Lexus IS300h 2016 Navigation manual (in Dutch)
Page 291 of 404
291
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_Navi_EE
6
1Kies de aan/uittoets voor de modus
voor beperkte ruimte in de fileparkeer-
modus.
Iedere keer dat u de toets kiest, wijzigt de
modus als volgt:
1Kies de schermtoets parkeermodus.
Iedere keer dat u de toets kiest, verandert
het scherm van de Parking Assist voor
haaks inparkeren en fileparkeren als volgt:
MODUS VOOR BEPERKTE 
RUIMTE INSCHAKELEN
Waarschuwingsscherm
Normale modus 
Modus beperkte ruimte 
“Akkoord”
WISSELEN TUSSEN 
SCHERMEN PARKEER-
MODUS
Haaks inparkeren
• Modus geschatte koerslijnen
• Parking Assist-hulprijlijnweergave-
modus
• Weergavemodus afstandslijnen Fileparkeren
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 291  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 292 of 404
292
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_Navi_EE
2. ACHTERUIT INPARKEREN (WEERGAVEMODUS GESCHATTE KOERSLIJNEN)
SCHERMBESCHRIJVING
Nr.DisplayFunctie
Voertuigbreedte-
referentielijn
Geven een richting aan wanneer de auto recht achteruit 
wordt gereden.
• De weergegeven breedte is breder dan de werkelijke 
breedte van de auto.
• Deze hulplijnen liggen in lijn met de geschatte koers-
lijnen wanneer de auto rechtuitrijdt.
Geschatte koerslijnenTonen een geschatte koers wanneer het stuurwiel wordt 
gedraaid.
Afstandslijnen
Geven afstanden achter de  auto aan wanneer het stuur-
wiel wordt gedraaid.
• De afstandslijnen bewegen samen met de geschatte 
koerslijnen.
• De afstandslijnen geven punten aan op een afstand van 
ongeveer 0,5 m (rood) en 1 m (geel) vanaf het midden 
van de rand van de bumper.
Afstandslijn
Geeft een bepaalde afstand achter de auto aan.
•Geeft een punt aan op ongeveer 0,5 m (blauw) vanaf 
de rand van de bumper.
WAARSCHUWING
● Wanneer het stuurwiel in de rechtuitstand staa t en de voertuigbreedtereferentielijnen en de
geschatte koerslijnen niet in ee n lijn staan, laat uw auto dan controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 292  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 293 of 404
293
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_Navi_EE
6
1Zet de selectiehendel in stand R.
2Draai het stuurwiel dusdanig dat de ge-
schatte koerslijnen zich binnen het par-
keervak bevinden en rijd langzaam
achteruit.
Parkeervak
Geschatte koerslijnen
3Draai, als de achterzijde van de auto
zich in het parkeervak bevindt, het
stuurwiel zodanig dat de voertuig-
breedtereferentielijnen zich tussen de
linker en rechter scheidslijnen van het
parkeervak bevinden.
Voertuigbreedtereferentielijn
4Zet als de voertuigbreedtereferentie-
lijnen en de lijnen van het parkeervak
parallel liggen het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto ge-
heel in het pa rkeervak staat.
5Breng de auto op een geschikte plaats
tot stilstand en beëindig het parkeren.
PARKEREN
Bij parkeren in een ruimte in tegenge-
stelde richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de
stuurhandelingen ook  in tegengestelde
richting.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 293  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 294 of 404
294
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_Navi_EE
3. ACHTERUIT INPARKEREN (PARKING ASSIST-HULPRIJLIJNWEERGAVEMODUS)
SCHERMBESCHRIJVING
Nr.DisplayFunctie
Voertuigbreedte-
referentielijn
Geven een richting aan wanneer de auto recht achteruit 
wordt gereden.
• De weergegeven breedte is breder dan de werkelijke 
breedte van de auto.
Parking Assist-hulp-
rijlijnenTonen de koers van de auto  bij volledige stuuruitslag.
• Tonen tijdens het parkeren  bij benadering de stand van 
het stuurwiel.
Afstandslijn
Geeft een bepaalde afstand achter de auto aan.
• Geven punten aan op ongeveer 0,5 m (rood) vanaf de 
rand van de bumper.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 294  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 295 of 404
295
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_Navi_EE
6
1Zet de selectiehendel in stand R.
2Rijd achteruit tot de Parking Assist-
hulprijlijn de hoek van de linker scheids-
lijn van het parkeervak raakt.
Parking Assist-hulprijlijn
Scheidslijn parkeervak
3Draai het stuurwiel geheel naar rechts
en rijd langzaam achteruit.
4Zet als de auto parallel in het parkeer-
vak staat het stuurwiel recht en rijd lang-
zaam achteruit totdat de auto geheel in
het parkeervak staat.
5Breng de auto op een geschikte plaats
tot stilstand en beëindig het parkeren. 
PARKEREN
Bij parkeren in een ruimte in tegenge-
stelde richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de
stuurhandelingen ook  in tegengestelde
richting.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 295  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 296 of 404
296
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_Navi_EE
4. FILEPARKEREN
INPARKEERPROCEDURE
<Uitleg><Beweging auto>
Breng de auto parallel aan de weg tot stilstand op een
afstand van 1 m van de ge parkeerde auto naast u.
[PARKEREN]: STAP 1
Rijd achteruit totdat het zwart-gele verticale paaltje
net de achterzijde van de  geparkeerde auto over-
lapt. Breng vervolgens de auto tot stilstand. 
[PARKEREN]: STAP 4
Draai het stuurwiel, terwijl  de auto stilstaat, tot het
blauwe kader overeenkomt met de gewenste par-
keerplek en rijd achteruit terwijl u het stuurwiel in die
stand vasthoudt.  [PARKEREN]: STAP 5
Er verschijnt een gebogen blauwe lijn. Houd het
stuurwiel in dezelfde stand  en rijd achteruit tot de
gebogen blauwe lijn de rechter hoek van de par-
keerplek raakt.  [PARKEREN]: STAP 7
Wanneer deze de rechter  hoek van de parkeerplek
raakt, draai dan het stuurwiel zo ver mogelijk in te-
genovergestelde richting.  [PARKEREN]: STAP 8
Houd het stuurwiel in die stand, controleer de omge-
ving direct en via de spiege ls en rijd achteruit met de
afstandslijnen, enz. als referentie. 
[PARKEREN]: STAP 9
Wanneer de auto zo veel mogelijk op de gewenste
parkeerplek staat, is de assistentie bij fileparkeren
voltooid.  [PARKEREN]: STAP 10
WAARSCHUWING
●Gebruik het systeem niet als de weergave niet juist is vanwege een ongelijke (bochtige/
glooiende) weg of een niet rechtlijnige weg.
● Draai het stuurwiel alleen bij stilstand.
 Ongeveer 1 m
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 296  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 297 of 404
297
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_Navi_EE
6
1Breng de auto tot stilstand op de hier-
onder afgebeelde plaats en zet het
stuurwiel in de rechtuitstand.
Een plaats parallel aan de weg (of aan de
kant van de weg) waarbij zich ongeveer 1 m
ruimte bevindt tussen uw auto en de gepar-
keerde auto naast u.
 Een positie waarop u op een halve auto-
lengte vóór de geparkeerde auto staat
 Grofweg een halve autolengte
Gewenst parkeervak
Ongeveer 1 m
Geparkeerde auto
Uw auto
PARKEREN
Het volgende voorbeeld geeft de
procedure voor het fileparkeren aan de
rechterzijde van de weg weer. Voer het
fileparkeren aan de linkerzijde uit door
in alle stappen links door rechts te ver-
vangen en andersom.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 297  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 298 of 404
298
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_Navi_EE
2Zet de selectiehendel in stand R.
3Controleer of de monitor het deel ach-
ter de achterwielen van de geparkeer-
de auto weergeeft en kies  .
Als dat deel niet wordt weergegeven, rijd
de auto dan naar voren.
4Rijd langzaam achteruit totdat het
zwart-gele verticale paaltje net de ach-
terzijde van de geparkeerde auto over-
lapt. Houd hierbij  het stuurwiel recht.
Breng vervolgens de auto tot stilstand.
 Zwart-geel verticaal paaltje
Rijd tot hier achteruit
5Draai het stuurwiel, terwijl de auto stil-
staat, tot het blauwe kader overeen-
komt met de gewenste parkeerplek.
Als de verlengde lijn van het blauwe kader
wordt weergegeven, kan de assistentie bij
fileparkeren worden gebruikt.
 Blauw kader
Zwart-geel verticaal paaltje
Verlengde lijn
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 298  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 299 of 404
299
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_Navi_EE
6
Draai het stuurwiel naar rechts
Zwart-geel verticaal paaltje
Blauw kader
OPMERKING
●Controleer of zich geen obstakels binnen
het blauwe kader bevinden. 
Als zich obstakels binnen het blauwe
kader bevinden, maak dan geen gebruik
van de assistentie bij fileparkeren.
● Controleer, bij het plaatsen van het
blauwe kader over het parkeervak, of de
verlengde blauwe lijn het wiel van de
voor het lege parkeervak geparkeerde
auto niet kruist.
● Als de verlengde lijn van het blauwe
kader de geparkeerde auto kruist, staat
uw auto er mogelijk te dicht bij. Contro-
leer of de afstand tussen uw auto en de
geparkeerde auto naast u ongeveer 1 m
bedraagt.
 Verlengde lijn overlapt band
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 299  Friday, August 14, 2015  8:44 AM 
Page 300 of 404
300
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_Navi_EE
6Houd het stuurwiel in dezelfde stand en
rijd achteruit.
De assistentie bij fileparkeren wordt uitge-
schakeld wanneer het stuurwiel wordt
gedraaid tijdens het achteruitrijden. Zet de
selectiehendel in een andere stand dan
stand R en herhaal de procedure vanaf
stap 1.
7Op het scherm verschijnt een kromme
blauwe lijn. Houd het stuurwiel in de-
zelfde stand en rijd langzaam achteruit.
Stop wanneer de kromme blauwe lijn de
hoek van het gewenste parkeervak
raakt.
 Kromme blauwe lijn
OPMERKING
●Zorg ervoor dat u bij het achteruitrijden
geen obstakels raakt. Rijd langzaam
achteruit.
IS_NAVI_EE_OM53D32E.book  Page 300  Friday, August 14, 2015  8:44 AM