Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2015, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2015Pages: 319, PDF Size: 9.88 MB
Page 181 of 319

ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN (0.9 TwinAir 85 pk versies)
De inschakeling/uitschakeling van de ECO functie
door het indrukken van de betreffende knop (zie
de paragraaf "Bedieningselementen" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto")
is aangegeven met een melding op de display.SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
177
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 182 of 319

NOODGEVALLEN
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het
garantieboekje is vermeld. Het is ook mogelijk om op de website www.lancia.com de
dichtstbijzijnde Lancia dealer te zoeken.
DE MOTOR STARTEN
Ga onmiddellijk naar het Lancia Servicenetwerk
als het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel vast blijft branden.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart worden
met een hulpaccu met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.
Ga als volgt te werk om te starten:❒verbind de plusklemmen (+teken bij de klem)
van beide accu’s met een startkabel fig. 114;
❒sluit met een tweede startkabel de minklem–
van de hulpaccu aan op een massapuntop
de motor of de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
❒start de motor;
❒maak als de motor gestart is, de kabels in de
omgekeerde volgorde los.
Lees voor versies met het Start&Stop systeem, in
geval van starten met een hulpaccu, de paragraaf
“Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Als de motor na enkele pogingen niet start, blijf
dan niet proberen maar neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de
twee accu’s niet rechtstreeks met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas ontsteken dat
uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
in een andere auto is geïnstalleerd, moet
accidenteel contact tussen de metalen delen van
beide auto's vermeden worden.
fig. 114L0F0084
178
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 183 of 319

Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan
beschadigen, met name de regeleenheden van
de ontsteking en de inspuiting.
BELANGRIJK
Deze procedure moet door ervaren
personeel verricht worden, aangezien
verkeerde handeldingen elektrische
ontladingen van aanzienlijke kracht kunnen
veroorzaken. Bovendien is accuvloeistof
giftig en corrosief: vermijd contact met huid
en ogen. Houd open vuur en brandende
sigaretten uit de buurt van de accu en
veroorzaak geen vonken.
ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door de auto te
duwen, te slepen of van een helling af te laten
rijden.
BELANGRIJK Onthoud dat de rembekrachtiging
en de elektrische stuurbekrachtiging niet werken
zolang de motor niet is gestart. Om die reden is
meer kracht benodigd voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.
EEN WIEL VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
Het voertuig is uitgerust met de kit "Fix&Go
Automatic": zie de paragraaf “Fix&Go Automatic
Kit” voor de beschrijving van de werking van de
kit.
Als alternatief voor de kit “Fix&Go Automatic
kit” kan het voertuig zijn uitgerust met een
noodreservewiel: zie de aanwijzingen op
de volgende pagina's om een wiel te vervangen.
179
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 184 of 319

BELANGRIJK
Het ruimtebesparend reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer het niet op
andere auto’s en monteer ook geen
reservewielen van andere auto’s. Gebruik
het ruimtebesparend reservewiel alleen
in noodgevallen. Het ruimtebesparend
noodreservewiel mag alleen voor korte
afstanden gebruikt worden en mag niet bij
hogere snelheden dan 80 km/h worden
gebruikt. Op het ruimtebesparend
reservewiel is een oranje plakplaatje
aangebracht met de belangrijkste
waarschuwingen en de
gebruiksbeperkingen. Verwijder dit
plakplaatje nooit en dek het niet af. Op dit
plakplaatje staan de volgende gegevens
in vier talen vermeld: "Belangrijk! Alleen
voor tijdelijk gebruik! max. 80 km/h! Zo
snel mogelijk door een normaal wiel
vervangen. Dek deze aanwijzingen niet af."
Monteer nooit een wieldeksel op het
ruimtebesparend reservewiel.
BELANGRIJK
Als het wieltype wordt gewijzigd
(lichtmetalen in plaats van stalen
velgen of andersom), moeten ook alle
wielbouten worden vervangen door bouten
met een lengte die geschikt is voor dat type.
BELANGRIJK
Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand van
het verkeer wachten wanneer het wiel wordt
verwisseld. Blokkeer de wielen met blokken
of andere geschikte voorwerpen als de auto
op een helling of een slecht wegdek stilstaat.
BELANGRIJK
Een gemonteerd noodreservewiel
wijzigt de rijeigenschappen van de
auto. Vermijd bruusk optrekken en remmen,
hoge snelheden en scherpe bochten. De
totale levensduur van het noodreservewiel is
ongeveer 3000 km. Hierna moet de band
vervangen worden door een nieuw
exemplaar met identieke eigenschappen.
Monteer nooit een standaard band op de
velg van een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg ervoor dat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en gemonteerd.
Monteer nooit twee of meer
noodreservewielen. Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet met vet voordat ze
gemonteerd worden: ze zouden los kunnen
raken.
180
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 185 of 319

BELANGRIJK
Gebruik de krik uitsluitend voor het
opkrikken van het voertuig waarbij
de krik geleverd is. Gebruik de krik niet
voor andere doeleinden, zoals het opkrikken
van andere voertuigen. Gebruik de krik
nooit voor het uitvoeren van reparaties
onder het voertuig. Als de krik niet op de
juiste wijze geplaatst wordt, kan het voertuig
naar beneden vallen. Gebruik de krik niet
voor zwaardere lasten dan is aangegeven op
het plaatje op de krik. Monteer nooit
sneeuwkettingen op het noodreservewiel. In
geval van een lekke voorband (aandrijfwiel)
en als er sneeuwkettingen gebruikt moeten
worden, gebruik dan een standaardwiel
en monteer het noodreservewiel op de
achteras. Zo heeft de vooras twee normale
wielen waarop sneeuwkettingen kunnen
worden gemonteerd.
BELANGRIJK
Als het wieldeksel niet juist
gemonteerd is, kan het loskomen
wanneer het voertuig rijdt. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het noodreservewiel, in
overeenstemming met de spanningswaarden
die zijn aangegeven in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
181
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 186 of 319

KRIK
Opmerking:
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd: in geval
van defect moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:
❒Stop het voertuig op een plek die niet gevaarlijk
is voor het verkeer en waar het wiel op veilige
wijze vervangen kan worden. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
❒zet de motor af, trek de handrem aan en schakel
de 1
steversnelling of de achteruit in. Doe het
reflecterende veiligheidsvest (wettelijk verplicht)
aan voordat u uit de auto stapt;
❒open de achterklep, til de vloerbedekking op
met het handvat A fig. 115;❒neem de sleutel A fig. 116 uit de
gereedschapshouder, draai de blokkeerschroef
los, neem de gereedschaphouder B uit en zet het
nabij het te vervangen wiel. Neem het
ruimtebesparende reservewiel C;
fig. 115L0F0099
fig. 116L0F0183
182
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 187 of 319

❒draai met sleutel A fig. 117 de wielbouten
ongeveer één slag los. Bij versies met
lichtmetalen velgen, het voertuig schudden om
het loskomen van de velg te vergemakkelijken.
❒plaats de krik onder de auto, nabij het te
verwisselen wiel;
❒gebruik het toestel A fig. 118 om de krik te
verlengen tot de bovenkant van de krik B
fig. 119 in de rand G van de chassisbalk komt
(nabij de markering op de chassisbalk);
❒waarschuw de passagiers dat de auto wordt
opgekrikt; zorg dat niemand in de nabijheid van
de auto komt tot de auto weer helemaal op
grond staat;❒plaats de slinger D fig. 118 in het huis in toestel
A en krik de auto op tot het wiel enkele
centimeters van de grond is.
❒verwijder het wieldeksel na de 3 wielbouten te
hebben losgedraaid en draai vervolgens de
vierde wielbout los om het wiel te verwijderen
(alleen voor versies met wieldeksel bevestigd
met wielbouten);
❒zorg dat de contactvlakken van het reservewiel
en de velg schoon zijn om het loskomen van de
wielbouten te voorkomen;
❒monteer het reservewiel door de eerste wielbout
twee slagen aan te draaien in het gat dat zich
het dichtst bij het ventiel bevindt;
❒neem de sleutel A fig. 117 en draai de
wielbouten volledig vast;
❒draai aan de slinger van de krik D om de auto
omlaag te brengen. Verwijder de krik;
fig. 117L0F0179fig. 118L0F0025
183
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 188 of 319

❒gebruik de sleutel A om de wielbouten
kruiselings vast te draaien, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 120;
❒het is raadzaam om bij vervanging van een wiel
met lichtmetalen velg het wiel met het versierde
gedeelte naar boven gericht te plaatsen.Monteer zo snel mogelijk een standaard band,
want een normaal wiel is breder dan het
noodreservewiel waardoor de laadvloer van de
bagageruimte oneffen is.
EEN NORMAAL WIEL MONTEREN
Volg de voorheen beschreven procedure, krik de
auto op en verwijder het reservewiel.
Versie met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het standaard
wiel en de velg schoon zijn om het loskomen
van de wielbouten te voorkomen;
❒monteer het standaard wiel en steek de vier
wielbouten in de betreffende gaten;
❒monteer het wieldeksel, zorg dat de inkeping
(op het wieldeksel) overeenstemt met het
ventiel;
❒draai de wielbouten vast met de bijgeleverde
sleutel;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
fig. 119L0F0024
fig. 120L0F0182
184
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 189 of 319

Versies met lichtmetalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒monteer het wiel op de naaf en draai m.b.v. de
bijgeleverde sleutel de bouten vast;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
❒monteer het wieldeksel met klemfitting en zorg
daarbij dat het referentiegat op het wiel
overeenkomt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Indien verkeerd gemonteerd, kan
het wieldeksel loskomen tijdens het rijden.Tot slot
❒plaats het ruimtebesparende reservewiel in de
daarvoor bestemde ruimte in de bagageruimte;
❒berg de krik en de andere werktuigen in de
gereedschapshouder op;
❒plaats de gereedschaphouder en de werktuigen
op het ruimtebesparende reservewiel;
❒hermonteer de afdekplaat correct in de
bagageruimte.
185
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 190 of 319

SNELLE BANDENREPARATIEKIT
-Fix&Go
Deze bandenreparatiekit bevindt zich in een
speciale houder in de bagageruimte fig. 121. In
deze houder zitten ook een schroevendraaier
en het trekoog.
De Fix&Go kit fig. 122 bestaat uit:
❒spuitbus A met afdichtmiddel, voorzien van
vulslang B, beide gescheiden van de❒compressor C met drukmeter, ventielaansluiting
voor aankoppelen van bus A, kabel met
voedingsaansluiting D en leiding N om druk te
herstellen (deze laatste is te vinden in de
carrosserie zoals aangegeven);
❒sticker onder de spuitbus A, met het opschrift
"max. 80 km/h”, na de reparatie van de band
aan te brengen op een voor de bestuurder
zichtbare plaats (bijv. op het dashboard);
fig. 121L0F0307fig. 122L0F0300
186
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
compressor
C;