Lancia Ypsilon 2017 Instructieboek (in Dutch)

Page 31 of 208

Sluiten
Druk vanuit de volledig geopende stand
op knop B. Druk langer dan een halve
seconde op de knop om het schuifdak
automatisch in de "spoilerstand" te
brengen.
Druk vanaf de spoilerstand nogmaals,
langer dan een halve seconde, op knop
B om het schuifdak automatisch in de
compleet gesloten stand te zetten.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt, treedt
het systeem in werking en wordt de
beweging onmiddellijk omgedraaid.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken,
kan het schuifdak handmatig bediend
worden zoals hieronder is beschreven:
verwijder de beschermdop op de
binnenbekleding, tussen de twee
zonneschermen;
neem de meegeleverde inbussleutel
uit de gereedschapshouder in de
bagageruimte of, afhankelijk van de
versie, in het dashboardkastje;
steek de betreffende sleutel in zitting
A fig. 26 en draai hem rechtsom om
het schuifdak te openen of linksom om
het schuifdak te sluiten.INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische
beweging bij het openen/sluiten of een
noodsituatie (zie beschrijving in de
vorige paragraaf), moet de
automatische bediening van het
schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
Druk op knop B in de gesloten
stand;
houd de knop B ingedrukt: na
ongeveer 10 seconden gaat het
schuifdak schokkerig dicht. Laat de
knop B los na het schuifdak te hebben
gesloten;
draai de contactsleutel op STOP en
houdt hem daar gedurende 10
seconden;
draai de contactsleutel naar de
stand MAR;
Druk op knop B in de gesloten
stand;
houd de knop B ingedrukt tot het
schuifdak helemaal gesloten is: de
initialisatieprocedure is afgerond;
druk binnen 3 seconden na
afronding van de initialisatieprocedure
nogmaals op de knop B;
houd de knop B ingedrukt: het
schuifdak zal automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren:
herhaal de hele procedure vanaf het
begin als dit niet gebeurt;
houd de knop B ingedrukt en wacht
tot het schuifdak helemaal gesloten
is.
BELANGRIJK
21)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers. Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of
iemand kan worden verwond door het
bewegende schuifdak of door voorwerpen
die door het mechanisme worden
meegesleept of geraakt.
26L0F0299C
29

Page 32 of 208

BELANGRIJK
12)Open het schuifdak niet als er sneeuw
of ijs op ligt: risico op beschadiging. Auto's
met een schuifdak kunnen niet worden
voorzien van een imperiaal.
BEDIENINGS-
ELEMENTEN
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
"DUALDRIVE"
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem werkt alleen als de
contactsleutel in de stand MAR staat en
de motor draait. Met de elektrische
stuurbekrachtiging kan de bestuurder
de benodigde kracht voor het
verdraaien van het stuurwiel regelen op
basis van de rijomstandigheden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel snel
wordt gedraaid, is de complete
werking van de stuurbekrachtiging
reeds na enkele seconden beschikbaar.
Inschakelen/Uitschakelen
(CITY-functie)
Druk op de toets CITY (A-fig. 27) om de
functie in te schakelen. Wanneer deze
functie actief is, verschijnt het opschrift
CITY op het instrumentenpaneel.
Wanneer de CITY-functie is
ingeschakeld, draait het stuur erg licht,
waardoor makkelijker kan worden
geparkeerd: daarom is deze functie
bijzonder geschikt voor het rijden in de
stad.Druk nogmaals op de toets om de
functie uit te schakelen.
BELANGRIJK De benodigde kracht
voor het verdraaien van het stuurwiel
kan toenemen bij langdurige
parkeermanoeuvres; dit is een normaal
verschijnsel om te voorkomen dat de
elektromotor van de stuurbekrachtiging
oververhit raakt. In dergelijke gevallen
zijn dus geen reparaties vereist.
Wanneer de auto een volgende keer
weer wordt gebruikt, zal de
stuurbekrachtiging weer normaal
werken.
ECO-FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten)
Houd de knop ECO fig. 28 minstens 5
seconden ingedrukt om de functie in
te schakelen.
27L0F0428C
30
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG

Page 33 of 208

Bij ingeschakelde ECO-functie, is de
auto ingesteld voor het rijden in de
stad, wat gekenmerkt wordt door een
lichter draaiend stuur (Dualdrive-
systeem ingeschakeld) en een lager
brandstofverbruik.
Wanneer deze functie actief is,
verschijnt bij sommige versies het
opschrift ECO op het display.
Deze functie blijft in het geheugen
opgeslagen: wanneer het voertuig
opnieuw wordt gestart, behoudt het
systeem de instelling die het vóór
het afzetten van de motor had. Druk
opnieuw op de ECO-knop om de
functie uit te schakelen en de normale
rij-instelling te herstellen.
BELANGRIJK
22)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
23)Zet altijd de motor uit en verwijder de
contactsleutel uit het slot om het stuurwiel
te vergrendelen, alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren,
in het bijzonder wanneer de wielen van
de auto de grond niet raken. Als dit niet
mogelijk is (bijv. als de contactsleutel in de
stand MAR moet staan of als de motor
moet draaien), de hoofdzekering van de
elektrische stuurbekrachtiging verwijderen.
MOTORKAP
24) 25)13)
OPENEN
Ga als volgt te werk:
trek hendel A fig. 29 in de richting
van de pijl;
verplaats het hendeltje B fig. 30 naar
links zoals aangegeven in de figuur;
28L0F0039C
29L0F0096C
30L0F0097C
31

Page 34 of 208

til de motorkap op en trek
tegelijkertijd de steunstang C fig. 31 uit
de klem D; steek vervolgens het
uiteinde van de stang in de opening E
in de motorkap (grote opening) en druk
de stang in de veiligheidsstand (kleine
opening), zoals aangegeven in de
figuur.SLUITEN
Ga als volgt te werk:
houd de motorkap met één hand
omhoog, verwijder met de andere hand
de stang C fig. 31 uit de zitting D en
plaats hem terug in de klem;
laat de motorkap tot op ongeveer 20
centimeter van de motorruimte zakken
en laat hem dan vallen. Controleer of de
motorkap volledig gesloten is en niet
alleen met de beveiliging is vergrendeld
door te proberen hem op te tillen. Als
de motorkap niet perfect gesloten
is, probeer dan niet erop te drukken
maar open hem opnieuw en herhaal de
handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de
motorkap goed vergrendeld is om
te voorkomen dat deze tijdens
het rijden open gaat.
BELANGRIJK
24)De motorkap kan plotseling omlaag
vallen als de steunstang niet correct
geplaatst is.
25)Verricht deze handelingen uitsluitend bij
stilstaande auto.
BELANGRIJK
13)Gebruik beide handen om de motorkap
op te tillen. Controleer voordat de
motorkap wordt opgetild, of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit liggen, het
voertuig stilstaat en de handrem is
aangetrokken.
31L0F0095C
32
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG

Page 35 of 208

BAGAGERUIMTE
26) 27)
De ontgrendeling van de bagageruimte
gebeurt elektrisch en is uitgeschakeld
wanneer de auto rijdt.
OPENEN
26)
Openen van buitenaf
Indien ontgrendeld kan de achterklep
van buitenaf geopend worden met
de elektrische hendel A fig. 32 onder de
rand van de achterklep tot de klik van
het ontgrendelen wordt gehoord of met
behulp van de knop
op de
afstandsbediening.Wanneer de achterklep wordt geopend,
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden.
Wanneer de achterklep wordt gesloten,
gaat de verlichting automatisch uit.
De verlichting gaat ook uit wanneer de
achterklep een paar minuten open
wordt gelaten.
Van binnenuit openen in geval van
nood
Ga als volgt te werk:
verwijder de achterste hoofdsteunen
en klap de stoelen helemaal in;
druk op de hendel A fig. 33.SLUITEN
Trek aan het lipje A fig. 34, laat de
achterklep zakken en druk in de buurt
van het slot totdat het vastklikt.
BELANGRIJK Controleer of u in het
bezit van de sleutels bent voordat de
achterklep wordt gesloten. De
achterklep wordt namelijk automatisch
vergrendeld.
INITIALISATIE
BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu is
losgekoppeld of als de zekering
doorbrandt, moet het openen/sluiten
van de bagageruimte opnieuw
geïnitialiseerd worden. Ga als volgt te
werk: sluit alle portieren en de
achterklep, druk op de toets
op de
afstandsbediening, druk op de toets
op de afstandsbediening.
32L0F0031C
33L0F0041C
34L0F0193C
33

Page 36 of 208

BELANGRIJK
26)Een zware lading die niet is vastgezet
kan ernstig letsel aan passagiers
veroorzaken in geval van een aanrijding.
27)Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn en men
benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een goedgekeurd tankje
gebeuren dat op passende wijze met de
bevestigingen is verankerd. In geval van
een botsing is het risico op brand toch
altijd groter.
28)Let op dat er geen voorwerpen op de
hoedenplank worden geraakt wanneer
de achterklep wordt geopend.
VERSIE MET
LPG-SYSTEEM
INLEIDING
29)14) 15)
De LPG-uitvoering heeft twee
brandstoftoevoersystemen: een voor
benzine en een voor LPG.
Alhoewel het LPG-systeem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan
als de auto lange tijd niet gebruikt
wordt of als de auto verplaatst wordt in
een noodgeval na pech of een ongeval:
de bevestigingselementen A fig.
35, los te maken en vervolgens het
deksel B te verwijderen;
draai de LPG-kraan dicht door de
gekartelde ringmoer C fig. 36 rechtsom
te draaien;
zet het deksel terug en draai de
bevestigingen weer vast.
BELANGRIJK Als er gaslucht wordt
geroken, schakel dan over van werking
op LPG naar werking op benzine en
ga onmiddellijk naar het Lancia
Servicenetwerk om het voertuig te laten
controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
LPG-TANK
16)
De auto heeft een tank (onder druk) A
fig. 37 voor de opslag van LPG in
vloeibare staat. Deze heeft de vorm van
een ring en zit in de ruimte voor het
reservewiel en heeft geschikte
bescherming.
35L0F0238C
36L0F0239C
34
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG

Page 37 of 208

Certificatie LPG-TANK
De LPG tank is gecertificeerd in
overeenstemming met de geldende
voorschriften.
In Italië heeft de tank een levensduur
van 10 jaar vanaf de
kentekenregistratiedatum van de auto.
Als de auto in een ander land dan
Italië is geregistreerd, kunnen de duur
en test- en inspectieprocedures van de
LPG-tank variëren, afhankelijk van de
wettelijke voorschriften die in dat land
van kracht zijn. Neem in ieder geval, als
de tijdslimiet in het betreffende land
verstreken is, contact op met het
Lancia Servicenetwerk om de tank te
laten vervangen.KEUZE VAN
BRANDSTOFTOEVOER
BENZINE OF LPG
30)17) 18) 19) 19) 20) 21)
Met de benzine/LPG-schakelaar A fig.
38 kan de bestuurder de werking op
benzine of LPG kiezen.
Om te garanderen dat de omschakeling
in volstrekte veiligheid plaatsvindt,
hangt de daadwerkelijke omschakeling
naar het gewenste brandstofsysteem
af van de omstandigheden waaronder
de auto gebruikt wordt, en hoeft dus
niet onmiddellijk te zijn. De
omschakeling wordt bevestigd door het
aan- of uitgaan van het symbool
op
het display.Als het LPG op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine. In dit geval verschijnt het
symbool
net boven de letters LPG
en gaan alle streepjes van de hoeken
van de lege stipjes constant branden.
TANKEN
22)
Maximale vulcapaciteit (inclusief
reserve): 30,5 liter. Er is bij de waarde
reeds rekening gehouden met de 80%
vullimiet van de tank en de
resthoeveelheid die nodig is voor de
opvoering; deze waarde
vertegenwoordigt de maximum
toelaatbare vulinhoud. Bovendien kan
deze maximuminhoud, na herhaaldelijk
tanken, afwijken wegens verschillen
tussen de toevoerdrukwaarden bij de
tankstations, pompen met verschillende
toevoer-/blokkeringswaarden, of een
tank die niet helemaal leeg is.
BELANGRIJK
29)Let wel dat in sommige landen
(inclusief Italië) wettelijke beperkingen
gelden voor het parkeren/stallen van auto's
die rijden op gas dat dichter is dan
zuurstof; LPG valt onder deze categorie.
30)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
37L0F0243C
38L0F0411C
35

Page 38 of 208

BELANGRIJK
14)De auto is uitgerust met een gasvormig
LPG inspuitsysteem dat speciaal
ontworpen is voor deze auto: daarom is
het absoluut verboden de configuratie van
het systeem of de componenten ervan
te wijzigen. Het gebruik van andere
componenten of materialen zou kunnen
leiden tot slechte werking en verminderde
veiligheid. Als u problemen ondervindt,
ga dan naar een Lancia dealer. Wanneer
het voertuig gesleept of opgekrikt wordt,
de aanwijzingen in het instructieboek in
paragraaf "Slepen van het voertuig"
opvolgen om beschadigingen aan de
onderdelen van het gassysteem te
voorkomen.
15)Bij gebruik van een lakoven moet de
LPG-tank uit de auto verwijderd worden en
later weer zorgvuldig worden gemonteerd
bij een Lancia dealer. Alhoewel het
LPG-systeem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als
het voertuig lange tijd niet gebruikt wordt of
als het voertuig verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval: schroef
de bevestigingen A fig. 35los, verwijder
het deksel B. Sluit de LPG-kraan door de
ringmoer C fig. 36 rechtsom te draaien. Zet
het deksel terug en draai de bevestigingen
weer vast.16)Het wordt geadviseerd zo nu en dan
(minstens één keer elke zes maanden), de
LPG in de tank volledig op te maken en
bij de volgende tankbeurt te controleren of
de maximuminhoud van 30,5 liter (inclusief
reserve) (met een tolerantie van 2 liter)
niet overschreden wordt. Als het niveau de
30,5 liter (inclusief reserve) overschrijdt,
neem dan onmiddellijk contact op met een
Lancia dealer.
17)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20°C en 100°C.
18)Als, tijdens de werking op LPG, het
LPG op raakt, schakelt het systeem
automatisch over op de werking
op benzine, dit wordt aangegeven door het
waarschuwingslampje
op het display.
19)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar LPG.
20)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt kan er een metaalachtig geluid
van de kleppen gehoord worden als deze
het circuit onder druk zetten. Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.21)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking op LPG met
een laag propaangehalte bij lage
buitentemperaturen, kan het systeem
tijdelijk omschakelen naar de werking op
benzine, zonder dat er op het display
een indicatie verschijnt of een lampje gaat
branden. Als het LPG-niveau in de tank
laag is of als er hoge prestaties gevraagd
worden (bijv. inhalen, volgeladen auto,
steile hellingen) kan het systeem
automatisch omschakelen naar de werking
op benzine om het vereiste
motorvermogen te garanderen; het
symbool
op het display gaat branden
om dit aan te geven. Als de
bovengenoemde omstandigheden niet
langer aanwezig zijn, keert het systeem
automatisch terug naar de werking op LPG
en gaat het symbool
uit. Om
bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.
22)Het strikt verboden is om additieven in
LPG te gebruiken.
36
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG

Page 39 of 208

VERSIE MET
AARDGASSYSTEEM
(Natural Power)
31) 32)
INLEIDING
De versie "Natural Power" heeft twee
brandstofsystemen, een voor benzine
en een voor aardgas (methaan).
AARDGASCILINDERS
Het voertuig is uitgerust met twee
cilinders (totale inhoud ongeveer 72
liter) fig. 39fig. 40 die zich onder de
vloer van het voertuig bevinden en die
beschermd zijn met twee speciale
kappen.
Het aardgas, onder hoge druk
opgeslagen in de cilinders, stroomt via
een speciale pijp naar het
reduceerventiel/de drukregelaar die de
twee aardgasinjectoren van brandstof
op lage druk (ongeveer 9 bar) voorziet.Cilindercertificering
De aardgascilinders zijn gecertificeerd in
overeenstemming met EEG-richtlijn nr.
110.
De cilinders moeten, in
overeenstemming met EEG-richtlijn
Procedure nr. 110, om de 4 jaar vanaf
de voertuigregistratiedatum
geïnspecteerd worden of in
overeenstemming met specifieke
voorschriften in afzonderlijke landen.
Op de plaatjes, die door de dealer
bij de boorddocumentatie zijn geleverd,
is de datum voor de eerste inspectie
van de cilinders vermeld.
Aardgastankstations zijn niet bevoegd
de cilinders bij te vullen als de
inspectiedatum verstreken is.
BELANGRIJK Als het voertuig in een
ander land dan Italië geregistreerd
is, dan dienen de certificatiedata,
identificatie- en inspectieprocedures
voor de aardgascilinders te voldoen aan
de wetgeving van dat land. Onthoud
dat de levensduur van de cilinders
in ieder geval 20 jaar is vanaf de
productiedatum, zoals aangegeven in
EEG-richtlijn nr. 110.
39L0F0106C
40L0F0107C
37

Page 40 of 208

KEUZE VAN
BRANDSTOFTOEVOER
BENZINE OF AARDGAS
33)23) 24) 25) 26)
Deze motor loopt normaal op aardgas
behalve tijdens het starten, dan werkt
hij op benzine.
Met knop (benzine/aardgasschakelaar)
A fig. 41, kan de bestuurder de werking
op benzine of aardgas kiezen.
Om te garanderen dat de omschakeling
in volstrekte veiligheid plaatsvindt,
hangt de daadwerkelijke omschakeling
naar het gewenste brandstofsysteem
af van de omstandigheden waaronder
de auto gebruikt wordt, en hoeft dus
niet onmiddellijk te zijn.
De omschakeling wordt bevestigd door
het aan- of uitgaan van het symbool
op het display.Bovendien kan, bij het starten bij een
buitentemperatuur van minder dan
ongeveer -10°C, de omschakelingstijd
van benzine naar aardgas langer zijn
om de eenheid voor drukregeling/-
verlaging in staat te stellen op te
warmen.
Als het aardgas op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine. In dit geval verschijnt het
symbool
net boven de letters CNG
en gaan alle streepjes van de hoeken
van de lege stipjes constant branden.
TANKEN
Maximale vulcapaciteit (inclusief
reserve): 12 kg. Het totale volume van
de cilinders is ongeveer 72 liter.
BELANGRIJK
31)De auto is uitgerust met een
aardgassysteem op hoge druk dat
ontworpen is om te werken op nominaal
200 bar. Het is gevaarlijk om het systeem
te forceren op hogere drukwaarden te
laten werken. Volg, om beschadiging aan
onderdelen van het aardgassysteem te
voorkomen, de aanwijzingen op die
beschreven zijn in de paragraaf "Slepen
van het voertuig" van het hoofdstuk
"Noodgevallen". Als er een probleem is
met het aardgassysteem, neem dan
uitsluitend contact op met het Lancia
Servicenetwerk. Breng geen wijzigingen
aan de configuratie of onderdelen van het
aardgassysteem aan; deze zijn uitsluitend
voor deze auto ontworpen. Het gebruik
van andere componenten of materialen
kan leiden tot storingen en kan de
veiligheid in gevaar brengen.
32)Bij gebruik van een lakoven moeten de
cilinders uit het voertuig verwijderd worden
en later weer zorgvuldig worden
gemonteerd bij het Lancia Servicenetwerk.
Alhoewel het aardgassysteem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd de handbediende kraan voor
de cilinders te sluiten, elke keer als het
voertuig lange tijd niet gebruikt wordt,
getransporteerd wordt op een ander
voertuig of als het verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval.
33)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
41L0F0411C
38
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 210 next >