving van het
land waarin u rijdt.
WAARSCHUWINGNa het verhel-
pen van de storing moet de Lancia-
dealerzorgen voor een complete con-
trole van het systeem, tests uitvoeren
op een rollenbank en, zo nodig, een
proefrit maken waarbij ook een lan-
gere afstand wordt afgelegd.
BANDENSPANNINGS
CONTROLESYSTEEM
TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-
tem). Dit systeem bestaat uit een sen-
sor die met een radiofrequentie werkt
en zich de velg in de band van elk
wiel bevindt; deze sensor stuurt in-
formatie over de spanning van iedere
band naar de regeleenheid.
WAARSCHUWINGDe regeleen-
heid controleert de bandenspanning
van de vier banden op de auto en niet
van het reservewiel. Controleer
daarom altijd als de bandenspanning
wordt gecontroleerd ook de banden-
spanning van het reservewiel.
WAARSCHUWINGLet goed op als
de bandenspanning wordt gecontro-
leerd of hersteld. Een te hoge spanning
benadeelt het weggedrag, maakt de
trillingen van de wielophanging en wielen
heftiger en vermindert de levensduur
van de banden.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 122

Page 124 of 246

De aanwezigheid van het
TPMS ontslaat de bestuur-
der niet van de plicht om
regelmatig de bandenspanning
(ook van het reservewiel) te con-
troleren.
AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingen worden niet opgeslagen en
worden ook niet weergegeven voor het
uitzetten en vervolgens starten van de
motor.
123
WAARSCHUWINGDe banden-
spanning moet worden gecontroleerd
bij koude banden; in ruststand als om
wat voor reden dan ook de spanning
bij warme banden moet worden ge-
controleerd, verlaag dan niet de span-
ning als deze te hoog blijkt te zijn, maar
herhaal de controle bij koude banden.
Als er storingen blijven optreden, zendt
de regeleenheid de betreffende mel-
dingen uitsluitend naar het instrumenten-
paneel als de auto een korte periode
heeft gereden.
WAARSCHUWINGHet TPMS kan
niet waarschuwen als de banden-
spanning plotseling wegvalt (bijvoor-
beeld bij een klapband). Breng in dit
geval de auto tot stilstand door voor-
zichtig te remmen en zonder heftige
stuurbewegingen uit te voeren.
WAARSCHUWINGAls de normale
banden worden vervangen door win-
terbanden of andersom, moet ook het
TPMS worden afgesteld; wendt u
hiervoor tot de Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGHet TPMS ver-
eist het gebruik van een speciale uit-
rusting. Wendt u tot de Lancia-
dealervoor informatie over de acces-
soires die bij dit systeem kunnen wor
-
den gebruikt (velgen, wieldeksels
enz.). Als andere accessoires worden
gebruikt, kan dit de normale werking
van het systeem negatief beïnvloeden.
WAARSCHUWINGDe banden-
spanning is afhankelijk van de bui-
tentemperatuur. Het TPMS kan tij-
delijk een te lage bandenspanningaangeven. Controleer in dat geval de
bandenspanning als de band koud is
en herstel, zonodig, de bandenspan-
ning.
WAARSCHUWINGAls de auto is
uitgerust met TPMS, moeten bij het
monteren/ demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen; Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, moeten de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespecialiseerd
personeel worden vervangen. Wendt
u tot de Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGAls de auto is
uitgerust met TPMS en een band
wordt vervangen, moet ook het ventiel
worden vervangen.Wendt u tot de
Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGStoringen door
een radiofrequentie kunnen de juiste
werking van het TPMS verhinderen.
Om de bestuurder te informeren ver-
schijnt een mededeling op het display.
Deze melding verdwijnt automatisch
zodra de storing het systeem niet meer
hindert.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 123

Page 126 of 246

125
– in het dashboard en met een gro-
ter kussen voor de voorpassagier.
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagiers) zijn ontworpen om de inzit-
tenden te beschermen bij een middel-
zware frontale botsing door een kus-
sen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard te plaatsen.
Bij een frontale botsing verwerkt een
elektronische regeleenheid de signa-
len van de vertragingssensoren en
laat, als dat nodig is, het kussen op-
blazen, afhankelijk van de ontvangen
informatie.
Het kussen wordt onmiddellijk op-
geblazen om te voorkomen dat het li-
chaam van de inzittenden voor tegen
de interieurcomponenten komen;
hierdoor kunnen verwondingen ont-
staan. Het kussen loopt onmiddellijk
leeg.
Bij een ongeval kan een inzittende
die de veiligheidsgordel niet heeft om-
gelegd in contact komen met de nog
niet volledig opgeblazen airbag. In dat
geval beschermt de airbag de inzit-
tende minder. De frontairbags (be-stuurder en passagier) vervangen de
veiligheidsgordels niet, maar zijn een
aanvulling op de gordels; draag dus
altijd gordels. Dit is bovendien wette-
lijk verplicht in Europa en in veel lan-
den buiten Europa.
Bij lichte frontale botsingen (waar-
bij het voldoende is dat alleen de vei-
ligheidsgordels de inzittenden be-
schermen) worden de airbags niet in-
geschakeld.
Bij botsingen tegen vervormbare of
bewegende objecten (zoals palen van
verkeersborden, ijs- of sneeuwhopen,
geparkeerde auto’s enz.), bij botsin-
gen van achteren (zoals een aanrij-
ding door een andere auto) en bij
flankbotsingen met een andere auto
of een veiligheidsbarrière (zoals onder
vrachtwagens of tegen de vangrail)
worden de airbag niet ingeschakeld,
omdat ze geen extra bescherming bie-
den; de veiligheidsgordels bieden in
dat geval bescherming en het is dus
niet van belang dat de airbags in-
schakelen.
De airbags worden in dit geval niet
ingeschakeld; dit duidt echter niet op
een onjuiste werking van het systeem.ZEER GEVAAR-
LIJK: De auto is
voorzien van een
airbag aan de passagierszijde.
Plaats geen kinderzitjes op de pas-
sagiersstoel voor. Als er geen an-
dere mogelijkheid is, moet altijd
de airbag aan passagierszijde wor-
den uitgeschakeld als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst. Ook als het niet
wettelijk verplicht is, moet voor
een betere bescherming van de
volwassenen, de airbag onmiddel-
lijk worden ingeschakeld als er
geen kinderen meer worden ver-
voerd.
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
De frontairbag aan de passagiers-
zijde is ontworpen en afgesteld om de
bescherming te verhogen, van een in-
zittende die de veiligheidsgordel heeft
omgelegd.
Het volume van het maximaal opge-
blazen kussen is zodanig dat het
grootste deel van de ruimte tussen het
dashboard en de inzittende is gevuld.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 125

Page 128 of 246

127
Bij een flankbotsing verwerkt een
elektronische regeleenheid de signa-
len van de vertragingssensor en laat,
als dat nodig is, het kussen opblazen.
Het kussen wordt zeer snel opgebla-
zen en vormt dan een bescherming
tussen het lichaam van de inzittende
en de zijkant van de auto. Het kussen
loopt onmiddellijk leeg.
Bij lichte flankbotsingen (waarbij de
werking van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet ge-
activeerd. De zij-airbags vervangen de veilig-
heidsgordels niet, maar zijn een aan-
vulling op de gordels; draag dus altijd
gordels. Dit is bovendien wettelijk
verplicht in Europa en in veel landen
buiten Europa.
De zij-airbags worden niet uitge-
schakeld m.b.v. de sleutelschakelaar
voor het uitschakelen van de front-
airbag aan passagierszijde, zoals in
de voorgaande paragraaf is beschre-
ven. Op deze wijze wordt bij een
flankbotsing bescherming geboden,
ook als eventueel een kind wordt ver-
voerd.
WAARSCHUWINGDe front- en/of
zij-airbags kunnen inschakelen als de
auto wordt blootgesteld aan krachtige
stoten of een ongeval tegen de onder-
zijde van de auto, zoals krachtige sto-
ten tegen verkeersdrempels, stoep-
randen, vaste obstakels op het weg-
dek of als de auto terecht komt in
grote gaten of verzakkingen in de
weg.WAARSCHUWINGAls de airbag
in werking treedt, ontsnapt een beetje
rook. Deze rook is niet giftig en geeft
niet aan dat er brand is; bovendien
kan het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een poeder: dit poe-
der kan de huid en de ogen irriteren.
Als u hieraan bent blootgesteld, moet
u zich met neutrale zeep en water
wassen.
De airbag is 14 jaar geldig wat be-
treft de pyrotechnische lading en 10
jaar wat betreft het spiraalmecha-
nisme. Wendt u, als deze vervaldatum
bijna is bereikt, tot de Lancia-
dealer.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 127

Page 131 of 246

130
De airbag vervangt de
veiligheidsgordel niet, maar
ondersteunt de werking
van de gordel. Omdat de airbags
niet worden geactiveerd bij fron-
tale botsingen bij lage snelheid, bij
flankbotsingen, aanrijdingen van
achteren of over de kop slaan,
worden de inzittenden onder deze
omstandigheden alleen beschermd
door een gordel, die dan ook altijd
omgelegd moet zijn.
De airbags schakelen in
bij zwaardere botsingen
dan de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden
alleen de gordelspanners in wer-
king.
PARKEERSEN-
SOREN
(indien aanwezig)
De parkeersensoren signaleren en ge-
ven aan de bestuurder door dat er een
obstakel aanwezig is achter de auto.
Het is een betrouwbaar hulpmiddel
voor het signaleren van afzettingen,
muurtjes, paaltjes, bloembakken en
soortgelijke voorwerpen en eventuele
kinderen die zich achter de auto bevin-
den.
Met de vier sensoren in de bumper
(fig. 162) kan het systeem de afstand
vaststellen tussen de auto en het even-
tuele obstakel; als de achteruit wordt
ingeschakeld, wordt het systeem auto-
matisch ingeschakeld en klinkt een
geluidssignaal (“biep”).
De bestuurder wordt met een repe-
terend geluidssignaal geattendeerd op
een obstakel; als de afstand tot het
obstakel kleiner wordt, neemt de fre-
quentie van het signaal toe.
Het geluidssignaal wijzigt in een
continu signaal als de afstand tussen
de auto en het obstakel kleiner wordt
dan ongeveer 25 cm.
Het geluidssignaal stopt onmiddel-
lijk als de afstand tot het obstakel toe-
neemt. De frequentie van het geluids-
signaal blijft constant als de gemeten
afstand ongewijzigd blijft.
fig. 162
L0B0023b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 130

Page 132 of 246

131
De verantwoordelijkheid
bij het uitvoeren van par-
keermanoeuvres ligt altijd
bij de bestuurder. Controleer altijd
of in het gebied waarin de
manoeuvre wordt uitgevoerd zich
geen personen of dieren bevinden.
Het systeem moet beschouwd wor-
den als een hulpmiddel voor de
bestuurder; de bestuurder mag
echter nooit de aandacht laten ver-
slappen tijdens het uitvoeren van
mogelijk gevaarlijke manoeuvres,
ook als deze bij lage snelheid wor-
den uitgevoerd.Voor het correct functio-
neren van het systeem is
het noodzakelijk dat de
parkeersensoren in de bumper al-
tijd vrij zijn van modder, vuil,
sneeuw of ijs.
Wees voorzichtig bij het
reinigen van de parkeer-
sensoren om krassen of
beschadigingen te voorkomen; ge-
bruik geen droge, grove of harde
doek. De sensoren moeten met
schoon water, eventueel met toe-
voeging van autoshampoo worden
schoongemaakt. In wastunnels
waar gebruik wordt gemaakt van
stoom of hogedrukreiniging, moe-
ten de sensor
en kort worden ge-
reinigd. Houd hierbij het mond-
stuk op meer dan 10 cm afstand.WERKING MET AANHANGER
De werking van de parkeersensoren
wordt automatisch onderbroken als
een aanhanger elektrisch op de auto
wordt aangesloten.
De sensoren schakelen automatisch
weer in als de aanhanger wordt afge-
koppeld (door de stekker los te ma-
ken).
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd
zeer goed op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen bevin-
den. Obstakels die zich dicht achter
de auto bevinden, kunnen onder be-
paalde omstandigheden niet door het
systeem worden waargenomen en
zouden de auto kunnen beschadigen
of beschadigd kunnen worden.
De door de sensoren verzonden sig-
nalen, kunnen wijzigen als de sen-
soren zijn beschadigd, vuil zijn door
modder, sneeuw of ijs op de sensoren
of door ultrasone systemen (zoals
pneumatische remsystemen van
vrachtwagen of een pneumatische ha-
mer) in de buurt van de auto.
Als de auto is uitgerust met het info-
telematica-systeem CONNECT Nav+,
wordt het geluidssignaal van de par-
keersensor geïntegreerd met de grafische
informatie op het kleurendisplay.
WAARSCHUWINGBij een storing
in het systeem, wordt de bestuurder
op deze situatie gewezen met een re-
peterend signaal, dat bestaat uit een
kort en een lang geluidssignaal; wendt
u in dat geval tot de Lancia-dealer.
Als de sensoren meerdere obstakels
signaleren, dan geeft de regeleenheid
alleen de kleinste afstand weer.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 131

Page 154 of 246

153
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een snel-
lader: hierdoor kunnen de
elektronische systemen, en vooral
de regeleenheden die de ontsteking
en de brandstoftoevoer regelen,
beschadigen.
ROLLEND
STARTEN
De auto mag beslist nooit
worden gestart door aan-
duwen, slepen of van een
helling af te rijden. Op die wijze
kan er onverbrande brandstof in
de katalysator terechtkomen en
deze onherstelbaar beschadigen. Deze startprocedure mag
alleen worden uitgevoerd
door daartoe opgeleid per-
soneel, omdat onjuiste handelin-
gen vonken kunnen veroorzaken
en de accu onherstelbaar kunnen
beschadigen. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid en de
ogen. Kom ook niet dicht bij een
accu met open vuur of een bran-
dende sigaret en veroorzaak geen
vonken: brand- en ontploffingsge-
vaar.
Als de motor niet draait,
dan werken de rem- en de
stuurbekrachtiging niet,
waardoor meer kracht nodig is om
het rempedaal en het stuur te be-
dienen.
BIJ EEN LEKKE
BAND
Enige uitvoeringen zijn voorzien van
bandenspanningssensoren met loka-
lisatie van het wiel; een lage banden-
spanning wordt op de volgende wijze
doorgegeven aan de bestuurder:
lager wordende spanning - op het
display van het infotelematica-sys-
teem CONNECT Nav+ wordt de bij-
behorende mededeling weergegeven
en er klinkt een geluidssignaal
(“
GONG”); wendt u tot de Lancia-
dealer.
lekke band- het lampje “STOP”
gaat branden, op het display van het
infotelematica-systeem CONNECT
Nav+ wordt de bijbehorende mede-
deling weergegeven en er klinken 3 ge-
luidssignalen (“GONG”) achter elkaar;
vervang het wiel, zoals hierna wordt
beschreven.
Het systeem kan bovendien een me-
dedeling laten verschijnen als het niet
mogelijk is om de bandenspanning te
meten.
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 153
152-182_Phedra_OLA.pdf 230-07-2008 08:50:24

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >