ESP Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)

Page 2 of 246

Geachte klant,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA heeft gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rij-
den.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwa-
liteiten van uw LANCIA volledig te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdek-
ken van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud,
de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
In de “Service- en garantiehandleiding” vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd
onderhoud:
• het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
• een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van LANCIA.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd
zult raken en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevre-
den zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA PHEDRA beschreven worden,
dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en
het model van de auto die u gekocht heeft.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 1

Page 5 of 246

VEILIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN
Veiligheid en respect voor het milieu zijn de richtlijnen geweest bij het ontwerpen van de LANCIA
PHEDRA.
Dankzij deze opvatting kon de LANCIA PHEDRA strenge veiligheidstests het hoofd bieden en de
eisen van die tests overstijgen. De auto voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. En is, naar alle
waarschijnlijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen.
Daarnaast is de LANCIA PHEDRA, door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende
bijdragen aan het behoud van het milieu, een voorbeeld voor andere merken.
Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van
het milieu. Hierdoor is de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager dan de nu geldende normen.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 4

Page 14 of 246

13
1)Luchtroosters naar zijkant
2)Linker hendel: bedieningsorganen buitenverlichting
3)Claxon
4)Instrumentenpaneel: kilometertellerdisplay en waar-
schuwings-/controlelampjes
5)Rechter hendel: bedieningsorganen ruitenwissers
voor/achter en tripcomputer
6)Versnellingspook
7)Luchtroosters in het midden
8)Snelheidsmeter
9)Display van infotelematica-systeem CONNECT
Nav+
10)Toerenteller
11)Digitaal display: brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve en koelvloeistoftem-
peratuurmeter met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
12)Infotelematica-systeem CONNECT Nav+
13)Bedieningsorganen automatische klimaatregeling
14)Passagiersairbag15)Dashboardkastje
16)Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
17)Joystick van infotelematica-systeem CONNECT
Nav+
18)Sigarenaansteker
19)Middenconsole
20)Asbak en opbergvak
21)Sleutel en start-/contactslot
22)Bedieningshendel autoradio bij het stuurwiel
23)Documentenvak
24)Bestuurdersairbag
25)Bedieningshendel cruise-control
26)Koplampverstelling
(niet bij uitvoeringen met Xenon koplampen)
27)Uit-/inschakelen ESP.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 13

Page 40 of 246

39
Met schakelaar Bkan de spiegel die
versteld moet worden (
Ïlinks of
rechts
Ð), worden geselecteerd.
De spiegels zijn voorzien van ver-
warming; deze verwarming wordt in-
geschakeld als de achterruitverwar-
ming wordt ingeschakeld; deze func-
tie werkt met een tijdregeling en
wordt automatisch na enige minuten
uitgeschakeld.
Elektrisch Inklappen (fig. 51)
De spiegels kunnen alleen worden
ingeklapt als het contactslot in stand
Mstaat.
Druk om de spiegels in te klappen
op schakelaar Bop de plaats van pijl
. Als de portieren worden vergren-
deld, klappen de buitenspiegels auto-matisch in; als de portieren worden
ontgrendeld, klappen de buitenspie-
gels automatisch uit.
Als de buitenspiegels worden inge-
klapt door op schakelaar Bte druk-
ken voordat de portieren worden ver-
grendeld, klappen de spiegels niet au-
tomatisch uit als de portieren worden
ontgrendeld. Om de spiegels uit te
klappen moet opnieuw op schakelaar
Bworden gedrukt.
VEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR
EN OP DE TWEEDE RIJ
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg de gordel om.
Maak de gordels vast door gesp A
(fig. 52) in sluiting Bte plaatsen, tot-
dat wordt waargenomen dat de gesp
blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de
gordel de oprolautomaat blokkeert,
moet u de gordel een stukje laten te-
ruglopen en vervolgens geleidelijk op-
nieuw uittrekken.
fig. 50
L0B0040b
fig. 51
L0B0228b
Tijdens de beweging mo-
gen de spiegel en de spie-
gelsteun niet worden aan-
geraakt, om beklemming van de
vingers te voorkomen.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 39

Page 42 of 246

41
Controleer na het afstel-
len altijd of de knop in een
van de vaste standen is ge-
blokkeerd. Trek, als de handgreep
is losgelaten, nogmaals aan de gor-
del; hierdoor blokkeert de gordel-
bevestiging in een vaste stand, als
dit nog niet heeft plaatsgevonden.GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL AAN DE
ZIJKANT OP DE DERDE RIJ
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg de gordel om.
Deze gordels zijn voorzien van een
dubbele gesp.
Gordel omleggen: trek rustig de gor-
del uit de oprolautomaat, waarbij de
gordel moet worden begeleid, zodat
de gordel niet verdraait; plaats ver-
volgens de gesp A(fig. 54) in de slui-
ting B(m.b.v. de bijbehorende ver-
grendeling), zodat de gordel goed
vastzit. Trek de riem nogmaals uit en
plaats de gesp Cin vergrendeling D.Gordel afdoen: druk op knop Eom
gesp Clos te maken; geleid de gordel
tot aan sluiting Ben maak de ver-
grendeling los van gesp A. Plaats de
gordel in de bevestiging, zoals in af-
beelding
(fig. 55) is aangegeven.
Druk tijdens de rit niet
op de knop E.
fig. 54
L0B0231b
fig. 55
L0B0232b
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 41

Page 57 of 246

56
afhankelijk van de situatie; dit is nor-
maal en vindt plaats tijdens de normale
werking als bijvoorbeeld de airconditioning
of de elektroventilateur inschakelt.
Een langzame wijziging van het toe-
rental zorgt voor het behoud van de
acculading.
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER -
D (fig. 72 - 73)
Tijdens de normale werking geeft de
temperatuurmeter de waarden in het
midden van de schaalverdeling aan.
Als hoge waarden worden aangege-
ven, betekent dit dat de motor zwaar
wordt belast en moeten de gevraagde
prestaties worden verminderd.
Als het lampje
Xgaat branden,
geeft dit een te hoge koelvloeistoftem-
peratuur aan.
Ook als zeer langzaam wordt gere-
den onder zeer warme omstandighe-
den, kan een hoge temperatuur wor-
den bereikt. Stop in dat geval en zet
de motor uit. Start vervolgens de mo-
tor opnieuw en accelereer rustig.BRANDSTOFNIVEAUMETER -
C (fig. 72 - 73)
Deze meter geeft een indicatie van de
hoeveelheid brandstof in de brandstof-
tank.
Als het brandstofreservelampje
.
brandt, betekent dit dat er nog onge-
veer 8 liter brandstof in de tank aan-
wezig is.
Rijd niet met een bijna lege tank:
door een eventueel onregelmatige toevoer
van brandstof kan de katalysator
worden beschadigd.
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(als een autoradio aanwezig is)
fig. 73a
A- knop voor toegang tot het hoofd-
menu
B- knoppen om het hoofdmenu te
doorlopen
C- knop om de gekozen functie of
ingevoerde waarde te bevestigen
D- knop om de functie te wissen /
terug te keren naar het vorige scherm
E- keuzeknop voor de weer te geven
informatie rechts op het display (ge-
gevens, autoradio - CD, tripcompu-
ter).Hoofdmenu
Druk op knop Aom toegang te krij-
gen tot het hoofdmenu; de volgende
functies worden weergegeven:
– Radio/CD(zie voor de bijbeho-
rende functies het bijgeleverde sup-
plement “Autoradio”);
– Tripcomputer: hiermee kan in-
formatie worden weergegeven over de
mogelijk nog af te leggen afstand (ac-
tieradius), het huidige verbruik, de af-
gelegde afstand, het gemiddelde ver-
bruik en de gemiddelde snelheid; bo-
vendien kan informatie worden weer-
gegeven over de status van functies
zoals: automatische inschakeling bui-
tenverlichting, ESP, regensensor.
fig. 73a
L0B0434b
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 56

Page 58 of 246

57
Druk lang op de knop op het uiteinde
van de rechter hendel fig. 73bom de
in de boordcomputer opgeslagen gege-
vens op nul te zetten (resetten);
– Instellingenmenu: hiermee kan de
functie voor de achterruitenwisser en
de automatische in-/uitschakeling van
en kunnen de datum, de tijd, de licht-
intensiteit van het display, de eenheden
en de taal worden ingevoerd.
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(als het infotelematica-systeem
Connect Nav+ aanwezig is)
fig. 73c
A- knop voor toegang tot het hoofd-
menu
B- knoppen om het hoofdmenu te
doorlopen
C- knop om de gekozen functie of in-
gevoerde waarde te bevestigen
D- knop om de functie te wissen /
terug te keren naar het vorige scherm
E- keuzeknop voor de weer te geven
informatie rechts op het display (ge-
gevens, autoradio - cd, tripcomputer).
Hoofdmenu
Druk op knop Aom toegang te krij-
gen tot het hoofdmenu; de functies
weer te geven die horen bij:
–Navigatie
–Audio
– Tripcomputer: hiermee kan infor-
matie worden weergegeven over de
mogelijk nog af te leggen afstand (ac-
tieradius), het huidige verbruik, de af-
gelegde afstand, het gemiddelde ver-
bruik en de gemiddelde snelheid; bo-vendien
kan informatie worden weer-
gegeven over de status van functies zo-
als: automatische inschakeling buiten-
verlichting, ESP, regensensor.
Druk lang op de knop op het uiteinde
van de rechter hendel fig. 73bom de
in de boordcomputer opgeslagen gege-
vens op nul te zetten (resetten);
–Rubriek
– Instellingenmenu: hiermee kan de
fig. 73b
L0B0435b
fig. 73c
L0B0433b
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 57
functie voor de achterruitenwisser en
de automatische in-/uitschakeling van
en kunnen de datum, de tijd, de licht-
intensiteit van het display, de eenheden
en de taal worden ingevoerd.
de verlichting worden in-/uitgeschakeld
de verlichting worden in-/uitgeschakeld

Page 61 of 246

60
– als de gewenste onderhoudsinter-
val wordt weergegeven op de onder-
houdsindicatie, druk dan op knop C
en houd de knop ingedrukt; het in-
terval knippert gedurende ongeveer
10 seconden, waarna de stand niet
knipperend wordt weergegeven;
– laat de knop los om de instelling
op te slaan.
OP NUL ZETTEN(RESETTEN)
Ga voor het resetten als volgt te
werk:
– draai het contactslot in de stand S;
– druk knop Cin en houd de knop
ingedrukt;
– draai het contactslot in stand M;
de onderhoudsindicatie loopt geleide-
lijk terug totdat 0wordt weergegeven;
– laat de knop Clos; symbool A
dooft om aan te geven dat de functie
is gereset.
De Lancia-dealer voert deze han-
deling uit na alle in het Gepro-
grammeerd Onderhoud aangege-
ven controle- en onderhoudsbeur-
ten.
CONNECT Nav+
(indien aanwezig)
Enige uitvoeringen zijn uitgerust met
een infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+ dat bestaat uit een auto-
radio met cd-speler, een mobiele GSM
telefoon, een navigatiesysteem en een
boordcomputer; het systeem is aan-
gepast aan het interieur en de vorm-
geving van het dashboard.
Het systeem is ergonomisch ge-
plaatst voor de bestuurder en de voor-
passagier en m.b.v. het display kan
snel worden vastgesteld welke bedie-
ningsorganen bediend kunnen wor-
den.
Volg voor het gebruik van het
systeem zorgvuldig de instructies
en de waarschuwingen voor het
gebruik en de verkeersveiligheid
op, die zijn aangegeven in het bij
het Instructieboekje geleverde
supplement.Het navigatiesysteem is
een hulp voor de bestuur-
der tijdens de rit en infor-
meert, m.b.v. gesproken en visuele
informatie, over de optimale route
om de ingevoerde bestemming te
bereiken. De door het navigatie-
systeem Nav verstrekte aanbeve-
lingen ontheffen de bestuurder
niet van zijn verantwoordelijkheid
voor de handelingen die hij tijdens
het rijden met de auto in het ver-
keer uitvoert; de bestuurder moet
altijd de voorschriften van de we-
genverkeerswet i
n acht nemen;
ook de andere voorschriften die op
dit gebied van kracht zijn, moeten
gerespecteerd worden. De verant-
woordelijkheid voor de verkeers-
veiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder van de auto.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 60

Page 65 of 246

SERVICE-LAMPJE
Het lampje gaat branden
als één van de volgende situ-
aties optreedt: te laag koelvloeistofni-
ESP (geel)
Als het contactslot in stand
Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het moet echter na
enige seconden doven.
Als het lampje niet dooft of gedu-
rende rit blijft branden, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het
rijden, dan geeft dit aan dat het ESP
werkt.
Het lampje gaat ook branden als het
ESP wordt uitgeschakeld met de be-
treffende knop (zie het hoofdstuk
“ESP”). FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Als de frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld en het contact-
slot in stand Mwordt gedraaid, gaat
het lampje branden; het moet echter
na ongeveer 4 seconden doven.
64
MISTACHTERLICHT
(geel)
Dit gaat branden als het mistachter-
licht wordt ingeschakeld.veau, storing in roetfilter, additiefni-
veau te laag (het risico bestaat dat het
roetfilter verstopt raakt).
VOORGLOEIREGELING
(geel)
Als het contactslot in de
stand Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het lampje dooft als
voorgloeibougies de vooraf ingestelde
temperatuur hebben bereikt.
Start de motor, zodra het lampje ge-
doofd is.
WAARSCHUWINGBij een hoge
buitentemperatuur kan het lampje
zeer kort gaan branden.
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Het lampje gaat branden
als in de brandstoftank nog ongeveer
8 liter brandstof aanwezig is.

h
Het lampje §geeft bo-
vendien een storing aan
van het lampje
¡aan. Dit
wordt weergegeven met een knip-
perend lampje §, ook als de 4 se-
conden al zijn verstreken. In dat
geval kan het lampje
¡geen sto-
ringen in de veiligheidssystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt,
moet contact worden opgenomen
met de Lancia-dealer om het sys-
teem te laten controleren.
Het lampje gaat branden als de front-
airbag aan passagierszijde wordt uit-
geschakeld.
§
P
f
.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 64

Page 90 of 246

89
Zonodig kan de ingestelde snelheid
worden overschreden door het gaspe-
daal in te trappen (bijv. bij inhalen);
als het pedaal wordt losgelaten, wordt
de opgeslagen snelheid weer aange-
houden.
Handmatig accelereren of dece-
lereren: bedien, als gereden wordt
met ingeschakelde cruise-control,
schakelaar Bof Com de opgeslagen
snelheid respectievelijk te verlagen of
verhogen.
Uitschakelen: druk op schakelaar
Dop het uiteinde van de hendel. Het
systeem schakelt automatisch uit als
het rem- of koppelingspedaal wordt
ingetrapt.Opgeslagen snelheid oproepen:
nadat het rem- of koppelingspedaal is
ingetrapt of het systeem is uitgescha-
keld en kan door op knop Dte druk-
ken de laatst opgeslagen snelheid
worden opgeroepen.
Geheugen wissen: zet om het ge-
heugen geheel te wissen op schakelaar
Avan stand ON in stand OFF.
WAARSCHUWINGGebruik de
cruise-control alleen onder verkeers-
en rij-omstandigheden waarbij een
constante snelheid aangehouden kan
worden.HAND-
GESCHA
KELDE
VERSNELLINGSBAK
Trap, om de versnellingen in te
schakelen, het koppelingspedaal in en
zet de versnellingspook in een van de
standen van het schema op de pook-
knop.
WAARSCHUWINGDe achteruit
kan alleen bij een geheel stilstaande
auto worden ingeschakeld. Wacht, als
de motor draait, ten minste 2 secon-
den met geheel ingetrapt koppelings-
pedaal, voordat de achteruit wordt in-
geschakeld; hiermee wordt voorko-
men dat de tandwielen beschadigen.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 89

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 40 next >