MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 741

*Bepaalde modellen.3–15
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Activeren van het systeem
1. Sluit alle ramen en het schuifdak
* .
2. Zet het contact op uit en neem de
sleutel met u mee.
3. Sluit alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
4. Steek de sleutel in het
bestuurdersportier, draai de sleutel naar
de vergrendelstand en draai deze naar
de middenpositie terug. Vervolgens de
sleutel binnen 3 seconden nogmaals
naar de vergrendelstand draaien.
Vergrendelstand
Middenpositie
OPMERKING
  U kunt het systeem ook activeren
door de vergrendeltoets op de zender
binnen 3 seconden tweemaal in te
drukken.
 (Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
 U kunt het systeem ook activeren
door de verzoekschakelaar binnen 3
seconden tweemaal in te drukken.
5. Het indikatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om aan
te geven dat het systeem geactiveerd is.
OPMERKING
Het systeem kan niet worden
geactiveerd wanneer een van de
portieren of de achterklep open is.
Buiten werking stellen van het systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of zet
het contact op ON.
OPMERKING
Als de stroomvoorziening is
onderbroken (zekering is doorgesmolten
of de accu is losgekoppeld), kan het
systeem enkel buiten werking gesteld
worden door een van de portieren met
de sleutel te ontgrendelen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 102 of 741

3–16
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Vergrendelen, ontgrendelen met de
verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen vergrendeld/
ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren
in te drukken wanneer u de sleutel bij u
draagt.
(Hatchback)
De verzoekschakelaar op de achterklep
kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de
achterklep.
Voorportieren
Verzoekschakelaar
Achterklep (Alleen Hatchback slot)
Verzoekschakelaar
Vergrendelen
Druk voor het vergrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de verzoekschakelaar en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
Ontgrendelen
Druk voor het ontgrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de verzoekschakelaar
op een voorportier en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
  Kijk of alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel goed
vergrendeld zijn.
 Beweeg de achterklep/het
kofferdeksel even op en neer zonder
de elektrisch bediende achterklep-/
kofferdekselopener in te drukken
om te controleren of de achterklep/
het kofferdeksel niet open is blijven
staan.
 (Europees model) Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden wanneer een van de portieren
geopend is.
(Behalve Europese modellen) Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden wanneer een van de portieren
of de achterklep geopend is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 103 of 741

3–17
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
  Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
 (Europees model) De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel met behulp van een
verzoekschakelaar vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen) Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld/ontgrendeld worden met
behulp van de verzoekschakelaar.
Indien gewenst, kan de zoemtoon
worden uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina
9-16 .
OPMERKING
 Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit
alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
  Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden vergrendeld
en de pieptoon klinkt met het
huidige ingestelde volume. (Als
pieptoon-uit de huidige actieve
instelling is, zal de pieptoon niet
klinken.) De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets
op de sleutel wordt ingedrukt
en de pieptoon klinkt met het
ingestelde volume. (Als pieptoon-
uit de actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:




 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt
gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 104 of 741

3–18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) op pagina 3-51 .
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) op pagina
3-56 .
 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Door de verzoekschakelaar
binnen 3 seconden tweemaal
in te drukken wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-14 .
OPMERKING

 De instelling kan zodanig
veranderd worden dat de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld worden
zonder de verzoekschakelaar in te
drukken.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-16 .
(Automatische vergrendelfunctie) Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden
en u de geavanceerde sleutel
bij u hebt. Alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
worden na ongeveer drie seconden
automatisch vergrendeld wanneer
de geavanceerde sleutel buiten
het werkingsbereik is. Ook zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen. (Ook als
de bestuurder zich binnen het
werkingsbereik bevindt, zullen
alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch na
ongeveer 30 seconden vergrendeld
worden.) Als u zich buiten het
werkingsbereik bevindt alvorens
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel volledig gesloten zijn
of een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
gesloten en vergrendeld zijn alvorens
de auto achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door
de automatische vergrendelfunctie
gesloten.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 105 of 741

*Bepaalde modellen.3–19
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING

Automatische hervergrendelfunctie Na het ontgrendelen door het
indrukken van de verzoekschakelaar,
zullen alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
vergrendeld worden als een van
de volgende handelingen niet
binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-16 .
 


 Openen van een portier of de
achterklep/het kofferdeksel.
 


 Wanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
zender
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen vergrendeld/
ontgrendeld worden door bediening
van de zender van de Afstandbediende
portiervergrendeling. Zie Afstandbediende
portiervergrendeling (pagina 3-4 ).
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar *
Wanneer alle portieren en de achterklep
gesloten zijn en de vergrendelzijde wordt
ingedrukt, worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel automatisch
vergrendeld.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer de
ontgrendelzijde wordt ingedrukt.
Ontgrendelen
Vergrendelen
OPMERKING
De portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden terwijl een van de andere
portieren of de achterklep geopend is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 106 of 741

*Bepaalde modellen.3–20
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie *
WAARSCHUWING
(Met portiervergrendelschakelaar)
Niet aan de binnenste kruk van het
bestuurdersportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van het portier trekken is
gevaarlijk. De bestuurder kan als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een voorportier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
 


 Bij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
vergrendeld.
 


 Wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch ontgrendeld.
Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn. Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
kan ingesteld worden door het
selecteren van een van de functies uit
onderstaande tabel en het gebruik van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar op
het binnenste portierpaneel.
OPMERKING
  Voor uw auto is functie nummer 3 de
standaardinstelling.
  Er zijn enkel in totaal vijf automatische
vergrendel-/ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zesmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf het
begin uit.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 107 of 741

3–21
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
3 Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld. Alle
portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden ontgrendeld
wanneer het contact van ON op uit
wordt gezet.
4 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
5 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet terwijl
het contact op ON staat, worden
alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-16 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden met
behulp van onderstaande procedure.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Alle portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON.
3. Houd de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
ingedrukt binnen 20 seconden nadat u
het contact op ON hebt gezet en let er
op dat ongeveer acht seconden daarna
een pieptoon klinkt.
4. Zie de tabel voor de instelling
van de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal
het functienummer voor de
gewenste instelling. Druk
de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv.
Als u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar enkel
2 maal in).
5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 108 of 741

3–22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 6 maal Functienummer 5
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
OPMERKING
  De portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
  De procedure kan geannuleerd
worden de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
in te drukken.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een
portier vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 109 of 741

3–23
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel worden
automatisch vergrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier wordt ingedrukt.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Vergrendelen
Ontgrendelen
OPMERKING
De rode indikatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indikatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde vergrendelen
van de achter- en voorpassagiersportieren
met behulp van de portiervergrendelknop,
de portiervergrendelknop in de
vergrendelstand drukken en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk in
de openstand is niet nodig).
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
 
 Let erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
  De portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier kan niet
worden gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 110 of 741

3–24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Kindersloten van achterportieren
Deze sloten zijn bestemd om te helpen
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Gebruik deze op
beide achterportieren wanneer u kinderen
op de achterzitting van de auto vervoert.
Indien u het kinderslot naar de
vergrendelstand schuift alvorens het
betreffende portier te sluiten, kan dat
portier niet vanuit de binnenzijde geopend
worden. Het portier kan enkel worden
geopend door het oplichten van de
buitenportierkruk.
Vergrendelen
Ontgrendelen
Achterklep/Kofferdeksel
WAARSCHUWING
Sta nooit toe dat iemand in de
bagageruimte/kofferruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de
bagageruimte/kofferruimte meerijdt is
gevaarlijk. Tijdens plotseling afremmen
of een botsing bestaat de kans dat
de persoon die in de bagageruimte/
kofferruimte meerijdt ernstig of
dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met de achterklep/het
kofferdeksel geopend:
Uitlaatgassen in het interieur van
een auto zijn gevaarlijk. Wanneer de
achterklep/het kofferdeksel tijdens
het rijden open staat, worden er
uitlaatgassen in het interieur gezogen.
Dit gas bevat CO (koolmonoxide), dat
kleurloos, geurloos en bijzonder giftig
is; dit gas kan bewusteloosheid en
verstikking veroorzaken. Bovendien
kunnen in het geval van een open
achterklep/kofferdeksel de inzittenden
bij een botsing naar buiten geslingerd
worden.
Bagage niet opstapelen en niet zonder
deze vast te zetten in de bagageruimte
plaatsen:
Anders kan de bagage van zijn plaats
schuiven of omvallen, hetgeen letsel
of een ongeluk tot gevolg kan hebben.
Bovendien bagage niet hoger dan
de rugleuningen laden. Dit kan het
uitzicht aan de zijkant of achterkant
belemmeren.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 750 next >