Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)

Page 141 of 319

GROEP 2
BELANGRIJK
De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage. Monteer
het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die de fabrikant verplicht
moet bijsluiten voor dit type
veiligheidssysteem.
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg
mogen rechtstreeks de veiligheidsgordels van de
auto gebruiken fig. 103.Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind
correct ten opzichte van de gordels te plaatsen,
zodat het diagonale gordelgedeelte schuin over de
borst en nooit langs de nek ligt; het onderste
gordelgedeelte moet over het bekken en niet over
de buik liggen.
fig. 103L0F0014
137
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 142 of 319

GROEP 3BELANGRIJK
De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage. Monteer
het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die de fabrikant verplicht
moet bijsluiten voor dit type
veiligheidssysteem. Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg
bestaan er geschikte beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen omleggen.
In fig. 104 wordt een voorbeeld gegeven van de
juiste positie van het kind op de achterbank.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals volwassenen dragen.
fig. 104L0F0015
138
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 143 of 319

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET UNIVERSELE
KINDERZITJE
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel
voor de montage van universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
Groep Gewichtsgroep VoorpassagierPassagier achterin in
het middenPassagiers
achterin aan de
zijkanten
Groep 0, 0+ tot 13 kg
UXU
Groep 1 9-18 kgUXU
Groep 2 15-25 kgUXU
Groep 3 22-36 kgUXU
U= geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
X= ongeschikte zitplaats voor kinderen in deze gewichtscategorie.
139
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 144 of 319

ISOFIX-KINDERZITJE
De auto is uitgerust met ISOFIX
verankeringspunten, een nieuwe standaard dat het
monteren van een kinderzitje snel, eenvoudig en
veilig maakt.
Isofix kinderzitjes en Universele kinderzitjes
kunnen in dezelfde auto op verschillende stoelen
worden gemonteerd.
fig. 105 een voorbeeld van een Universeel Isofix
kinderzitje voor gewichtsgroep 1.
BELANGRIJK
De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage. Monteer
het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die verplicht moeten worden
bijgesloten voor dit type veiligheidssysteem.
Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke
Isofix-kinderzitjes voorzien, deze kunnen alleen
worden gebruikt als ze speciaal voor deze auto zijn
ontworpen, getest en goedgekeurd (zie overzicht
auto’s met bijbehorend kinderzitje).BELANGRIJK De zitplaats midden op de
achterbank is ongeschikt voor gebruik van alle
types Isofix kinderzitjes.
fig. 105L0F0016
140
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 145 of 319

MONTAGE UNIVERSEEL ISOFIX
KINDERZITJE
Zet het kinderzitje vast met behulp van de twee
onderste verankeringspunten (metalen stangen die
in het voertuig zijn ingebouwd) A fig. 106 die op
de achterbank zitten, maak dan de bovenste
gordel (geleverd bij het kinderzitje) vast
aan verankeringspunt B fig. 107 dat in het
achterste deel van de rugleuning zit.Bij Isofix Universeel-kinderzitjes moeten alle zitjes
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44-richtlijn
(R44/03 of hoger) “Universeel Isofix".
fig. 106L0F0177fig. 107L0F0087
141
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 146 of 319

BELANGRIJK
Als een Universeel ISOFIX kinderzitje
niet aan alle verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval van
een aanrijding zou het kind ernstig gewond
kunnen raken of gedood kunnen worden.In het Lancia Lineaccessori-assortiment is een
“Universeel Isofix” “Duo Plus”-kinderzitje en het
speciale "G 0/1 S" zitje beschikbaar.
Zie het bij het kinderzitje geleverde
instructieboekje voor meer informatie over de
montage en/of het gebruik.
BELANGRIJK
Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op
de juiste wijze aan de beugels bevestigd als
de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor de montage, de demontage
en de plaatsing moeten in elk geval worden
nageleefd. De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij het
kinderzitje te leveren.
142
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 147 of 319

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR GEBRUIK VAN HET ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJE
In de onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de verschillende
mogelijkheden weergegeven van de montage van Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn
uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Positie kinderzitje Klasse Isofix bevestiging Inzittende achter
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in E
IL (*)
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in E
IL (*)
Tegen de rijrichting in DIL (*)
Tegen de rijrichting in CX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen de rijrichting in D
IL (*)
Tegen de rijrichting in CX
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting BIIUF
In de rijrichting AIUF
IL (*): Het Isofix kinderzitje kan worden gemonteerd door de stoelstand van de voorstoel te verstellen.
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: geschikt voor Isofix kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en die goedgekeurd zijn voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep
143
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 148 of 319

AIRBAG
De auto is uitgerust met frontairbags voor
bestuurder en passagier, zijairbags voor
bestuurder en passagier voor bescherming van
borst en schouders (voor bepaalde versies/
markten) en hoofdairbags voor het beschermen
van de hoofden van de inzittenden voorin.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder en passagier)
beschermen de inzittenden voorin bij middelzware
en zware frontale botsingen, door de airbag tussen
de inzittende en het stuurwiel of het dashboard
op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij andere
soorten botsingen (botsingen opzij, achterop,
over de kop slaan enz.), wijst dit niet op een
storing van het systeem.
De frontairbags voor bestuurder en passagier zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar
een aanvulling hierop. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese landen en de
meeste landen daarbuiten.
Bij een botsing worden degenen die geen
veiligheidsgordel dragen naar voren geworpen en
kunnen zo in contact komen met een airbag die
nog niet volledig opgeblazen is. Onder deze
omstandigheden wordt de inzittende minder door
de airbag beschermd.In de volgende situaties kan het voorkomen dat de
frontairbags niet worden opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk vervormbare
onderdelen, die niet het front van de auto zijn
(bijv. spatbord tegen de vangrail, etc. )
❒de auto schuift onder andere voertuigen of
veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld onder
vrachtwagens of vangrails).
Als de airbags onder de hierboven beschreven
omstandigheden niet opgeblazen worden, dan
bieden ze geen aanvullende bescherming ten
opzichte van de veiligheidsgordels, zodat hun
activering geen zin heeft.
In deze gevallen wijst de uitgebleven activering
dus niet op een storing van het systeem.
BELANGRIJK
Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens
de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
144
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 149 of 319

Frontairbag bestuurderszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in het midden
van het stuurwiel is geplaatst fig. 108.
BELANGRIJK
Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag
indien nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met voorover gebogen
lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen de
rugleuning gedrukt.Frontairbag passagierszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in dashboard is
opgeborgen fig. 109: deze airbag heeft een groter
volume dan de bestuurdersairbag.
fig. 108L0F0072fig. 109L0F0073
145
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 150 of 319

BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: Plaats NOOIT
een kinderzitje tegen de rijrichting in
op de passagiersstoel van auto's met
een actieve passagiersairbag. Bij
een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag
ernstig letsel en zelfs de dood van de baby
tot gevolg hebben. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen
dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Schakel de
passagiersairbag onmiddellijk weer in als
het kinderzitje is verwijderd.Uitschakeling frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde voor bescherming van
borst/bekken (voor bepaalde versies/markten)
Als een kind in een kinderzitje dat achterstevoren
op de voorstoel is geplaatst vervoerd moet worden,
schakel dan de frontairbag en zijairbag voor
bescherming van bekken, borst en schouders aan
passagierszijde uit (voor bepaalde markten/
versies).
BELANGRIJK Zie voor het uitschakelen van de
airbags de beschrijving in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto", paragraaf
"Menuopties".
Bij uitgeschakelde airbags gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden.
146
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 320 next >