Lancia Voyager 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 381 of 404
In duizenden kilometers 24 48 72 96 120 144 168 192Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Werking van verlichting (koplampen, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, hand-
schoenenkastje, waarschuwingslampjes instrumentenpaneel
enz.) controleren.
Werking van het ruitensproeiersysteem controleren en, indien
nodig, de sproeiers afstellen.
Stand van wisserbladen voor/achter controleren en wisserbla-
den op slijtage controleren.
Controleren of sloten van motorkap en kofferbak schoon zijn
en scharnieren schoon en voldoende gesmeerd zijn.
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodemplaatbe-
scherming, pijpen en leidingen (uitlaat - brandstof - remmen),
rubberdelen (hoezen, bussen, manchetten enz.).
Conditie en slijtage van de remblokken vóór controleren.
Conditie en slijtage van de remblokken achter controleren.
Vloeistofniveaus (remmen, ruitensproeier, accu, koelvloeistof,
enz.) controleren en, indien nodig, vloeistof bijvullen.
Visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijf-
riem(en).
Uitlaatgasemissiewaarden controleren.
Werking motormanagement controleren (via diagnosestekker).
Automatische transmissievloeistof verversen en filter vervan-
gen. (*)
Bougies vervangen.
375
Page 382 of 404
In duizenden kilometers 24 48 72 96 120 144 168 192Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Luchtfilterelement vervangen.
Motorolie verversen en oliefilter vervangen. (**)
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
(*) Vloeistof van automatische ver-
snellingsbak verversen en filter(s)
vervangen bij 96.000 km of 48 maan-
den als u met de auto onder een van de
volgende omstandigheden rijdt: rij-
den in stadsverkeer, herhaaldelijke
korte ritten (minder dan 7-8 km), of
regelmatig trekken van aanhangwa-
gen of caravan
(**) Verversing van de motorolie en
vervanging van het oliefilter moet
worden uitgevoerd indien dit wordt
aangegeven door een waarschuwings-
lampje of via een bericht op het in-
strumentenpaneel, en maximaal elke
12 maanden.
Periodieke controles
Na elke 1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en indien nodig bijvullen: koelvloeistof;
remvloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de
banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder
dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zonder
gebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in het
onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
376
Page 383 of 404
controleren of sloten van motorkapen scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de
hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter
vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen; luchtfilter controleren en indien no-
dig vervangen.
ONDERHOUDSSCHEMA —
DIESELMOTOR
Om u de beste rijervaring te bieden
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de
hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft aange-
schaft. De monteurs bij de dealer ken-
nen uw auto het beste en hebben toe-
gang tot informatie van
fabrieksgetrainde specialisten, origi-
nele onderdelen van LANCIA en spe-
ciaal ontworpen elektronisch en me-
chanisch gereedschap waarmee
kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen. De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk.
OPMERKING: Onder geen beding
mogen de intervaltermijnen voor
olieverversing groter zijn dan
25.000 km of 12 maanden, afhan-
kelijk van wat eerst komt.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud ach-
terwege wordt gelaten, kan dit lei-
den tot schade aan uw auto.
Vereiste onderhoudsintervallen
Raadpleeg de onderhoudsschema's op
de volgende pagina's voor de vereiste
onderhoudsintervallen.
In duizenden kilometers 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Banden op conditie/slijtage controleren en banden-
spanning indien nodig corrigeren.
377
Page 384 of 404
In duizenden kilometers 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Werking van verlichting (koplampen, richtingaanwij-
zers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte,
interieur, handschoenenkastje, waarschuwingslampjes
instrumentenpaneel enz.) controleren.
Werking van het ruitensproeiersysteem controleren en,
indien nodig, de sproeiers afstellen.
Stand van wisserbladen voor/achter controleren en
wisserbladen op slijtage controleren.
Controleren of sloten van motorkap en kofferbak
schoon zijn en scharnieren schoon en voldoende ge-
smeerd zijn.
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodem-
plaatbescherming, pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstof - remmen), rubberdelen (hoezen, bussen,
manchetten enz.).
Controleer de conditie en slijtage van de remblokken
vóór.
Conditie en slijtage van de remblokken achter contro-
leren.
Vloeistofniveaus (remmen, ruitensproeier, accu, koel-
vloeistof, enz.) controleren en, indien nodig, vloeistof
bijvullen.
Visuele controle uitvoeren van de conditie van de hul-
paandrijfriem(en).
De toestand van de distributieriem controleren.
378
Page 385 of 404
In duizenden kilometers 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Uitlaatgasemissiewaarden controleren.
Werking motormanagement controleren (via diagnose-
stekker).
Automatische transmissievloeistof verversen en filter
vervangen.
Brandstoffilter vervangen (dieseluitvoering).
Hulpaandrijfriem(en) vervangen.
Distributieriem vervangen (*).
Luchtfilterelement vervangen.
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (**).
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
(*) Ongeacht het aantal gereden kilo-
meters moet de distributieriem bij ge-
bruik onder bijzonder zware omstan-
digheden (koud klimaat,
stadsverkeer, langdurig stationair
draaien) om de 4 jaar worden vervan-
gen, en in alle overige gevallen ten
minste om de 5 jaar. (**) Verversing van de motorolie en
vervanging van het oliefilter moet
worden uitgevoerd indien dit wordt
aangegeven door een waarschuwings-
lampje of via een bericht op het in-
strumentenpaneel, en maximaal elke
12 maanden.
379
Page 386 of 404
Periodieke controles
Na elke1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en indien nodig bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder
dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zonder
gebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in het
onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn; visuele controle uitvoeren van con-
ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de
hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter
vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
380
Page 387 of 404
9
INDEX
381
Page 388 of 404
Aanhangergewicht. . . . . . . . . . .306
Aanhangwagen trekken . . . . . . . .303
Aanvullend veiligheidssysteem - Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
ABS-lampje . . . . . . . . . . . . . . . .188
ABS, waarschuwingslampje . . . . .188
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .343
Accu, besparingsfunctie
(bescherming) . . . . . . . . . . .140
starten met startkabels . . . . . .327
van afstandsbediening
vervangen . . . . . . . . . . . . . . .20
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Achterligger . . . . . . . . . . . . . . . .90
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . . .194
Achtermistlampen . . . . . . . . . . .194
Achterruitvoorzieningen . . . . . . .174
Achteruitrijlichten . . . . . . . . . . .366
Additieven, brandstof . . . . . . . . .301
Afkoelen, turbo . . . . . . . . . . . . .259
Afstandsbediening autoradio . . . .239
Afstellen, koplampen . . . . . . . . .141
Afvoeren, antivries
(motorkoelvloeistof) . . . . . . .350
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . .50, 57
Airbag, activering . . . . . . . . . . . . .58
Airbaglampje . . . . . .55, 60, 74, 191 Airbagonderhoud
. . . . . . . . . . . . .59
Airbag, raam (zijgordijn) . .53, 54, 57
Airbag, zij- . . . . . . . . .53, 54, 56, 57
Airco, achterin . . . . . . . . . . . . . .247
Airco achterin . . . . . . . . . . . . . .247
Airco, filter . . . . . . . . . . . .250, 345
Airco, koelmiddel . . . . . . . .344, 345
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . . .344
Aircosysteem . . . . . . . . . . .241, 344
Airco, tips voor gebruik . . . . . . . .250
Alarm (beveiliging) . . . . . . . . . . .15
Alarmknipperlichten . . . . . . . . . .317
Alarmlampje . . . . . . . . . . . . . . .192
Alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . .192
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . .15
Algemene informatie . . . . . . . .15, 21
Antidiefstalsysteem . . . . . . . . . . . .15
Antivries (motorkoelvloeistof) . . .349,
367
Antivries (motorkoelvloeistof),
afvoeren . . . . . . . . . . . . . . .350
Asbak . . . . . . . . . . . . . . . .163, 166
Automatisch controlelampje Olie verversen . . . . . . . . . . . . . . . .204
Automatische koplampen . . . . . . .138
Automatische portiervergrendelingen . . . . .23, 24Automatische temperatuurregeling
(ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . .241
Automatische transaxle, vloeistofpeil controleren . . . . .354
vloeistof toevoegen . . . . . . . .354
Automatische versnellingsbak . . .260,
353, 354
Automatische versnellingsbak,
schakelgroepen . . . . . . . . . . .262
soort vloeistof . . . . . . . . . . . .353
speciale additieven . . . . . . . .354
vloeistof bijvullen . . . . . . . . .354
vloeistof en filter vervangen . .354
vloeistof verversen . . . . . . . . .354
Autowasserijen . . . . . . . . . . . . . .355
Bagagerek (dakdrager) . . . . . . . .175
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . .173
Bagageruimte, bagagebox . . . . . . . . . . . . . .175
Bagageruimte, voorzieningen . . . .173
Bagage (voertuiglast) . . . . . . . . .169
Banden . . . . . . . . . . . . . . . .75, 278
Banden, algemene informatie . . . . . . .278
bandenmaten . . . . . . . . . . . .285
bandenspanning . . . . . . . . . .278
belastbaarheid . . . . . . . . . . .289
compacte thuiskomer . . . . . . .280
382
Page 389 of 404
controlesysteem voor
bandenspanning. . . . . . . . . .292
hoge snelheden . . . . . . . . . . .279
levensduur . . . . . . . . . . . . . .283
opkrikken . . . . . . . . . . .318, 322
oppompdruk . . . . . . . . . . . .278
radiaal . . . . . . . . . . . . . . . .280
reservewiel . . . . . . . . . . . . . .318
rotatie . . . . . . . . . . . . . . . . .292
slijtagemarkeringen . . . . . . . .282
spinnen . . . . . . . . . . . . . . . .282
veiligheid . . . . . . . . . . .278, 284
veroudering (levensduur van
de banden) . . . . . . . . . . . . . .283
vervangen . . . . . . . . . . . . . .283
verwisselen . . . . . . . . . . . . . .318
waarschuwingslampje
bandenspanning . . . . . . . . . .188
Band- en beladingsinformatiesticker . . . .289
Bandenspanning . . . . . . . . . . . .278
Bandenveiligheidsinformatie . . . .284
Bandmarkeringen . . . . . . . . . . . .284
Batterij van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . . . .20
Bediening van de radio . . . . . . . .241
Bekerhouders . . . . . . . . . . .164, 358
Benzine (brandstof) . . . . . . . . . .299 Benzine (brandstof),
besparen . . . . . . . . . . . . . . .204
Bergplaats krik . . . . . . . . . . . . .318
Bevestigingssysteem voor kinderzitjes (LATCH) . . . . . . . . . . . . . . . .67
Bewaking, bandenspanningssysteem . . . . .292
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . .85
Binnenspiegel met automatische dimstand . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Binnenspiegels . . . . . . . . . . . . . . .85
Boordcomputer . . . . . . . . . .194, 205
Bougies . . . . . . . . . . . . . . . . . . .368
Brandstof . . . . . . . . . . . . .299, 302
Brandstof, additieven . . . . . . . . . . . . . .301
benzine . . . . . . . . . . . . . . . .299
besparingsmodus . . . . . . . . . .204
diesel . . . . . . . . . . . . . .302, 368
ethanol . . . . . . . . . . . . . . . .300
octaangehalte . . . . . . . .299, 368
specificaties . . . . . . . . . . . . .368
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . .302
tankinhoud . . . . . . . . . . . . .367
vereisten . . . . . . . . . . . . . . .367
vuldop (gasdop) . . . . . .191, 302
vulklep (gasdop) . . . . . . . . . .191
Brandstof besparen . . . . . . . . . . .204
Brandstofbesparing . . . . . . . . . . .204 Brandstoflampje
. . . . . . . . . . . . .202
Brandstofmeter . . . . . . . . . . . . .191
Brandstofoptimalisering . . . . . . .204
Brandstof tanken . . . . . . . . . . . .302
Brandstofvuldop . . . . . . . . . . . . .302
B-stijl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .289
Buitenspiegels, elektrisch bediend . . . . . . . . . .86
inklapbaar . . . . . . . . . . . . . . .86
Buitenste achteruitkijkspiegel . . . . .85
buitenverlichting . . . . . . . . . . . . .75
Buitenverlichting . . . . . . . . . . . . .75
Camera, achter . . . . . . . . . . . . .154
Camera achter . . . . . . . . . . . . . .154
Capaciteiten, vloeistof . . . . . . . . .367
Carrosserie, smering van mechanismen . . . . . . . . . . . . .346
Cd, onderhoud . . . . . . . . . . . . . .240
Chassisnummer (VIN) . . . . . . . . . .8
Compacte reserveband . . . . . . . .280
Connector UCI . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
universele verbruiksinterface
(UCI) . . . . . . . . . . . . . . . . .215
Console . . . . . . . . . . . . . . . . . .170
Console, dak . . . . . . . . . . . . . . .156
Console, verwijderbaar . . . . . . . .172
Console, vloer . . . . . . . . . . . . . .170
383
Page 390 of 404
Contactsleutel. . . . . . . . . . . .12, 13
Contactsleutel verwijderen . . . . . . .13
Corrosiebescherming . . . . . . . . . .355
Dagkilometerteller . . . . . . . . . . .186
Dakconsole . . . . . . . . . . . . . . . .156
Dakdrager (imperiaal) . . . . . . . .175
Dashboardbekleding . . . . . . . . . .356
Datarecorder . . . . . . . . . . . . . . . .60
Datarecorder, gebeurtenis . . . . . . .60
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . .366
Diagnosesysteem . . . . . . . . . . . .339
Diagnosesysteem, onboard . . . . . .339
Dieselbrandstof . . . . . . . . . .302, 368
Dieselbrandstof, vereisten . . . . . .302
Disselgewicht / Gewicht aanhangwagen . . . . . . . . . . . .306
Dodehoekbewaking . . . . . . . . . . .88
Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . . .38
Elektrisch bediende achterklep . . . .35
Elektrisch bediende buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . .86
Elektrisch bediende ramen . . . . . . .27
Elektrisch bediende ramen, automatisch openen . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende ramen, automatisch sluiten . . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende stoelen . . . . .117Elektrische aansluitingen
. . . . . . .161
Elektrische bediende spiegels . . . . .86
Elektrische portiervergrendeling . . .23
Elektrische schuifdeur . . . . . . . . . .30
Elektrische spiegels, buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Elektronische snelheidsregeling (cruisecontrol) . . . . . . . . . . . .146
Elektronisch remregelsysteem . . . .274
Elektronisch remregelsysteem, rembekrachtiging . . . . . . . . .274
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . . .275
Elektronisch voertuiginformatiecen- trum (EVIC) . . . . . . . . . .154, 197
Enter-N-Go sleutelloze toegang . . . . . . . . . . . . . .24, 256
Ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . .300
Filters, airco . . . . . . . . . . . . . .250, 345
luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . .341
motorolie . . . . . . . . . . .341, 368
oliefilter afvoeren . . . . . . . . .341
Gebruiksaanwijzing (instructieboekje) . . . . . . . . . . . .6
Geheugen (stoel met geheugenfunctie) . . . . . . . . . .133
Geluidsinstallatie (radio) . . . . . . .215Geluidsinstallaties
. . . . . . . . . . .215
Gevaar, rijden door stromend, opkomend,
of ondiep stilstaand water . . . .268
Gevarenknipperlichten . . . . . . . .317
Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) . . . . . . . . . . . . . .358
Gordelsystemen . . . . . . . .37, 54, 58
Gordelsystemen (sedan) . . .53, 54, 57
Gordelverankering, kinderzitje . . . .67
Grip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268
Grootlichtschakelaar/ dimlichtschakelaar . . . . . . . . .141
Handleiding voor het trekken van een aanhangwagen . . . . . . . . .306
Handrem . . . . . . . . . . . . . . . . .271
Handsfree telefoon (Uconnect™) . .93
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . .122
Huisdieren vervoeren . . . . . . . . . .72
Indicatielampje, Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . .277
tractiecontrole . . . . . . . . . . .277
wachten met starten . . . . . . .202
Indicatielampje Olie verversen . . . . . . . .187, 188, 204
Indicatielampje Olie verversen, resetten . . . . . . . . .187, 188, 204
384