MAZDA MODEL 2 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 341 of 827

Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, bestaat de kans dat de SCBS R
niet juist functioneert omdat deze obstakels niet correct kan bespeuren.
Oefen geen grote kracht uit op de ultrasonische sensoren (achter):
Spuit bij het wassen van de auto geen water onder hoge druk tegen een ultrasonische sensor
(achter) en er niet met kracht over wrijven. Let er verder op bij het in- en uitladen van lading
niet met kracht tegen de achterbumper te stoten. Anders bestaat de kans dat de sensoren de
obstakels niet correct bespeuren, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R systeem niet
normaal functioneert of abusievelijk functioneert.
23*(/(7
¾Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen het SCBS R
systeem uit te schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Anders bestaat de kans dat het
SCBS R systeem niet normaal functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct kunnen
bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen niet correct
kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.
OPMERKING
xDe stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal, rempedaal
en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan bemoeilijken of
wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat de SCBS R
niet functioneert.
xHet SCBS R systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
xHet Smart City Brake Support (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat niet
branden.
xDe motor draait.
xDe versnellingshendel (voertuig met handgeschakelde versnellingsbak) of keuzehendel
(voertuig met automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
xBij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.
xDe SCBS R wordt niet uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 342 of 827

xDe SCBS R functioneert met behulp van ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels
aan de achterzijde bespeuren door middel van het uitzenden van ultrasonische golven en
vervolgens de terugkerende golven die door de obstakels weerkaatst worden weer
opvangen.
xIn de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
xLage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.
xHoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.
xKleine obstakels.
xDunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
xObstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
xDe buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet verticaal ten opzichte van de auto.
xZachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
xOnregelmatig gevormde obstakels.
xObstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.
xIn de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet correct
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
xEr zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
xHet stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.
xNabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.
xTijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
xHoge of lage vochtigheid.
xHoge of lage temperaturen
xHarde wind.
xHet wegtraject is niet vlak.
xWanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.
xObjecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
xDe richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van bijvoorbeeld
een botsing.
xDe auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
xIn de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
xRijden op een steile helling.
xWielblokken.
xHangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 343 of 827

xBij het offroad rijden op plaatsen met gras en hooi.
xBij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.
xWanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken.
x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van de Smart City Brake Support (SCBS) tot stilstand wordt
gebracht en het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
xDe Smart City Brake Support (SCBS) waarschuwingsindicatie (oranje) gaat branden
wanneer er een defect is in het systeem.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-41.
▼,QGLFDWLHODPSMHYDQ
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
5RRG
$OVGHVWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
LQZHUNLQJLVJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
URRG NQLSSHUHQ
▼'LVSOD\YDQDXWRPDWLVFKH
UHPZHUNLQJ
1DGDWKHW6&%65V\VWHHPLQZHUNLQJLV
JHVWHOGZRUGWGHGLVSOD\YDQGH
DXWRPDWLVFKHUHPZHUNLQJDDQJHJHYHQLQ
GH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
OPMERKING
xWanneer de SCBS R rem in werking is,
klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
xAls de auto door de werking van het
SCBS R systeem tot stilstand is gebracht
en het rempedaal niet wordt ingetrapt,
klinkt de waarschuwingszoemer
eenmaal na ongeveer 2 seconden en
wordt de SCBS R rem automatisch
vrijgezet.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 344 of 827

▼6WRS]HWWHQYDQGHZHUNLQJYDQKHW
6PDUW&LW\%UDNH6XSSRUW>5HYHUVH@
6&%65 UHPKXOSV\VWHHP
+HW6&%65V\VWHHPNDQWLMGHOLMNEXLWHQ
ZHUNLQJJHVWHOGZRUGHQ
:DQQHHUKHW6&%65V\VWHHPZRUGW
XLWJHVFKDNHOGJDDWKHW6PDUW&LW\%UDNH
6XSSRUW 6&%6 2))LQGLFDWLHODPSMH
EUDQGHQ
+HWV\VWHHPZRUGWJHEUXLNVNODDU]RGUDGH
PRWRURSQLHXZJHVWDUWZRUGW
=RQGHU6&%62))VFKDNHODDU
=LH*HEUXLNHUVLQVWHOOLQJHQRSSDJLQD

0HW6&%62))VFKDNHODDU
'UXNRSGH6&%62))VFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ+HW6PDUW&LW\
%UDNH6XSSRUW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHLQGHLQVWUXPHQWHQJURHS
JDDWEUDQGHQ
'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPRSQLHXZLQWHVFKDNHOHQ+HW
6PDUW&LW\%UDNH6XSSRUW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 345 of 827

6PDUW%UDNH6XSSRUW
6%6

+HW6%6V\VWHHPZDDUVFKXZWGH
EHVWXXUGHUYRRUHHQPRJHOLMNHERWVLQJ
GRRUPLGGHOYDQHHQGLVSOD\HQHHQ
ZDDUVFKXZLQJVJHOXLGDOVELMULMVQHOKHGHQ
YDQRQJHYHHUNPKRIKRJHUGH
UDGDUVHQVRU YRRU HQGHYRRUXLWULMFDPHUD
)6& EHSDOHQGDWHUNDQVLVRSHHQ
ERWVLQJPHWHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJ
%RYHQGLHQDOVGHUDGDUVHQVRU YRRU HQGH
YRRUXLWULMFDPHUD )6& EHSDOHQGDWHHQ
ERWVLQJRQYHUPLMGHOLMNLVZRUGWGH
DXWRPDWLVFKHUHPUHJHOLQJXLWJHYRHUGRP
VFKDGHLQKHWJHYDOYDQHHQERWVLQJWH
YHUPLQGHUHQ
:DQQHHUGHEHVWXXUGHUKHWUHPSHGDDO
LQWUDSWZRUGHQGHUHPPHQDOVH[WUDKXOS
KDUGHQVQHODDQJHWURNNHQ
5HPEHNUDFKWLJLQJ 6%6
UHPEHNUDFKWLJLQJ
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het SBS systeem
en rijd altijd voorzichtig:
Het SBS systeem is bestemd om in het geval
van een botsing schade te verminderen,
niet om ongelukken te voorkomen. De
mogelijkheid voor het bespeuren van een
obstakel is beperkt afhankelijk van het
obstakel, weersomstandigheden of
verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of
rempedaal per ongeluk wordt ingetrapt,
kan dit een ongeluk veroorzaken.
Controleer altijd de veiligheid van de
omgeving en trap het rempedaal of
gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand
aanhoudt ten opzichte van voorliggende
voertuigen of tegenliggers.
23*(/(7
Schakel in de volgende gevallen het
systeem uit om abusievelijk functioneren te
voorkomen:
¾De auto wordt gesleept of sleept een
ander voertuig.
¾De auto staat op een rollenbank.
¾Bij het rijden op slechte wegen of op
plaatsen met dicht gras of
off-road.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 346 of 827

OPMERKING
xHet SBS systeem functioneert wanneer
aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan:
xHet contact wordt op ON gezet.
xHet SBS systeem is ingeschakeld.
xDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
sneller.
xDe relatieve snelheid tussen uw auto
en het voorliggende voertuig is
ongeveer 15 km/h of hoger.
xDe Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) werkt niet.
xHet SBS systeem functioneert mogelijk
niet onder de volgende omstandigheden:
xAls u uw auto snel laat accelereren en
dit een voorliggend voertuig dicht
nadert.
xDe auto rijdt met dezelfde snelheid als
het voorliggende voertuig.
xHet gaspedaal wordt ingetrapt.
xHet rempedaal wordt ingetrapt.
xHet stuurwiel wordt gedraaid.
xDe keuzehendel wordt bediend.
xDe richtingaanwijzer gebruikt wordt.
xWanneer het voorliggende voertuig
niet uitgerust is met achterlichten of
de achterlichten niet branden.
xWanneer waarschuwingen en
berichten, zoals die voor een vuile
voorruit, verband houdend met de
vooruitrijcamera (FSC) in de
middendisplay worden getoond.
xHoewel de objecten waardoor het
systeem geactiveerd wordt vierwielige
voertuigen zijn, is het mogelijk dat de
radarsensor (voor) de volgende objecten
bespeurt, bepaalt dat deze obstakels zijn
en het SBS systeem activeert.
xObjecten op de weg bij de ingang van
een bocht (zoals vangrails en
sneeuwbanken).
xEr verschijnt een voertuig in de
tegengestelde rijstrook bij het rijden
om een hoek of het maken van een
bocht.
xBij het rijden over een smalle brug.
xBij het rijden onder een lage poort of
door een tunnel of smalle poort.
xBij het inrijden van een ondergrondse
parkeergarage.
xMetalen voorwerpen, oneffenheden of
uitstekende voorwerpen op de weg.
xAls u plotseling dicht bij een
voorliggend voertuig komt.
xBij het rijden op plaatsen waar hoog
gras is of weiland.
xTweewielige voertuigen zoals
motorfietsen of fietsen.
xVoetgangers of niet-metalen objecten
zoals bomen.
xWanneer het systeem in werking is,
wordt de gebruiker op de hoogte gesteld
door de Active Driving Display.
xDe SBS waarschuwingsindicatie
(oranje) licht op wanneer er een defect
is in het systeem.
Zie Maatregelen nemen op pagina
7-48.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 347 of 827

▼,QGLFDWLHODPSMHYDQ6PDUW%UDNH
6XSSRUWUHPKXOSV\VWHHP 6%6
5RRG
$OVKHW6%6LQZHUNLQJLVJDDWKHW
LQGLFDWLHODPSMH URRG NQLSSHUHQ

▼:DDUVFKXZLQJYRRUERWVLQJ
$OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHW
HHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJNOLQNWHU
RQDIJHEURNHQHHQSLHSWRRQHQZRUGWHHQ
ZDDUVFKXZLQJDDQJHJHYHQRSGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
▼▼6WRS]HWWHQYDQGHZHUNLQJYDQKHW
6PDUW%UDNH6XSSRUW
UHPKXOSV\VWHHP 6%6
+HW6%6V\VWHHPNDQWLMGHOLMNEXLWHQ
ZHUNLQJJHVWHOGZRUGHQ
=LH*HEUXLNHUVLQVWHOOLQJHQRSSDJLQD

:DQQHHUKHW6%6V\VWHHPZRUGW
XLWJHVFKDNHOGJDDWKHW6%62))
LQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
+HWV\VWHHPZRUGWJHEUXLNVNODDU]RGUDGH
PRWRURSQLHXZJHVWDUWZRUGW
OPMERKING
Als de werking van het SBS systeem wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd de
werking van de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) uitgeschakeld.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 348 of 827



Page 349 of 827

x$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
$OVHUNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHWHHQQDGHUHQGYRHUWXLJWHUZLMODFKWHUDDQ]LFKW
JURRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKWZRUGWZHHUJHJHYHQZRUGWRSGHPLGGHQGLVSOD\HHQ
ZDDUVFKXZLQJJHWRRQG
+HWDFKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$ V\VWHHPPDDNWJHEUXLNYDQUDGDUVHQVRUHQ
DFKWHU YRRUKHWEHVSHXUHQYDQYRHUWXLJHQGLHYDQDIGHOLQNHUHQUHFKWHUDFKWHU]LMGH
QDGHUHQHQKHOSWGHEHVWXXUGHUELMKHWFRQWUROHUHQYDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWRWLMGHQV
KHWDFKWHUXLWULMGHQGRRUKHWNQLSSHUHQYDQGHGRGHKRHNPRQLWRU %60
ZDDUVFKXZLQJVODPSMHVHQKHWDFWLYHUHQYDQGHZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
=LH$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$ RSSDJLQD
%HUHLNYDQGH

Page 350 of 827

Het beeldbereik van de camera’s en het detectiebereik van de sensoren zijn beperkt. De zwarte
gebieden aan de voor- en achterzijde van het beeld van de auto en de randen waar de
beelden van de camera’s samenkomen zijn blinde vlekken waar een obstakel bijvoorbeeld
mogelijk niet zichtbaar is. De verruimde voertuigbreedtelijnen en verwachte rijlijnen worden
alleen ter referentie gebruikt, en de beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke
omstandigheden.
23*(/(7
¾Gebruik de 360° rondomkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden.
¾Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.
¾Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.
¾De voorportieren of het
kofferdeksel zijn niet volledig gesloten.
¾Wanneer de auto op een helling staat.
¾De portierspiegels zijn ingeklapt.
¾Stoot niet met kracht tegen de voor-/achtercamera, voorbumper en portierspiegels. De
montagepositie of montagehoek van de camera kan daardoor verschuiven.
¾De camera’s hebben een waterdichte constructie. Demonteer, wijzig of verwijder de camera
niet.
¾De behuizing van de camera is van hard plastic, breng daarom geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings aan. Als een van dit soort middelen op de
behuizing komt, dit onmiddellijk met een zachte doek afvegen.
¾Veeg niet krachtig de lens van de camera en reinig deze niet met een schuurmiddel of harde
borstel. Anders kan de lens beschadigen en een negatieve invloed op de beelden hebben.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur) voor
reparatie, spuiten of vervangen van de voor-/achtercamera, voorbumper en
portierspiegels.
¾Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat de 360° rondomkijkmonitor
normaal functioneert.
¾Verander de wielophanging van de auto niet en/of verlaag/verhoog de carrosserie niet.
¾Gebruik altijd velgen van het voorgeschreven type en formaat voor de voor- en
achterwielen. Raadpleeg een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor het vervangen van de banden.
¾Wanneer de display koud is, kunnen beelden strepen vertonen of kan het scherm donkerder
zijn dan normaal, waardoor de omgeving van de auto moeilijker te controleren is.
Inspecteer tijdens het rijden altijd visueel of de voorzijde en het gedeelte rondom de auto
veilig is.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 830 next >