ESP Lancia Phedra 2010 Instructieboek (in Dutch)

Page 120 of 246

119
Als de sensoren signaleren dat de
auto kan gaan slippen, grijpt het ESP-
systeem in op de motorwerking en de
remmen waardoor een stabiliserend
koppel ontstaat.
De mogelijkheden van
het systeem wat betreft de
actieve veiligheid mogen er
nooit toe leiden dat de bestuurder
onnodige risico’s neemt. De rijstijl
moet altijd zijn aangepast aan het
wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en
overal bij de bestuurder van de
auto.
Het ESP-systeem ondersteunt de be-
stuurder om de auto onder controle te
houden als de banden de grip verlie-
zen. De krachten die door het ESP-
systeem worden geleverd om de sta-
biliteit van de auto te bewaren zijn
altijd afhankelijk van de grip van de
banden op de ondergrond. WERKING VAN HET
ESP-SYSTEEM
Het ESP-systeem wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt ge-
start; de functie kan handmatig wor-
den in- en uitgeschakeld door knop A
(fig. 156) op het dashboard in te
drukken.
De belangrijkste componenten van
het ESP-systeem zijn:
– een elektronische regeleenheid die
in staat is om de signalen van de sen-
soren te verwerken en de beste wer-
king in te stellen;
– een hoeksensor die de stand van
het stuur signaleert;
– vier sensoren die de draaisnelheid
van alle wielen signaleren;
fig. 156
L0B0112b
– een rempedaalsensor;
– een gierhoeksensor waarmee de
draaiing van de auto om de verticale
as wordt gesignaleerd;
– een dwarsversnellingssensor (cen-
trifugale kracht).
Het hart van het systeem is de ESP-
regeleenheid; deze ontvangt de gege-
vens van de sensoren in de auto en be-
rekent de centrifugale krachten die
worden opgewekt als de auto in een
bocht rijdt. De gierhoeksensor meet
de draaiing van de auto om de verti-
cale as. De centrifugale krachten die
worden opgewekt als de auto in een
bocht rijdt, worden echter gemeten
door een zeer gevoelige dwarsversnel-
lingssensor.
De stabiliserende werking van het
ESP-systeem is afhankelijk van de
door de elektronische regeleenheid
van het systeem uitgevoerde bereke-
ningen; deze verwerkt de signalen die
worden ontvangen van de stuurhoek-
sensor, de dwarsversnellingssensor en
de draaisnelheid van elk wiel. Met be-
hulp van deze signalen kan de rege-
leenheid de gewenste manoeuvre van
de bestuurder herkennen als de be-
stuurder het stuur verdraait.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 119

Page 121 of 246

120
INGRIJPEN VAN HET
ESP-SYSTEEM
Als het ESP-systeem ingrijpt gaat het
lampje
ñknipperen om de bestuur-
der te informeren dat de auto zich on-
der kritieke omstandigheden bevindt
wat betreft de stabiliteit en de grip.
Storing van het ESP-systeem
aangeven
Bij een storing, wordt het ESP-sys-
teem automatisch uitgeschakeld en
gaat het lampje
ñcontinu branden;
tegelijkertijd verschijnt en mededeling
op het display van het infotelematica-
systeem CONNECT Nav+.
Bij een storing van het ESP-systeem
reageert de auto hetzelfde als een auto
die niet is uitgerust met dit systeem:
wend u in dit geval zo snel mogelijk
tot de Lancia-dealer.
Voor de juiste werking
van het ESP-systeem moe-
ten de banden van het-
zelfde merk en type zijn en dezelfde
bandenmaat hebben. Bovendien
moeten alle banden in een zeer
goede conditie zijn.
De regeleenheid verwerkt de van de
sensoren ontvangen informatie, kent
zo op elk moment de positie van de
auto en kan deze positie vergelijken
met de richting die door de bestuur-
der wordt gewenst. Als dit niet over-
eenkomt, kiest de regeleenheid in een
fractie van een seconde de handelin-
gen uit om de auto in de gewenste
richting te laten rijden en voert die
handelingen uit: remmen met een ver-
schillende remkracht op een of meer
wielen en verlagen van het motorver-
mogen.
De corrigerende handelingen worden
doorlopend gewijzigd, terwijl gezocht
wordt naar de door de bestuurder ge-
wenste richting.
De werking van het ESP-systeem
verhoogt de actieve veiligheid van de
auto’s aanzienlijk in veel kritieke om-
standigheden en is vooral nuttig als de
grip op de weg wijzigt.TC en ASR
De functies TC (Traction Control)
en ASR (Anti Slip Regulation) zijn in
het ESP-systeem geïntegreerd; deze
functies regelen de trekkracht van de
auto en grijpen automatisch in als een
of beide aangedreven wielen dreigen
te slippen.
Afhankelijk van de omstandigheden
waarin het slippen plaatsvindt, wor-
den de twee verschillende functies in-
geschakeld:
– als het slippen bij beide aangedre-
ven wielen plaatsvindt door een te
grote overgebrachte kracht, grijpt het
ASR-systeem in door het vermogen te
verlagen dat door de motor wordt ge-
leverd;
– als het slippen alleen plaatsvindt
bij één van de aangedreven wielen,
grijpt de TC-functie in en remt auto-
matisch het slippende wiel af; het ef-
fect is gelijk aan de werking van een
sperdifferentieel.
De werking van de TC en het ASR
zijn onder de volgende omstandighe-
den nuttig:
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 120

Page 122 of 246

121
– slippen van het binnenste wiel in
een bocht door de dynamische wijzi-
ging van de belasting en een te snelle
acceleratie;
– te hoog overgebracht vermogen
naar de wielen, ook in samenhang
met de conditie van het wegdek,
– acceleratie op gladde, besneeuwde
of beijzelde wegen,
– als de grip wordt verloren op een
nat wegdek.De mogelijkheden van de
functies wat betreft de ac-
tieve veiligheid mogen er
nooit toe leiden dat de bestuurder
onnodige risico’s neemt. De rijstijl
moet altijd zijn aangepast aan het
wegdek, het zicht en het verkeer. De
verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal
bij de bestuurder van de auto.
Voor de juiste werking
van de TC en het ASR
moeten de banden van
hetzelfde merk en type zijn en de-
zelfde bandenmaat hebben. Bo-
vendien moeten alle banden in een
zeer goede conditie zijn.BELANGRIJKAls op een be-
sneeuwd oppervlak met gemonteerde
sneeuwkettingen wordt gereden, kan
het nuttig zijn om het ESP-systeem
uit te schakelen. In dat geval worden
tegelijkertijd ook de TC en het ASR
uitgeschakeld: onder deze omstandig-
heden levert het slippen van de aan-
gedreven wielen bij het wegrijden juist
meer trekkracht op.
MSR
Het systeem is ook voorzien van
MSR (Motor Schleppmoment Rege-
lung) dat het afremmen op de motor
regelt. Deze regelt automatisch het
motorkoppel als wordt teruggescha-
keld; als bruusk wordt teruggescha-
keld, wordt snel het motorkoppel ver-
laagd; hierdoor wordt voorkomen dat
de aangedreven wielen blokkeren
waardoor, vooral op een ondergrond
met weinig grip, de auto minder sta-
biel wordt.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 121

Page 124 of 246

De aanwezigheid van het
TPMS ontslaat de bestuur-
der niet van de plicht om
regelmatig de bandenspanning
(ook van het reservewiel) te con-
troleren.
AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet op-
geslagen en worden dus niet aangege-
ven als de motor wordt uitgezet en
vervolgens weer wordt gestart. Als de
storingen blijven bestaan, stuurt de
regeleenheid de betreffende meldin-
gen pas naar het instrumentenpaneel
als de auto een korte tijd rijdt.
123
BELANGRIJKDe bandenspanning
moet worden gecontroleerd bij een
tijdje niet gebruikte en koude banden;
als om wat voor reden dan ook de
spanning bij warme banden moet
worden gecontroleerd, verlaag dan
niet de spanning als deze te hoog
blijkt te zijn, maar herhaal de controle
bij koude banden.BELANGRIJKHet TPMS kan niet
waarschuwen als de bandenspanning
plotseling wegvalt (bijvoorbeeld bij
een klapband). Breng in dit geval de
auto tot stilstand door voorzichtig te
remmen en zonder heftige stuurbe-
wegingen uit te voeren.
BELANGRIJKAls de normale ban-
den worden vervangen door winter-
banden of andersom, moet ook het
TPMS worden afgesteld; wend u hier-
voor tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJKHet TPMS-systeem
vereist het gebruik van een speciale
uitrusting. Wend u tot de Lancia-
dealervoor informatie over de acces-
soires die bij dit systeem kunnen wor-
den gebruikt (velgen, wieldeksels
enz.). Het gebruik van andere acces-
soires kan de normale werking van
het systeem verhinderen.
BELANGRIJKDe bandenspanning
is afhankelijk van de buitentempera-
tuur. Het TPMS-systeem kan tijdelijk
een te lage bandenspanning signale-
ren. Controleer in dat geval de ban-
denspanning als de band koud is en
herstel, zonodig, de bandenspanning.BELANGRIJKAls de auto is uitge-
rust met TPMS, moeten bij het mon-
teren/demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, moeten de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespecialiseerd
personeel worden vervangen. Wend
u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJKAls de auto is uitge-
rust met TPMS en een band wordt
vervangen, moet ook het rubber van
het ventiel worden vervangen. Wend
u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJKStoringen door een
radiofrequentie kunnen de juiste wer-
king van het TPMS-systeem verhin-
deren. Om de bestuurder te informe-
ren verschijnt een mededeling op het
display. Deze melding verdwijnt au-
tomatisch zodra de storing het sys-
teem niet meer ontregelt.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 123

Page 133 of 246

132
EXTRA
ACCESSOIRES
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOONS
Mobiele telefoons en andere zendap-
paratuur (bv. 27 mc) mogen niet in
de auto worden gebruikt, tenzij m.b.v.
een aparte antenne aan de buitenkant
van de auto.
BELANGRIJKAls een mobiele te-
lefoon, 27 mc apparatuur of verge-
lijkbare apparatuur zonder externe
antenne in het interieur wordt ge-
bruikt, worden elektromagnetische
velden opgewekt, die als ze versterkt
worden door de reflectie in het interi-
eur, mogelijk schadelijk zijn voor de
gezondheid van de inzittenden en de
werking van de elektronische syste-
men in de auto negatief beïnvloeden.
Hierdoor kan de veiligheid in gevaar
worden gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt door
de afscherming door de carrosserie.
Let op bij de montage van
extra spoilers, lichtmeta-
len velgen en niet stan-
daard wieldoppen: ze kunnen de
ventilatie van de remmen vermin-
deren en daarmee hun doelmatig-
heid tijdens krachtig en veelvuldig
remmen; bijvoorbeeld tijdens een
lange afdaling. Controleer boven-
dien of de slag van de pedalen niet
beperkt wordt (door matten enz.).
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische syste-
men die na aankoop van de auto en
binnen de aftersales-service worden
gemonteerd, moeten voorzien zijn van
het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de mon-
tage van zend-/ontvangstapparatuur op
voorwaarde dat de montagewerkzaam-
heden op de juiste wijze bij een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd,
waarbij de aanwijzingen van de fabri-
kant in acht moeten worden genomen.
BELANGRIJK Als apparatuur wordt
gemonteerd, waardoor de specificaties
van de auto worden gewijzigd, kan
het kentekenbewijs door de verant-
woordelijke autoriteiten worden inge-
nomen en kan de garantie mogelijk
vervallen die de defecten dekt die zo-
wel direct als indirect veroorzaakt zijn
door de genoemde wijziging.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele
wijze aansprakelijk voor schade die
het gevolg is van de installatie van ac-
cessoires die niet door Fiat Auto
S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en
die niet conform de geleverde in-
structies zijn geïnstalleerd.
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele tele-
foons, 27 mc en dergelijke) mogen al-
leen in de auto worden gebruikt met
een aparte antenne aan de buitenkant
van de auto.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 132

Page 140 of 246

139
TIJDENS DE RIT
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– de belangrijkste regel voor veilig
rijden is voorzichtigheid; voorzichtig-
heid houd ook in dat rekening moet
worden gehouden met onjuiste of on-
voorzichtige handelingen van anderen;
– houd beslist de wegenverkeerswet
van het land waarin wordt gereden
aan en respecteer altijd de maximum
snelheid;
– controleer altijd of uzelf én alle
passagiers in de auto de veiligheids-
gordel dragen, dat kinderen worden
vervoerd in geschikte beveiligings-
middelen en dat eventuele dieren bij
voorkeur in een afgeschermd deel van
de auto worden vervoerd;
– een lange reis moet altijd in een
optimale conditie worden begonnen;– rijd nooit uren achter elkaar, maar
stop regelmatig, waarbij enige bewe-
ging moet worden genomen en u weer
op krachten kunt komen;
– zorg ervoor dat de lucht in het in-
terieur constant wordt ververst;
– rijd nooit hellingen af met een uit-
schakelde motor: u kunt in deze situ-
atie geen gebruik maken van het rem-
men op de motor, de rembekrachtiging
en de stuurbekrachtiging, omdat voor
het remmen en sturen meer kracht
moet worden uitgeoefend op het rem-
pedaal en het stuur.
Water, ijs en strooizout
op het wegdek kunnen
zich op de remschijven af-
zetten, waardoor de gewenste rem-
vertraging bij de eerste keer rem-
men iets later wordt bereikt.
Let op bij de montage van
spoilers, lichtmetalen vel-
gen en niet standaard
wieldoppen: ze kunnen de ventila-
tie van de remmen verminderen en
daarmee hun doelmatigheid tij-
dens krachtig en veelvuldig rem-
men; bijvoorbeeld tijdens een
lange afdaling.
Rijden onder invloed van
alcohol, verdovende mid-
delen of bepaalde medicij-
nen is gevaarlijk voor u en anderen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 139

Page 144 of 246

143
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– tijdens een noodstop of bij weinig
grip kan een trillend rempedaal wor-
den waargenomen; dit is een teken
dat het ABS-systeem werkt; laat het
pedaal niet los, maar houdt het inge-
trapt om de remwerking niet te laten
stoppen;
– het ABS-systeem voorkomt het
blokkeren van de wielen, maar ver-
hoogt de grip tussen de band en het
wegdek niet; daarom moet, ook bij
auto’s met ABS altijd een veilige af-
stand tot de voor u rijdende auto wor-
den aangehouden en moet de snelheid
in een bocht worden beperkt.
Het ABS-systeem dient om de be-
stuurbaarheid van de auto te verbete-
ren en niet om harder te kunnen rijden.
KOSTENBESPARING EN
MILIEUBESCHERMING
Banden
Controleer regelmatig, ten minste
een keer per maand, de spanning van
de banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt
het verbruik toe. Bovendien slijten de
banden sneller, wordt het weggedrag
negatief beïnvloed en wordt daardoor
de veiligheid in gevaar gebracht.
Overbodige bagage
Rijd nooit met te veel bagage in de
bagageruimte. Het gewicht van de
auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op
het brandstofverbruik en de stabiliteit. Hieronder worden enige nuttige tips
gegeven om kosten te besparen en het
milieu te sparen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
De conditie van de auto is zeer be-
langrijk bij het beperken van het
brandstofverbruik, het comfort tijdens
de rit en de levensduur van de auto.
Daarom moet het onderhoud volgens
het Geprogrammeerd Onderhouds-
schema worden uitgevoerd (zie de on-
derdelen … luchtfilter enz.) in het
hoofdstuk „Onderhoud van de auto”.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 143

Page 148 of 246

147
Laat de motor voordat u wegrijdt
niet warmdraaien met stationair toe-
rental, behalve als de buitentempera-
tuur zeer laag is; ook in dat geval mag
de motor niet langer dan 30 seconden
warmdraaien.Monteer geen andere hitteschilden
en verwijder de bestaande hitteschil-
den op de katalysator en de uitlaat
niet.TREKKEN VAN
AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een adequate
elektrische installatie.
Om schade aan het elektrische sys-
teem van de auto te voorkomen, moet
een speciale regeleenheid voor de aan-
hanger worden geïnstalleerd.
De montage van de trekhaak moet
door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Ook moet documentatie
worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zo nodig speciale en/of ex-
tra achteruitkijkspiegels, waarmee
u voldoet aan de geldende verkeers-
wetgeving.
Let er op dat het maximale klimver-
mogen van de auto door het gewicht
van een aanhanger wordt beperkt.
Bovendien wordt de remweg langer en
is meer tijd nodig om in te halen. Onder normale bedrijfs-
omstandigheden bereikt
de katalysator hoge tempe-
raturen. Parkeer daarom niet bo-
ven brandbare materialen (gras,
droge bladeren, dennennaalden
enz.): brandgevaar.
Spuit niets op de kataly-
sator, de lambdasonde en
de uitlaat.
Als deze normen niet in
acht worden genomen,
neemt het risico op brand
toe.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 147

Page 151 of 246

150
SNEEUWKET-
TINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is
afhankelijk van de geldende wetten
van het land waarin wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Gebruik alleen dunne sneeuwkettin-
gen (maximale dikte: 12 mm boven
het profiel van de band).
Wij bevelen u aan sneeuwkettingen
uit het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma te gebruiken.
Controleer na enkele meters rijden
of de sneeuwkettingen nog goed ge-
spannen zijn.Wij raden u aan om het
ESP-systeem uit te schake-
len als sneeuwkettingen
zijn gemonteerd.
AUTO LANGERE
TIJD STALLEN
Als de auto langere tijd niet wordt
gebruikt, moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen worden uitgevoerd:
– zet de auto in een overdekte, droge
en zo mogelijk geventileerde ruimte;
– schakel een versnelling in of stand
Pbij uitvoeringen met een automati-
sche versnellingsbak;
– trek de handrem aan;
– maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
– smeer de rubbers van de ruiten-
wissers voor en achter in met talk-
poeder en laat de wissers los van de
ruit staan;
– zet de ruiten een klein stukje open;
Rijd met beperkte
snelheid als sneeuw-
ket
tingen zijn ge-
monteerd; rijd niet harder dan
50 km/h. Vermijd kuilen, stoe-
pranden of andere obstakels en
rijd geen lange stukken op wegen
zonder sneeuw, om de auto en het
wegdek niet te beschadigen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 150

Page 177 of 246

176
10 A
15 A
10 A
10 A
10 A
15 A
20 A
20 A
15 A
15 A
10 A
10 A
15 A
10 A
30 A
30 A
40 ASchakelaar achteruitrijverlichting, xenonlampen, bedieningsorganen aanjager,
koelvloeistofniveau, dieselfilterverwarming, voorgloeibougies, cruisecontrol,
luchtkwantummeter.
Brandstofpomp, uitlaatgasrecirculatiesysteem en turbodrukregelaar
ABS, ESP
Voeding algemene verbruikers voor de hoofdzekeringenhouder
Roetfilter
Mistlampen voor
Koplampsproeiers
Voeding relais hoofdzekeringenhouder; stuursignalen aanjagerrelais,
magneetklep brandstofdrukregelaar en uitlaatgasrecirculatie
Dimlicht links, koplampverstelling
Dimlicht rechts
Grootlicht links
Grootlicht rechts
Claxon
Ruitensproeierpomp voor – achter
Lambdasonde, inspuitventielen, bougies, brandstofdampafsluitklep,
magneetklep inspuitpomp
Ruitenwissers voor
Extra aanjagers
Zekeringenkast in motorruimte (fig. 38)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
17
18
152-182 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:33 Pagina 176

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >